100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting: Ontwikkelingsleer

Rating
-
Sold
-
Pages
48
Uploaded on
19-09-2025
Written in
2024/2025

Deze samenvatting is gebaseerd op het leerjaar 2024/2025 en de daarbij behorende leerstof. Ik heb zelf een 8 gehaald met deze samenvatting.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 19, 2025
Number of pages
48
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Ontwikkelingsleer
Ook stof uit de literatuur, dus samenvatten (zie syllabus)!

College 1:
1.1 Hoe moeten we over ontwikkeling denken?
- Ontwikkelingspsychologie (= de veranderingen binnen personen gedurende de
levensloop en de verschillen en overeenkomsten tussen personen met betrekking tot
veranderingen) > je kijkt dus naar interpersoonlijke (per persoon) en
intrapersoonlijke (tussen mensen) verschillen.
- Ontwikkelingspsychologie bevat verschillende perspectieven: biologisch, cognitief,
sociaal en emoties.
- Wanneer vinden ontwikkelingen plaats:




- Wel kunnen binnen dezelfde leeftijdsgroepen natuurlijk veel verschillende dingen
plaatsvinden. Ook is leeftijd niet de oorzaak voor veranderingen, maar heeft vooral
een correlatie met verschillende veranderingen.
- Tijdschaal: Variabiliteit (= korte termijn veranderingen en omkeerbaar zijn) en
veranderingen (= blijvend) > variabliteit kan een verandering voorspellen
(bijvoorbeeld heel vaak negatieve emoties kan depressie voorspellen).

1.2 De wetenschap over levensontwikkeling:
- Doel van ontwikkelingsstudies: Onderzoek helpt bij het begrijpen van de factoren
die bijdragen aan groei, verandering en stabiliteit.
- Vroege fundamenten: De studie van de menselijke ontwikkeling kent historische
wortels, met belangrijke bijdragen van pioniers zoals Darwin en Freud.
- Moderne perspectieven: De levensloopbenadering kijkt naar ontwikkeling als een
multidimensionaal proces waarin biologische, cognitieve en sociaal-emotionele
aspecten elkaar beïnvloeden.

1.3 Hoe wordt ontwikkeling bestudeerd?
- Wetenschappelijke methode: Onderzoekers gebruiken systematische observatie,
hypothesetoetsing en empirische verificatie om theorieën over ontwikkeling te
formuleren.

Data verzameling:
- Onderzoeksmethoden omvatten interviews, vragenlijsten, observaties en biologische
metingen. Drie onderzoeksmethoden:

, 1. Casus (case study) = individuele gevallen.
2. Correlationeel = een correlatie zoeken tussen verschillende zaken voor
meer mensen.
3. Experimenteel = kijk of er een oorzaak-gevolg is in een gecontroleerde
setting (ook voor meer mensen).
- Dit zijn voorbeelden van verschillende meetmethoden:
1. Zelfrapportage (= mensen zelf laten rapporteren, of als iemand anders dit
doet (by proxy)). Voorbeelden: interview, vragenlijst of dagboek.
2. Gedragsobservatie (naturalistisch of gestructureerd).
3. Gestandaardiseerde testen (vergelijking met de norm, bijvoorbeeld een IQ-
test).
4. Fysiologie (EEG of hartritme bijvoorbeeld).

Ontwikkelingsonderzoek:
- Nature-nurture debat (= de interactie tussen genetische predisposities en
omgevingsinvloeden speelt een cruciale rol in de menselijke ontwikkeling)

Cross sectioneel:
(= verschil tussen personen met verschillende leeftijden)
- Cohort is een groep uit dezelfde culturele omgeving en dezelfde tijdsinterval.
Cohorteffect (= verschillen in variabelen die relevant zijn voor de ontwikkeling, die
voortkomen uit (niet leeftijdsgerelateerde) factoren waaraan iedere geboortecohort
werd blootgesteld). Dit is een probleem voor cross-sectioneel onderzoek omdat ze
zich kunnen voordoen als leeftijdseffecten.
- Voordelen cross-sectioneel: kost weinig tijd en dus goedkoop en toont
overeenkomsten en verschillen tussen leeftijdsgroepen. Nadelen: cohorteffecten,
geen individuele informatie en beperkt generaliseerbaar.

Longitudinaal design:
(= verschil binnen personen op verschillende leeftijden)
- Tijd-van-meting effect (= als effecten van historische events en trends tijdens de
dataverzameling invloed hebben op de resultaten) > dit is een probleem voor een
longitudinaal design.
- Voorbeeld van deze twee effecten is bijvoorbeeld corona. Als je wil onderzoeken of
adolescenten depressiever zijn dan andere leeftijdsgroepen, moet je ook niet
leeftijdsgerelateerde factoren, zoals corona, meenemen als je een effect hebt
gevonden.
- Voordelen longitudinaal: intrapersoonlijk en meet stabiliteit van veranderingen.
Nadelen: tijd-van-meting effecten, test-hertest effect en kans op uitval. Daarnaast
kost het veel tijd en geld.

Combinatie: Je volgt meerdere cohorten voor een langere periode (= sequentie-model).
Hierbij volg je verschillende cohorten over een langere periode (longitudinal), maar je
vergelijkt ook de verschillende cohorten per periode (cross-sectioneel). Hierdoor vallen de
cohorteffecten weg, omdat je dezelfde leeftijdsgroep op verschillende momenten meet.


Uitdagingen:

, - Er zijn veel verschillen tussen verschillende leeftijdsgroepen. Bijvoorbeeld
tussen baby’s, jongeren en ouderen. Zoals: productie van spraak, vermoeidheid,
subjectieve betekenis van concepten, etc. Hiermee moet dus rekening gehouden
worden tijdens onderzoeken, bijvoorbeeld door het onderzoek aan te passen aan je
leeftijdsgroep.
- Maar ook zaken zoals stereotypen kunnen een rol spelen (bijvoorbeeld als je het
geheugenverlies van ouderen wil meten en dit aan ze vertelt, gaan ze slechter
presteren aan de hand van stereotypen).
- Voorbeeld: Bij baby’s kun je de respons onderzoeken door (dis)habituatie. Dit werkt
als volgt. Hij gaat zich oriënteren, hij went aan de stimuli (habituatie) en je haalt de
stimuli weg (dishabituatie). Je kunt nu door het meten van het zuigreflex en het
kijkgedrag meten of de baby inderdaad niet meer geïnteresseerd is (niet kijken) als
de stimuli weg is.

Principes van de levensloop (Baltes):
1. Levenslang = de ontwikkeling gaat door tot de dood.
2. Multidisciplinair = je moet ontwikkeling vanuit verschillende perspectieven
benaderen.
3. Multidirectioneel = ontwikkeling gaat niet universeel dezelfde richting op.
Verschillende capaciteiten veranderen volgens verschillende patronen doorheen de
tijd (zoals de verschillende vormen van intelligentie die andere
ontwikkelingspatronen aannemen).
- Dit houdt ook in dat er veel individuele verschillen plaatsvinden tussen
mensen in deze ontwikkelingen. Iedereens ontwikkeling is uniek.
4. Gain-loss dynamiek = ontwikkeling gebeurt door een samenkomst van toename
(groei) en verlies (achteruitgang).
- Voorbeeld: Kinderen zouden als ze heel jong zijn nog alle talen kunnen
aanleren, maar om zich beter te ontwikkelen op hun moedertaal gaat dit ten
koste van deze vaardigheid. Hoe ouder je wordt, hoe groter het verlies wordt.
5. Plasticiteit en beperkingen = vermogen om te veranderen als reactie op de
omgeving.
- Voorbeeld: Een gevoelig persoon (een moeilijke baby) is het meest
kwetsbaar voor negatieve factoren, maar kan ook meer profiteren in een
positieve context. Terwijl bij minder gevoelige personen de omgeving bijna
geen invloed heeft hun ontwikkeling.
6. Historische inbedding = het verloop van leeftijd is gerelateerd of gevormd door de
socio-culturele condities van een historische periode (cohort en tijd-van-meting).
- Voorbeelden: gezondheidsproblemen, pensioen of oorlog.
7. Contextuele invloeden op ontwikkeling. Normative age-graded (=
omgevingsinvloeden voor iedereen, puberteit), normative history-graded (=
omgevingsinvloeden die gelinkt zijn aan bepaald cohort, oorlog) en non-normative
(= unieke effecten, syndroom van down). Deze zaken worden beïnvloed door
biologie, omgeving en een combinatie van deze twee.

College 2:
2.1 Ontwikkelingstheorieën en hun kernvragen:
- Binnen de ontwikkelingspsychologie bevinden zich vier debatten:

, 1. Nature-nurture debat. In hoeverre zijn eigenschappen aangeboren of
aangeleerd.
2. Activiteit en passiviteit. In hoeverre beïnvloeden individuen actief hun eigen
ontwikkeling versus hoe sterk worden ze gevormd door externe factoren?
3. Continuïteit en discontinuïteit. Is ontwikkeling een geleidelijk proces
(continue) of verloopt het in duidelijke stadia (discontinue) met kwalitatieve
veranderingen? Voorbeeld: Taalontwikkeling is bijvoorbeeld continue omdat
kinderen naarmate ze ouder worden steeds meer woordenschat leren.
4. Universaliteit en contextafhankelijk. Zijn ontwikkelingspatronen universeel
of afhankelijk van culturele en sociale factoren. Voorbeeld: Emotionele
ontwikkeling zowel universeel (basisemoties) als cultuurafhankelijk (uiting van
emoties).
- Voor alle debatten geldt dat de waarheid in het midden van het debat
ligt (bijvoorbeeld nature en nurture moeten samen gecombineerd
worden om dingen uit te leggen).

2.2 Psychoanalytische theorieën:
- Psychoanalytische theorieën leggen de nadruk op innerlijke conflicten en onbewuste
processen die het menselijk gedrag beïnvloeden:
1. Freud’s psychoseksuele theorie. Freud stelde dat de persoonlijkheid zich
ontwikkelt door vijf psychoseksuele stadia: oraal, anaal, fallisch, latent en
genitaal.
2. Erikson’s psychosociale theorie. Erikson breidde Freud’s ideeën uit en
introduceerde acht stadia van psychosociale ontwikkeling, waarin sociale
relaties en identiteitsvorming centraal staan. Wanneer iemand een stadium
succesvol doorbrengt, leidt dit tot deugden (= positieve
persoonlijkheidskenmerken).
- Erikson’s theorie bevat de elementen: nature, nurture, activiteit,
discontinue en universeel. Leer ook de basis deugden!




2.3 Leertheorieën:
- Deze theorieën richten zich op observeerbaar gedrag en hoe leren plaatsvindt:
1. Watson’s klassieke conditionering. Gedrag wordt gestimuleerd door
associaties tussen stimuli en reacties. Voorbeeld: Baby’s leren van hun
ouders te houden, omdat ze positieve associaties maken, bijvoorbeeld door
borstvoeding.
$8.59
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
juliekeusters

Get to know the seller

Seller avatar
juliekeusters Tilburg University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
15
Last sold
4 weeks ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions