ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
Thema 1: kennismaking en historiek
Kennismaking
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie van patronen van groei, verandering
è Van conceptie tot hoge ouderdom
Verschillende ontwikkelingsdomeinen
- Fysiek
= invloed v hersenen, zenuwstelsel, zintuigen en behoefte aan eten, drinken en slaap op gedrag
- Cognitief
= intellectuele vermogens; leervermogen, geheugen, taalontwikkeling, intelligentie, …
- Sociaal-emotioneel + persoonlijkheid
= sociale relaties en interacties met anderen, emoties, duurzame gedragingen, …
Ontwikkelingsfasen:
- Prenataal
- Babytijd
- Peuter- en kleutertijd ontwikkelingspsychologie deel 1
- Schooltijd
- Adolescentie
- Ontluikende volwassenheid
- Volwassenheid ontwikkelinspsychologie deel 2
- Ouderdom
ð Nuancering:
- het zijn sociale constructies à geen abrupte overgang tussen de fases, sociaal bepaald
veelal gebaseerd op onderzoek in ‘WEIRD’ samenlevingen
(kijken met een zeker bril naar de dingen)
= Western Educated Industrialized Rich Democratic
à de westerse samenleving (hoge opleidingsgraad, hoge industrialisatie, veel welvaart, …)
= klein deel van de bevolking (dus nuanceren! niet zomaar veralgemeenbaar)
- ‘de typische ontwikkelingen’ à sterke individuele verschillen
IK STOND OP DE SCHOUDERS VAN DE REUZEN à uitspraak van isaac newton
, Historiek
PHILIPPE ARIÈS
è Kind als voorwerp van historisch onderzoek
è Cultuurhistorische studie over kind en kindertijd sinds middeleeuwen aan de hand van
afbeeldingen en jo à stelt vast: kinderen in beelden kregen volwassen lichamen
= snel als volwassenen beschouwd en behandeld
è Eeuwenlang werden kinderen als miniatuurvolwassenen gezien; kindertijd = sociale constructie
Vroege denkers nativisme vs empirisme à nature vs nurture
JOHN LOCKE
ð Grondlegger empirisme
- Mens wordt geboren als tabula rasa, zonder aangeboren tendensen (iedereen kan alles worden)
- Alle verschillen tussen mensen toe te schrijven aan verschillende omgevingen/ervaringen
- Kinderen kunnen ‘gevormd’ worden à “iedereen kan alles worden”
- Kinderen = passieve ontvangers van omgevingsinvloeden (<-> andere: “kind is actief”)
è Later ontstaat behaviorisme
JEAN-JACQUES ROUSSEAU
ð Nativisme
- Kinderen worden geboren met inherent potentieel en talenten (‘aangeboren goedheid’)
- alles ligt al v vast in de natuur bij de geboorte à “kinderen zijn nobele wilden”
- men groeit op en ontwikkelt zich zoals de natuur het wilt
- Kind is wel actief, experimenteel wezen à opvoeding mag niet opdringerig zijn, als kinderen
verzorgd/beschermd worden, bereiken ze vanzelf hun volle potentieel
- Frustratie bij proberen ontwikkelen, ontwikkelingsuitkomst negatief
- Ontwikkeling = afzonderlijke fasen, automatisch ontvouwen (maturatie)
Start van de wetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
CHARLES DARWIN
ð Evolutietheorie
- Parallel tss ontwikkeling van individuen (ontogenese) binnen een soort en hoe de soort zich zelf
ontwikkeld heeft (fylogenenese)
- Schreef een baby biografie over zijn zoon
- Observatie kinderen à systematisch
- Start wetetenschappelijke studie van ontwikkeling
GRANVILLE STANLEY HALL
è Geïnspireerd door Darwin: ontogenese als herhaling van fylogenese
- Ontwikkeling als reeks genetisch bepaalde gebeurtenissen die zich automatisch ontvouwen,
‘zoals een bloem’ (rijpingsproces) à Stichter van Child Study Movement (moeilijkere methoden)
- Gebruik van vragenlijsten, normatieve benadering
- Adolescentie als afzonderlijke ontwikkelingsfase benoemen (‘fase van storm en stress’)
- “men kan de typische wildheid van kinderen maar beter toelaten tot een jaar of twaalf”
,ARNOLD GESELL
ð Leerling van Hall (amerikaanse psycholoog en pediater)
- ‘father of child development’
- missie: ouders informeren over wat ze kunnen verwachten op welke leeftijd
- Bestudeerde 10 000 kinderen via observatie en ouderinterviews
- Focus op maturatie, beperkte rol van ervaring
- “Alle kinderen doorlopen zelfde stadia”
- Veel aandacht voor motorische ontwikkeling (vb. de groei en de motorische ontwikkeling loopt
van globaal naar specifiek in 2 richtingen)
à van hoofd naar voeten = cefalocaudaal
à van centrum naar buiten = proximodistaal
- Gesell developmental schedules
- “als we effectieve hulpmiddelen gebruiken, onthult het kind zichzelf aan iedereen die stopt en
luistert naar wat het zegt en die met ziende ogen kijkt naar wat het doet”
MARIA MONTESSORI
- Kinderen leren op een natuurlijke manier door rijpingsprocesssen (‘leer het me zelf doen’)
- Onderwijsaanpak gebaseerd op zelfredzaamheid
- 1e montessori-kleuterschool in 1907
- “leer me het zelf doen”
ALFRED BINET
- Frans psycholoog
- Eerste intelligentietest op vraag van ministerie van onderwijs
- Stimuleerde interesse in individuele verschillen in ontwikkeling
- Nood aan bijzonder onderwijs à dus indentificeren via test
LEWIS TERMAN
à aanpassing testen van Binet aan Amerikaanse context
- Werd opgepikt door de eugenetica, ‘kiezen in de genen’, de slechte genen eruit halen, ze wouden
die intelligentie testen gebruiken om te kiezen wie mocht emigreren naar Amerika en wie mocht
voortplanten
- Oprichter Genetic Studies of the Genius, gestart in 1921 aan Stanford University à later Terman
Study of the GIfted, momenteel een van de langst lopende studie
- Aandacht voor genetische basis intelligentie, beperkte rol van omgeving
LETA STETTER HOLLINGWORTH
- Studie van intelligent, focus hoogbegaafdheid
- Aandacht voor de unieke uitdagingen van cognitief sterke kinderen
- Voortbouwend op het werk van Terman
- Erkende genetische basis van verschillen in intelligentie, maar had ook veel aandacht voor
schoolpsychologische praktijk
, al deze wetenschappers à gemeenschappelijk doel:
= groei, verandering en stabiliteit tijdens (vooral) kindertijd bestuderen
ð Start wet. studie van ontwikkeling
ð Inititieel klemtoon op erfelijke sturing: genetische psychologie
ð Later meer aandacht voor context: ontwikkelingspsychologie
Nieuwe statistische methoden en nieuwe onderzoeksparadigma’s
è Theorievorming nieuwe impulsen, meer klemtoon opvoeding en ervaringen
• Pedagogiek
• Behaviorisme
! tot halfweg 20e eeuw focus à kindertijd
Geleidelijk interesse in andere fasen, initieel vanuit andere disciplines
- Interesse in adolescentie vanuit sociologie (na de oorlog jongeren langer naar school, tijd op jong
te zijn)
- Interesse in veroudering vanuit geneeskunde (mensen begonnen langer te leven, dus een groep
die niet overlapte met de actieve volwassenen)
- Volwassenheid lang onderbestudeerd
Deeldisciplines aanvankelijk los van elkaar
- Kinderpsychologie
- Adolescentiepsychologie
- (psycho)gerontologie
= ontwikkelde zich los van elkaar
Pas recent à ‘levensloopperspectief’ (wel in verband)
Thema 1: kennismaking en historiek
Kennismaking
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie van patronen van groei, verandering
è Van conceptie tot hoge ouderdom
Verschillende ontwikkelingsdomeinen
- Fysiek
= invloed v hersenen, zenuwstelsel, zintuigen en behoefte aan eten, drinken en slaap op gedrag
- Cognitief
= intellectuele vermogens; leervermogen, geheugen, taalontwikkeling, intelligentie, …
- Sociaal-emotioneel + persoonlijkheid
= sociale relaties en interacties met anderen, emoties, duurzame gedragingen, …
Ontwikkelingsfasen:
- Prenataal
- Babytijd
- Peuter- en kleutertijd ontwikkelingspsychologie deel 1
- Schooltijd
- Adolescentie
- Ontluikende volwassenheid
- Volwassenheid ontwikkelinspsychologie deel 2
- Ouderdom
ð Nuancering:
- het zijn sociale constructies à geen abrupte overgang tussen de fases, sociaal bepaald
veelal gebaseerd op onderzoek in ‘WEIRD’ samenlevingen
(kijken met een zeker bril naar de dingen)
= Western Educated Industrialized Rich Democratic
à de westerse samenleving (hoge opleidingsgraad, hoge industrialisatie, veel welvaart, …)
= klein deel van de bevolking (dus nuanceren! niet zomaar veralgemeenbaar)
- ‘de typische ontwikkelingen’ à sterke individuele verschillen
IK STOND OP DE SCHOUDERS VAN DE REUZEN à uitspraak van isaac newton
, Historiek
PHILIPPE ARIÈS
è Kind als voorwerp van historisch onderzoek
è Cultuurhistorische studie over kind en kindertijd sinds middeleeuwen aan de hand van
afbeeldingen en jo à stelt vast: kinderen in beelden kregen volwassen lichamen
= snel als volwassenen beschouwd en behandeld
è Eeuwenlang werden kinderen als miniatuurvolwassenen gezien; kindertijd = sociale constructie
Vroege denkers nativisme vs empirisme à nature vs nurture
JOHN LOCKE
ð Grondlegger empirisme
- Mens wordt geboren als tabula rasa, zonder aangeboren tendensen (iedereen kan alles worden)
- Alle verschillen tussen mensen toe te schrijven aan verschillende omgevingen/ervaringen
- Kinderen kunnen ‘gevormd’ worden à “iedereen kan alles worden”
- Kinderen = passieve ontvangers van omgevingsinvloeden (<-> andere: “kind is actief”)
è Later ontstaat behaviorisme
JEAN-JACQUES ROUSSEAU
ð Nativisme
- Kinderen worden geboren met inherent potentieel en talenten (‘aangeboren goedheid’)
- alles ligt al v vast in de natuur bij de geboorte à “kinderen zijn nobele wilden”
- men groeit op en ontwikkelt zich zoals de natuur het wilt
- Kind is wel actief, experimenteel wezen à opvoeding mag niet opdringerig zijn, als kinderen
verzorgd/beschermd worden, bereiken ze vanzelf hun volle potentieel
- Frustratie bij proberen ontwikkelen, ontwikkelingsuitkomst negatief
- Ontwikkeling = afzonderlijke fasen, automatisch ontvouwen (maturatie)
Start van de wetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
CHARLES DARWIN
ð Evolutietheorie
- Parallel tss ontwikkeling van individuen (ontogenese) binnen een soort en hoe de soort zich zelf
ontwikkeld heeft (fylogenenese)
- Schreef een baby biografie over zijn zoon
- Observatie kinderen à systematisch
- Start wetetenschappelijke studie van ontwikkeling
GRANVILLE STANLEY HALL
è Geïnspireerd door Darwin: ontogenese als herhaling van fylogenese
- Ontwikkeling als reeks genetisch bepaalde gebeurtenissen die zich automatisch ontvouwen,
‘zoals een bloem’ (rijpingsproces) à Stichter van Child Study Movement (moeilijkere methoden)
- Gebruik van vragenlijsten, normatieve benadering
- Adolescentie als afzonderlijke ontwikkelingsfase benoemen (‘fase van storm en stress’)
- “men kan de typische wildheid van kinderen maar beter toelaten tot een jaar of twaalf”
,ARNOLD GESELL
ð Leerling van Hall (amerikaanse psycholoog en pediater)
- ‘father of child development’
- missie: ouders informeren over wat ze kunnen verwachten op welke leeftijd
- Bestudeerde 10 000 kinderen via observatie en ouderinterviews
- Focus op maturatie, beperkte rol van ervaring
- “Alle kinderen doorlopen zelfde stadia”
- Veel aandacht voor motorische ontwikkeling (vb. de groei en de motorische ontwikkeling loopt
van globaal naar specifiek in 2 richtingen)
à van hoofd naar voeten = cefalocaudaal
à van centrum naar buiten = proximodistaal
- Gesell developmental schedules
- “als we effectieve hulpmiddelen gebruiken, onthult het kind zichzelf aan iedereen die stopt en
luistert naar wat het zegt en die met ziende ogen kijkt naar wat het doet”
MARIA MONTESSORI
- Kinderen leren op een natuurlijke manier door rijpingsprocesssen (‘leer het me zelf doen’)
- Onderwijsaanpak gebaseerd op zelfredzaamheid
- 1e montessori-kleuterschool in 1907
- “leer me het zelf doen”
ALFRED BINET
- Frans psycholoog
- Eerste intelligentietest op vraag van ministerie van onderwijs
- Stimuleerde interesse in individuele verschillen in ontwikkeling
- Nood aan bijzonder onderwijs à dus indentificeren via test
LEWIS TERMAN
à aanpassing testen van Binet aan Amerikaanse context
- Werd opgepikt door de eugenetica, ‘kiezen in de genen’, de slechte genen eruit halen, ze wouden
die intelligentie testen gebruiken om te kiezen wie mocht emigreren naar Amerika en wie mocht
voortplanten
- Oprichter Genetic Studies of the Genius, gestart in 1921 aan Stanford University à later Terman
Study of the GIfted, momenteel een van de langst lopende studie
- Aandacht voor genetische basis intelligentie, beperkte rol van omgeving
LETA STETTER HOLLINGWORTH
- Studie van intelligent, focus hoogbegaafdheid
- Aandacht voor de unieke uitdagingen van cognitief sterke kinderen
- Voortbouwend op het werk van Terman
- Erkende genetische basis van verschillen in intelligentie, maar had ook veel aandacht voor
schoolpsychologische praktijk
, al deze wetenschappers à gemeenschappelijk doel:
= groei, verandering en stabiliteit tijdens (vooral) kindertijd bestuderen
ð Start wet. studie van ontwikkeling
ð Inititieel klemtoon op erfelijke sturing: genetische psychologie
ð Later meer aandacht voor context: ontwikkelingspsychologie
Nieuwe statistische methoden en nieuwe onderzoeksparadigma’s
è Theorievorming nieuwe impulsen, meer klemtoon opvoeding en ervaringen
• Pedagogiek
• Behaviorisme
! tot halfweg 20e eeuw focus à kindertijd
Geleidelijk interesse in andere fasen, initieel vanuit andere disciplines
- Interesse in adolescentie vanuit sociologie (na de oorlog jongeren langer naar school, tijd op jong
te zijn)
- Interesse in veroudering vanuit geneeskunde (mensen begonnen langer te leven, dus een groep
die niet overlapte met de actieve volwassenen)
- Volwassenheid lang onderbestudeerd
Deeldisciplines aanvankelijk los van elkaar
- Kinderpsychologie
- Adolescentiepsychologie
- (psycho)gerontologie
= ontwikkelde zich los van elkaar
Pas recent à ‘levensloopperspectief’ (wel in verband)