100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Sleutelvragen H3-4 Neurofysiologie

Rating
-
Sold
-
Pages
23
Uploaded on
19-11-2025
Written in
2023/2024

Sleutelvragen H3-4 Neurofysiologie

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 19, 2025
Number of pages
23
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Sleutelvragen Neurofysiologie 2 BALO


H3: AUTONOOM ZENUWSTELSEL

1. Werking van het autonoom zenuwstelsel. Maak een onderscheid tussen het sympathisch -en
parasympathisch deel. Gebruik: divergentie, autonome ganglia, acetylcholine, noradrenaline,
nervus vagus, varicositen.

Autonoom zenuwstelsel:
- Sympathisch (fight or flight)
- Parasympatisch deel (rest and digest)
Bijna alle organen hebben zowel parasympathisch als sympathische INN.
Doel: behoud vd homeostase tss het sympathisch en parasympatisch deel

Algemene werking vh autonoom ZS:
Efferente neuronen vertrekken vanuit CZS met zijn pre-ganglionaire neuron  tt in autome ganglia
 overschakeling nr andere efferente neuron = pre- (primaire efferente neuron) nr post-ganglionaire
neuron (= secundaire efferente neuron)

Deze overschakeling gebeurt in autonome ganglia door neurotransmitters (acetylcholine)  stellen
AP voor die w doorgeg vd pre -nr post-ganglionaire neuron met nicotinereceptoren
 Post-ganglionaire neuron scheidt neurotransmitters af
 Opgenomen door (muscarine/noradrenerge) receptoren vd doelwitcel
 °verandering biologische activiteit vh doelwitweefsel

Autonoom ganglia bevat ook interneuronen  modulatie-output nr periferie DUS autonoom ganglia
= mini-integratiecentra (inhibitie / versterking vd prikkel die toekomt vh ene nr het andere neuron)

Neurotransmitters:
- Zelfde: acetylcholine tss primaire en sec neuronen
- ≠: tss sec neuronen en doelwitorganen
o Sympatisch: noradrenaline/norephedrine
o Parasympatisch: acetylcholine

Sympathisch: (Korte pre-ganglionaire neuronen & langere post-ganglionaire neuronen)
Pre-ganglionaire neuronen: prod acetylcholine + vrijgeven
 Opgenomen door nicotine-receptoren vd post-ganglionaire neuronen
DUS
Post-ganglionaire neuron: prod noradrenaline/norephedrine + vrijgeven
 Opgenomen door adrenerge-receptoren vd doelwitcel

Parasympatisch: (Lange pre-ganglionaire neuronen & korte post-ganglionaire neuronen)
Pre-ganglionaire neuronen: prod acetylcholine + vrijgeven
 Opgenomen door nicotine-receptoren vd post-ganglionaire neuronen
DUS
Post-ganglionaire neuron: prod acetylcholine + vrijgeven
 Opgenomen door muscarine-receptoren vd doelwitcel

,Divergentie = kenmerkend voor autonoom ZS
Activatie 1 neuron  °activatie v ≠ sec en tertiaire neuronen (1 neuron geeft zijn signaal door aan
meerdere post-synaptische neuronen)
= heel veel om signaal over hele lichaam te verspreiden (hierdoor meer aspecifiek)

N. Vagus = voornaamste parasympathische zenuw (70% vh parasympathisch deel vh autonoom ZS)
Vertrekt vanuit de hersenstam nr de longen, darmen, maag, …

Efferente INN: vd hersenen nr rest lichaam EN motorisch
 scheidt acetylcholine af in beschadigde/zieke deel
= anti-inflammatoir effect
Opm: acetylcholine = meest gebruikte neurotransmitter in parasympatisch ZS

Afferente INN: communicatief EN sensorisch
 communicatie nr brein bij infectie in spijsverteringsstelsel  brein pikt signaal op 
°ziektegevoel
= inflammatoir effect

Brein gaat motorische vagus EN HPA-as activeren (hypothalamus hypofyse bijnier as)  ACTH 
glucocorticoïden vb cortisol  anti-inflammatoir effect

Sensorische input nr ≠ sensorische neuronen in hypothalamus  deze pikken de signalen op 
communicatie in brein  dan tss hypothalamus, spons, medulla en limbisch systeem  start
complexe reactie  autonoom respons
vb: autonome respons OF endocriene respons (cortisol, ACTH) OF gedragsmatige respons

Alle autonome axonen eindigen met verdikkingen op het doelweefsel (= varicosieten)  bestaan uit
M EN bevatten vesikels met neurotransmitters


2. Bespreek in detail het overbrengen van het autonoom signaal vanuit de post-ganglionaire
efferente zenuwvezels op hun doelwitorganen, en dit zowel voor het sympathisch als het
parasympathisch deel van het zenuwstelsel.

Sympatische overdracht vd neurotransmitters:
AP komt toe in celmembraan
 depolarisatie vh celmembraan
 Ca ionenkanaal opent
 °influx (Ca = sec messenger die exocytose vd neurotransmitters in gang zet)
 nr verdikking (varicosiet)
 vesikels met daarin noradrenaline fuseren met celmembraan vd varicosiet

Noradrenaline w vrijgesteld aan buitenkant vh varcosiet-celmembraan dichtbij doelwitorgaan (bevat
adrenerge-receptoren)  neurotransmitter bindt op receptor  start respons in doelwitorgaan

Uitz: sympatische activatie vd bijnier = gemodificeerd sympatisch ganglion WANT geen typisch
sympatisch ganglion  schakelt niet over v pre-nr post-ganglionair sympatisch neuron
WEL rechtstreeks zijn boodschap (adrenaline) via bloedbaan verspreiden nr rest vh lichaam

, Parasympatische overdracht vd neurotransmitters:
Binding tss acetyl CoA en choline  °enzym acetylcholine
CoA splitst zich af  w opnieuw gebruikt om acetyl CoA te vormen

Acetylcholine vrijgesteld  binding op receptor op doelwitorgaan  w afgebroken WANT blijft niet
op receptor zitten
Opm: als het zou blijven zitten, dan blijft het een parasympatische reactie uitvoeren = slecht
DUS
w onschadelijk gemaakt + zeer efficiënt gerecycleerd: door acetylcholinesterase terug afgebroken tt
acetyl CoA en choline  opnieuw gebruikt:
choline w terug opgenomen door parasympatische zenuw  rechtstreeks opnieuw gebruiken voor
aanmaak acetylcholine


3. Autonoom zenuwstelsel:
a) Benoem de autonome controlecentra in de hersenen
b) Welke neurotransmitter(s) gebruikt het sympatisch zenuwstelsel bij de overgang v pre-
ganglionaire nr post-ganglionaire zenuwvezels, en welke bij de overgang v post-ganglionaire
zenuwvezels nr doelwitorgaan?
c) Welke neurotransmitter(s) gebruikt het parasympatisch zenuwstelsel bij de overgang v pre-
ganglionaire nr post-ganglionaire zenuwvezels, en welke bij de overgang v post-ganglionaire
zenuwvezels nr doelwitorgaan?
d) Geef tenminste 3 uitzonderingen op de regels zoals weergegeven in uw antw op deel b) en
c) v deze vraag.

Antw a)
Hypothalamus: T°, waterbalans, eetgewoontes
Hersenstam (medulla, pons): ademhaling, bloeddruk, blaas

Ook andere centra die hypothalamus & hersenstam beïnvloeden:
- Amygdala: angstcentra vh brein  activatie sympathische deel DUS flight or fight reactie
- Limbisch systeem: emoties verwerken & ervaren  primaire controle uitvoeren over de
balans

Antw b)
Overgang pre-nr post-ganglionair: acetylcholine
Overgang post-ganglionair nr doelwitorgaan: noradrenaline/norephedrine

Antw c)
Overgang pre-nr post-ganglionair: acetylcholine
Overgang post-ganglionair nr doelwitorgaan: acetylcholine

Antw d)
Bloedvezels: enkel sympatische INN (A-receptoren = constrictie EN B2-receptoren = dilatatie)

Zweetklieren: enkel sympatisch (acetylcholine)

Speekselklieren: para EN symp
- Niet antagonistisch  beide stimulerend
= rem-gaspedaal werkt hier niet bij, wel de samenstelling  met of zonder
spijsverteringsenzymen erin
$7.27
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lobkeroeykens

Get to know the seller

Seller avatar
lobkeroeykens Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 weeks
Number of followers
0
Documents
41
Last sold
19 hours ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions