Les 1: Wat is sport
1. Hoe kan je sport classificeren? (3 modellen: Claeys, piramidale, kerkmodel + sport VS spel)
Op welke gronden/welke criteria kan je sport classificeren? Geef vb v classificatie modellen
en leg uit: Op wat is het gebaseerd en hoe pakken ze het aan?
I Claeys classificeert sport in:
- Spelsporten (individueel = slag-en balsporten)
- Overlevingssporten (vecht, schiet = boog & vuurwapen, hengel)
- Bewegingssporten (met of zonder verplaatsing)
Crum zegt dat de classificatie afhangt vd motieven vd sporter:
- Topsport, wedstrijdsport, recreatie
- Fitness
- Avonturensport, lust-pret-plezier
- Cosmetische sport
Piramidaal sportmodel: perfecte samenhang tussen topsport en breedtesport:
‘duidelijke afvallingskoers’ waar enkelen het halen tot de top vanuit de
noodzakelijke selectiebasis
top-en breedtesport hebben elkaar nodig langs beide kanten
Piramidaal bouwsteenmodel: er is geen sprake ve gelijke wederzijdse beoefening
top-en breedtesport hebben elkaar niet nodig, maar vormen
elkaars bouwstenen
Kerkmodel: Scheerder (2007)
Competitiesport en recreatiesport w opgesplitst de hiërarchie
tussen beiden w weggelaten en er komt een extra term bij: ‘prestatiesport’ (breedtesport met
prestaties en wedstrijden centraal)
Onze samenleving hecht evenveel waarde aan beide vormen.
top-en breedtesport zijn volledig gescheiden (geen hiërarchie meer)
1
, Spel VS sport: Van Bottenburg: spel is de oorsprong v sport, sport als verernstigde vorm v spel, spel
als activiteit die zich buiten het gwne leven afspeelt, ..
versch interpretaties en criteria om te bepalen of iets sport is of spel:
Tijdsgeest, subjectieve perceptie, geografische locatie, gezondheidsgerelateerd, niveau, intentie
Wat zijn de kenmerken van recreatiegerichte sport versus prestatiegerichte sport:
Prestatiegerichte sport Recreatiegerichte sport
Doel, motieven, behoeften, strevingen: Doel, motieven, behoeften, strevingen:
Streven nr prestaties en records (openbare erkenning & Plezier, sociaal aspect, ontspanning, gezondheid
geld verdienen)
Middelen en vormen: Middelen en vormen:
- Vaste regels indeling volgens leeftijd, geslacht, Regels kunnen (niet verplicht),
prestatie (prestatiedrang door sponsors & Veelzijdige groepen = mogelijkheden voor idrn,
publieke opinie) Geen wedstrijdsdrang
- Biologisch beperkt = selectie & opleiding
Wijze van: Wijze van:
- Formele trainingsmethoden (eenzijdig & strakke - Democratische participatie
organisatiestructuur) - Normale levenswijze
- Veel tijd, doelgericht, planmatig - Oefenen en spelen met zin op het NU
- Plezier gerichte oef met zelfgekozen vrije
methoden
Consequenties: Consequenties:
Eenzaamheid, concurrentie, rivaliteit Spontaniteit, creativiteit, sociale interactie
Sociale interactie, solidariteit, coöperatie voor zover ze
bijdragen aan prestatieverhoging
Kosten + hun motivering: Kosten + hun motivering:
- Hoge kosten/individu - Weinig kosten/individu
- Politieke Fie: nationale representatie
- VermaakFie: spectatorsport
2. Verklaar volgende termen:
- GAISF = global association of international sport federations wereldkoepel v internationale
sportfederaties
o Sport is het op reglementaire wijze uitvoeren ve fysieke activiteit
o Opm: sport moet w beoefend in 30 landen en 3 continenten
- GAPPA = new global action plan on physical activity
o Volwassenen moeten tss 150-300 min matige inspanning doen OF 75-150 min
intense inspanning
o Jongeren moeten 60min matige-intense inspanning doen
2
,Les 2: Wat is de impact van sport maatschappij
(belang van sport)
1. Wat is het maatschappelijk belang van sport wat is de impact van sport op de samenleving,
leg uit adhv het kapitaalmodel:
Bailey et al beschreef wrm sport goed is in 6 hoofdredenen:
1. Fysiek kapitaal:
o Verbeterd: gezondheid (voordelen EN nadelen vb: blessures, overtraining)
o Preventie: ziektes, klachten obesitas probleem (stijgende cijfers, vooral mannen)
o Vermindert: roken, drugsgebruik, verslavingen, …
2. Emotioneel kapitaal: psychologische voordelen (zelf sporten OF kijken nr sport en hoe je
eigen land ervoor staat in grote competities = maakt groot % vd bevolking gelukkig)
o Verbeterd: plezier, zelfvertrouwen, lichaamsbeeld, …
o Preventie: stress, depressie, angst, …
3. Individueel kapitaal: teaching healthy behavior through sports = vaardigheden aanleren die
transfereren naar de arbeidsmarkt
o Verbeterd: sportieve & sociale vaardigheden, tijdsmanagement, leiderschap,
eerlijkheid, (zelf)respect, discipline, doorzettingsvermogen
4. Sociaal kapitaal: sociale motor, verbeteringen in veel maatschappelijke dingen
o Verbeterd: sociaal netwerk, sociale normen, inclusie, teamwork, … MAAR nog veel
werk aan de winkel vb: Vlaamse kleedkamer is niet kleurrijk genoeg
o - punten: hooliganisme, agressie, discriminatie, …
5. Intellectueel kapitaal: lichaamsbeweging is verbonden met collectieve vaardigheden zoals
onthouden, leren, geheugen training, academische prestaties in het algemeen ‘sport als
middel’
o Verbeterd: leren, geheugen, inzet, concentratie, academische prestaties,
hersenstructuur & Fie
6. Financieel kapitaal
o Verbeterd: inkomen, carrière succes, productiviteit, betere prestaties, toewijding, …
o Vermindert: kosten ziekteverzekering, afwezigheid (burn-out, ziek)
Nadeel: gokkantoren, …
Social return of investment: (hoort bij financieel kapitaal)
SROI = social return of investment drukt het maatschappelijk rendement v investeringen uit
sport = belangrijke tewerkstellingsfactor in BE WANT veel sport-gerelateerde sectoren! (onderwijs,
sport diensten, accommodatie & sportconstructie, …)
Internationaal sport = > 3% vd wereldhandel = bijna 1,5% vh BNP vd EU en > 1 miljoen jobs
DUS sport = BUSINESS!!
3
, - Innovatie, technologie, reclame, sponsoring
4
1. Hoe kan je sport classificeren? (3 modellen: Claeys, piramidale, kerkmodel + sport VS spel)
Op welke gronden/welke criteria kan je sport classificeren? Geef vb v classificatie modellen
en leg uit: Op wat is het gebaseerd en hoe pakken ze het aan?
I Claeys classificeert sport in:
- Spelsporten (individueel = slag-en balsporten)
- Overlevingssporten (vecht, schiet = boog & vuurwapen, hengel)
- Bewegingssporten (met of zonder verplaatsing)
Crum zegt dat de classificatie afhangt vd motieven vd sporter:
- Topsport, wedstrijdsport, recreatie
- Fitness
- Avonturensport, lust-pret-plezier
- Cosmetische sport
Piramidaal sportmodel: perfecte samenhang tussen topsport en breedtesport:
‘duidelijke afvallingskoers’ waar enkelen het halen tot de top vanuit de
noodzakelijke selectiebasis
top-en breedtesport hebben elkaar nodig langs beide kanten
Piramidaal bouwsteenmodel: er is geen sprake ve gelijke wederzijdse beoefening
top-en breedtesport hebben elkaar niet nodig, maar vormen
elkaars bouwstenen
Kerkmodel: Scheerder (2007)
Competitiesport en recreatiesport w opgesplitst de hiërarchie
tussen beiden w weggelaten en er komt een extra term bij: ‘prestatiesport’ (breedtesport met
prestaties en wedstrijden centraal)
Onze samenleving hecht evenveel waarde aan beide vormen.
top-en breedtesport zijn volledig gescheiden (geen hiërarchie meer)
1
, Spel VS sport: Van Bottenburg: spel is de oorsprong v sport, sport als verernstigde vorm v spel, spel
als activiteit die zich buiten het gwne leven afspeelt, ..
versch interpretaties en criteria om te bepalen of iets sport is of spel:
Tijdsgeest, subjectieve perceptie, geografische locatie, gezondheidsgerelateerd, niveau, intentie
Wat zijn de kenmerken van recreatiegerichte sport versus prestatiegerichte sport:
Prestatiegerichte sport Recreatiegerichte sport
Doel, motieven, behoeften, strevingen: Doel, motieven, behoeften, strevingen:
Streven nr prestaties en records (openbare erkenning & Plezier, sociaal aspect, ontspanning, gezondheid
geld verdienen)
Middelen en vormen: Middelen en vormen:
- Vaste regels indeling volgens leeftijd, geslacht, Regels kunnen (niet verplicht),
prestatie (prestatiedrang door sponsors & Veelzijdige groepen = mogelijkheden voor idrn,
publieke opinie) Geen wedstrijdsdrang
- Biologisch beperkt = selectie & opleiding
Wijze van: Wijze van:
- Formele trainingsmethoden (eenzijdig & strakke - Democratische participatie
organisatiestructuur) - Normale levenswijze
- Veel tijd, doelgericht, planmatig - Oefenen en spelen met zin op het NU
- Plezier gerichte oef met zelfgekozen vrije
methoden
Consequenties: Consequenties:
Eenzaamheid, concurrentie, rivaliteit Spontaniteit, creativiteit, sociale interactie
Sociale interactie, solidariteit, coöperatie voor zover ze
bijdragen aan prestatieverhoging
Kosten + hun motivering: Kosten + hun motivering:
- Hoge kosten/individu - Weinig kosten/individu
- Politieke Fie: nationale representatie
- VermaakFie: spectatorsport
2. Verklaar volgende termen:
- GAISF = global association of international sport federations wereldkoepel v internationale
sportfederaties
o Sport is het op reglementaire wijze uitvoeren ve fysieke activiteit
o Opm: sport moet w beoefend in 30 landen en 3 continenten
- GAPPA = new global action plan on physical activity
o Volwassenen moeten tss 150-300 min matige inspanning doen OF 75-150 min
intense inspanning
o Jongeren moeten 60min matige-intense inspanning doen
2
,Les 2: Wat is de impact van sport maatschappij
(belang van sport)
1. Wat is het maatschappelijk belang van sport wat is de impact van sport op de samenleving,
leg uit adhv het kapitaalmodel:
Bailey et al beschreef wrm sport goed is in 6 hoofdredenen:
1. Fysiek kapitaal:
o Verbeterd: gezondheid (voordelen EN nadelen vb: blessures, overtraining)
o Preventie: ziektes, klachten obesitas probleem (stijgende cijfers, vooral mannen)
o Vermindert: roken, drugsgebruik, verslavingen, …
2. Emotioneel kapitaal: psychologische voordelen (zelf sporten OF kijken nr sport en hoe je
eigen land ervoor staat in grote competities = maakt groot % vd bevolking gelukkig)
o Verbeterd: plezier, zelfvertrouwen, lichaamsbeeld, …
o Preventie: stress, depressie, angst, …
3. Individueel kapitaal: teaching healthy behavior through sports = vaardigheden aanleren die
transfereren naar de arbeidsmarkt
o Verbeterd: sportieve & sociale vaardigheden, tijdsmanagement, leiderschap,
eerlijkheid, (zelf)respect, discipline, doorzettingsvermogen
4. Sociaal kapitaal: sociale motor, verbeteringen in veel maatschappelijke dingen
o Verbeterd: sociaal netwerk, sociale normen, inclusie, teamwork, … MAAR nog veel
werk aan de winkel vb: Vlaamse kleedkamer is niet kleurrijk genoeg
o - punten: hooliganisme, agressie, discriminatie, …
5. Intellectueel kapitaal: lichaamsbeweging is verbonden met collectieve vaardigheden zoals
onthouden, leren, geheugen training, academische prestaties in het algemeen ‘sport als
middel’
o Verbeterd: leren, geheugen, inzet, concentratie, academische prestaties,
hersenstructuur & Fie
6. Financieel kapitaal
o Verbeterd: inkomen, carrière succes, productiviteit, betere prestaties, toewijding, …
o Vermindert: kosten ziekteverzekering, afwezigheid (burn-out, ziek)
Nadeel: gokkantoren, …
Social return of investment: (hoort bij financieel kapitaal)
SROI = social return of investment drukt het maatschappelijk rendement v investeringen uit
sport = belangrijke tewerkstellingsfactor in BE WANT veel sport-gerelateerde sectoren! (onderwijs,
sport diensten, accommodatie & sportconstructie, …)
Internationaal sport = > 3% vd wereldhandel = bijna 1,5% vh BNP vd EU en > 1 miljoen jobs
DUS sport = BUSINESS!!
3
, - Innovatie, technologie, reclame, sponsoring
4