Hoorcollege 2 Hoe ontstaat onderzoek 3 september week 1
Moelijke woorden
Paradigma: Een zienswijze. Gedeelde opvattingen en aannames, nieuwe
kennis kan leiden tot een paradigma verschuiving
Paradigma verschuiving in CW
Ontologie: Zijnsleer. Opvattingen over hoe de sociale werkelijkheid is
opgebouwd, bepaald hoe wetenschappers denken en onderzoek
verrichten
Epistomologie: Kennisleer. Opvattingen over wat als kennis telt en hoe
kennis moet worden vergaard. Bepaalt welke onderzoeksmethoden
worden gebruikt en wat de kwaliteit daarvan is.
Twee stromingen in communicatie wetenschap
Worldview 1:
Empirisch analytisch Kwantitatief onderzoek
- Nadruk op nomothetische kennis= wetmatigheden/generaliseren
- Reductionistisch: Eenheid gereduceerd tot variabelen
- Objectief: ‘Derdepersoonsperspectief’
Verschillende ontologische en epistemologische uitgangspunten
(maar wél beide empirisch)
Wordview II:
Empirisch-interpretatief Kwalitatief onderzoek
- Nadruk op idiografische kennis = begrip van het unieke
- Holistisch: eenheid als geheel
- Subjectief: eerstepersoonsperspectief
Kwalitatief Kwantitatief
Kenmerk
onderzoek onderzoek
Doel Inzicht, begrijpen Meten, verklaren
Vragen Open Gesloten
Data Tekst, verhalen Cijfers, statistieken
Groepsgrootte Klein Groot
Diepgaand, Breed,
Resultaten
beschrijvend generaliseerbaar
Onderzoeksmethod Interviews, Enquêtes,
en observaties experimenten
Analyse Interpretatief Statistisch
(chat)
Verschillende ontologische en epistemologische uitgangspunten
(maar wél beide empirisch)
, Moeilijke woorden- geordend
de empirische cyclus
Moelijke woorden
Paradigma: Een zienswijze. Gedeelde opvattingen en aannames, nieuwe
kennis kan leiden tot een paradigma verschuiving
Paradigma verschuiving in CW
Ontologie: Zijnsleer. Opvattingen over hoe de sociale werkelijkheid is
opgebouwd, bepaald hoe wetenschappers denken en onderzoek
verrichten
Epistomologie: Kennisleer. Opvattingen over wat als kennis telt en hoe
kennis moet worden vergaard. Bepaalt welke onderzoeksmethoden
worden gebruikt en wat de kwaliteit daarvan is.
Twee stromingen in communicatie wetenschap
Worldview 1:
Empirisch analytisch Kwantitatief onderzoek
- Nadruk op nomothetische kennis= wetmatigheden/generaliseren
- Reductionistisch: Eenheid gereduceerd tot variabelen
- Objectief: ‘Derdepersoonsperspectief’
Verschillende ontologische en epistemologische uitgangspunten
(maar wél beide empirisch)
Wordview II:
Empirisch-interpretatief Kwalitatief onderzoek
- Nadruk op idiografische kennis = begrip van het unieke
- Holistisch: eenheid als geheel
- Subjectief: eerstepersoonsperspectief
Kwalitatief Kwantitatief
Kenmerk
onderzoek onderzoek
Doel Inzicht, begrijpen Meten, verklaren
Vragen Open Gesloten
Data Tekst, verhalen Cijfers, statistieken
Groepsgrootte Klein Groot
Diepgaand, Breed,
Resultaten
beschrijvend generaliseerbaar
Onderzoeksmethod Interviews, Enquêtes,
en observaties experimenten
Analyse Interpretatief Statistisch
(chat)
Verschillende ontologische en epistemologische uitgangspunten
(maar wél beide empirisch)
, Moeilijke woorden- geordend
de empirische cyclus