Samenvatting Kopen
Week 1
Hoofdstuk 1
Een verbintenis: iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of laten. Deze verplichting tot een doen of nalaten heet een prestatie. Er is
alleen sprake van verbintenissen als het gaat om een verplichting tot prestaties die op geld waardeerbaar zijn.
Bij een verbintenis zijn minimaal twee partijen betrokken, de ene partij heeft recht op iets de andere partij is verplicht tot iets. de verplichting moet
worden nagekomen, je bent volgens het recht niet vrij om te bepalen of je wel of niet aan de verbintenis wil voldoen. Kom je de verbintenis niet na,
dan ben je aansprakelijk voor de gevolgen.
Definitie van een verbintenis: een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht is tot een geld waardeerbare
prestatie waarop de andere partij recht heeft.
Bronnen van verbintenissen
Verbintenissen kunnen ontstaan uit:
Een overeenkomst
De wet
1. Verbintenissen uit overeenkomst
Uit het sluiten van koopovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten vloeien rechten en verplichtingen voort: verbintenissen. Bij een overeenkomst is
een sprake van een afspraak tussen twee partijen. De overeenkomst komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding. Uit het aanbod en de
aanvaarding moet blijken dat de wil van de twee partijen overeenstemt wilsovereenstemming.
Bij de verbintenissen die voortvloeien uit de wet is de wil van partijen niet van belang.
Voorbeeld van een verbintenis uit een overeenkomst: overeenkomst tot geldleen, door een aanbod en een aanvaarding, is deze overeenkomst
tot stand gekomen en ben je verplicht het geleende geld aan de bank terug te betalen. Tegenover de verplichting van de terugbetaling, heeft de
bank het recht op terugbetaling. Er zijn hier dus twee verbintenissen tot stand gekomen: verbintenis 1, de plicht aan de bank om het leenbedrag ter
beschikking te stellen en het recht op het leen bedrag van degene die leent. Verbintenis 2: de plicht om de geldsom terug te betalen incl. de rente en
het recht van de bank op terugbetaling van het bedrag incl. de rente.
Te niet gaan van verbintenissen
Als een verbintenis wordt nagekomen, bestaan ze niet meer. Dit betekent dat de verbintenis teniet is gegaan.
Voorbeeld: telefoonabonnement gaat teniet, omdat de verbintenissen (maandelijks afbetalen) zijn nagekomen.
Verplichtingen prestaties, object van de verbintenis. De partijen van een overeenkomst zijn rechtssubjecten, drager van rechten en plichten. De
partij die recht heeft op een prestatie is de schuldeiser (crediteur). De partij die de prestatie moet verrichten is de schuldenaar (debiteur).
Tekortkoming in de nakoming
Verbintenissen die niet goed worden nagekomen zijn wanprestaties, een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Het verbintenissenrecht
regelt wie er aansprakelijk is voor de schade die degene lijdt door een tekortkoming in de nakoming.
Nakoming van verbintenissen
Als je een arbeidsovereenkomst of huurovereenkomst sluit, dan ontstaan er verbintenissen.
Bij een arbeidsovereenkomst ontstaat er voor de werkgever de verplichting om loon te betalen en voor de werknemer de verplichting om arbeid te
verrichten. Daar tegenover staan de rechten op het loon en het gebruikmaken van de arbeid.
Bij een huurovereenkomst ontstaat er voor de huurder de verplichting om huur te betalen en voor de verhuurder de verplichting om het gehuurde
object ter beschikking van de huurder te stellen. Hier tegenover staat het recht op de huurpenningen en het recht op het gebruik van het gehuurd
object.
Het arbeidsrecht en het huurrecht kan ook worden gezien als afsplitsingen van het verbintenissenrecht. Er is vaak sprake van een nakoming van
ingewikkelder prestaties en kan de overeenkomst jarenlang blijven bestaan.
Doen en laten
Verbintenissen hebben als verplichting een prestatie waar de ene partij tot verplicht is en de andere partij recht op heeft. Deze prestaties kunnen
bestaan uit het doen of laten van iets.
(Doen) betaling van een geldsom, levering van een goed of het verrichten van een dienst. Een prestatie kan ook bestaan uit een combinatie van deze
vormen: het repareren van een fiets (verrichten van een dienst) en het vervangen van een wiel tijdens de reparatie (leveren van een goed).
(Nalaten) concurrentiebeding, de verplichting om iets juist niet te doen kan ook een prestatie zijn.
Samenvattend:
1. Overeenkomsten ontstaan door een aanbod en een aanvaarding die op elkaar aansluiten. Uit het aanbod en de aanvaarding blijkt dat de
partijen willen dat de verbintenissen ontstaan. Er moet sprake zijn van wilsovereenstemming.
2. Bij een verbintenis zijn altijd ten minste twee partijen betrokken. De betrokken partijen zijn rechtssubjecten: dragers van rechten en
plichten.
3. De ene partij heeft recht op een prestatie, waar de andere partij toe verplicht is, de partij die een prestatie moet verrichten is de
schuldenaar (debiteur) en de partij die recht heeft op de prestatie is de schuldeiser (crediteur). D van dokken en C van cashen.
4. De prestatie is het object van de verbintenis en kan bestaan uit een doen of nalaten
5. Prestaties om iets te doen: betaling van een geldsom, levering van een goed of het verrichten van een dienst (combinatie hiervan is
mogelijk)
,Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad
Voor de totstandkoming van een overeenkomst is wilsovereenstemming vereist. De afspraak is dat beide partijen het eens zijn. Bij verbintenissen uit
de wet doet de wil van de partijen niet ter zake.
Bijvoorbeeld bij een onrechtmatige daad. Als je per ongeluk tegen iemands auto aan rijdt en hierbij schade ontstaat, ben je volgens het recht
verplicht om de eigenaar van de auto de schade te betalen die hij door jouw onhandigheid heeft geleden. Er bestaat hier een verbintenis om de
schade te herstellen.
Betalen schadevergoeding: De schuldenaar heeft de plicht om de schadevergoeding te betalen en de schuldeiser heeft het recht op
schadevergoeding.
In gevallen waarin iemand die schade heeft geleden, maar laat weten dat hij geen schadevergoeding wil, doet afstand van zijn recht op
schadevergoeding, dat volgens het recht wel gewoon was ontstaan. Er is in dergelijke gevallen wettelijke aansprakelijkheid ontstaan voor degene die
de schade veroorzaakt, ook al was dit per ongeluk, omdat er een onrechtmatige daad is gepleegd. Er is namelijk inbreuk gemaakt op het recht van de
eigenaar, het is daarom dus ook redelijk dat de veroorzaker de schade betaalt.
Het verschil met een verbintenis dat een overeenkomst als bron heeft, is dat er bij een verbintenis dat voortvloeit uit een onrechtmatige daad slechts
één verbintenis ontstaat.
WA-verzekering
Voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kun je een WA-verzekering sluiten. In bepaalde gevallen verplicht de wet deze verzekering. Iedereen
die met een gemotoriseerd voertuig deelneemt aan het verkeer, is verplicht een WA-verzekering af te sluiten, die alle risico’s dekt. Het afsluiten van
deze verzekering is het sluiten van een overeenkomst, waaruit een verbintenis ontstaat het betalen van een premie en voor de verzekeraar om de
schade te vergoeden wanneer een verzekerd risico zich voordoet.
Opzettelijk of onopzettelijk
Een WA-verzekering biedt geen dekking als er sprake is van opzet. Bij het afsluiten van zo een verzekering, bepaalt de verzekeraar dat hij alleen
uitbetaalt als de schade onopzettelijk wordt veroorzaakt. Verbintenisrechtelijk ontstaat er precies dezelfde aansprakelijkheid wanneer de schade
opzettelijk wordt veroorzaakt. Er is dan nog steeds sprake van een onrechtmatige daad, opzettelijk of onopzettelijk. Strafrechtelijk is wel een verschil,
omdat het opzettelijk veroorzaken van schade) vernielen strafbaar is. Onopzettelijke vernieling niet strafbaar. Verbintenisrechtelijk gezien maakt
eventuele opzet voor de aansprakelijkheid geeft verschil.
Conclusie
Verbintenissen kunnen onder meer ontstaan door onrechtmatige daden en overeenkomsten. Het belangrijkste verschil tussen de onrechtmatige daad
en overeenkomst is dat er bij een onrechtmatige de verbintenis door een gebeurtenis ontstaat, terwijl er bij een overeenkomst wilsovereenstemming
moet bestaan. Bij een onrechtmatige daad ontstaat de aansprakelijkheid onafhankelijk van de wil. Als schade opzettelijk is veroorzaakt, was de wil
om de schade te veroorzaken er wel maar was de wil niet gericht op het ontstaan van de verbintenis tot schadevergoeding.
Bij een onrechtmatige daad volgt de verbintenis direct uit de wet door een feitelijk handeling (het inrijden op een auto of het omgooien van een
vaas).
Voor het ontstaan van een overeenkomst, met bijbehorende verbintenissen, zijn rechtshandelingen (aanbod en aanvaarding) nodig, waaruit blijkt dar
de betrokken partijen allebei willen dat de overeenkomst ontstaat.
Samenvattend:
1. Wanneer iemand schade toebrengt op een manier die onrechtmatig is, kan een verbintenis tot het vergoeden van de schade ontstaan op
grond van onrechtmatige daad
2. Door een schadevergoeding wordt de benadeelde zo veel mogelijk teruggebracht in de positie waarin hij verkeerde toen de schade nog
niet was ontstaan.
3. Bij een onrechtmatige daad, anders bij overeenkomsten, de wil van de pleger van de daad of de benadeelde geen rol. De verbintenis
ontstaat rechtstreeks uit de wet. Het is dus een feitelijke handeling die een verbintenis doet ontstaan.
4. Bij een verbintenis uit onrechtmatige daad spreken we ook (net als bij een verbintenis uit overeenkomst) van een schuldenaar en
schuldeiser die een prestatie dienen te verrichten.
Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
Niet in strijd met de wet, verbintenis ontstaat toch.
Onverschuldigde betaling
Ongerechtvaardigde betaling
Zaakwaarneming
Onverschuldigde betaling
Een geval waarin een verbintenis op grond van de wet ontstaat en er geen overeenkomst nodig is. Als er per ongeluk 1 miljoen op je bank wordt
gestort, ben je verplicht om dit terug te storten, of je dit wilt of niet. Degene die dit per ongeluk heeft gestort heeft jou dit onverschuldigd betaald, er
was namelijk geen verbintenis om jou dit bedrag te betalen en de wet bepaalt dat er voor jou een verbintenis ontstaat om dit bedrag terug te geven,
ook al wil je dit niet.
Ongerechtvaardigde verrijking
De rente die is verkregen toen de onverschuldigde betaling werd gedaan, is een vorm van ongerechtvaardigde verrijking. Als het geld op de juiste
rekening was gestort, had je de rente nooit ontvangen. De verrijking door rente is dus een ongerechtvaardigde verrijking en moet evenals de
onverschuldigde betaling worden terugbetaalt. Ook hier is er sprake van een verbintenis die ontstaat door de wet. Degene die de rente heeft
verkregen is verplicht deze rente terug te betalen en degene voor wie dit bedoeld was, heeft recht op terugbetaling. De wil doet er in dit geval ook
niet toe.
Zaakwaarneming
Als er tijdens een storm een tak tegen het raam van je huis waait, terwijl je op vakantie bent, kan dit door je buurman worden gerepareerd. Bij
terugkeer van je vakantie ben je nu verplicht je buurman de kosten te vergoeden die hij heeft gemaakt voor het zetten van het raam. Deze
verbintenis ontstaat ook uit d wet, toen de buurman de kosten maakte toen jij er niet van op de hoogte was, kon je dit helemaal nog niet willen.
,Naast de onrechtmatige daden en rechtmatige daden zijn nog een aantal andere situaties waar de wet een gevolg aan verbindt.
Samenvattend
1. Overeenkomsten en (on)rechtmatige daden zijn de belangrijkste bronnen van verbintenissen, maar er zijn ook andere bronnen van
verbintenissen.
2. Rechtmatige daden bestaan uit: onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaarneming.
3. Zowel bij de onrechtmatige daad als bij de rechtmatige daad speelt de wil geen rol geen rol. Het is dus een feitelijkhandeling, waarbij de
wet een verbintenis doet ontstaan.
Indeling van het recht
Een van de belangrijke taken van het verbintenissenrecht is dat het oplossingen biedt in situaties waarin partijen bij een overeenkomst een verschil
van mening hebben. Mochten er problemen ontstaan, dan zijn alle betrokken partijen er vaak bij gebaat dat het volgens de regels van het
verbintenissenrecht zo snel mogelijk wordt opgelost.
Verbintenissenrecht
Het verbintenissenrecht is onderdeel van het privaatrecht (burgerlijk recht of civiel recht), regelt de betrekkingen tussen burgers onderling en de
verhouding van burgers tot hun vermogen. Onder burgers worden natuurlijke en rechtspersonen genoemd. Deze kunnen beiden rechtssubjecten zijn.
Publiek- en privaatrecht
De tegenhanger van het privaatrecht is het publiekrecht, regelt de betrekkingen tussen de overheid en burgers. Onder het publiekrecht vallen onder
meer het: strafrecht, bestuursrecht deze omvat onder andere het socialezekerheidsrecht, het belastingrecht, het onderwijsrecht en het milieurecht.
Het is dus een verzamelnaam voor alle terreinen waarin de overheid, door middel van het recht, regelend optreedt in het maatschappelijk verkeer.
Internationaal recht
De regels rond de organisatie en inrichting van de overheid en de wijze waarop de overheid wet- en regelgeving tot stand brengt, behoren tot het
publiekrecht, dit is het staatsrecht. Het internationaalrecht, regelt onder andere de verhoudingen tussen Nederland en andere staten. Het Europees
recht is een rechtsgebied waarin net als het staatrecht en internationaal recht een rechtsgebied waarin de overheid centraal staat, maar wel gezien
als aparte rechtsgebieden, door het internationale karakter.
Personenrecht
Het privaatrecht kan worden onderverdeeld in het vermogensrecht en het personenrecht. Het personenrecht regelt wie er drager kunnen zijn van
rechten en plichten. Het kan worden onderverdeeld in personen- en familierecht en rechtspersonenrecht. Het personen- en familierecht bevat de
regels die gelden voor natuurlijke personen. Het bepaalt de zaken omtrent het huwelijk en het gezag van minderjarige kinderen. Het
rechtspersonenrecht bevat de regels die gelden voor rechtspersonen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen, stichtingen en
verenigingen.
Rechtspersonenrecht
Rechtspersonen kunnen net zoals natuurlijke personen eigenaar van zaken, gebouwen kopen, mensen in dienst nemen en huurovereenkomsten
sluiten etc. Een rechtspersoon kan niet overlijden en biedt klanten meer zekerheid om overeenkomsten te sluiten met ze. Dit is een van de voordelen
van rechtspersoonlijkheid. Rechtspersonen zijn juridische constructie, dus er zijn altijd natuurlijke personen die namens rechtspersonen handelen
vertegenwoordigen.
Vermogensrecht
In het vermogensrecht staan alle regels omtrent vermogen centraal. Onder vermogen wordt: alles wat een natuurlijk persoon of rechtspersoon bezit
en op geld waardeerbaar is. Het vermogensrecht bestaat uit het goederenrecht en verbintenissenrecht. Het privaatrecht regelt wie er een vermogen
kan hebben, het goederenrecht bepaalt waaruit het vermogen kan bestaan. Het verbintenissenrecht geeft onder andere aan hoe je je vermogen kan
verhandelen en bepaalt wat er gebeurt als iemand schade toebrengt aan je vermogen onrechtmatige daad. Het overeenkomstenrecht is onderdeel
van het verbintenissenrecht.
Relaties
Het goederenrecht regelt de relatie van een persoon tot zijn goederen (auto, bankrekening of huis). Alle goederen van iemand tezamen vormen een
vermogen. Persoon tot goed
Het verbintenissenrecht regelt de relatie tussen personen als zij een overeenkomst sluiten, jegens elkaar een onrechtmatige of rechtmatige daad
plegen of als er uit een andere bron een verbintenis ontstaat. Dit gaat over natuurlijke en rechtspersonen. Persoon tot persoon
Overige rechtsgebieden
Het faillissementsrecht regelt hoe een natuurlijke persoon of rechtspersoon failliet kan worden verklaard en wat er dan moet gebeuren. De regels
hiervan staan in de faillissementswet. Het burgerlijk procesrecht regelt hoe je in het privaatrecht een gerechtelijke procedure aanspant, hoe het
verloopt en wat er met de uitspraak van de rechter kan gebeuren. De regels hiervan staan in het Wetboek van Rechtsvordering (Rv)
Definitie van een verbintenis is:
- Een vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer partijen, waarbij de ene partij verplicht is tot een prestatie, waarop de ander partij
recht heeft.
‘Vermogensrechtelijk’ geeft aan dat het op een op geld waardeerbare prestatie gaat en dat het tot het vermogensrecht behoort, waarvan het
verbintenissenrecht een onderdeel van is.’
Privaatrecht en overheid
De overheid is indirect betrokken bij het privaatrecht, de regels van het privaatrecht zijn opgesteld door de wetgever en in geval van een conflict
kunnen de burgers elkaar opdagen voor de civiele rechter. De wetgever en de rechter zijn onderdelen van de overheid.
In het strafrecht kan alleen de overheid besluiten om iemand te vervolgen. Burgers nemen het initiatief om overeenkomsten te sluiten, samen een
rechtspersoon op te richten of te trouwen. In het privaatrecht heeft iedereen dezelfde bevoegdheden. Een burger kan niet zelf besluiten om iemand
strafrechtelijk te vervolgen. Die bevoegdheid is alleen toegekend aan het Openbaar Ministerie. In het privaatrecht kan iedereen kan iedereen met een
andere burger een koop-, huur-, arbeids- of leenovereenkomsten sluiten.
, Handhaving
De handhaving van het publiekrecht gebeurt door de overheid. Het strafrecht wordt bijvoorbeeld gehandhaafd door de politie en het Openbaar
Ministerie. In het bestuursrecht kunnen allerlei overheidsinstanties als handhaver optreden. Als een vergunninghouder een gemeentelijke verordening
overtreedt, kan de gemeentelijk hiertegen optreden. Bij de handhaving van privaatrecht ligt het initiatief bij de burgers zelf. De overheid onderneemt
geen actie als wanneer iemand een overeenkomst niet of niet goed nakomt. Er kan hier geen aangifte van worden gedaan. Je moet zelf de nakoming
van de overeenkomst afdwingen bij de rechter. De rechtssubjecten dienen zelf actie te ondernemen om de privaatrechtelijke regelt te handhaven. Het
privaatrecht geeft ze daartoe bevoegdheden en de overheid stelt hun daarvoor faciliteiten ter beschikking, zoals toegang tot de civiele rechter.
Handhaving van het recht in een schema
Publiekrecht door de overheid zelf
Privaatrecht door de rechtssubjecten zelf
Privaatrechtelijk handelen door de overheid
De publiekrechtelijke bevoegdheden zijn exclusief aan de overheid toegekende bevoegdheden. Een burger kan geen gevangenisstraf of rechten op
een uitkering toekennen, want de burgers bezitten deze speciale bevoegdheden niet. Naast het publiekrechtelijk handelen, kan de overheid ook
privaatrechtelijk handelen. Gemeenten, provincies en uitkeringsinstanties hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen net als burgers overeenkomsten
sluiten. De overheid is opgericht om de belangen van alle inwoners van de gemeente te behartigen. Hier zijn gemeentelijke regels voor opgesteld,
maar om dit te bewerkstelligen, heeft de gemeente een kantoorruimte nodig en computers. Hiervoor handelt een gemeente niet uit de rol van de
overheid, maar in de rol van de koper. Er wordt dan feitelijk gehandeld zoals een gewoon natuurlijk of privaatrechtelijk rechtspersoon ook zou kunnen
niet. Als de overheid koopt, huurt of verhuurt, wordt er geen gebruik gemaakt van de bijzondere bevoegdheden die alleen de overheid bezit, maar
wordt er alleen privaatrechtelijk gehandeld.
Publiekrechtelijke handelingen
Uitkeringen verstrekken
Paspoorten en rijbewijzen verstrekken
Gevangenisstraffen opleggen
Etc.
Privaatrechtelijk handelingen
Kopen
Huren
Arbeidsovereenkomsten sluiten
Etc.
Het privaatrecht en de wetten
Wetten die regelgeving op het gebied van privaatrecht bevatten zijn onder andere: de Faillissementswet en het Wetboek van Rechtsvordering.
Daarnaast het Burgerlijk Wetboek de belangrijkste en de meest omvattende wet op privaatrechtelijk gebied. Het verbintenissenrecht is grotendeels
geregeld in het Burgerlijk Wetboek
Opbouw en structuur van het Burgerlijk Wetboek
Het BW bestaat uit 9 boeken en is systematisch opgebouwd. Boek 1 t/m 7, 7a, 8 en 10.
Boek1: Personen- en familierecht regelt de betrekkingen tussen echtgenoten (of geregistreerde partners) en ouders en hun kinderen. Verder
regelt dit boek de positie van mensen die niet in staat zijn om hun eigen zaken te behartigen (geestelijk gehandicapten), onder curatelestelling.
Zaken zoals het huwelijk, gemeenschap van goederen, echtscheidingen, minderjarigen en natuurlijke personen.
Boek 2: Rechtspersonenrecht regelt onder meer de oprichting van rechtspersonen. Geeft regels over de bevoegdheden en de organen van
deze rechtspersonen en regels rondom de vertegenwoordiging van de rechtspersoon. Boek 1&2 vormen het personenrecht.
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen geeft hoofdregels die voor het gehele vermogensrecht. Bijvoorbeeld over de regels rond
rechtshandelingen, aanbod en aanvaarding
Boek 4: Erfrecht regels rondom erfrecht, hoe een testament wordt opgesteld, hoe erfenissen worden verdeeld, wat een erfgenaam kan doen met
de nalatenschap en wie de erfgenamen zijn. Het erfrecht kan worden gerekend tot het personen- en familierecht.
Boek 5: Zakelijke rechten bevat regels over de voor menselijke beheersing vatbare voorwerpen, wat er allemaal kan worden gedaan met zaken,
eigendom en behoort tot het goederenr echt.
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht regelt de totstandkoming van overeenkomsten, aanbod en aanvaarding en
wanneer er sprake is van een onrechtmatige daad. Hoe de verbintenissen uit de wet ontstaan (zaakwaarneming en onverschuldigde betaling).
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten uitgewerkte regels voor overeenkomsten die veel voorkomen. Regels over speciale arbeids- koop en
ruilovereenkomsten. Het gaat hier over overeenkomsten met een specifiek onderwerp zoals arbeid, koop of huur. Behoort tot het
overeenkomstenrecht en daarmee tot het verbintenissenrecht.
Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten: vervolg regels voor enkele bijzondere overeenkomsten, maatschapovereenkomsten, bruikleen,
gevestigde en altijddurende renten en kansovereenkomsten.
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer regels voor veelvoorkomende overeenkomsten op het gebied van het verkeer, goederen- en
personenvervoer over de weg, door de lucht of zee. Behoort tot het overeenkomstenrecht.
Boek 10: Internationaal privaatrecht regels over welk recht van toepassing is bij een grensoverschrijdende privaatrechtelijke kwesties.
Problemen die ontstaan bij huwelijken en erfenissen waarbij zowel Nederlanders als buitenlanders zijn betrokken.
Boek 9 gereserveerd voor de rechten op voortbrengselen van de menselijke geest, auteursrechten van schrijvers en musici op de door hen
geproduceerde werken. Er is veel Europese wetgeving over deze onderwerpen, dus boek 9 zal er waarschijnlijk niet komen.
Gelaagde structuur BW
Van algemeen naar bijzonder, het BW geeft eerst de algemene regels die voor een bepaald onderwerp gelden, waarna voor specifiekere situaties
steeds gedetailleerdere regels worden gegeven.
Bijvoorbeeld: de arbeidsovereenkomst, dit is een overeenkomst die tot stand komt door aanbod en aanvaarding, het bijzonder onderwerp is het
verrichten van arbeid tegen betaling van loon.
Hoe gedetailleerder de regels worden, hoe verder je komt in het BW gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder.
Elk boek van het BW is onderverdeeld in titels, deze worden onderverdeeld in afdelingen en die weer in paragrafen, die worden dan weer
onderverdeeld in wetsartikelen. Wetsartikelen worden onderverdeeld in leden en die weer in subs.
Samenvattend
1. Het BW is systematisch en de opbouw hiervan is gelaagd, van algemeen naar bijzonder.
2. Het BW bestaat uit 10 boeken afdelingen paragrafen wetsartikelen leden subs
Week 1
Hoofdstuk 1
Een verbintenis: iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of laten. Deze verplichting tot een doen of nalaten heet een prestatie. Er is
alleen sprake van verbintenissen als het gaat om een verplichting tot prestaties die op geld waardeerbaar zijn.
Bij een verbintenis zijn minimaal twee partijen betrokken, de ene partij heeft recht op iets de andere partij is verplicht tot iets. de verplichting moet
worden nagekomen, je bent volgens het recht niet vrij om te bepalen of je wel of niet aan de verbintenis wil voldoen. Kom je de verbintenis niet na,
dan ben je aansprakelijk voor de gevolgen.
Definitie van een verbintenis: een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht is tot een geld waardeerbare
prestatie waarop de andere partij recht heeft.
Bronnen van verbintenissen
Verbintenissen kunnen ontstaan uit:
Een overeenkomst
De wet
1. Verbintenissen uit overeenkomst
Uit het sluiten van koopovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten vloeien rechten en verplichtingen voort: verbintenissen. Bij een overeenkomst is
een sprake van een afspraak tussen twee partijen. De overeenkomst komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding. Uit het aanbod en de
aanvaarding moet blijken dat de wil van de twee partijen overeenstemt wilsovereenstemming.
Bij de verbintenissen die voortvloeien uit de wet is de wil van partijen niet van belang.
Voorbeeld van een verbintenis uit een overeenkomst: overeenkomst tot geldleen, door een aanbod en een aanvaarding, is deze overeenkomst
tot stand gekomen en ben je verplicht het geleende geld aan de bank terug te betalen. Tegenover de verplichting van de terugbetaling, heeft de
bank het recht op terugbetaling. Er zijn hier dus twee verbintenissen tot stand gekomen: verbintenis 1, de plicht aan de bank om het leenbedrag ter
beschikking te stellen en het recht op het leen bedrag van degene die leent. Verbintenis 2: de plicht om de geldsom terug te betalen incl. de rente en
het recht van de bank op terugbetaling van het bedrag incl. de rente.
Te niet gaan van verbintenissen
Als een verbintenis wordt nagekomen, bestaan ze niet meer. Dit betekent dat de verbintenis teniet is gegaan.
Voorbeeld: telefoonabonnement gaat teniet, omdat de verbintenissen (maandelijks afbetalen) zijn nagekomen.
Verplichtingen prestaties, object van de verbintenis. De partijen van een overeenkomst zijn rechtssubjecten, drager van rechten en plichten. De
partij die recht heeft op een prestatie is de schuldeiser (crediteur). De partij die de prestatie moet verrichten is de schuldenaar (debiteur).
Tekortkoming in de nakoming
Verbintenissen die niet goed worden nagekomen zijn wanprestaties, een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Het verbintenissenrecht
regelt wie er aansprakelijk is voor de schade die degene lijdt door een tekortkoming in de nakoming.
Nakoming van verbintenissen
Als je een arbeidsovereenkomst of huurovereenkomst sluit, dan ontstaan er verbintenissen.
Bij een arbeidsovereenkomst ontstaat er voor de werkgever de verplichting om loon te betalen en voor de werknemer de verplichting om arbeid te
verrichten. Daar tegenover staan de rechten op het loon en het gebruikmaken van de arbeid.
Bij een huurovereenkomst ontstaat er voor de huurder de verplichting om huur te betalen en voor de verhuurder de verplichting om het gehuurde
object ter beschikking van de huurder te stellen. Hier tegenover staat het recht op de huurpenningen en het recht op het gebruik van het gehuurd
object.
Het arbeidsrecht en het huurrecht kan ook worden gezien als afsplitsingen van het verbintenissenrecht. Er is vaak sprake van een nakoming van
ingewikkelder prestaties en kan de overeenkomst jarenlang blijven bestaan.
Doen en laten
Verbintenissen hebben als verplichting een prestatie waar de ene partij tot verplicht is en de andere partij recht op heeft. Deze prestaties kunnen
bestaan uit het doen of laten van iets.
(Doen) betaling van een geldsom, levering van een goed of het verrichten van een dienst. Een prestatie kan ook bestaan uit een combinatie van deze
vormen: het repareren van een fiets (verrichten van een dienst) en het vervangen van een wiel tijdens de reparatie (leveren van een goed).
(Nalaten) concurrentiebeding, de verplichting om iets juist niet te doen kan ook een prestatie zijn.
Samenvattend:
1. Overeenkomsten ontstaan door een aanbod en een aanvaarding die op elkaar aansluiten. Uit het aanbod en de aanvaarding blijkt dat de
partijen willen dat de verbintenissen ontstaan. Er moet sprake zijn van wilsovereenstemming.
2. Bij een verbintenis zijn altijd ten minste twee partijen betrokken. De betrokken partijen zijn rechtssubjecten: dragers van rechten en
plichten.
3. De ene partij heeft recht op een prestatie, waar de andere partij toe verplicht is, de partij die een prestatie moet verrichten is de
schuldenaar (debiteur) en de partij die recht heeft op de prestatie is de schuldeiser (crediteur). D van dokken en C van cashen.
4. De prestatie is het object van de verbintenis en kan bestaan uit een doen of nalaten
5. Prestaties om iets te doen: betaling van een geldsom, levering van een goed of het verrichten van een dienst (combinatie hiervan is
mogelijk)
,Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad
Voor de totstandkoming van een overeenkomst is wilsovereenstemming vereist. De afspraak is dat beide partijen het eens zijn. Bij verbintenissen uit
de wet doet de wil van de partijen niet ter zake.
Bijvoorbeeld bij een onrechtmatige daad. Als je per ongeluk tegen iemands auto aan rijdt en hierbij schade ontstaat, ben je volgens het recht
verplicht om de eigenaar van de auto de schade te betalen die hij door jouw onhandigheid heeft geleden. Er bestaat hier een verbintenis om de
schade te herstellen.
Betalen schadevergoeding: De schuldenaar heeft de plicht om de schadevergoeding te betalen en de schuldeiser heeft het recht op
schadevergoeding.
In gevallen waarin iemand die schade heeft geleden, maar laat weten dat hij geen schadevergoeding wil, doet afstand van zijn recht op
schadevergoeding, dat volgens het recht wel gewoon was ontstaan. Er is in dergelijke gevallen wettelijke aansprakelijkheid ontstaan voor degene die
de schade veroorzaakt, ook al was dit per ongeluk, omdat er een onrechtmatige daad is gepleegd. Er is namelijk inbreuk gemaakt op het recht van de
eigenaar, het is daarom dus ook redelijk dat de veroorzaker de schade betaalt.
Het verschil met een verbintenis dat een overeenkomst als bron heeft, is dat er bij een verbintenis dat voortvloeit uit een onrechtmatige daad slechts
één verbintenis ontstaat.
WA-verzekering
Voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kun je een WA-verzekering sluiten. In bepaalde gevallen verplicht de wet deze verzekering. Iedereen
die met een gemotoriseerd voertuig deelneemt aan het verkeer, is verplicht een WA-verzekering af te sluiten, die alle risico’s dekt. Het afsluiten van
deze verzekering is het sluiten van een overeenkomst, waaruit een verbintenis ontstaat het betalen van een premie en voor de verzekeraar om de
schade te vergoeden wanneer een verzekerd risico zich voordoet.
Opzettelijk of onopzettelijk
Een WA-verzekering biedt geen dekking als er sprake is van opzet. Bij het afsluiten van zo een verzekering, bepaalt de verzekeraar dat hij alleen
uitbetaalt als de schade onopzettelijk wordt veroorzaakt. Verbintenisrechtelijk ontstaat er precies dezelfde aansprakelijkheid wanneer de schade
opzettelijk wordt veroorzaakt. Er is dan nog steeds sprake van een onrechtmatige daad, opzettelijk of onopzettelijk. Strafrechtelijk is wel een verschil,
omdat het opzettelijk veroorzaken van schade) vernielen strafbaar is. Onopzettelijke vernieling niet strafbaar. Verbintenisrechtelijk gezien maakt
eventuele opzet voor de aansprakelijkheid geeft verschil.
Conclusie
Verbintenissen kunnen onder meer ontstaan door onrechtmatige daden en overeenkomsten. Het belangrijkste verschil tussen de onrechtmatige daad
en overeenkomst is dat er bij een onrechtmatige de verbintenis door een gebeurtenis ontstaat, terwijl er bij een overeenkomst wilsovereenstemming
moet bestaan. Bij een onrechtmatige daad ontstaat de aansprakelijkheid onafhankelijk van de wil. Als schade opzettelijk is veroorzaakt, was de wil
om de schade te veroorzaken er wel maar was de wil niet gericht op het ontstaan van de verbintenis tot schadevergoeding.
Bij een onrechtmatige daad volgt de verbintenis direct uit de wet door een feitelijk handeling (het inrijden op een auto of het omgooien van een
vaas).
Voor het ontstaan van een overeenkomst, met bijbehorende verbintenissen, zijn rechtshandelingen (aanbod en aanvaarding) nodig, waaruit blijkt dar
de betrokken partijen allebei willen dat de overeenkomst ontstaat.
Samenvattend:
1. Wanneer iemand schade toebrengt op een manier die onrechtmatig is, kan een verbintenis tot het vergoeden van de schade ontstaan op
grond van onrechtmatige daad
2. Door een schadevergoeding wordt de benadeelde zo veel mogelijk teruggebracht in de positie waarin hij verkeerde toen de schade nog
niet was ontstaan.
3. Bij een onrechtmatige daad, anders bij overeenkomsten, de wil van de pleger van de daad of de benadeelde geen rol. De verbintenis
ontstaat rechtstreeks uit de wet. Het is dus een feitelijke handeling die een verbintenis doet ontstaan.
4. Bij een verbintenis uit onrechtmatige daad spreken we ook (net als bij een verbintenis uit overeenkomst) van een schuldenaar en
schuldeiser die een prestatie dienen te verrichten.
Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
Niet in strijd met de wet, verbintenis ontstaat toch.
Onverschuldigde betaling
Ongerechtvaardigde betaling
Zaakwaarneming
Onverschuldigde betaling
Een geval waarin een verbintenis op grond van de wet ontstaat en er geen overeenkomst nodig is. Als er per ongeluk 1 miljoen op je bank wordt
gestort, ben je verplicht om dit terug te storten, of je dit wilt of niet. Degene die dit per ongeluk heeft gestort heeft jou dit onverschuldigd betaald, er
was namelijk geen verbintenis om jou dit bedrag te betalen en de wet bepaalt dat er voor jou een verbintenis ontstaat om dit bedrag terug te geven,
ook al wil je dit niet.
Ongerechtvaardigde verrijking
De rente die is verkregen toen de onverschuldigde betaling werd gedaan, is een vorm van ongerechtvaardigde verrijking. Als het geld op de juiste
rekening was gestort, had je de rente nooit ontvangen. De verrijking door rente is dus een ongerechtvaardigde verrijking en moet evenals de
onverschuldigde betaling worden terugbetaalt. Ook hier is er sprake van een verbintenis die ontstaat door de wet. Degene die de rente heeft
verkregen is verplicht deze rente terug te betalen en degene voor wie dit bedoeld was, heeft recht op terugbetaling. De wil doet er in dit geval ook
niet toe.
Zaakwaarneming
Als er tijdens een storm een tak tegen het raam van je huis waait, terwijl je op vakantie bent, kan dit door je buurman worden gerepareerd. Bij
terugkeer van je vakantie ben je nu verplicht je buurman de kosten te vergoeden die hij heeft gemaakt voor het zetten van het raam. Deze
verbintenis ontstaat ook uit d wet, toen de buurman de kosten maakte toen jij er niet van op de hoogte was, kon je dit helemaal nog niet willen.
,Naast de onrechtmatige daden en rechtmatige daden zijn nog een aantal andere situaties waar de wet een gevolg aan verbindt.
Samenvattend
1. Overeenkomsten en (on)rechtmatige daden zijn de belangrijkste bronnen van verbintenissen, maar er zijn ook andere bronnen van
verbintenissen.
2. Rechtmatige daden bestaan uit: onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaarneming.
3. Zowel bij de onrechtmatige daad als bij de rechtmatige daad speelt de wil geen rol geen rol. Het is dus een feitelijkhandeling, waarbij de
wet een verbintenis doet ontstaan.
Indeling van het recht
Een van de belangrijke taken van het verbintenissenrecht is dat het oplossingen biedt in situaties waarin partijen bij een overeenkomst een verschil
van mening hebben. Mochten er problemen ontstaan, dan zijn alle betrokken partijen er vaak bij gebaat dat het volgens de regels van het
verbintenissenrecht zo snel mogelijk wordt opgelost.
Verbintenissenrecht
Het verbintenissenrecht is onderdeel van het privaatrecht (burgerlijk recht of civiel recht), regelt de betrekkingen tussen burgers onderling en de
verhouding van burgers tot hun vermogen. Onder burgers worden natuurlijke en rechtspersonen genoemd. Deze kunnen beiden rechtssubjecten zijn.
Publiek- en privaatrecht
De tegenhanger van het privaatrecht is het publiekrecht, regelt de betrekkingen tussen de overheid en burgers. Onder het publiekrecht vallen onder
meer het: strafrecht, bestuursrecht deze omvat onder andere het socialezekerheidsrecht, het belastingrecht, het onderwijsrecht en het milieurecht.
Het is dus een verzamelnaam voor alle terreinen waarin de overheid, door middel van het recht, regelend optreedt in het maatschappelijk verkeer.
Internationaal recht
De regels rond de organisatie en inrichting van de overheid en de wijze waarop de overheid wet- en regelgeving tot stand brengt, behoren tot het
publiekrecht, dit is het staatsrecht. Het internationaalrecht, regelt onder andere de verhoudingen tussen Nederland en andere staten. Het Europees
recht is een rechtsgebied waarin net als het staatrecht en internationaal recht een rechtsgebied waarin de overheid centraal staat, maar wel gezien
als aparte rechtsgebieden, door het internationale karakter.
Personenrecht
Het privaatrecht kan worden onderverdeeld in het vermogensrecht en het personenrecht. Het personenrecht regelt wie er drager kunnen zijn van
rechten en plichten. Het kan worden onderverdeeld in personen- en familierecht en rechtspersonenrecht. Het personen- en familierecht bevat de
regels die gelden voor natuurlijke personen. Het bepaalt de zaken omtrent het huwelijk en het gezag van minderjarige kinderen. Het
rechtspersonenrecht bevat de regels die gelden voor rechtspersonen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen, stichtingen en
verenigingen.
Rechtspersonenrecht
Rechtspersonen kunnen net zoals natuurlijke personen eigenaar van zaken, gebouwen kopen, mensen in dienst nemen en huurovereenkomsten
sluiten etc. Een rechtspersoon kan niet overlijden en biedt klanten meer zekerheid om overeenkomsten te sluiten met ze. Dit is een van de voordelen
van rechtspersoonlijkheid. Rechtspersonen zijn juridische constructie, dus er zijn altijd natuurlijke personen die namens rechtspersonen handelen
vertegenwoordigen.
Vermogensrecht
In het vermogensrecht staan alle regels omtrent vermogen centraal. Onder vermogen wordt: alles wat een natuurlijk persoon of rechtspersoon bezit
en op geld waardeerbaar is. Het vermogensrecht bestaat uit het goederenrecht en verbintenissenrecht. Het privaatrecht regelt wie er een vermogen
kan hebben, het goederenrecht bepaalt waaruit het vermogen kan bestaan. Het verbintenissenrecht geeft onder andere aan hoe je je vermogen kan
verhandelen en bepaalt wat er gebeurt als iemand schade toebrengt aan je vermogen onrechtmatige daad. Het overeenkomstenrecht is onderdeel
van het verbintenissenrecht.
Relaties
Het goederenrecht regelt de relatie van een persoon tot zijn goederen (auto, bankrekening of huis). Alle goederen van iemand tezamen vormen een
vermogen. Persoon tot goed
Het verbintenissenrecht regelt de relatie tussen personen als zij een overeenkomst sluiten, jegens elkaar een onrechtmatige of rechtmatige daad
plegen of als er uit een andere bron een verbintenis ontstaat. Dit gaat over natuurlijke en rechtspersonen. Persoon tot persoon
Overige rechtsgebieden
Het faillissementsrecht regelt hoe een natuurlijke persoon of rechtspersoon failliet kan worden verklaard en wat er dan moet gebeuren. De regels
hiervan staan in de faillissementswet. Het burgerlijk procesrecht regelt hoe je in het privaatrecht een gerechtelijke procedure aanspant, hoe het
verloopt en wat er met de uitspraak van de rechter kan gebeuren. De regels hiervan staan in het Wetboek van Rechtsvordering (Rv)
Definitie van een verbintenis is:
- Een vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer partijen, waarbij de ene partij verplicht is tot een prestatie, waarop de ander partij
recht heeft.
‘Vermogensrechtelijk’ geeft aan dat het op een op geld waardeerbare prestatie gaat en dat het tot het vermogensrecht behoort, waarvan het
verbintenissenrecht een onderdeel van is.’
Privaatrecht en overheid
De overheid is indirect betrokken bij het privaatrecht, de regels van het privaatrecht zijn opgesteld door de wetgever en in geval van een conflict
kunnen de burgers elkaar opdagen voor de civiele rechter. De wetgever en de rechter zijn onderdelen van de overheid.
In het strafrecht kan alleen de overheid besluiten om iemand te vervolgen. Burgers nemen het initiatief om overeenkomsten te sluiten, samen een
rechtspersoon op te richten of te trouwen. In het privaatrecht heeft iedereen dezelfde bevoegdheden. Een burger kan niet zelf besluiten om iemand
strafrechtelijk te vervolgen. Die bevoegdheid is alleen toegekend aan het Openbaar Ministerie. In het privaatrecht kan iedereen kan iedereen met een
andere burger een koop-, huur-, arbeids- of leenovereenkomsten sluiten.
, Handhaving
De handhaving van het publiekrecht gebeurt door de overheid. Het strafrecht wordt bijvoorbeeld gehandhaafd door de politie en het Openbaar
Ministerie. In het bestuursrecht kunnen allerlei overheidsinstanties als handhaver optreden. Als een vergunninghouder een gemeentelijke verordening
overtreedt, kan de gemeentelijk hiertegen optreden. Bij de handhaving van privaatrecht ligt het initiatief bij de burgers zelf. De overheid onderneemt
geen actie als wanneer iemand een overeenkomst niet of niet goed nakomt. Er kan hier geen aangifte van worden gedaan. Je moet zelf de nakoming
van de overeenkomst afdwingen bij de rechter. De rechtssubjecten dienen zelf actie te ondernemen om de privaatrechtelijke regelt te handhaven. Het
privaatrecht geeft ze daartoe bevoegdheden en de overheid stelt hun daarvoor faciliteiten ter beschikking, zoals toegang tot de civiele rechter.
Handhaving van het recht in een schema
Publiekrecht door de overheid zelf
Privaatrecht door de rechtssubjecten zelf
Privaatrechtelijk handelen door de overheid
De publiekrechtelijke bevoegdheden zijn exclusief aan de overheid toegekende bevoegdheden. Een burger kan geen gevangenisstraf of rechten op
een uitkering toekennen, want de burgers bezitten deze speciale bevoegdheden niet. Naast het publiekrechtelijk handelen, kan de overheid ook
privaatrechtelijk handelen. Gemeenten, provincies en uitkeringsinstanties hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen net als burgers overeenkomsten
sluiten. De overheid is opgericht om de belangen van alle inwoners van de gemeente te behartigen. Hier zijn gemeentelijke regels voor opgesteld,
maar om dit te bewerkstelligen, heeft de gemeente een kantoorruimte nodig en computers. Hiervoor handelt een gemeente niet uit de rol van de
overheid, maar in de rol van de koper. Er wordt dan feitelijk gehandeld zoals een gewoon natuurlijk of privaatrechtelijk rechtspersoon ook zou kunnen
niet. Als de overheid koopt, huurt of verhuurt, wordt er geen gebruik gemaakt van de bijzondere bevoegdheden die alleen de overheid bezit, maar
wordt er alleen privaatrechtelijk gehandeld.
Publiekrechtelijke handelingen
Uitkeringen verstrekken
Paspoorten en rijbewijzen verstrekken
Gevangenisstraffen opleggen
Etc.
Privaatrechtelijk handelingen
Kopen
Huren
Arbeidsovereenkomsten sluiten
Etc.
Het privaatrecht en de wetten
Wetten die regelgeving op het gebied van privaatrecht bevatten zijn onder andere: de Faillissementswet en het Wetboek van Rechtsvordering.
Daarnaast het Burgerlijk Wetboek de belangrijkste en de meest omvattende wet op privaatrechtelijk gebied. Het verbintenissenrecht is grotendeels
geregeld in het Burgerlijk Wetboek
Opbouw en structuur van het Burgerlijk Wetboek
Het BW bestaat uit 9 boeken en is systematisch opgebouwd. Boek 1 t/m 7, 7a, 8 en 10.
Boek1: Personen- en familierecht regelt de betrekkingen tussen echtgenoten (of geregistreerde partners) en ouders en hun kinderen. Verder
regelt dit boek de positie van mensen die niet in staat zijn om hun eigen zaken te behartigen (geestelijk gehandicapten), onder curatelestelling.
Zaken zoals het huwelijk, gemeenschap van goederen, echtscheidingen, minderjarigen en natuurlijke personen.
Boek 2: Rechtspersonenrecht regelt onder meer de oprichting van rechtspersonen. Geeft regels over de bevoegdheden en de organen van
deze rechtspersonen en regels rondom de vertegenwoordiging van de rechtspersoon. Boek 1&2 vormen het personenrecht.
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen geeft hoofdregels die voor het gehele vermogensrecht. Bijvoorbeeld over de regels rond
rechtshandelingen, aanbod en aanvaarding
Boek 4: Erfrecht regels rondom erfrecht, hoe een testament wordt opgesteld, hoe erfenissen worden verdeeld, wat een erfgenaam kan doen met
de nalatenschap en wie de erfgenamen zijn. Het erfrecht kan worden gerekend tot het personen- en familierecht.
Boek 5: Zakelijke rechten bevat regels over de voor menselijke beheersing vatbare voorwerpen, wat er allemaal kan worden gedaan met zaken,
eigendom en behoort tot het goederenr echt.
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht regelt de totstandkoming van overeenkomsten, aanbod en aanvaarding en
wanneer er sprake is van een onrechtmatige daad. Hoe de verbintenissen uit de wet ontstaan (zaakwaarneming en onverschuldigde betaling).
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten uitgewerkte regels voor overeenkomsten die veel voorkomen. Regels over speciale arbeids- koop en
ruilovereenkomsten. Het gaat hier over overeenkomsten met een specifiek onderwerp zoals arbeid, koop of huur. Behoort tot het
overeenkomstenrecht en daarmee tot het verbintenissenrecht.
Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten: vervolg regels voor enkele bijzondere overeenkomsten, maatschapovereenkomsten, bruikleen,
gevestigde en altijddurende renten en kansovereenkomsten.
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer regels voor veelvoorkomende overeenkomsten op het gebied van het verkeer, goederen- en
personenvervoer over de weg, door de lucht of zee. Behoort tot het overeenkomstenrecht.
Boek 10: Internationaal privaatrecht regels over welk recht van toepassing is bij een grensoverschrijdende privaatrechtelijke kwesties.
Problemen die ontstaan bij huwelijken en erfenissen waarbij zowel Nederlanders als buitenlanders zijn betrokken.
Boek 9 gereserveerd voor de rechten op voortbrengselen van de menselijke geest, auteursrechten van schrijvers en musici op de door hen
geproduceerde werken. Er is veel Europese wetgeving over deze onderwerpen, dus boek 9 zal er waarschijnlijk niet komen.
Gelaagde structuur BW
Van algemeen naar bijzonder, het BW geeft eerst de algemene regels die voor een bepaald onderwerp gelden, waarna voor specifiekere situaties
steeds gedetailleerdere regels worden gegeven.
Bijvoorbeeld: de arbeidsovereenkomst, dit is een overeenkomst die tot stand komt door aanbod en aanvaarding, het bijzonder onderwerp is het
verrichten van arbeid tegen betaling van loon.
Hoe gedetailleerder de regels worden, hoe verder je komt in het BW gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder.
Elk boek van het BW is onderverdeeld in titels, deze worden onderverdeeld in afdelingen en die weer in paragrafen, die worden dan weer
onderverdeeld in wetsartikelen. Wetsartikelen worden onderverdeeld in leden en die weer in subs.
Samenvattend
1. Het BW is systematisch en de opbouw hiervan is gelaagd, van algemeen naar bijzonder.
2. Het BW bestaat uit 10 boeken afdelingen paragrafen wetsartikelen leden subs