Objectief recht
Objectief en subjectief recht
1. Recht & rechten
Het recht – mijn rechten
Mijn rechten: subjectief recht => “rights”: concrete rechten die
individuen of rechtspersonen kunnen uitoefenen op basis van
objectieve recht
Geen unieke definitie
Onderworpen aan de relativiteit in tijd & ruimte
Het recht is constant in verandering, het evolueert doorheen de tijd
Elk land heeft ook zijn eigen rechtssysteem, eigen rechtsregels
Subjectief recht: De aanspraak die een persoon heeft ten aanzien van
ander persoon
Bv.: Ik koop een computer, de verkoper moet mij die computer
geven. Computer kan niet meer afgepakt worden. Als koper heb je
aanspraak tegen verkoper.
Subjectieve rechten ontstaan vanaf je geboren wordt: Het recht dat
iemand anders jou kan onderhouden (=onderhoudsplicht)
Ook subjectieve rechten tegenover overheid: Recht om in te
schrijven aan de universiteit met secundair diploma
Objectief recht
Legt subjectieve rechten vast
Diverse rechtsbronnen (wet, rechtspraak, ...): Rechtsregels kun je
daar terugvinden, bv. De codex, maar staat niet alles in, dus kijken
naar rechtspraak; hoe rechters het toepassen & hoe we het
concreet moeten begrijpen
Die bronnen worden bestudeerd in de rechtsdogmatiek: houdt
zich bezig met het bestuderen van het objectief recht: wanneer
spreken we van rechtsregels? Hoe wordt de regering gevormd? Wat
mag de RM doen? ...
2. Objectief recht
= Het recht dat in een samenleving aanwezig is, het geheel aan
rechtsregels dat op een bepaald moment, op een bepaalde plaats van
toepassing is.
Gemeenschappelijke elementen in de definities
Recht is gericht op de normatieve ordening in en van de
samenleving
Het recht bestaat niet zomaar. Het recht heeft een sociale
functie.
Sociale functie is van normerende aard => Er worden regels
opgelegd waarin gedragsnormen door de samenleving worden
opgelegd aan de samenleving.
, Recht: maakt samenleving mogelijk, dat het geordend verloopt.
Geen recht => Situatie van recht van de sterkste: degene met
meeste macht kan zijn wil opleggen aan anderen.
Wat mag je doen & wat niet?
Recht is een geheel van regels en voorschriften: rechtsregels
Recht is uitgevaardigd door of krachtens het maatschappelijk
gezag
Recht wordt uitgevaardigd of gecreëerd door een autoriteit die
door samenleving erkend wordt als bevoegd om regels te maken
Bv.: De WM (=parlement), bestuurlijke autoriteiten (zoals de
regering of overheidsinstellingen), ...
Recht is afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag
Recht kan worden afgedwongen: De overheid of een andere
geautoriseerde instantie kan ervoor zorgen dat mensen zich aan
deze regels houden
Bv.: Rechtbanken (=oordelen over geschillen & straffen
opleggen), politie (=naleving van wet handhaven), ...
Dus deze wetten kunnen door overheidsinstanties worden
gehandhaafd door straffen of sancties!
Objectief recht (ook wel: positief recht) is abstract => verwijst naar
geschreven & geldende regels (bv.: wetten & verdragen) => abstract
omdat ze algemeen geformuleerd zijn & op iedereen van toepassing
kunnen zijn!
Law in the books (niet law in action)
Verwijst naar het recht zoals het officieel is vastgelegd (wetten,
verdragen)
Law in action: hoe het recht daadwerkelijk wordt toegepast in de
praktijk
Objectief recht: beschrijft vooral regels op papier!!
Bv.: Door het rood rijden mag niet, staat alleen zo genoteerd.
Staat niet in wat als er wel door het rood gereden wordt.
Rechtsdogmatiek versus meta-juridische studie van het recht
Rechtsdogmatiek: bestudeert het geldende recht en
analyseert juridische regels en beginselen zoals ze zijn.
Meta-juridische studies: gaan dieper in op bredere context
van het recht, zoals de sociale, economische of filosofische
aspecten
Statisch, maar niet onveranderlijk in de tijd
Het objectieve recht verandert niet voortdurend, het is relatief
stabiel.
Betekent niet dat het permanent is; wetten kunnen aangepast of
vervangen worden door nieuwe regelgeving
3. Subjectief recht
HET BEGRIP SUBJECTIEF RECHT
Van Gerven: Subjectief recht is de “heerschappij” of zeggenschap die
individu krijgt van het objectieve recht, gericht op het vervullen van
, menselijke behoeften. Het benadrukt de relatie tussen de wet & het
rechtssubject, waarbij de wet individuele rechten toekent.
Vanuit het oogpunt van het rechtssubject => Dit recht wordt
bekeken vanuit het perspectief van de persoon die het recht heeft
(Het rechtssubject= Titularis van subjectieve rechten)
Vloeit voort uit het objectief recht => Subjectieve rechten zijn
gebaseerd op het objectieve recht
3.50 BW (eigendomsrecht): Dit recht geeft de eigenaar de
bevoegdheid om een eigendom te gebruiken, ervan te genieten
en erover te beschikken, binnen de grenzen van de wet en met
respect voor de rechten van anderen.
Het is een juridisch bekrachtigde bevoegdheid => Wordt door
objectief recht beschermd
Rechtssubject kan dit recht gebruiken om een bepaalde zaak te
bezitten (= eigendomsrecht) of een verplichting af te dwingen
bij een andere persoon (= Bv.: van andere partij eisen dat zij
zich aan de verplichtingen houden, zoals een betaling of leveren
van een dienst)
Indien opgenomen in de GW: grondrecht => Bv.: VMU of
eigendomsrechten
Diversiteit in de heerschappij
Rechten in samenleving geven heerschappij tegenover een goed of
een ander persoon om aan eigen menselijke behoeften te gaan
voldoen
Soms mag je van een ander persoon bepaald gedrag verwachten
(Bv. Als je computer koopt, dat die daadwerkelijk wordt
gegeven)
Bevoegdheid om in te grijpen in rechtstoestand van andere
persoon (Bv.: Je schenkt een huis aan kinderen, dan wordt
rechtstoestand van je kinderen gewijzigd OF beëindigen van
contract)
“Juristic conceptions” van Wesley HOHFELD
Aanspraak (claim): Rechtssubject heeft recht op iets, wat een
plicht bij een ander creëert.
Bv.: Ik koop een PC, dus heb recht op levering van die PC OF
krijgen van diploma als je voor alles geslaagd bent.
Vrijheid (privilege): Vrijheid iets te doen zonder verplicht te zijn.
Bv.: Eigendomsrecht: Bij aankoop van een fiets bent u
eigenaar en hebt u de vrijheid om met die fiets te doen wat je
wilt.
Macht of bevoegdheid (power): Aanspraken & vrijheden in het
leven roepen (“Gestaltungsrecht:” Mogelijkheid om iets te gaan
creëen)
Bv.: U bepaald in u testament waar uw goederen naartoe
gaan, wie de erfgenamen zullen zijn. Dat is een power, de
bevoegdheid die u geeft om iets te creëren voor een derde
persoon, zonder dat hij erin betrokken is.
, Immuniteit (immunity): Bescherming tegen het feit dat anderen
jouw rechten kunnen wijzigen (zoals aanspraak of vrijheid)
Vaak in GW terug te vinden => Bescherming van eigendom,
levenssfeer, ... => Dat er niet zomaar een huiszoeking kan
plaatsvinden, ...
Zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk van aard
Privaatrechtelijk: Bv.: Eigendomsrecht
Publiekrechtelijk: Bv.: Grondrechten
Belangen: zaken die belangrijk zijn in onze samenleving, maar
juridisch niet beschermd worden, er worden geen rechten
toegekend
Bv.: Belang om op te groeien in een vredevolle omgeving/
familie, als dat wordt geschaad => Geen miskenning van een
recht, want staat nergens als recht ingeschreven. Wel
jeugdrechter kan iets zeggen.
DE RECHTSREGEL & HET SUBJECTIEVE RECHT
Hypothetische vorm
Rechtsregels functioneren als gedragsnormen => Het schrijft voor
hoe mensen zich moeten gedragen en verbindt hieraan
rechtsgevolgen voor het geval die gedragsnormen worden
overtreden.
Art. 1382 oud BW: “Elke daad van de mens, waardoor aan een
ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens
schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden”. => “Potje
breken is potje betalen”, men moet verantwoordelijk zijn, wees
voorzichtig anders ontstaat recht op schadevergoeding.
Art. 6.5 BW: “Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij
door zijn fout aan een ander veroorzaakt”. => Schade die door
een fout is veroorzaakt, Bv.: Breken van een vaas, iemand van
de trap duwen per ongelijk, ...
Met toepassing van de subjectieve regels komt het objectieve recht
tot leven => Bv.: in een rechtszaak, krijgt het objectieve recht (de
geschreven wet) betekenis in de praktijk.
Leidt wel vaak tot vragen over hoe de regel precies moet worden
toegepast of geïnterpreteerd, omdat elke situatie uniek is en de
wet soms vaag of algemeen geformuleerd is.
Elementen in een rechtsregel die gedragsnorm bevat
Rechtssubject
Persoon/ entiteit voor wie de rechtsregels gevolgen hebben =>
rechtssubject kan rechten uitoefenen of moet verplichtingen
nakomen volgens het objectieve recht
Actief rechtssubject: Degene aan wie rechten worden toegekend
door het objectieve recht. Bv.: Iemand heeft recht om eigenaar
van een huis te zijn.