100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Examencommissie bedrijfswetenschappen en recht samenvatting NIEUWE studierichtingen: bedrijfswetenschappen 3e graad

Rating
-
Sold
1
Pages
7
Uploaded on
20-09-2025
Written in
2025/2026

Hier is een samenvatting van het vak 'bedrijfswetenschappen en recht' van het studierichting 'bedrijfswetenschappen' voor de 3e graad (5e & 6e leerjaar). Dit is een samenvatting voor de NIEUWE studierichtingen die aankomen vanaf september 1, 2025 dus geldig tot veel later! Dit is mijn samenvatting gemaakt in Augustus 2025 :)) Op het einde is er ook een mini samenvatting per hoofdstuk voor een snelle herhaling juist voor het examen of de avond ervoor.

Show more Read less
Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Study
3e graad
Course
School year
5

Document information

Uploaded on
September 20, 2025
Number of pages
7
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

1. Fiscaliteit & Boekhouden (35%)
Wat is boekhouden?
Boekhouden is het systematisch verzamelen, registreren en verwerken van alle nanciële
verrichtingen van een onderneming. Dit is verplicht voor elke onderneming omdat:
• de scus moet kunnen controleren hoeveel belastingen je moet betalen,
• banken en investeerders willen weten hoe gezond een onderneming is,
• de ondernemer zelf inzicht nodig heeft in winst/verlies.


Dubbel boekhouden
Elke verrichting wordt altijd dubbel geboekt: één keer in debet en één keer in credit.
• Debet = waar het geld naartoe gaat (activa, kosten).
• Credit = waar het geld vandaan komt (passiva, opbrengsten).
➡ Dit zorgt voor evenwicht: debet = credit.


Balans
Een balans is een momentopname van wat een onderneming heeft en verschuldigd is.
• Activa (bezittingen):
◦ Vaste activa (lange termijn): gebouwen, machines, installaties.
◦ Vlottende activa (korte termijn): voorraad, kasgeld, klanten die nog moeten betalen.

• Passiva ( nanciering):
◦ Eigen vermogen: geld van de eigenaars (kapitaal, reserves).
◦ Vreemd vermogen: schulden (leningen, leveranciersschulden).


Resultatenrekening
Overzicht van de opbrengsten (verkopen) en kosten (lonen, huur, energie). Het saldo = winst of
verlies.
• Opbrengsten > kosten → winst.
• Kosten > opbrengsten → verlies.


BTW (Belasting op Toegevoegde Waarde)
• Ondernemingen innen BTW voor de overheid.
• Tarieven in België:
◦ 21% (standaard, bv. elektronica, kleding),
◦ 12% (bepaalde goederen, bv. margarine, restaurant),
◦ 6% (basisgoederen, bv. voeding, boeken).
➡ Ondernemer moet elk kwartaal BTW-aangifte doen en doorstorten.

Belastingen
• Personenbelasting = voor zelfstandigen of natuurlijke personen.
• Vennootschapsbelasting = voor bedrijven met rechtspersoon.
• Sociale bijdragen = bijdragen aan de RSZ voor sociale zekerheid.


Boekhoudcyclus
1. Bewijsstukken verzamelen (facturen, kassatickets, bankuittreksels).
2. Inboeken in dagboeken (aankoopdagboek, verkoopdagboek, nancieel dagboek).
3. Overzetten naar grootboek (alle rekeningen).
4. Opstellen van balans en resultatenrekening.
5. Jaarrekening neerleggen bij de Nationale Bank.




fi fi fi fi

, 2. Financieel beleid (25%)

Financieel beleid = zorgen dat een onderneming genoeg geld heeft om te blijven draaien, te
groeien en verplichtingen te betalen.
Liquiditeit
• Kan het bedrijf op korte termijn (binnen 1 jaar) schulden terugbetalen?
• Belangrijkste ratio: current ratio = vlottende activa / vlottende passiva.
◦ Hoger dan 1 → bedrijf kan schulden op korte termijn betalen.
◦ Lager dan 1 → liquiditeitsproblemen mogelijk.


Solvabiliteit
• Kan het bedrijf op lange termijn schulden a ossen?
• Berekening: eigen vermogen / totaal vermogen.
◦ Hoe hoger, hoe beter (bv. > 30%).
• Bedrijf met lage solvabiliteit = te afhankelijk van leningen.


Rentabiliteit
• Winstgevendheid: hoeveel winst maakt het bedrijf in verhouding tot het kapitaal?
• Berekening: winst / eigen vermogen of winst / totaal vermogen.
• Belangrijk voor investeerders.


Cash ow
• Verschil tussen ontvangsten en uitgaven.
• Positieve cash ow = bedrijf heeft ruimte voor investeringen of schuldena ossing.
• Negatieve cash ow = gevaar → schulden stapelen op.


Financieringsbronnen
• Eigen vermogen: inbreng van de eigenaars, reserves, winst.
• Vreemd vermogen: leningen bij bank, leverancierskrediet (uitgestelde betaling), leasing.


Budgettering
• Vooruit plannen: welke inkomsten en uitgaven verwacht je?
• Maakt controle mogelijk: wat je plande vs. wat er echt gebeurt.


Investeringsanalyse
• Terugverdientijd: hoelang duurt het voor de investering zichzelf terugbetaalt.
• Netto-contante waarde (NCW): waarde van toekomstige inkomsten min kosten,
omgerekend naar vandaag.
• Bedrijven kiezen investeringen met positieve NCW.





fl flfl fl fl

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
melanielaurent2006
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
12
Member since
1 year
Number of followers
2
Documents
5
Last sold
1 month ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions