neurologie (Krunkelsven)
Deel 1: algemene benadering van de
neurologische patiënt
Stoornissen aan de hogere cerebrale functies
Begrippenlijst
Impairment: de ernst v/d stoornis
Disability: de functionele beperking v/d stoornis
Handicap: de sociale gevolgen v/d stoornis
Hogere cerebrale functies: cognitieve functies/ wat waarnemen
Afasie: stoornissen in het gebruik van taal
Dysatrie spraakstoornis (stoornis in spraak i.t.t. taal) door het niet kunnen
spreken door een stoornis aan motoriek van tong, mond of keel
Brocca: motorisch spraakcentrum aangetast, bv. stotteren
Wernicke: sensorisch spraakcentrum aangetast: kunnen vlot spreken maar
spreken wartaal
Apraxie: wanneer een patiënt niet weet om doelgericht te handelen, bv.
niet weet hoe kleding aan te trekken wanneer motoriek intact is
Agnosie: het niet kunnen herkennen van zintuiglijke gewaarwording, bv.
voorwerpen niet herkennen
Neglect: verwaarlozing, bv. bord maar half leeg eten
Doelstellingen
Welke soorten anamneses bestaan er en leg uit
o Opnamegesprek
= een gewone anamnese
o Heteroanamnese
o Opvolganamnese
o Pijnanamnese
Wat is klinimetrie
o = het meten van de ziekteverschijnselen, belangrijk om de ernst van
de toestand te bepalen en het maken van een behandelplan
o Wat kan je meten:
De ernst van de stoornis (impairment)
De functionele beperking van de stoornis (disability)
Sociale gevolgen (handicap)
o Dit doe je a.d.h.v. schalen
1
, Wat verstaan we onder hogere cerebrale functies en geef enkele
voorbeelden
o Bewustzijn
Somna = slapen
Sopor = je kan geen gesprek voeren maar reageert wel op
pijnprikkels
Coma = totaal geen reactie
Glasgow Coma Schaal
E: eyes (open)
M: motoriek (beste motorische reactie)
V: verbal (beste verbale reactie)
o Score: 3-6-5 = wakkere pt
o Score: 1-5-2 of lager = coma
o Oriëntatie
= op de hoogte zijn v/d situatie en van jezelf
o Aandacht en concentratie
o De taal
Niet kunnen spreken
Stotteren
Niet kunnen begrijpen v/d gesproken taal
Wernicke
o Gehoor prima in orde maar begrijpt het niet
o Het handelen
o De waarneming
o De lichaamsbeweging
o Geheugen en inprenting
Hippocampus beschadigd = korte termijn herinneringen
kunnen niet opgeslagen worden in de lange termijn, ze
onthouden dus enkel dingen van lang geleden
Hoe kunnen we het bewustzijn testen
o Vragen stellen en schalen gebruiken
Glasgow coma schaal
Leg de EMV-score uit
o E: eyes (open)
o M: motoriek (beste motorische
reactie)
o V: verbal (beste verbale reactie)
Score: 3-6-5 = wakkere pt
Score: 1-5-2 of lager = coma
2
, Hoe testen we de oriëntatie
o Vraag hoe laat het is, welke dag van de week het is, welke maand
het is,…
o Vraag niet de exacte datum, dat weten gezond mensen vaak ook
niet
Hoe test je de aandacht en de concentratie en welke stoornissen kunnen
zich hier voordoen
Welke verschillen zijn er in taalstoornissen
Leg het verschil uit tussen motorische broca afasie en sensorische
Wernicke afasie (= stoornissen in het gebruik van taal)
o Motorische broca: hier is het motorisch spraakcentrum aangetast,
bv. stotteren (ze begrijpen wat je zegt maar ze kunnen maar enkele
woorden terugzeggen)
Gaat vaak gepaard met heftige emoties
o Sensorische Wernicke afasie: sensorisch spraakcentrum is
aangetast, je kan vlot spreken maar je spreek wartaal
De patiënt begrijpt totaal niet wat er gezegd wordt, ook al is
het gehoor prima in orde
Wat is het verschil tussen taal en een spraakstoornis
Hoe merk je of een patiënt lijdt aan een stoornis van het handelen en hoe
noemt deze stoornis
Geef een voorbeeld van de aanwezigheid van een neglect
o = verwaarlozing, bv. je bord niet leeg eten
Stoornissen II, III, IV & V
Neurologische stoornissen in het gedrag en persoonlijkheidsveranderingen
Begrippenlijst
Agrafie Taalstoornis bij het schrijven
Apathie Gebrek aan emotie, motivatie, gelaten zijn, komt voor
bij psychische aandoeningen
Apraxie: Stoornis in handelen
Anasognosie In de veronderstelling dat ze een verlamd lichaamsdeel
nog kunnen gebruiken
Neglect Verwaarlozing van bv. de linkerhelft gezicht niet
scheren of linkerhelft bord niet leeg eten
Anosmie Niet meer kunnen ruiken
Hemianopsie Stoornis gezichtsveld
Ptosis Hangend ooglid
Anisocorie Pupillen verschillen in diameter
Miosis Kleinere pupillen
Mydriasis Grotere pupillen
Exofthalmus Uitpuilen oog meestal door hyperthyroïdie
Nystagmus Onwillekeurige ritmische bewegingen van de oogbollen
(evenwicht problemen)
Diplopie Dubbel zien
Spieratrofie Spiervolume neemt af en het lidmaat of dergelijke
vermindert in volume
MRC schaal Graderingsschaal van de spierkracht
Spierhypertonie of De spiertonus is verhoogd
spasticitiet
3
, Hemiparese Halfzijdige verlamming
Cerebellum Kleine hersenen
Akinesie Geen bewegingen
Hyperkinesie Te veel bewegingen
Tremor Regelmatige niet ritmische bewegingen
Chorea Onregelmatige niet ritmische bewegingen
Tics Kortdurende, plotseling en complexe bewegingen,
meestal hoofd-hals gebied, bv. knipperen
Athetose Langzame krachtige bewegingen van de heup, de
schouder, de romp en de hals, hierdoor ontstaan
vreemde standen
Dystonie Nog langzamer dan athetose en ontstaat door lang
aanhoudende spierspasmen
Ballisme Gooi of schopbewegingen van arm of been, meestal
aan 1 kant
Myoclonieën Abrupte contracties van een spier of spiergroep, kan in
rust of beweging
Doelstellingen
Wanneer er diffuus Functioneren van de hersenen (komen
hersenaandoeningen zijn uit zich dat vaak tot uiting in het gedrag en de
vooral als een stoornis in het… verandering van de persoonlijkheid)
Hoe test je best stoornissen in het Informeren bij familieleden
gedrag? (Heteroanamnese) (heteroanamnese)
Leg uit: organisch psychosyndroom Bradyfrenie, emotionele labiliteit,
met bradyfrenie en labiliteit matige aandacht, slechte inprenting
Leg uit: frontale syndroom en hoe uit Oorzaak ervan is vnl. het gevolg van
zich dit bij een patiënt een stoornis in de frontaalkwab.
Verstoring in het gedrag, er treedt een
globale remming van psychische
functies op. Dit uit zich in apathie: pt.
ontplooit nauwelijks initiatieven,
denken verloopt traag en na vragen
vallen lange stiltes, pt. geeft korte
antwoorden die al dan niet correct
zijn, vertraagd handelen.
Perseveraties kunnen optreden: pt. zal
eerder gegeven antwoorden of
opdrachten steeds blijven herhalen
Frontaalsyndroom kan zich ook
voordoen in ontremming, uit zich in
decorumverlies (vaak incontinentie
voor urine, en zonder gêne)
Wat is een delier, hoe uit zich dit en is Bewustzijnsdaling die gepaard gaat
dit permanent met verwardheid, hallucinaties, wanen
en onrust.
Delier ontstaat bijna altijd plotseling,
binnen enkele uren tot dagen,
verschijnselen zijn vaak ’s avonds of ’s
nachts aanwezig
Patiënt weet niet waar hij is, is niet
helder, aandacht is wisselend en
4