100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Civiele Rechtspleging – Rijksuniversiteit Groningen – Academisch jaar 2024/2025 – Volledige collegestof, oefenvragen en jurisprudentiesamenvatting

Rating
-
Sold
-
Pages
153
Uploaded on
25-09-2025
Written in
2024/2025

Dit document bevat uitgebreide aantekeningen en samenvattingen voor het vak Civiele Rechtspleging aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het behandelt alle colleges van week 1 t/m week 12, waaronder bewijsrecht, stelplicht en betwisting, bewijslastverdeling, bewijsmiddelen, bewijsbeslag, arbitrage, hoger beroep en beslag & executie. Daarnaast bevat het oefenvragen met modelantwoorden, tentamentrainingen en een uitgebreide jurisprudentiesamenvatting, afgestemd op de tentameneisen. Dit maakt het document zeer geschikt ter voorbereiding op het tentamen en als naslagwerk gedurende het hele vak. Ik heb het vak zelf afgerond met een 8.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 25, 2025
Number of pages
153
Written in
2024/2025
Type
Class notes
Professor(s)
P. koerts, n. mirzojan
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Inhoudsopgave
College 1: Inleiding tot het vak en inleiding bewijsrecht............................................................2
College 2: Stellen & betwisten; bewijzen & waarderen............................................................10
College 3: Bewijslastverdeling (1).............................................................................................18
College 4: Bewijslastverdeling (2).............................................................................................29
College 5: Bewijsmiddelen (1)...................................................................................................36
College 6: Bewijsmiddelen (2)...................................................................................................43
College 7: Bewijsbeslag en inzagerecht; voorlopige bewijsverrichtingen................................54
College 8: Arbitrage...................................................................................................................64
College 9: Hoger beroep (1)......................................................................................................73
College 10: Hoger beroep (2)....................................................................................................87
College 11: Beslag en executie (1).............................................................................................95
College 12: Beslag en executie (2)...........................................................................................102
Tentamentraining I..................................................................................................................107
Tentamentraining II.................................................................................................................114
Jurisprudentiesamenvatting....................................................................................................120
College 1..............................................................................................................................120
College 2..............................................................................................................................121
College 3 en 4......................................................................................................................123
College 5 en 6......................................................................................................................129
College 7..............................................................................................................................133
College 8..............................................................................................................................137
College 9 en 10....................................................................................................................140
College 11 en 12..................................................................................................................146




1

, College 1: Inleiding tot het vak en inleiding bewijsrecht
Oefenvragen
Vraag 1
Een oude en nog altijd voortdurende discussie betreft de (mate van) lijdelijkheid van de
burgerlijke rechter. Daarbij is onder andere de vraag in hoeverre de rechter zich mag of moet
mengen in het partijdebat, dat debat mag of moet (bij)sturen en actief aan ‘waarheidsvinding’
mag of moet doen. Op dit moment wordt de rechter daarbij ‘gebonden’ door de artikelen 24
en 149 Rv, zie onder andere HR Dimopoulos/Erven Van Mierlo. Ingevolge de Wet
vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht is aan artikel 24 Rv een tweede lid
toegevoegd, dat bepaalt dat de rechter (binnen de grenzen van de rechtsstrijd) de grondslag
van vordering, verzoek of verweer ambtshalve met partijen mag bespreken.
a. Formuleer twee argumenten pro en twee argumenten contra een meer actieve civiele
rechter.
Pro:
- de rechter kent het recht en weet wat relevant is om de rechtsvraag te beantwoorden. Door
een meer actieve rol wordt de waarheidsvinding beter gediend;
- een meer actieve rol kan partijen meer gelijke kansen geven in de procedure. Equality of
arms, art. 6 EVRM.
Contra:
- partijautonomie. Het zijn partijen zelf die bepalen of een procedure wordt gestart en wat ze
van de rechter vragen. Hier past een lijdelijke rol van de rechter bij.
- doordat de rechter een meer actievere rol aanneemt kan dit de schijn van partijdigheid met
zich meebrengen. Als de rechter zelf te veel ingrijpt, vragen stelt of bewijs verzamelt, kan dat
overkomen alsof hij één partij helpt.
b. Vindt u dat de civiele rechter actiever of juist niet actiever zou moeten worden, gelet op
bijvoorbeeld de casus van HR Dimopoulos/Erven Van Mierlo?
In Dimopoulos/Erven van Mierlo nam de rechter een meer actieve rol aan door een brief als
ingebrekestelling aan te merken terwijl Dimopoulos daar zelf geen beroep op had gedaan, dit
gaf de doorslag in de zaak. De HR keurde dit af. De HR omschreef hierbij dat hierdoor de
wederpartij te kort wordt gedaan in haar recht zich te kunnen verdedigen. Ik kan me daar wel
in vinden. Wanneer een partij in een civiel proces iets stelt is het aan deze partij om dit zelf te
onderbouwen. Hier zie ik niet per se een rol voor een (actieve) rechter weggelegd.
Een strafproces met een meer actieve rechter heeft bijvoorbeeld een heel ander karakter, hier
zijn het niet de procespartijen zelf die bepalen of ze een proces starten.
Vraag 2
De schuur van de gepensioneerde boer Lijster is tegen brand verzekerd bij verzekeraar Fias &
Co. N.V. De verzekeringsovereenkomst is tot stand gekomen met behulp van
assurantietussenpersoon Merel. Wanneer brand uitbreekt en de schuur tot op de bodem
afbrandt, ontdekt de politie dat in de schuur een hennepkwekerij was gevestigd. Lijster
ontkent bij hoog en bij laag hiervan afgeweten te hebben: als gepensioneerde boer kwam hij
nooit meer in de schuur, die alleen door zijn buurman gebruikt werd. Fias & Co. weigert
desondanks de verzekeringspenningen uit te keren, omdat ook is komen vast te staan dat de

2

,technische installatie van de schuur niet conform de voorwaarden van de verzekeraar was. Die
voorwaarden waren aan Merel ter hand gesteld.
Lijster vordert nu van Merel schadevergoeding, omdat zij niet aan haar verplichtingen jegens
Lijster zou hebben voldaan, door deze voorwaarden niet aan hem door te geleiden. Merel
betwist dat zij tekort is geschoten en bovendien dat tussen eventueel tekortschieten harerzijds
en de door Lijster gestelde schade causaal verband ontbreekt. Desalniettemin wijst de
rechtbank bij eindvonnis van 26 maart 2025 de vordering van Lijster toe.
Dan ontdekt Merel dat Lijster inmiddels door de strafkamer van de rechtbank is veroordeeld
wegens het opzettelijk telen van hennepplanten en het illegaal aftappen van stroom. Uit het
strafvonnis blijkt dat Lijster niet alleen heeft geweten van de hennepkwekerij, maar deze zelf
heeft opgezet ter aanvulling van zijn aow-uitkering. In de strafzaak heeft Lijster de hem ten
laste gelegde feiten bekend.
U bent advocaat van Merel. Het is 15 april 2025. Wat adviseert u haar om – met deze nieuwe
informatie in het achterhoofd – te doen?
De rechtbank heeft in het eindvonnis van 26 maart 2025 de vordering van Lijster (omtrent de
schadevergoeding) toegewezen. Merel ontdekt daarna dat Lijster is veroordeeld door de
strafkamer en dat hij zelf een hand heeft gehad in de exploitatie van de hennepkwekerij.
Op grond van art. 21 Rv dienen partijen alle voor de beslissing relevante feiten en
omstandigheden volledig en naar (hun subjectieve) waarheid aan te voeren. Als een uitspraak
in kracht van gewijsde is gegaan en vervolgens blijkt dat de waarheidsplicht is geschonden,
kan de uitspraak mogelijk worden herroepen, art. 382 Rv. Ik adviseer Merel daarom om een
beroep op herroeping ex art. 382 Rv te doen. De termijn daarom is drie maanden nadat de
grond voor de herroeping is ontstaan en de eiser daarmee bekend is geworden, art. 383 Rv.
 niet via herroeping, maar via gewoon hoger beroep! Zie aantekeningen bij sheet 9
Vraag 3
Bij dit vak wordt ook aandacht besteed aan schrijfvaardigheid. Op het tentamen is een deel
van de punten te verdienen met correct taalgebruik. Daaronder wordt het volgende verstaan:
- het gebruik van lopende volzinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een
punt;
- het gebruik van de juiste (juridische) woorden en termen;
- het gebruik van de juiste Nederlandse spelling en grammatica, waarbij wordt uitgegaan van
de Woordenlijst der Nederlandse Taal (het Groene Boekje).
Op een tentamenvraag gaf een student het hieronder afgedrukte antwoord. Het gaat nu niet om
de vraag zelf of de inhoud van het antwoord, maar slechts om de zojuist genoemde criteria.
Beoordeel het antwoord aan de hand van die criteria. Hoeveel fouten treft u aan?
“De bewijskracht van artikel 150 Rv ziet er op dat de partij die zich beroept op de
rechtsgevogen van de door haar gestelde feiten of rechten de bewijskracht en daarmee ook
het bewijsrisico draagt tenzij er een andere verding van de bewijslast voortvloeit uit een
bijzondere regel of uit redelijkheid en billikheid. Uit de casus blijkt dat de kantonrechter
oordeelt dat DMD de bewijslast draagt van het bestaan van de aanvullende afspraak maar
geen specifiek bewijsaanbod heeft gedaan. DMD heeft ter afwering geroepen op de

3

, aanvullende afspraak. Dit is een bevrijdend verweer en hij stelt zich op dat er geen sprake is
van een toerekenbare tekortkoning in de nakoming van de verbintenis 6:74 BW. Er is in
algemene bewoordingen een bewijsaanbod gedaan door DMD en bieden aan al hun
stellingen te bewijzen, door alle middelen en ook getuigen. Er sprake van vrije bewijskracht
en daarmee kan de kantonrechter, indien nodig ook een nadere bewijsopdracht opleggen. het
is aan de kantonrechter om alle middelen van bewijs te waarderen op basis dat hem goed
dunkt. Bij twijfel zal de rechter om nadere uitleg/ bewijs moeten vragen vragen. Nu DMD de
overeenkomst heeft aangeboden, daarbij aangegeven ook alle stellingen nader te kunnen
bewijzen met evt getuigen is dit bewijsaanbod opgegeven. De kantonrechter stapt hier
overheen door aan te geven dat er geen specifiek aanbod is gedaan. Dat is niet van belang.
Het beoordelen van het bewijs is aan de rechter, indien blijkt dat de overeenkomst met de
handgeschreven wijziging onvoldoende blijkt en de rechter meer bewijs omtrent de
handtekening wil, dient hij daarover een bewijsopdracht te geven of te voorzien in evt.
getuigenbewijs nu al is aangegeven dat partijen hiertoe in staat zijn. Wesselt voert aan op
schadevergoeding en DMD voert aan op dat er wel naar overeenkomst gehandeld is. Op
voorhand hoeft nog niet precies duidelijk te zijn hoe hierop invulling wordt gegeven door
concreet aan te geven. De handelswijze van de kantonrechter is niet juist.”
Alle fouten gearceerd. Ook veel zinnen die te lang zijn waar een punt tussen moet.
Hoofdregel is: één boodschap per zin.
Hoorcollege-aantekeningen:
Sheet 1
Inleiding bewijsrecht.
BPR2 heette dit vak vroeger. Opvolging van BPR.
Sheet 2
4 onderwerpen in dit vak. Eerste is bewijsrecht. Daar maken we dit college een begin mee.
Sheet 3
Oefenvragen komen in de colleges aan bod. Antwoorden komen voorbij tijdens colleges.
Op het tentamen komt één vraag die gaat over schrijfvaardigheid. Je moet dan antwoord
geven op de inhoud en dus zonder schrijffouten. Goed Nederlands. Gaat om
basisschoolniveau. Volzinnen. Hoofdletter en punt. Correcte spelling en grammatica. Juiste
woorden. En ook formuleren van goede lopende zinnen.
Antwoord op die schrijfvaardigheidsopdracht komt online.
Laatste twee colleges behandelen we oude tentamens (van vorig jaar).
Sheet 4
Vier onderwerpen dus. Bewijsrecht grootste onderwerp.
Die onderwerpen gaan we verdiepen.
In het bewijsrecht kijken we bijvoorbeeld naar de verzekeringsovereenkomst. Verzekerd pand
kan opbranden. Verzekeraar kan zeggen: bewust roekeloos. Bewuste roekeloosheid, wie moet
dat bewijzen? Die bewuste roekeloosheid moet komen vast te staan.
Hoger beroep. Waarover mag/moet de hoger beroepsrechter zich wel of niet uitlaten? Stel je
verliest een procedure in eerste aanleg. Volstrekt ten onrechte, dus hoger beroep. Je krijgt

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
JH1999 Rijksuniversiteit Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
81
Member since
4 year
Number of followers
29
Documents
18
Last sold
2 weeks ago

4.3

6 reviews

5
4
4
0
3
2
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions