Les 1: 02/10
Algemeen info
We gaan de misdrijven uit boek 2 van Sw. bekijken(de meest voorkomende misdrijven)
o Structuur in de misdrijven brengen
o Per misdrijf analyseren altijd op zelfde manier, zelfde mechanisme
(1) Wat is de gedraging (objectief delictsinhoud)?
Wat houdt het misdrijf in?
DT is hier van belang
(2) Wat is de schuldvorm die vereist wordt (subjectief delictsinhoud)?
Materieel bestanddeel en moreel bestanddeel wordt bestudeerd
Soms niet expliciet in wetboek opgenomen (! Maar altijd ofwel opzet ofwel
onachtzaamheid!)
o Verschil expliciet en impliciet bewijsmoment van OM
(3) Kijken ook naar de bestraffing op de misdrijven
(4) De correctionalisering
o Basiscursus geacht gekend te zijn
Materiaal:
VRG-wetboek (altijd meenemen naar de les!)
Mondeling examen: enkel over de misdrijven gezien in het college
o Wel minstens 2 gastcollege: is ook leerstof
Terrorisme misdrijven
IT misdrijven
o Nuttig geannoteerde wetboeken om te studeren (mogen niet op examen en zijn niet
per se nodig)
o Die van Die Keure 2022-2023
o Die van Larcier Wet- en Duiding in doorlopende tekst (stukjes van doctrine bij iedere
misdrijf), is wel van 2018 dus niet actueel
o Ook inleiding in het bijzonder strafrecht van 2020 heel interessante handboek
We werken ook met rechtspraak ter illustratie (het is louter illustratie, niet dat je die
rechtspraak van buiten moet leren)
Inleiding
Verdeling algemeen strafrecht en bijzonder strafrecht
Alg SR= algemene regels die op een groot aantal misdrijven van toepassing is
o Boek 1 SW Art. 1 – 100 SW
o + complementaire strafwetboek (bvb wet opschorting en uitstel= PW)
Bijzonder SR= Boek II (art. 101-566 SW) + bijzondere strafwetboek (Strafwetten die
concrete misd behandelen, maar die niet in boek II zijn)
Is algemeen SR van toepassing op boek II?
o (1) In principe ja van toepassing op boek II, BEHOUDENS ANDERSLUITENDE
BEPALING
Indien boek II zou afwijken op bepaalde vlakken van boek I dan primeert de
bijzondere regel op de algemene regel voor de rest gwn van toepassing op
BSR
o (2) Art 100 SW (wordt art 77 in NSW): van toepassing behoudens 3 uitzonderingen
I) andersluidende bepalingen
1
, II) hoofdstuk 7: deelneming
Dus als misdrijf in de BSR is kan je hieraan niet deelnemen
III) Art. 85 SW= VzO bij WB
Bvb; straf 6m – 1j en 100-1000€ vervangende straf
o Correctionele straf=WB > om onder de 6m of 100€ te gaan heb je art.
85 nodig
!!! de meeste bijzondere strafwetten sluiten deze uitzonderingen uit “niet
uitgezonderd”
o Bvb; deelnemer aan valsheid in geschriften
Vraag 1: vorm + waar het staat ?
Indien gemeenrechtelijke valsheid = 193 SW
Indien Fisc valsheid = quid deelnemer ?
o Art. 450 W.inkomB bSW
Art. 100 SW hoofdstuk 7 niet van toepassing
Dus deelnemer is in principe niet strafbaar TENZIJ die
bijzonder wet de uitzondering uitsluit !! Art. 457
§1 alle bepalingen van boek I zijn van toepassing,
dus uitzondering uitgesloten
o Pas op niet allemaal; 1 bijzondere strafwet zal deze uitzondering niet
uitsluiten
Wegverkeerswet van 1968
Sluit art 100 NIET uit
Je kan dus niet medepl zijn aan een vluchtmisdrijf
Je kan niet MEDEDADER OF MEDEPL zijn aan een
vluchtmisdrijf
Nieuw SWB: 29 februari 2024 (iwt ten vroegste 2026)
o Titel 1-9: de belangrijkste met misdaden en wanbedrijven erin, gerangschikt o.b.v.
van rechtsgoed die men wil beschermen
Vb. Titel 9 over bescherming van de eigendom
o Titel 10: de overtredingen
Het zijn de misdrijven met een politiestraf (zeer lage straffen: 1dag-7dagen en
lage boetes)
1 groot strafprocesrechtelijk probleem met kort verjaringstermijn van 6
maanden (tegenover wanbedrijven van 5 jaren)
In 2004 heeft men de ganse titel afgeschaft eigenlijk niet slecht, men dacht
“het zijn vervelende gedragingen, maar moeten er strafrechtelijke sancties op”
in 1/06/2004 heeft men er administratiefrechtelijke sancties in de plaats gezet (in
1/04/2005 in werking)
Men was niet blij want hierbij waren er overtredingen die men toch wou
behouden > sanctioneerbaar maken
Dus op 5/08/2005 herinvoering van 4-tal overtredingen:
Art. 559, 1° opzettelijke vernieling en beschadiging
Art. 561, 1° Nachtlawaai
Art. 563, 1°-2° Opzettelijk beschadigen van opsluitingen
Art. 563, 3° Lichte gewelddaden
Quid, werking van de strafwet in de tijd?!
Vb. 1/05/2005 nachtlawaai en je komt voor de rechter op 1/10/2005:
ondertussen was er herinvoering, maar hé dat mag niet! Want
herinvoeringswet is strengere strafwet (het was niet strafbaar en dan
uiteindelijk toch opnieuw strafbaar)
2
, Eigenaardig in 2011 heeft men nog een nieuw overtreding toegevoegd: art.
563bis het misdrijf van verbod op gezichtsbedekking/het
burkaverbod/niqabverbod: je mag jouw gezicht niet zo gedeeltelijke/volledig
bedekken dat je onherkenbaar wordt
Want creëert gevoel van onveiligheid: er loopt iemand rond en we weten ni
wie het is (dit is wat werd gezegd op parlementaire voorbereidingen)
Niet strijdig met EVRM en ook niet met Gw. (aanvaard door EHRM en
GwH)
Straf: 15-25 euro en gevangenisstraf van 1-7 dagen
o Ridicuul op vlak van verjaring (want bij een overtreding is er een heel
korte verjaringstermijn), ze hadden er beter 8 dagen-1maand gemaakt
om er een wanbedrijf van te maken zodat verjaring van 5 jaar zou zijn
Lid 2: verbod geldt niet wnr arbeidsreglementering zegt dat je mag
Er staat ook bij dat als er politieverordeningen zijn die het toelaten naar
aanleiding van festiviteiten etc. dat het ok is
o Dus feestactiviteiten vallen hier niet onder
o Quid medische redenen? Staat er niet in, maar je zou het via
rechtvaardigingsgrond figuur van noodtoestand kunnen rechtvaardigen
TITEL VIII: Bescherming van de persoon
o Bescherming van zijn leven opzettelijk of onopzettelijke
o Lichamelijke integriteit (slagen en verwondingen) opzettelijk of onopzettelijke
o Aantasting van de seksuele integriteit van de persoon
Dat in 2022 uit Sw. werd gehaald en op 1/06/2022 in werking is getreden met
wijziging en verzwaring van de straffen (verdubbeling van de straf)
Let op: correctionalisering niet vergeten, dus in de praktijk niet zo verstrengd
En ook let op: strafwet in de tijd, het is een verzwaring van de straf dus
geen retroactieve toepassing, dus die wet begint enkel stilaan toegepast
wordt en het is enkel voor misdrijven van na 1/06/2022 (en dit komt nu nog
niet voor de correctionele rechtbank) (dus in de praktijk op die oude
misdrijven kijken we naar oude wet)
o Ook (iets minder belangrijk) de morele integriteit (eer, reputatie, goede naam ect)
het zijn de misdrijven vanaf ar.t. 443 e.v.
!! kan enkel opzettelijk !!
A. Misdrijven tegen de morele integriteit van een persoon
(1) Misdrijven van laster en eerroof art. 443-444
“kwaadwillig” !! (bijzonder opzet)
“bepaald feit”
“aan iemand ten laste legt”
“openbaarheid”
(2) Misdrijf van belediging art. 448-444
(3) (Misdrijf van kwaadwillige ruchtbaarmaking) art. 449-444
(4) Misdrijf van lasterlijke aangifte art. 445
Lasterlijke aangifte aan de ene kant, of lasterlijke aantijgingen
(5) Art. 453: misdrijf van grafschennis (eer en reputatie van een gestorven
persoon) (lichaam moet opgebaard zijn)
We hebben geen misdrijf van lijkschennis: dus quid wnr iemand in een
Antwerpse mortuarium komt en lijkjes van kinderen schendt, hoe bestraffen?
o Komt in orde met nieuwe Sw.
3
, Art. 453bis: verzwarende omstandigheid van de discriminerende drijfveer
Bijzonder motief als verzwarend omstandigheid: het wordt gepleegd o.b.v.
van haat omwille van huidskleur, seksuele geaardheid, politieke overtuiging,
geboorte, leeftijd, fortuin, handicap, syndicaal overtuiging, etc.
1) Laster en eerroof: gaat altijd over een bepaald, precies concreet feit, terwijl belediging
over een vaag feit gaat
o Vb. ik zeg zo “jij bent een dief” dit is vaag, dit is belediging (lagere straf, maar
met nieuwe Sw. zal het zelfde straf zijn)
Ik zeg “jij bent betrokken bij pedofilienetwerk dat in actualiteit is geweest” dit is
concreet, dit is eerroof
o Enkel strafbaar wnr het gebeurt met bedoeling om te kwetsen, bedoeling om reputatie
te schenden met een animus in iurandi
Bijzonder opzet nodig voor die misdrijf dus (nl. kwaadwillig)
o Kwaadwillig ga je aan een persoon (RP of natuurlijke persoon) een bepaald feit ten
laste leggen dat het zijn eer kan krenken of zijn reputatie kan schenden
Zijn eer en goede naam kan kwetsen
Vb. je legt aan iemand een misdrijf ten laste in het openbaar
Moet niet per se een misdrijf zijn, kan ook bijvoorbeeld immoreel gedrag
zijn (vb. hij maakt continu beroepsfout dus met hem niet werken, hij laat
altijd zijn ondernemingen failliet gaan)
o Waarvan je het bewijs niet levert als je bewijs hiervan hebt dan is het eerder
kwaadwillige ruchtbaarmaking
Let op, als je bewijs kan leveren, wet laat het toe, dan ruchtbaarmaking
Als wet niet toelaat en je kan het we leveren eerroof
Vb. een verjaard misdrijf ten laste leggen
o Actueel maakt de WG een onderscheid tussen laster (geen bewijs) en eerroof (wet laat
het niet toe dat het bewezen wordt ook al heb je het bewijs) nieuw SWB zal gwn
onder laster vallen
o Art. 444 “in openbaarheid”: het moet in openbaarheid zijn
Als je dat puur privé doet dan is het geen misdrijf
Openbaar = openbare plaats (straat etc.), maar kan ook niet-openbaar maar in
tegenwoordigheid van meerdere personen die aanwezig mogen zijn (kan ook
openbaarheid zijn, vb. klaslokaal) > dus ook in een ruimte waar meerdere
personen aanwezig zijn
Men zegt zelfs: in aanwezigheid van beledigde persoon + getuigen (ook al is het
privéplaats
o Door woorden, door geschriften (ook geschriften die niet openbaar zijn, maar aan
meerdere personen worden opgestuurd (dus als je stuurt aan 1 persoon is grens van
strafbaarheid niet bereikt))
Dus voorwaarde van verschillende personen (goed nagaan of de 5 bestanddelen
vervuld zijn)
2) Belediging = art. 448 SW
o Is onbepaald feit/ niet concreet niet iets heel precies dat je gemakkelijk kunt
bewijzen (racist, pedofiel)
o In 448 onderscheid tussen daden/geschriften en woorden (lid 2°) (ook mondeling,
maar drager van openbaar gezag (beperkt tot ambtenaren)
Lid 2: !!! is beperkt tot ambtenaar in de uitoefening van zijn functie (dus geen
particulieren)
Tegen particulier mondeling is niet strafbaar
Art. 561, 7° kwam ni afgeschaft in 2004 en niet heringevoerd
4