Causaliteit en confounds ............................................................................................................................... 2
Randomisatie ..................................................................................................................................................... 3
Herhaalde metingen........................................................................................................................................ 3
Effect grootte ..................................................................................................................................................... 4
Betrouwbaarheidsinterval ............................................................................................................................. 5
Interne validiteit ................................................................................................................................................ 5
Externe validiteit ............................................................................................................................................... 6
Confounds in experimentele manipulaties ............................................................................................. 7
Statistische power ............................................................................................................................................ 8
Steekproefgrootteberekening ..................................................................................................................... 8
Replicatiecrisis ................................................................................................................................................... 9
P-hacking ............................................................................................................................................................ 9
, Causaliteit en confounds
Experiment: oorzaak → gevolg relaties onderzoeken
Oorzakelijkheid = causatie
Correlatie is geen causatie!
Spurious relations → onechte relaties. Het oorzakelijke verband dat gesuggereerd wordt
is niet echt.
• Omgekeerde causaliteit: je kunt denken dat de relatie x→y is, maar misschien is
het wel andersom xy
• Confounding: verstoring van de x→y relatie. Deze derde variabele oefent invloed
uit op zowel x als y
c
x y
Confound uit de weg halen om oorzakelijk verband te onderzoeken
1. Houd de confound constant bij de dataverzameling
2. Houd de confound statistisch constant
3. Verander zelf de onafhankelijke variabele – verander NIET de confound →
experimenteel onderzoek. Als onderzoeker manipuleer/controleer je x. daardoor
wordt het losgekoppeld van de confound. c→x vervalt, door de controle van de
onderzoeker. Onderscheid in de groepen van x laat zien dat c geen rol speelt op x.
Twee typen experimenten
1. Deelnemers in 2 groepen verdelen en dan kijken of ze verschillen in de
afhankelijke variabele
2. Bij iedereen y meten, beïnvloeden van x door middel van een experimentele
manipulatie en dan y weer meten
Causaliteit = oorzakelijkheid
Spurious relation = niet-oorzakelijk verband
Confound = stoorzender; derde variabele die de interpretatie van een relatie tussen twee
andere variabelen verstoort
Covariaat = variabele die je statistisch constant houdt in een analyse; meestal omdat je
denkt dat het een confound zou kunnen zijn
Experiment = onderzoek waarin de onafhankelijke variabele door de onderzoeker zelf
veranderd wordt
Observationeel (of correlationeel) onderzoek = onderzoek waarin gebruik wordt gemaakt
van de natuurlijk voorkomende verschillen tussen mensen
Experimenteel onderzoek is een geschikt middel om causaliteit aan te tonen.
2