Stickertje op pagina 995
Staatsrecht: Gaat over de organisatie van de staat. Wie is waartoe bevoegd en op
basis waarvan? Een heel groot gedeelte is ongeschreven recht.
Bestuursrecht: Hoe wordt dit bestuurd? Wat voor vergunning zijn er nodig? Allemaal
geschreven recht. Is om de overheid in de tang te houden.
Bij de civiele rechten heb je
kantonrechter/ rechtbank
hof
hoge raad
Bij bestuursrecht heb je
Rechtbank
Raad van state (voorzitter is de koning)
We hebben geen ceremoniële koning, onze koning is heel betrokken bij het
wetgevingsproces.
Koning is bij de uitvoerende en rechterlijke macht (als je moet kiezen bij de
uitvoerende)
Zit ik in civiel recht of bestuursrecht?
Bij strafrecht zit eerst het publiek etc. en dan komt de strafrechter binnen.
Bestuursrechter heeft geen toga aan
Examenvraag: Een schorsende werking geldt wel in privaatrecht en niet in
publiekrecht.
In het civiele recht is de rechter lijdelijk. In het bestuursrecht is de rechter niet
lijdelijk.
Tweede kamer kiezen we rechtstreeks
Eerste kamer is getrapt bij de verkiezing voor de provinciale state. Die kiezen met
elkaar de eerste kamer. 75 mensen in de eerste kamer.
Verordeningen die de gemeente maakt hoort allemaal bij de gemeenteraad. De
gemeenteraad
Eerste kamer kan geen wetsvoorstellen indienen.
Wet in formele zin heeft het gehele proces doorstaan.
Wet in materiële zin: geldt voor iedereen. Hij moet voor herhaaldelijke dingen
toepasbaar zijn. Hoeft niet gemaakt te worden door de staten generaal en regering.
,Gemeenteraad maakt deze bij gemeente (want deze zijn gekozen). Zijn nooit wetten
in formele zin.
Formeel recht: Gaat over procederen
Materieel recht: Inhoud van de wet, de rechter regeltjes zelf
Op examen gaan ze stellingen maken hierover .
Publiekrecht
Besluit -> kijk altijd even is het een beschikking.
Wie is bevoegd? -> Algemene wet bestuursrecht
Taken en bevoegdheden verdelen, niet iedereen kan alles doen.
Hoe wordt het land bestuurd?
Bij een bestuur zijn er bestuursorganen.
Een besluit moet altijd schriftelijk genomen zijn
Raad van State kijkt naar rechtsvinding en waarheidsvinding. Advies van raad van
state is wel belangrijk maar niet bindend. Voorzitter van de raad van state: Koning.
Zodra het door de tweede kamer en eerste kamer is goedgekeurd moet de koning
ondertekenen.
Normaal bezwaar -> beroep -> hoger beroep
Je maakt bezwaar bij het bestuursorgaan welke het besluit genomen heeft.
Je bezwaar wordt ongegrond verklaard, dan ga je in beroep. Dan ga je naar de
bestuursrechter, in hoger beroep ga je naar de Raad van State.
Er zijn ook zaken waarbij je gelijk naar de Raad van State gaat.
Bezwaar is altijd exnunc. Ik beslis op het bezwaar adhv de regelgeving op moment
van het bezwaar.
Rechter en raad van state kijkt extunc. De rechter kijkt terug naar de regelgeving op
dat moment.
Bezwaar kijkt wel naar rechtmatigheid en doelmatigheid beleid. Beroep kijkt alleen
naar rechtmatigheid. De rechter mag niet op de stoel van het uitvoerend orgaan
gaan zitten.
Er zijn ook wetten waar je niet in beroep gaat bij de rechter maar bij de officier van
justitie. Die kijkt wel naar rechtmatigheid en doelmatigheid. Geregeld in de AWB.
,Let op:
Voor een aantal zaken kennen we geen hoger beroep, het gaat gelijk naar de Raad
van Staten.
Bijvoorbeeld beroep op
- Bestemmingsplannen
- Omgevingsplannen
- Milieuprocedures
Een nota is geen besluit.
Art: AWB 8:51a
Actiecomité is examenvraag
Examenvraag: delegatie mag nooit aan een ondergeschikte
Huiswerk voor volgende week: leegstandswet
Definities
Les 3
Publiekrecht heeft met publieke zaken te maken. Heeft met bestuursrecht te maken.
Privaatrecht gaat over geld. Publiekrecht gaat over macht/gezag, hoe verdelen we
dat, hoe houden we dat in de tang.
Wetgevende macht/ controleren
Uitvoerende macht
Hoe maken we een wet:
Minister -> ministerraad -> raad van state -> tweede kamer -> eerste kamer ->
koning -> bekendmaking -> Dit noemen we dan een wet in formele zin.
Alle gemeenten maken verordeningen -> Gemeenteraad maakt verordening
(bijvoorbeeld bouwverordening).
Verordening = wetgeving op elk niveau, maar vooral op laag niveau (provincie,
waterschap etc.)
Niet alle wetten in formele zin zijn wetten in materiële zin.
Uitzonderingen:
- Koning wet
- Miljoenennota (prinsjesdag)
- Nog een
, Privaatrechtelijke rechtspersonen -> Boek 2
Gesloten stelsel (alle rechtspersonen in het privaatrecht staan in boek 2, en VvE
maar die wordt wel verwezen naar boek 2 van boek 5) / notariële akte Art 2:30,
informele vereniging
Publiekrechtelijke rechtspersonen ->
Bij het bestuursrecht draaien de volgende dingen de hele tijd om elkaar heen:
- Belanghebbende
- Besluit
- Bestuursorgaan
Alles met handelingen zit nooit in het staatsrecht, die zitten altijd in het
bestuursrecht.
Hoe werkt dat nou? Handelingen is gewoon doen.
Het eerste onderscheid wat je moet maken zijn
feitelijke handelingen
en juridische handelingen (gericht op rechtsgevolg).
Je hebt hier privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtshandelingen.
We hebben eenzijdige en meerzijdige publiekrechtelijke rechtshandelingen.
Aankoop van grond door de gemeente is een privaatrechtelijke handeling.
Artikel 3:84 en 3:89 moet je weten.
Je kunt geen beslag leggen op de overheid.
Spontaan -> zonder rechterlijke tussenkomst
Hoe ontleden we een wet
1. Doelstellingen
2. Definitie
3. Instrumenten
4. Procedure (wet met of zonder vergunning moet je afvragen)
5. Handhaving
6. Rechtsbescherming
Als je een wet wilt begrijpen en uitpluizen, kun je dat in vijf stappen doen. Je kijkt
naar: doelstellingen, definities, instrumenten, procedure, handhaving, en
rechtsbescherming. Hieronder leg ik deze onderdelen stap voor stap uit in simpele
taal:
Staatsrecht: Gaat over de organisatie van de staat. Wie is waartoe bevoegd en op
basis waarvan? Een heel groot gedeelte is ongeschreven recht.
Bestuursrecht: Hoe wordt dit bestuurd? Wat voor vergunning zijn er nodig? Allemaal
geschreven recht. Is om de overheid in de tang te houden.
Bij de civiele rechten heb je
kantonrechter/ rechtbank
hof
hoge raad
Bij bestuursrecht heb je
Rechtbank
Raad van state (voorzitter is de koning)
We hebben geen ceremoniële koning, onze koning is heel betrokken bij het
wetgevingsproces.
Koning is bij de uitvoerende en rechterlijke macht (als je moet kiezen bij de
uitvoerende)
Zit ik in civiel recht of bestuursrecht?
Bij strafrecht zit eerst het publiek etc. en dan komt de strafrechter binnen.
Bestuursrechter heeft geen toga aan
Examenvraag: Een schorsende werking geldt wel in privaatrecht en niet in
publiekrecht.
In het civiele recht is de rechter lijdelijk. In het bestuursrecht is de rechter niet
lijdelijk.
Tweede kamer kiezen we rechtstreeks
Eerste kamer is getrapt bij de verkiezing voor de provinciale state. Die kiezen met
elkaar de eerste kamer. 75 mensen in de eerste kamer.
Verordeningen die de gemeente maakt hoort allemaal bij de gemeenteraad. De
gemeenteraad
Eerste kamer kan geen wetsvoorstellen indienen.
Wet in formele zin heeft het gehele proces doorstaan.
Wet in materiële zin: geldt voor iedereen. Hij moet voor herhaaldelijke dingen
toepasbaar zijn. Hoeft niet gemaakt te worden door de staten generaal en regering.
,Gemeenteraad maakt deze bij gemeente (want deze zijn gekozen). Zijn nooit wetten
in formele zin.
Formeel recht: Gaat over procederen
Materieel recht: Inhoud van de wet, de rechter regeltjes zelf
Op examen gaan ze stellingen maken hierover .
Publiekrecht
Besluit -> kijk altijd even is het een beschikking.
Wie is bevoegd? -> Algemene wet bestuursrecht
Taken en bevoegdheden verdelen, niet iedereen kan alles doen.
Hoe wordt het land bestuurd?
Bij een bestuur zijn er bestuursorganen.
Een besluit moet altijd schriftelijk genomen zijn
Raad van State kijkt naar rechtsvinding en waarheidsvinding. Advies van raad van
state is wel belangrijk maar niet bindend. Voorzitter van de raad van state: Koning.
Zodra het door de tweede kamer en eerste kamer is goedgekeurd moet de koning
ondertekenen.
Normaal bezwaar -> beroep -> hoger beroep
Je maakt bezwaar bij het bestuursorgaan welke het besluit genomen heeft.
Je bezwaar wordt ongegrond verklaard, dan ga je in beroep. Dan ga je naar de
bestuursrechter, in hoger beroep ga je naar de Raad van State.
Er zijn ook zaken waarbij je gelijk naar de Raad van State gaat.
Bezwaar is altijd exnunc. Ik beslis op het bezwaar adhv de regelgeving op moment
van het bezwaar.
Rechter en raad van state kijkt extunc. De rechter kijkt terug naar de regelgeving op
dat moment.
Bezwaar kijkt wel naar rechtmatigheid en doelmatigheid beleid. Beroep kijkt alleen
naar rechtmatigheid. De rechter mag niet op de stoel van het uitvoerend orgaan
gaan zitten.
Er zijn ook wetten waar je niet in beroep gaat bij de rechter maar bij de officier van
justitie. Die kijkt wel naar rechtmatigheid en doelmatigheid. Geregeld in de AWB.
,Let op:
Voor een aantal zaken kennen we geen hoger beroep, het gaat gelijk naar de Raad
van Staten.
Bijvoorbeeld beroep op
- Bestemmingsplannen
- Omgevingsplannen
- Milieuprocedures
Een nota is geen besluit.
Art: AWB 8:51a
Actiecomité is examenvraag
Examenvraag: delegatie mag nooit aan een ondergeschikte
Huiswerk voor volgende week: leegstandswet
Definities
Les 3
Publiekrecht heeft met publieke zaken te maken. Heeft met bestuursrecht te maken.
Privaatrecht gaat over geld. Publiekrecht gaat over macht/gezag, hoe verdelen we
dat, hoe houden we dat in de tang.
Wetgevende macht/ controleren
Uitvoerende macht
Hoe maken we een wet:
Minister -> ministerraad -> raad van state -> tweede kamer -> eerste kamer ->
koning -> bekendmaking -> Dit noemen we dan een wet in formele zin.
Alle gemeenten maken verordeningen -> Gemeenteraad maakt verordening
(bijvoorbeeld bouwverordening).
Verordening = wetgeving op elk niveau, maar vooral op laag niveau (provincie,
waterschap etc.)
Niet alle wetten in formele zin zijn wetten in materiële zin.
Uitzonderingen:
- Koning wet
- Miljoenennota (prinsjesdag)
- Nog een
, Privaatrechtelijke rechtspersonen -> Boek 2
Gesloten stelsel (alle rechtspersonen in het privaatrecht staan in boek 2, en VvE
maar die wordt wel verwezen naar boek 2 van boek 5) / notariële akte Art 2:30,
informele vereniging
Publiekrechtelijke rechtspersonen ->
Bij het bestuursrecht draaien de volgende dingen de hele tijd om elkaar heen:
- Belanghebbende
- Besluit
- Bestuursorgaan
Alles met handelingen zit nooit in het staatsrecht, die zitten altijd in het
bestuursrecht.
Hoe werkt dat nou? Handelingen is gewoon doen.
Het eerste onderscheid wat je moet maken zijn
feitelijke handelingen
en juridische handelingen (gericht op rechtsgevolg).
Je hebt hier privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtshandelingen.
We hebben eenzijdige en meerzijdige publiekrechtelijke rechtshandelingen.
Aankoop van grond door de gemeente is een privaatrechtelijke handeling.
Artikel 3:84 en 3:89 moet je weten.
Je kunt geen beslag leggen op de overheid.
Spontaan -> zonder rechterlijke tussenkomst
Hoe ontleden we een wet
1. Doelstellingen
2. Definitie
3. Instrumenten
4. Procedure (wet met of zonder vergunning moet je afvragen)
5. Handhaving
6. Rechtsbescherming
Als je een wet wilt begrijpen en uitpluizen, kun je dat in vijf stappen doen. Je kijkt
naar: doelstellingen, definities, instrumenten, procedure, handhaving, en
rechtsbescherming. Hieronder leg ik deze onderdelen stap voor stap uit in simpele
taal: