Verslavingskunde
toets opdracht
, Voor mijn opdracht gebruik ik de casus van: Abdel
Abdel is 26 jaar en de oudste zoon van Turkse ouders. Hij heeft 2 zussen. Zijn vader is 70 en
zijn moeder 54. Vader spreekt nauwelijks Nederlands, ook al woont hij hier al meer dan 20
jaar. Moeder spreekt goed Nederlands en werkt hard voor haar gezin. De dochters zijn goed
geïntegreerd in Nederland en gaan naar het HBO. Abdel heeft echter, anders dan zijn zussen,
sinds de lagere school al problemen met leraren en met de politie. Hij wordt geregeld van
school gestuurd en komt al jong in contact met ‘verkeerde vrienden’. Hij maakt zijn school
dan ook niet af en heeft op zijn 18e al vele bekeuringen aan zijn broek wegens opvoeren van
brommers, kleine diefstallen en mishandeling. Zijn vader is daar erg verontwaardigd over, hij
meent dat de Nederlandse politie het op zijn zoon gemunt heeft omdat hij buitenlander is.
Abdel is inmiddels verslaafd aan heroïne en cocaïne en veel van zijn tijd is hij kwijt aan stelen
en dealen om zijn verslaving te kunnen bekostigen. Ook is hij sterk vermagerd, heeft
longproblemen en is bang voor een leverontsteking. Hij woont nog thuis, waar de situatie
onhoudbaar wordt omdat hij ook van zijn familie steelt en er daarom veel ruzie is. De
moeder doet al het mogelijke om haar zoon de hand boven het hoofd te houden, maar als
Abdel haar in een kwade bui bedreigt, is voor haar de maat vol. Ze vlucht naar haar zus in
een andere stad en wil pas terugkomen als Abdel zich laat helpen.
toets opdracht
, Voor mijn opdracht gebruik ik de casus van: Abdel
Abdel is 26 jaar en de oudste zoon van Turkse ouders. Hij heeft 2 zussen. Zijn vader is 70 en
zijn moeder 54. Vader spreekt nauwelijks Nederlands, ook al woont hij hier al meer dan 20
jaar. Moeder spreekt goed Nederlands en werkt hard voor haar gezin. De dochters zijn goed
geïntegreerd in Nederland en gaan naar het HBO. Abdel heeft echter, anders dan zijn zussen,
sinds de lagere school al problemen met leraren en met de politie. Hij wordt geregeld van
school gestuurd en komt al jong in contact met ‘verkeerde vrienden’. Hij maakt zijn school
dan ook niet af en heeft op zijn 18e al vele bekeuringen aan zijn broek wegens opvoeren van
brommers, kleine diefstallen en mishandeling. Zijn vader is daar erg verontwaardigd over, hij
meent dat de Nederlandse politie het op zijn zoon gemunt heeft omdat hij buitenlander is.
Abdel is inmiddels verslaafd aan heroïne en cocaïne en veel van zijn tijd is hij kwijt aan stelen
en dealen om zijn verslaving te kunnen bekostigen. Ook is hij sterk vermagerd, heeft
longproblemen en is bang voor een leverontsteking. Hij woont nog thuis, waar de situatie
onhoudbaar wordt omdat hij ook van zijn familie steelt en er daarom veel ruzie is. De
moeder doet al het mogelijke om haar zoon de hand boven het hoofd te houden, maar als
Abdel haar in een kwade bui bedreigt, is voor haar de maat vol. Ze vlucht naar haar zus in
een andere stad en wil pas terugkomen als Abdel zich laat helpen.