Fysiopathologie
Cellulaire reacties op schadelijke prikkels
Inleiding
Beginnen met het celniveau. Inwendige aandoeningen is wanneer fysiologie misloopt. Welke
fysiologische processen verlopen in zieke weefsels?
Celpathologie gebeurt op celniveau, waarbij bepaalde mechanismen de celfunctie verstoren met een
celfunctieverlies al gevolg. Deze verstoringen kunnen zowel in het intra- als extracellulair milieu
plaatsvinden. Men spreekt pas effectief van een pathologie wanneer er een functieverlies is.
Er gaan heel wat reactiepatronen plaatsvinden door ons afweermechanisme. Het afweermechanisme
heeft o.a als doel om de homeostase te behouden. Bv. Constante lichaamstemperatuur zodanig dat
de fysiologische processen en enzymen optimaal kunnen functioneren. Je moet een sensor hebben
om deze parameter te registreren en een informatiesysteem om de informatie van de sensor te
integreren. Een van deze systemen gaat de temperatuur kunnen beïnvloeden. Homeostase vereist
veel dynamische processen die constant aan de gang zijn om het constante te behouden. Alles is
altijd in beweging. Ook pH is een belangrijk homeostase systeem.
Celbeschadiging
Een patholgie is te herleiden naar de 4 elementen van een cel. Celbeschadiging is een toestand
waarbij, door intra of extra cellulaire invloeden, de cel niet meer in staat is om het interne milieu
binnen bepaalde grenzen te handhaven (homeostase). Het zorgt voor het in stand houden van de
integriteit van de celmembranen want zonder celmembraan of een beschadigd membraan heb je
geen cel. Het zal er ook voor zorgen dat transport tussen buiten en binnenwereld van de cellen
gereguleerd wordt door transmembranaire eiwitten. Er zijn zaken die in de cel moeten binnen
komen: Zuurstof en glucose (basisbrandstof) zijn de belangrijkste substraten zonder deze zal de cel
heel snel afsterven (er zijn er nog anderen). Je zal in de cel iets nodig hebben om brandstof om te
zetten, de mitochondria zijn de “kerncentrales” van de cel en bevatten het merendeel van de
enzymactiviteit van de cel. Daarnaast heb je genetisch informatie nodig. Dankzij dit weet de cel hoe
het oorspronkelijk was, maar is ook een gebruiksaanwijzing hoe het dagdagelijks moet werken. Elke
pathologie kan je herleiden door een probleem met een van de vier kenmerken
Oorzaken celbeschadiging
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen fysische oorzaken, chemische oorzaken en
microbiologische oorzaken
Fysische oorzaken
Mechanisch trauma: Deel van het weefsel beschadigd door verplettering, brandwonde, … Er heeft
een mechanische kracht ingewerkt op het weefsel
Temperatuurwisseling: Cellen kunnen niet tegen grote temperatuurwisselingen. Enzymen kunnen
enkel functioneren in een optimale omgevingstemperatuur.
Atmosferische drukveranderingen: Komt vaak voor bij decompressieziektes bij duikers
Ioniserende straling: radioactieve straling
Chemische oorzaken
1
,Hypoxie: Is een van de belangrijkste oorzaken (te kort aan O 2). Zuurstof is een van de belangrijkste
voedingsstoffen van je cel.
Intoxicatie: Door stoffen die zich niet in de cellen mogen bevingen
Voedingsdefficiëntie: Bepaalde stoffen worden niet aangevoerd terwijl de cellen ze nodig hebben.
Microbiologische oorzaken
Infectieziektes
Immunologische reacties: Je kan de schade hier altijd terugbrengen naar een van de 4 systemen
Genetische oorzaken
Stofwisselingsziekten: Bv. Muco: uitwisseling van chloor-ion wordt verstoord. Hierdoor zijn de
slijmen van de patiënten abnormaal dens, naast respiratoire aandoeningen krijgen ze later ook
problemen in het GI-systeem.
Fysische oorzaken
Mechanische traumata
Bij een aantasting van de arteriële bloedvoorziening, van het bovenlichaam bv., is er geen
rechtstreekse aantasting van de weefsels in de hand, maar het weefsel zal wel lijden aan het
onvoldoende zuurstofgehalte. Naast een directe cel- en weefselbeschadiging behoort een verstoring
van de bloedvoorziening ook bij een mechanische trauma.
Extreme temperatuurwisseling
Er vindt een denaturatie van eiwitten plaats en een hypermetabolisme1 bij te hoge temperaturen.
Hypermetabolisme zal een reactie zijn van de weefsels om zich aan te passen aan de pathologische
temperaturen.
Bij afkoeling zal er eerder een vasoconstrictie plaats vinden. Dit zal lijden tot een verminderde
weefselperfusie. Als de afkoeling te sterk is kunnen er zich zelfs ijskristallen vormen (lichaam bestaat
uit 70% water). Als deze zich geleidelijk aan vormen zullen ze op microschaal schade met zich
meebrengen. Deze ijskristallen vormen zich vooral in de intracellulaire ruimte. Wanneer er
vaatwandbeschadiging is kan dit leiden tot een intravasale stolling 2.
Elektrische schokken
Bij ongevallen of onweer, maar ook iatrogeen (als medische behandelingen). Hierbij wordt er E in
weefsels afgegeven, die moet ergens verloren geraakt en gaat omgevormd worden in hitte. De ernst
van de beschadiging is afhankelijk van weerstand van weefsels en mate van elektrische spanning.
Atmosferische drukveranderingen
Algemene gaswet: p x V = n x R x T. Als de druk wijzigt, zal je volume ook wijzigen. De cellen gaan op
dat moment onderdrukt worden en barsten. Of ze gaan onder druk staan en zodanig samengedrukt
worden dat ze niet meer gaan kunnen functioneren.
Alle gassen zijn onderhevig aan de gaswet, dit houdt dus in dat atmosferische druk gevolgen heeft
voor de hoeveelheid zuurstof je inneemt.
1
De fysiologische staat van een verhoogde metabolische activiteit. Wordt gekenmerkt door een abnormale
verhoogde basale metabolische snelheid (BMR = snelheid van energieverbruik per tijdseenheid door lichamen in
rust (joule/s of mlO2/min of J/(uur x kg).
2
Stolling van het bloedvatenstelsel. Stollingsfactoren worden op dat moment gebruikt en men krijgt
bloedingen op andere plaatsen als gevolg.
2
,Bij een acute decompressie spreekt men van de caissonziekte. Dit komt voor bij mensen die in een
omgeving met een verhoogde druk hebben gezeten en dan weer in een omgeving met een lagere
druk komen. Er zal bijgevolg meer stikstofgas in het bloed en de weefsels opgelost worden.
Ioniserende stralingen
Elektromagnetisch: Röntgenstralen en y-stralen. Of UV (niet ioniserend!)
Ioniserend: straling is in staat om stabiele moleculen te ioniseren en omvormen tot ionen en dit kan
lijden tot pathologie.
Alfa en bèta, neutronen en protonenstralen zijn vooral in atoomwapens te vinden. Ze worden
echter ook gebruikt als reactieve isotopen om de kankercellen te beschadigen.
Radiolyse is wanneer het water in het lichaam gescheiden wordt in reactieve componenten, in OH -
en H+. Dezen gaan reageren met de transmembraaneiwitten, DNA of nog membraan lipiden. Alles
wat met DNA reageert veroorzaakt genetische wijzigingen, het kan zo voor dubbelstrengbreuken
zorgen waardoor de transcriptie in gevaar komt. Bij zo’n breuk zal de replicatie niet meer verder
kunnen gaan. Voor de membraanlipiden is er peroxidering als gevolg (het binden met OH -) met een
functieverlies als gevolg.
Bij een te grote schade aan de cel zal er een celdood plaats vinden. Er zijn twee manieren waarop
cellen sterven: Apoptose en necrose.
Apoptose is een geprogrammeerde celdood, necrose is een niet geprogrammeerde celdood. Verschil
op fysiologisch niveau: necrose houdt inflammatoire reactie, en wordt gezien als schade voor
lichaam, apoptose niet.
DNA schade op langere termijn kan voor mutaties zorgen, die niet de onmiddelijke celdood met zich
meebrengt. Het verandert wel de genotype, dus als cellen overleven, hebben ze hun optimale vorm
niet meer. Dit kan soms leiden tot het doorgeven van stamcellen met mutaties aan de volgende
generaties. Dit kan zorgen voor tumorprocessen of schade aan de kiemcellen.
Het gevolg van straling op weefselniveau hangt af van de mate van de vasculaire schade, de schade
thv de parenchymateuze cellen en aan het genoom.
Chemische oorzaken
Hypoxie
Het gebrek aan zuurstof in de cel door heel vele verschillende oorzaken. Stremming van het
bloedtoevoer. Dit kan acuut zijn bij een trauma of chronisch, dit zorgt dan voor een ischemie. Hierbij
is het arteriële of veneuze bloedtoe- of afvoer van een orgaan verstoord. Het kan zijn door
atherosclerose waarbij aterome plakken zich binnen het bloedvat opbouwen, er vindt een
geleidelijke stremming plaats van de bloedvaten.
Daarnaast kan er een trombose zijn waarbij er vreemd materiaal in de bloedbaan (venen of arterien)
komt vast te zitten. Dus onvoldoende zuurstofcapaciteit.
Ischemie kan zelf voorkomen door een intoxicatie. Op cellulair vlak is er geen probleem met de
zuurstofwegen of zuurstofcapaciteit van het bloed, maar het geraakt niet meer IN de cel. Dit terwijl
alle parameters normaal zijn.
Zuurstof is het substraat waarvoor de cel het meest gevoelig is. Afh van de persoon en andere
factoren sterft een cel af tussen 3-5 minuten zonder zuurstof. Dit is heel snel! De hersenen gaan het
snelst afsterven bij zuurstof tekort, is het meest gevoelig voor zuurstof tekort
3
, Intoxicatie
Dit is een vergiftiging door exogene of endogene oorzaken. (chemicaliën of medicamenten).
Een endogene oorzaak is bv bij een massieve celdestructie, hierbij worden er metabolieten (zoals
kalium) vrijgegeven. Als deze massaal worden vrijgegeven gaan ze de cel vergiftigen en de dood van
de cel veroorzaken. Een chemokuur kan een massieve celdestructie met zich meebrengen.
Medicatie is een exogene oorzaak. Cyanide kan zo binden aan het mitochondriale
cytochroomoxidasesysteem3 waardoor het de oxidatieve fosforylering zal stop zetten en je geen
zuurstof gaat kunnen gebruiken om glucose om te zetten in ATP.
Daarnaast zijn er de zware metalen zoals kwik en lood. Zijn gaan interageren met de
sulfhydrylbruggen en verstoren zo het ionentransport.
In de lever kunnen bepaalde stoffen omgezet worden in vrije radicalen. Zijn gaan de lipiden in het
celmembraan van het ER peroxideren waardoor de eiwitsynthese verstoord is er een opeenhoping
van triglyceriden in het cytoplasma zal zijn. Dit zal uiteindelijk leiden tot een functieverlies.
Voedingsdefficiëntie
Zie voorbeeldlijst in lichaam.
Vitaminen zijn co-factoren of kathalysatoren. Het hoeft niet in massale hoeveelheden aanwezig,
maar de kleine hoeveelheden zijn superbelangrijk.
Scheurbuik bij gebrek aan vitamine C.
Microbiologische oorzaken
Infecties
Door invasie en celdood (direct) of doormechanismen van intoxicatie: exotoxine, bacteriën of
virussen. Deze laatste gaan toxines secreteren die een pathologie gaan ontwikkelen. Daarnaast kan
een infectie plaatsvinden door een inductie van een immuunrespons, dit is wanneer een
afweermechanisme reactie zo sterk is dat die zelf schade gaat meebrengen.
Vb. Directe virale invasie brengt membraanschade met zich mee, het verstoort de permeabiliteit van
het membraan waardoor de integriteit van membraan (basis kenmerk!) is aangetast en cel kan dus
niet meer normaal functioneren. Antigeen expressie is een ander gevolg: Antigen wordt uitgedrukt
aan de oppervlakte van de cel waardoor het herkend wordt als lichaamsvreemd materiaal en wordt
afgebroken
Exotoxinen
Zie infecties.
Immunologische reacties
Er worden antilichamen gevormd tegen celmembraangeassocieerde antigenen die een cytolytische
reactie4 veroorzaken. Het activeert het membrane attack complex.
Er kunnen ook celgemedieerde overgevoeligheidsreacties ontstaan tegen het membraanantigen.
Hierdoor gaan cytotoxische T-cellen perforinen aanbrengen in de membraan van de doelwitcel en dit
leidt tot apoptose.
Genetische oorzaken
3
Het enzym cytochroomc oxidase wordt ookwel complex IV van de oxidatieve fosforylering genoemd. Het
oxideert vier moleculen cytochroom c en reduceert 1 molecule O 2 waarbij 2 moleculen H2O gevormd worden.
Het is het laatste enzym van de elektronentransportketen in de binnenste membraan van de mitochondria.
4
Dood van de cel als gevolg van de breuk van het cellichaam
4
Cellulaire reacties op schadelijke prikkels
Inleiding
Beginnen met het celniveau. Inwendige aandoeningen is wanneer fysiologie misloopt. Welke
fysiologische processen verlopen in zieke weefsels?
Celpathologie gebeurt op celniveau, waarbij bepaalde mechanismen de celfunctie verstoren met een
celfunctieverlies al gevolg. Deze verstoringen kunnen zowel in het intra- als extracellulair milieu
plaatsvinden. Men spreekt pas effectief van een pathologie wanneer er een functieverlies is.
Er gaan heel wat reactiepatronen plaatsvinden door ons afweermechanisme. Het afweermechanisme
heeft o.a als doel om de homeostase te behouden. Bv. Constante lichaamstemperatuur zodanig dat
de fysiologische processen en enzymen optimaal kunnen functioneren. Je moet een sensor hebben
om deze parameter te registreren en een informatiesysteem om de informatie van de sensor te
integreren. Een van deze systemen gaat de temperatuur kunnen beïnvloeden. Homeostase vereist
veel dynamische processen die constant aan de gang zijn om het constante te behouden. Alles is
altijd in beweging. Ook pH is een belangrijk homeostase systeem.
Celbeschadiging
Een patholgie is te herleiden naar de 4 elementen van een cel. Celbeschadiging is een toestand
waarbij, door intra of extra cellulaire invloeden, de cel niet meer in staat is om het interne milieu
binnen bepaalde grenzen te handhaven (homeostase). Het zorgt voor het in stand houden van de
integriteit van de celmembranen want zonder celmembraan of een beschadigd membraan heb je
geen cel. Het zal er ook voor zorgen dat transport tussen buiten en binnenwereld van de cellen
gereguleerd wordt door transmembranaire eiwitten. Er zijn zaken die in de cel moeten binnen
komen: Zuurstof en glucose (basisbrandstof) zijn de belangrijkste substraten zonder deze zal de cel
heel snel afsterven (er zijn er nog anderen). Je zal in de cel iets nodig hebben om brandstof om te
zetten, de mitochondria zijn de “kerncentrales” van de cel en bevatten het merendeel van de
enzymactiviteit van de cel. Daarnaast heb je genetisch informatie nodig. Dankzij dit weet de cel hoe
het oorspronkelijk was, maar is ook een gebruiksaanwijzing hoe het dagdagelijks moet werken. Elke
pathologie kan je herleiden door een probleem met een van de vier kenmerken
Oorzaken celbeschadiging
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen fysische oorzaken, chemische oorzaken en
microbiologische oorzaken
Fysische oorzaken
Mechanisch trauma: Deel van het weefsel beschadigd door verplettering, brandwonde, … Er heeft
een mechanische kracht ingewerkt op het weefsel
Temperatuurwisseling: Cellen kunnen niet tegen grote temperatuurwisselingen. Enzymen kunnen
enkel functioneren in een optimale omgevingstemperatuur.
Atmosferische drukveranderingen: Komt vaak voor bij decompressieziektes bij duikers
Ioniserende straling: radioactieve straling
Chemische oorzaken
1
,Hypoxie: Is een van de belangrijkste oorzaken (te kort aan O 2). Zuurstof is een van de belangrijkste
voedingsstoffen van je cel.
Intoxicatie: Door stoffen die zich niet in de cellen mogen bevingen
Voedingsdefficiëntie: Bepaalde stoffen worden niet aangevoerd terwijl de cellen ze nodig hebben.
Microbiologische oorzaken
Infectieziektes
Immunologische reacties: Je kan de schade hier altijd terugbrengen naar een van de 4 systemen
Genetische oorzaken
Stofwisselingsziekten: Bv. Muco: uitwisseling van chloor-ion wordt verstoord. Hierdoor zijn de
slijmen van de patiënten abnormaal dens, naast respiratoire aandoeningen krijgen ze later ook
problemen in het GI-systeem.
Fysische oorzaken
Mechanische traumata
Bij een aantasting van de arteriële bloedvoorziening, van het bovenlichaam bv., is er geen
rechtstreekse aantasting van de weefsels in de hand, maar het weefsel zal wel lijden aan het
onvoldoende zuurstofgehalte. Naast een directe cel- en weefselbeschadiging behoort een verstoring
van de bloedvoorziening ook bij een mechanische trauma.
Extreme temperatuurwisseling
Er vindt een denaturatie van eiwitten plaats en een hypermetabolisme1 bij te hoge temperaturen.
Hypermetabolisme zal een reactie zijn van de weefsels om zich aan te passen aan de pathologische
temperaturen.
Bij afkoeling zal er eerder een vasoconstrictie plaats vinden. Dit zal lijden tot een verminderde
weefselperfusie. Als de afkoeling te sterk is kunnen er zich zelfs ijskristallen vormen (lichaam bestaat
uit 70% water). Als deze zich geleidelijk aan vormen zullen ze op microschaal schade met zich
meebrengen. Deze ijskristallen vormen zich vooral in de intracellulaire ruimte. Wanneer er
vaatwandbeschadiging is kan dit leiden tot een intravasale stolling 2.
Elektrische schokken
Bij ongevallen of onweer, maar ook iatrogeen (als medische behandelingen). Hierbij wordt er E in
weefsels afgegeven, die moet ergens verloren geraakt en gaat omgevormd worden in hitte. De ernst
van de beschadiging is afhankelijk van weerstand van weefsels en mate van elektrische spanning.
Atmosferische drukveranderingen
Algemene gaswet: p x V = n x R x T. Als de druk wijzigt, zal je volume ook wijzigen. De cellen gaan op
dat moment onderdrukt worden en barsten. Of ze gaan onder druk staan en zodanig samengedrukt
worden dat ze niet meer gaan kunnen functioneren.
Alle gassen zijn onderhevig aan de gaswet, dit houdt dus in dat atmosferische druk gevolgen heeft
voor de hoeveelheid zuurstof je inneemt.
1
De fysiologische staat van een verhoogde metabolische activiteit. Wordt gekenmerkt door een abnormale
verhoogde basale metabolische snelheid (BMR = snelheid van energieverbruik per tijdseenheid door lichamen in
rust (joule/s of mlO2/min of J/(uur x kg).
2
Stolling van het bloedvatenstelsel. Stollingsfactoren worden op dat moment gebruikt en men krijgt
bloedingen op andere plaatsen als gevolg.
2
,Bij een acute decompressie spreekt men van de caissonziekte. Dit komt voor bij mensen die in een
omgeving met een verhoogde druk hebben gezeten en dan weer in een omgeving met een lagere
druk komen. Er zal bijgevolg meer stikstofgas in het bloed en de weefsels opgelost worden.
Ioniserende stralingen
Elektromagnetisch: Röntgenstralen en y-stralen. Of UV (niet ioniserend!)
Ioniserend: straling is in staat om stabiele moleculen te ioniseren en omvormen tot ionen en dit kan
lijden tot pathologie.
Alfa en bèta, neutronen en protonenstralen zijn vooral in atoomwapens te vinden. Ze worden
echter ook gebruikt als reactieve isotopen om de kankercellen te beschadigen.
Radiolyse is wanneer het water in het lichaam gescheiden wordt in reactieve componenten, in OH -
en H+. Dezen gaan reageren met de transmembraaneiwitten, DNA of nog membraan lipiden. Alles
wat met DNA reageert veroorzaakt genetische wijzigingen, het kan zo voor dubbelstrengbreuken
zorgen waardoor de transcriptie in gevaar komt. Bij zo’n breuk zal de replicatie niet meer verder
kunnen gaan. Voor de membraanlipiden is er peroxidering als gevolg (het binden met OH -) met een
functieverlies als gevolg.
Bij een te grote schade aan de cel zal er een celdood plaats vinden. Er zijn twee manieren waarop
cellen sterven: Apoptose en necrose.
Apoptose is een geprogrammeerde celdood, necrose is een niet geprogrammeerde celdood. Verschil
op fysiologisch niveau: necrose houdt inflammatoire reactie, en wordt gezien als schade voor
lichaam, apoptose niet.
DNA schade op langere termijn kan voor mutaties zorgen, die niet de onmiddelijke celdood met zich
meebrengt. Het verandert wel de genotype, dus als cellen overleven, hebben ze hun optimale vorm
niet meer. Dit kan soms leiden tot het doorgeven van stamcellen met mutaties aan de volgende
generaties. Dit kan zorgen voor tumorprocessen of schade aan de kiemcellen.
Het gevolg van straling op weefselniveau hangt af van de mate van de vasculaire schade, de schade
thv de parenchymateuze cellen en aan het genoom.
Chemische oorzaken
Hypoxie
Het gebrek aan zuurstof in de cel door heel vele verschillende oorzaken. Stremming van het
bloedtoevoer. Dit kan acuut zijn bij een trauma of chronisch, dit zorgt dan voor een ischemie. Hierbij
is het arteriële of veneuze bloedtoe- of afvoer van een orgaan verstoord. Het kan zijn door
atherosclerose waarbij aterome plakken zich binnen het bloedvat opbouwen, er vindt een
geleidelijke stremming plaats van de bloedvaten.
Daarnaast kan er een trombose zijn waarbij er vreemd materiaal in de bloedbaan (venen of arterien)
komt vast te zitten. Dus onvoldoende zuurstofcapaciteit.
Ischemie kan zelf voorkomen door een intoxicatie. Op cellulair vlak is er geen probleem met de
zuurstofwegen of zuurstofcapaciteit van het bloed, maar het geraakt niet meer IN de cel. Dit terwijl
alle parameters normaal zijn.
Zuurstof is het substraat waarvoor de cel het meest gevoelig is. Afh van de persoon en andere
factoren sterft een cel af tussen 3-5 minuten zonder zuurstof. Dit is heel snel! De hersenen gaan het
snelst afsterven bij zuurstof tekort, is het meest gevoelig voor zuurstof tekort
3
, Intoxicatie
Dit is een vergiftiging door exogene of endogene oorzaken. (chemicaliën of medicamenten).
Een endogene oorzaak is bv bij een massieve celdestructie, hierbij worden er metabolieten (zoals
kalium) vrijgegeven. Als deze massaal worden vrijgegeven gaan ze de cel vergiftigen en de dood van
de cel veroorzaken. Een chemokuur kan een massieve celdestructie met zich meebrengen.
Medicatie is een exogene oorzaak. Cyanide kan zo binden aan het mitochondriale
cytochroomoxidasesysteem3 waardoor het de oxidatieve fosforylering zal stop zetten en je geen
zuurstof gaat kunnen gebruiken om glucose om te zetten in ATP.
Daarnaast zijn er de zware metalen zoals kwik en lood. Zijn gaan interageren met de
sulfhydrylbruggen en verstoren zo het ionentransport.
In de lever kunnen bepaalde stoffen omgezet worden in vrije radicalen. Zijn gaan de lipiden in het
celmembraan van het ER peroxideren waardoor de eiwitsynthese verstoord is er een opeenhoping
van triglyceriden in het cytoplasma zal zijn. Dit zal uiteindelijk leiden tot een functieverlies.
Voedingsdefficiëntie
Zie voorbeeldlijst in lichaam.
Vitaminen zijn co-factoren of kathalysatoren. Het hoeft niet in massale hoeveelheden aanwezig,
maar de kleine hoeveelheden zijn superbelangrijk.
Scheurbuik bij gebrek aan vitamine C.
Microbiologische oorzaken
Infecties
Door invasie en celdood (direct) of doormechanismen van intoxicatie: exotoxine, bacteriën of
virussen. Deze laatste gaan toxines secreteren die een pathologie gaan ontwikkelen. Daarnaast kan
een infectie plaatsvinden door een inductie van een immuunrespons, dit is wanneer een
afweermechanisme reactie zo sterk is dat die zelf schade gaat meebrengen.
Vb. Directe virale invasie brengt membraanschade met zich mee, het verstoort de permeabiliteit van
het membraan waardoor de integriteit van membraan (basis kenmerk!) is aangetast en cel kan dus
niet meer normaal functioneren. Antigeen expressie is een ander gevolg: Antigen wordt uitgedrukt
aan de oppervlakte van de cel waardoor het herkend wordt als lichaamsvreemd materiaal en wordt
afgebroken
Exotoxinen
Zie infecties.
Immunologische reacties
Er worden antilichamen gevormd tegen celmembraangeassocieerde antigenen die een cytolytische
reactie4 veroorzaken. Het activeert het membrane attack complex.
Er kunnen ook celgemedieerde overgevoeligheidsreacties ontstaan tegen het membraanantigen.
Hierdoor gaan cytotoxische T-cellen perforinen aanbrengen in de membraan van de doelwitcel en dit
leidt tot apoptose.
Genetische oorzaken
3
Het enzym cytochroomc oxidase wordt ookwel complex IV van de oxidatieve fosforylering genoemd. Het
oxideert vier moleculen cytochroom c en reduceert 1 molecule O 2 waarbij 2 moleculen H2O gevormd worden.
Het is het laatste enzym van de elektronentransportketen in de binnenste membraan van de mitochondria.
4
Dood van de cel als gevolg van de breuk van het cellichaam
4