Samenvatting preventie en
interventie
Created @November 27, 2024 11:46 AM
Class Preventie en interventie
Belangrijke begrippen voor de toets
Week 1
Hoofdstuk 1 (gezondheidsbevordering en leefstijl)
1.1 Ziekte en gezondheid
Ziekte = een schadelijke somatische (lichamelijke) of een psychische afwijking of
aandoening van een organisme waardoor dit organisme minder goed functioneert.
→ Chronische ziekte = Een ziekte waarbij over het algemeen geen uitzicht is op
volledig herstel. (Veel en langdurig zorg nodig en meer kans op vroegtijdig
overleden.)
Somatische en psychische zieken kunnen ook samengaan en elkaar
versterken.
→ Diabetes type 2 gaat bijvoorbeeld voor een deel van de patiënten gepaard
met depressieve gevoelens.
Gezondheid = Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
welzijn. Niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
→ Volgens de ‘World Health Organization’
Verschil pathogenese en salutogenese
Samenvatting preventie en interventie 1
, Pathogenese = Inzicht in het ontstaan, de ontwikkeling en het verloop van een
aandoening.
Salutogenese = Benadering van de mens, die zich richt op factoren die
gezondheid en welbevinden stimuleren in plaats van de factoren die ziekte
veroorzaken en die in het middelpunt van de pathogenese staan. Het gaat bij
salutogenese om de verhouding tussen gezondheid, stress en coping.
→ De centrale vraag hierbij is: wat houdt mensen gezond en wat bevordert de
gezondheid?
Verschil classificatie en diagnose
classificatie = Zegt niets over de oorzaak of welke behandeling nodig is (ADHD en
ADD)
Een voorbeeld: iemand heeft als klacht psychoses, classificatie zou kunnen
zijn: schizoaffectieve stoornis.
→ Echter de classificatie vertelt niets over de achtergrond: verwaarlozing,
mishandeling, gepest, drugs, dreiging om uit huis gezet te worden.
Als je niet weet wat de achtergrond is, kun je ook niet bepalen welke behandeling
zou kunnen passen.
Diagnose = Een nauwkeurige beschrijving van de symptomen, de ernst en het
beloop van psychische klachten.
1.2 Omgeving en gezondheid: the health field
Vier deelgebieden die van invloed zijn op gezondheid
1. Biologische factoren: erfelijkheid en geslacht
2. Leefstijlfactoren: houding, kennis en gedrag
3. Omgevingsfactoren: fysiek en sociaal
4. Zorgvoorzieningen: toegankelijkheid
Samenvatting preventie en interventie 2
, Twee routes om gezondheid te bevorderen
1. Risicofactoren voor ziekte of ongezondheid aanpakken (pathogenese)
2. Een gezonde omgeving en gezond gedrag stimuleren (salutogenese)
1.3 Positieve gezondheid
Positieve gezondheid = Het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te
voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het
leven.
Zes dimensies van gezondheid (de zes pijlers)
1. Lichaamsfuncties = medische feiten, klachten, pijn, energie
2. Mentaal welbevinden = cognitief functioneren, zelfrespect, het gevoel
controle te hebben
3. Zingeving = doelen, toekomstperspectief, acceptatie
4. Kwaliteit van leven = geluk beleven, lekker in je vel zitten, balans
5. Meedoen = sociale en communicatieve vaardigheden, geaccepteerd worden,
betekenisvol werk
6. Dagelijks functioneren = basis-ADL (Algemeen Dagelijks
Levensverrichtingen), werkvermogen
De zes dimensies voorgehouden aan zeven groepen stakeholders in de
gezondheidszorg
1. Behandelaren
2. Patiënten met een chronische aandoening
3. Beleidsmakers
4. Zorgverzekeraars
Samenvatting preventie en interventie 3
, 5. Gezondheidsvoorlichters
6. Burgers
7. Onderzoekers uit verschillende disciplines
→ Iedereen was het eens over het belang van lichaamsfuncties, over de rest veel
discussie.
1.4 Gezondheid gedurende de levensloop
De rol van de ouders is in het begin van de levensjaren groot: hechtingsstijlen
Critical life events
Breuklijnen of levensgebeurtenissen
Normatief (positief)
Bijbaan, naar de middelbare gaan, uit huis gaan
Studeren/werken
Samenwonen/relatie
Niet normatief (negatief)
Verhuizing
Scheiding
Overlijden
Zie figuur 1.3, bladzijde 30
Levensloop en gezondheidsvraagstukken
Gezond opgroeien: zwangerschap en geboorte, sociaal-emotionele
ontwikkeling, gezondheidsopvoeding, risicogedrag, kwetsbare jongeren
Gezond blijven: uitgaansgedrag, werkgerelateerde gezondheidsproblemen,
leefstijl en overbelasting, combineren van werk en gezin
Samenvatting preventie en interventie 4
interventie
Created @November 27, 2024 11:46 AM
Class Preventie en interventie
Belangrijke begrippen voor de toets
Week 1
Hoofdstuk 1 (gezondheidsbevordering en leefstijl)
1.1 Ziekte en gezondheid
Ziekte = een schadelijke somatische (lichamelijke) of een psychische afwijking of
aandoening van een organisme waardoor dit organisme minder goed functioneert.
→ Chronische ziekte = Een ziekte waarbij over het algemeen geen uitzicht is op
volledig herstel. (Veel en langdurig zorg nodig en meer kans op vroegtijdig
overleden.)
Somatische en psychische zieken kunnen ook samengaan en elkaar
versterken.
→ Diabetes type 2 gaat bijvoorbeeld voor een deel van de patiënten gepaard
met depressieve gevoelens.
Gezondheid = Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
welzijn. Niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
→ Volgens de ‘World Health Organization’
Verschil pathogenese en salutogenese
Samenvatting preventie en interventie 1
, Pathogenese = Inzicht in het ontstaan, de ontwikkeling en het verloop van een
aandoening.
Salutogenese = Benadering van de mens, die zich richt op factoren die
gezondheid en welbevinden stimuleren in plaats van de factoren die ziekte
veroorzaken en die in het middelpunt van de pathogenese staan. Het gaat bij
salutogenese om de verhouding tussen gezondheid, stress en coping.
→ De centrale vraag hierbij is: wat houdt mensen gezond en wat bevordert de
gezondheid?
Verschil classificatie en diagnose
classificatie = Zegt niets over de oorzaak of welke behandeling nodig is (ADHD en
ADD)
Een voorbeeld: iemand heeft als klacht psychoses, classificatie zou kunnen
zijn: schizoaffectieve stoornis.
→ Echter de classificatie vertelt niets over de achtergrond: verwaarlozing,
mishandeling, gepest, drugs, dreiging om uit huis gezet te worden.
Als je niet weet wat de achtergrond is, kun je ook niet bepalen welke behandeling
zou kunnen passen.
Diagnose = Een nauwkeurige beschrijving van de symptomen, de ernst en het
beloop van psychische klachten.
1.2 Omgeving en gezondheid: the health field
Vier deelgebieden die van invloed zijn op gezondheid
1. Biologische factoren: erfelijkheid en geslacht
2. Leefstijlfactoren: houding, kennis en gedrag
3. Omgevingsfactoren: fysiek en sociaal
4. Zorgvoorzieningen: toegankelijkheid
Samenvatting preventie en interventie 2
, Twee routes om gezondheid te bevorderen
1. Risicofactoren voor ziekte of ongezondheid aanpakken (pathogenese)
2. Een gezonde omgeving en gezond gedrag stimuleren (salutogenese)
1.3 Positieve gezondheid
Positieve gezondheid = Het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te
voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het
leven.
Zes dimensies van gezondheid (de zes pijlers)
1. Lichaamsfuncties = medische feiten, klachten, pijn, energie
2. Mentaal welbevinden = cognitief functioneren, zelfrespect, het gevoel
controle te hebben
3. Zingeving = doelen, toekomstperspectief, acceptatie
4. Kwaliteit van leven = geluk beleven, lekker in je vel zitten, balans
5. Meedoen = sociale en communicatieve vaardigheden, geaccepteerd worden,
betekenisvol werk
6. Dagelijks functioneren = basis-ADL (Algemeen Dagelijks
Levensverrichtingen), werkvermogen
De zes dimensies voorgehouden aan zeven groepen stakeholders in de
gezondheidszorg
1. Behandelaren
2. Patiënten met een chronische aandoening
3. Beleidsmakers
4. Zorgverzekeraars
Samenvatting preventie en interventie 3
, 5. Gezondheidsvoorlichters
6. Burgers
7. Onderzoekers uit verschillende disciplines
→ Iedereen was het eens over het belang van lichaamsfuncties, over de rest veel
discussie.
1.4 Gezondheid gedurende de levensloop
De rol van de ouders is in het begin van de levensjaren groot: hechtingsstijlen
Critical life events
Breuklijnen of levensgebeurtenissen
Normatief (positief)
Bijbaan, naar de middelbare gaan, uit huis gaan
Studeren/werken
Samenwonen/relatie
Niet normatief (negatief)
Verhuizing
Scheiding
Overlijden
Zie figuur 1.3, bladzijde 30
Levensloop en gezondheidsvraagstukken
Gezond opgroeien: zwangerschap en geboorte, sociaal-emotionele
ontwikkeling, gezondheidsopvoeding, risicogedrag, kwetsbare jongeren
Gezond blijven: uitgaansgedrag, werkgerelateerde gezondheidsproblemen,
leefstijl en overbelasting, combineren van werk en gezin
Samenvatting preventie en interventie 4