THEMA 1: WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK
1.1 MENSENKENNIS EN WETENSCHAPPELIJKE KENNIS
Mensenkennis = inzicht dat mensen tijdens hun leven opbouwen over hoe anderen zich
gedragen
Wetenschappelijke kennis = inzicht dat mensen opbouwen op basis van wetenschappelijk
onderzoek dat aan duidelijke voorwaarden moet voldoen, en daardoor heeft die kennis
een zekere kwaliteitsgarantie
Wetenschappelijke kennis is:
Systematische en geordende kennis
Verklarende en voorspellende kennis
Veralgemenende kennis
Objectiverende kennis
Mensenkennis Wetenschappelijke kennis
Kennis gebaseerd op Kennis gebaseerd op
allerlei warrige, basis van nauwkeurige
subjectieve, selectieve en observaties waarbij
toevallige indrukken, wetenschappers enige
eenmalige ervaringen en ordening proberen aan
gebeurtenissen die te brengen en zo de
Systematische mensen meemaken werkelijkheid in kaart
en geordende brengen
kennis Vaak onderling Kennis gebaseerd op
tegenstrijdig en niet altijd procedures en
even eenduidig te protocollen die erop
interpreteren/controleren gericht zijn die kennis
steeds controleerbaar
en verifieerbaar te
maken
Gaat via anekdotische Gaat op zoek naar
evidentie op zoek naar verbanden en probeert
verbanden daardoor het gedrag
van mensen tot op een
zekere hoogte
Verklarende en
voorspelbaar te maken
voorspellende
Is gebaseerd op Is gebaseerd op
kennis
verbanden die gebonden wetenschappelijk
zijn aan de particuliere onderzoek en ze
situatie van de moeten ook door
betrokkene andere onderzoekers
worden bevestigd
Veralgemenen Beweert op zoek te gaan Gaat op zoek naar
de kennis naar veralgemenende veralgemenende
verklaringen maar: verklaring voor het
Die werden nooit gedrag van zoveel
, getoetst mogelijk mensen
Die men
blindelings
aanneemt, zonder
te worden
gecheckt
Is empirisch getoetst en
gebaseerd op
bevindingen
Die systematisch
gecontroleerd
werden
Waarbij men
zoveel mogelijk
stromende
factoren onder
controle houdt
Laat zich vaak leiden Probeert zoveel
door: mogelijk de
Subjectieve werkelijkheid te
indrukken objectiveren door:
Vooringenomen Zich te baseren
Objectiverende standpunt op feiten
kennis Waan van moment Zich zo neutraal
mogelijk op te
stellen
Dit is niet altijd mogelijk
(waardenvrijheid van
wetenschap)
De psychologie is geen wetenschap zoals fysica
De psychologie:
- Helpt ons wel om de waarschijnlijkheid van bepaalde gedragingen, gedachten,
gevoelens en interacties in te schatten
- Maakt duidelijk hoe mensen doorgaans en gemiddeld genomen reageren
Maar heeft nooit absolute zekerheid over iets
1.2 OBJECTIVITEIT EN NEUTRALITEIT
Bij wetenschappelijk onderzoek = zo objectief mogelijk onderzoeken
Kritisch zijn voor onderzoekers!
- Wie voert het onderzoek? Waren ze onafhankelijk en objectief?
- Wie gaf opdracht tot onderzoek? Heeft de opdrachtgever belang bij resultaten?
Objectiviteit =/= neutraliteit
Objectiviteit =/= waardevrijheid
Elk onderzoek wordt gevoerd door mensen en gebeurt in een bepaalde context
,Belangrijk:
- Elke onderzoeker verdringt, verzwijgt of verdoezelt dit NIET
- Elke onderzoeker durft dat te benoemen en zich erover te bezinnen
Negative case analysis
- Onderzoeker gaat doelbewust opzoek naar afwijkende of tegenstrijdige
voorbeelden
- Onderzoeker gaat confrontatie aan met wat niet in het plaatje lijkt te passen
Daardoor
Verruimt de onderzoeker zijn blikveld
Wordt de soliditeit van de bewijsvoering en hypotheses getest
(vb: onderzoek nieuwe therapie depressie = onderzoeker doet negative case analysis
waarbij hij onderzoekt waarom bepaalde patiënten niet worden geholpen)
Confirmation bias
- Neiging om informatie te zoeken en te onthouden die onze huidige overtuigingen
bevestigt
- Neiging om informatie in de richting van onze overtuigingen te interpreteren
Je hier bewust van zijn en proberen om er tegenin te gaan kan de objectiviteit van je
onderzoek verhogen!
(vb: onderzoek nieuwe therapie depressie = sprake van confirmation bias als de
onderzoeker alleen de resultaten van zijn onderzoek publiceert als die het succes van die
nieuwe therapie illustreren)
1.3 BETROUWBAARHEID
Betrouwbaarheid
= mate waarin het resultaat onafhankelijk van toeval is
= wil zeggen dat er weinig toevallige fouten in je resultaten zitten
= als je het onderzoek herhaalt, steeds dezelfde resultaten krijgt
Interne betrouwbaarheid
= verwijst naar de mate waarin een onderzoeker onvoldoende transparant is om derden
toe te laten na te gaan hoe het onderzoek is verlopen
= impliceert dat een onderzoeker verantwoording aflegt over keuzes en bijsturingen of
aanpassingen
, Dit kan aan de hand van:
Audit trail (gedetailleerd verslag alle stappen onderzoek)
Peer debriefing (overleg en feedback met collega’s in loop onderzoek)
Externe betrouwbaarheid
= verwijst naar mate waarin een onderzoek herhaalbaar of repliceerbaar is
= impliceert dat als iemand anders, met dezelfde aanpak, het onderzoek zou overdoen,
die tot dezelfde bevindingen zou komen
Dit kan door onderzoek te herhalen aan de hand van:
Dezelfde methodes en dezelfde doelgroep
Dezelfde methodes en een andere doelgroep
Andere methodes en dezelfde doelgroep
Interbeoordeelaarsbetrouwbaarheid
= mate van overeenstemming tussen verschillende beoordelaars. Als dat dezelfde
uitkomsten oplevert, kan aangenomen worden dat het instrument ervoor zorgt dat
persoonlijke kenmerken van de onderzoeker geen invloed hebben op het gebruik van het
instrument
= kan je berekenen en wordt uitgedrukt in Cohen’s kappa
Altijd waarde tussen -1 en 1
0 = overeenstemming volledig op kans
1 = perfecte overeenstemming tussen observatoren
ONDERZOEK
1.1 MENSENKENNIS EN WETENSCHAPPELIJKE KENNIS
Mensenkennis = inzicht dat mensen tijdens hun leven opbouwen over hoe anderen zich
gedragen
Wetenschappelijke kennis = inzicht dat mensen opbouwen op basis van wetenschappelijk
onderzoek dat aan duidelijke voorwaarden moet voldoen, en daardoor heeft die kennis
een zekere kwaliteitsgarantie
Wetenschappelijke kennis is:
Systematische en geordende kennis
Verklarende en voorspellende kennis
Veralgemenende kennis
Objectiverende kennis
Mensenkennis Wetenschappelijke kennis
Kennis gebaseerd op Kennis gebaseerd op
allerlei warrige, basis van nauwkeurige
subjectieve, selectieve en observaties waarbij
toevallige indrukken, wetenschappers enige
eenmalige ervaringen en ordening proberen aan
gebeurtenissen die te brengen en zo de
Systematische mensen meemaken werkelijkheid in kaart
en geordende brengen
kennis Vaak onderling Kennis gebaseerd op
tegenstrijdig en niet altijd procedures en
even eenduidig te protocollen die erop
interpreteren/controleren gericht zijn die kennis
steeds controleerbaar
en verifieerbaar te
maken
Gaat via anekdotische Gaat op zoek naar
evidentie op zoek naar verbanden en probeert
verbanden daardoor het gedrag
van mensen tot op een
zekere hoogte
Verklarende en
voorspelbaar te maken
voorspellende
Is gebaseerd op Is gebaseerd op
kennis
verbanden die gebonden wetenschappelijk
zijn aan de particuliere onderzoek en ze
situatie van de moeten ook door
betrokkene andere onderzoekers
worden bevestigd
Veralgemenen Beweert op zoek te gaan Gaat op zoek naar
de kennis naar veralgemenende veralgemenende
verklaringen maar: verklaring voor het
Die werden nooit gedrag van zoveel
, getoetst mogelijk mensen
Die men
blindelings
aanneemt, zonder
te worden
gecheckt
Is empirisch getoetst en
gebaseerd op
bevindingen
Die systematisch
gecontroleerd
werden
Waarbij men
zoveel mogelijk
stromende
factoren onder
controle houdt
Laat zich vaak leiden Probeert zoveel
door: mogelijk de
Subjectieve werkelijkheid te
indrukken objectiveren door:
Vooringenomen Zich te baseren
Objectiverende standpunt op feiten
kennis Waan van moment Zich zo neutraal
mogelijk op te
stellen
Dit is niet altijd mogelijk
(waardenvrijheid van
wetenschap)
De psychologie is geen wetenschap zoals fysica
De psychologie:
- Helpt ons wel om de waarschijnlijkheid van bepaalde gedragingen, gedachten,
gevoelens en interacties in te schatten
- Maakt duidelijk hoe mensen doorgaans en gemiddeld genomen reageren
Maar heeft nooit absolute zekerheid over iets
1.2 OBJECTIVITEIT EN NEUTRALITEIT
Bij wetenschappelijk onderzoek = zo objectief mogelijk onderzoeken
Kritisch zijn voor onderzoekers!
- Wie voert het onderzoek? Waren ze onafhankelijk en objectief?
- Wie gaf opdracht tot onderzoek? Heeft de opdrachtgever belang bij resultaten?
Objectiviteit =/= neutraliteit
Objectiviteit =/= waardevrijheid
Elk onderzoek wordt gevoerd door mensen en gebeurt in een bepaalde context
,Belangrijk:
- Elke onderzoeker verdringt, verzwijgt of verdoezelt dit NIET
- Elke onderzoeker durft dat te benoemen en zich erover te bezinnen
Negative case analysis
- Onderzoeker gaat doelbewust opzoek naar afwijkende of tegenstrijdige
voorbeelden
- Onderzoeker gaat confrontatie aan met wat niet in het plaatje lijkt te passen
Daardoor
Verruimt de onderzoeker zijn blikveld
Wordt de soliditeit van de bewijsvoering en hypotheses getest
(vb: onderzoek nieuwe therapie depressie = onderzoeker doet negative case analysis
waarbij hij onderzoekt waarom bepaalde patiënten niet worden geholpen)
Confirmation bias
- Neiging om informatie te zoeken en te onthouden die onze huidige overtuigingen
bevestigt
- Neiging om informatie in de richting van onze overtuigingen te interpreteren
Je hier bewust van zijn en proberen om er tegenin te gaan kan de objectiviteit van je
onderzoek verhogen!
(vb: onderzoek nieuwe therapie depressie = sprake van confirmation bias als de
onderzoeker alleen de resultaten van zijn onderzoek publiceert als die het succes van die
nieuwe therapie illustreren)
1.3 BETROUWBAARHEID
Betrouwbaarheid
= mate waarin het resultaat onafhankelijk van toeval is
= wil zeggen dat er weinig toevallige fouten in je resultaten zitten
= als je het onderzoek herhaalt, steeds dezelfde resultaten krijgt
Interne betrouwbaarheid
= verwijst naar de mate waarin een onderzoeker onvoldoende transparant is om derden
toe te laten na te gaan hoe het onderzoek is verlopen
= impliceert dat een onderzoeker verantwoording aflegt over keuzes en bijsturingen of
aanpassingen
, Dit kan aan de hand van:
Audit trail (gedetailleerd verslag alle stappen onderzoek)
Peer debriefing (overleg en feedback met collega’s in loop onderzoek)
Externe betrouwbaarheid
= verwijst naar mate waarin een onderzoek herhaalbaar of repliceerbaar is
= impliceert dat als iemand anders, met dezelfde aanpak, het onderzoek zou overdoen,
die tot dezelfde bevindingen zou komen
Dit kan door onderzoek te herhalen aan de hand van:
Dezelfde methodes en dezelfde doelgroep
Dezelfde methodes en een andere doelgroep
Andere methodes en dezelfde doelgroep
Interbeoordeelaarsbetrouwbaarheid
= mate van overeenstemming tussen verschillende beoordelaars. Als dat dezelfde
uitkomsten oplevert, kan aangenomen worden dat het instrument ervoor zorgt dat
persoonlijke kenmerken van de onderzoeker geen invloed hebben op het gebruik van het
instrument
= kan je berekenen en wordt uitgedrukt in Cohen’s kappa
Altijd waarde tussen -1 en 1
0 = overeenstemming volledig op kans
1 = perfecte overeenstemming tussen observatoren