Eindkwalificaties portfolio HBO elektrotechniek
-Engineeringvraagstukken analyseren Beheersingsindicatoren 1. De student baseert zijn diagnose rond een bestaand technisch product, proces of dienst op bestaande randvoorwaarden. 2. De student maakt bij het analyseren van een engineeringvraagstuk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. 3. De student voert diagnoses uit volgens de aangereikte methodieken. 4. De student brengt de stakeholders bij een engineeringvraagstuk in kaart. 5. De student geeft in zijn analyse van processen aan wat de technische en bedrijfseconomische knelpunten zijn. 6. De student geeft oplossingsrichtingen voor de knelpunten. 7. De student modelleert een bestaand(e) technisch(e) product, proces of dienst. -Adviseren Beheersingsindicatoren 1. De student houdt in zijn advies rekening met stakeholders, arbeidsomstandigheden, omgevingsfactoren en de (milieu)technische levensduur van een product, proces of dienst. 2. De student vertaalt de wensen en eisen van zijn opdrachtgever naar technisch en economisch haalbare oplossingen. 3. De student geeft advies over knelpunten op het terrein van product- en processamenhang en – structuur. 4. De student doet aanbevelingen over aanpassing van een bestaand(e) technisch(e) product, proces of dienst. 5. De student schrijft een verbetervoorstel aan de hand van vergelijkbare technieken en processen. 6. De student betrekt in zijn advies de wijze van invoering van de voorgestelde oplossing, rekening houdend met vastgestelde (technische) eisen, beperkingen, beschikbaarheid, betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid. 7. De student onderbouwt zijn advies door literatuuronderzoek e.d. -Ontwerpen Beheersingsindicatoren 1. De student stelt een ontwerp op voor een technisch product, proces, dienst of methode, rekening houdend met gegeven doelstellingen en randvoorwaarden. 2. De student inventariseert welke logistieke en commerciële belangen spelen bij een te ontwerpen technisch product, proces, dienst of methode. 3. De student vertaalt het engineeringvraagstuk naar een programma van eisen en een functioneel ontwerp. 4. De student houdt rekening met gegeven doelstellingen en randvoorwaarden en brengt hiervoor de randvoorwaarden voor een technisch ontwerp in kaart. De student past in het ontwerpproces (combinaties van) verschillende ontwerptechnieken en -middelen toe. 5. De student houdt bij het (her)ontwerpen van een technisch product, proces, dienst of methode rekening met de mogelijkheden en beperkingen binnen de keten van stakeholders. 6. De student beoordeelt bij het ontwerpen van een technisch product, proces, dienst of methode de realiseerbaarheid, de testbaarheid en de aansluiting op bestaande technieken, apparatuur en bedrijfsprocessen. 7. De student maakt een gedetailleerd ontwerp aan de hand van de door de opdrachtgever gekozen conceptoplossing (architectuur). 8. De student werkt samen met zowel technische als niet-technische disciplines, om een technisch product, proces, dienst of methode te ontwerpen. -Realiseren Beheersingsindicatoren 1. De student realiseert een (simulatie)test van het te implementeren product, proces, de dienst of methode passend binnen het totale (productie)proces. 2. De student neemt bij het ontwikkelen van test- en meetvoorschriften rekening met de veiligheid van de tester mee. 3. De student maakt bij het realiseren van een technisch product, proces, dienst of methode gebruik van de juiste materialen, processen, methoden, normen en standaarden. 4. Bij het realiseren van een technisch product, proces, dienst of methode calculeert de student de vooraf gestelde kaders in voor (milieu)technische levensduur en eisen, en de arbeidsomstandigheden van de gebruiker. 5. De student zorgt bij het realiseren van een product, proces, dienst of methode dat dit aansluit op bestaande (technische) bedrijfsprocessen. 6. De student assembleert verschillende componenten tot een integraal product, dienst of proces. 7. De student past in het realisatie- en/of implementatieproces modellerings-, simulatie-, meet- en beproevingstechnieken toe. 8. De student stelt een planning en documentatie op voor het realisatie- en of implementatieproject. -Beheren Beheersingsindicatoren 1. De student zorgt voor een effectieve afstelling, afstemming en toepassing van technische apparatuur op de primaire (productie)processen. 2. De student toetst in het beheersproces de performance van een gerealiseerd(e) product, proces, dienst of methode aan de kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s). 3. De student draagt verantwoording af over (een onderdeel van) een technisch systeem of proces met betrekking tot de KPI’s en andere bedrijfseconomische aspecten. 4. De student neemt het initiatief om problemen in een bestaand product, proces, dienst of methode aan de opdrachtgever te melden. 5. De student stelt een structuur op aan de hand waarvan de technische aspecten van bepaalde bedrijfsprocessen gemeten en onderhouden moeten worden. 6. De student verzamelt de nodige informatie voor het aanpassen van bestaande bedrijfsprocessen naar de van kracht zijnde technische wet- en regelgeving. 7. De student levert een bijdrage aan beheersystemen en/of onderhoudsplannen, zowel correctief (monitoren, signaleren en optimaliseren) als preventief (anticiperen). 8. De student geeft een terugkoppeling aan zijn opdrachtgever naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden en/of performance van een product, proces, dienst of methode. -Managen Beheersingsindicatoren 1. De student stelt op basis van de criteria geld, tijd, techniek, informatie en organisatie, een projectorganisatie samen. 2. De student vertaalt een uitgewerkt projectplan naar werkverdeling en werkdruk bij het projectteam. 3. De student leidt een projectteam met zowel vakinhoudelijke als niet-vakinhoudelijke betrokkenen. 4. De student toont leidinggevende capaciteiten (zowel vaktechnisch als d.m.v. soft-skills) in een eenop-een werkrelatie met een vakgenoot. 5. De student houdt bij het opstellen van functieomschrijvingen rekening met aspecten als kennis, ervaring, benodigde certificeringen en veiligheid. 6. De student haalt zijn deadlines ook onder dynamische en veranderlijke omstandigheden en stelt zijn planning op tijd bij. 7. De student werkt samen met anderen in een internationale en/of multidisciplinaire omgevingen schakelt op het juiste moment andere deskundigen in. 8. De student communiceert met de projectteamleden en met het management zowel taak- als procesgericht, in woord en geschrift. -Engineeringsvraagstukken onderzoeken Beheersingsindicatoren 1. De student maakt op onderbouwde wijze gebruik van eerdere ervaringen bij het vormen van een oordeel over een engineeringvraagstuk. 2. De student weegt mogelijkheden en risico’s tegen elkaar af om tot een beslissing te komen op het gebied van engineering. 3. De student stelt na een risicoanalyse en overleg met de opdrachtgever een definitieve opdracht op, waarin ook rekening is gehouden met aspecten als (bedrijfs)economie, veiligheid, milieu en duurzaamheid. 4. De student adviseert over de bruikbaarheid van een aangeleverd projectvoorstel. 5. De student draagt bij aan de verantwoording van de korte- en middellangetermijneffecten van gemaakte technische keuzes. 6. De student valideert de betrouwbaarheid van de in zijn onderzoek gebruikte informatiebronnen. 7. De student presenteert zijn onderzoeksresultaten volgens de in het werkveld geldende standaard. 8. De student doet op basis van de onderzoeksresultaten een voorstel voor vervolgonderzoek. 9. De student houdt rekening met de eisen en wensen van de stakeholders. -Professionaliseren Beheersingsindicatoren 1. De student heeft een klantgerichte en collegiale houding. 2. De student stelt zich flexibel op in uiteenlopende beroepssituaties. 3. De student functioneert in een multidisciplinair en/of internationaal teamverband. 4. De student neemt een afgewogen besluit bij beroepsmatige en ethische dilemma’s, rekening houdend met geaccepteerde normen en waarden. 5. De student kan de juiste communicatievorm effectief inzetten en op diverse niveaus doelgericht communiceren, zowel in het Nederlands als in het Engels. 6. De student geeft en ontvangt op constructieve wijze feedback, zowel op gedrag als inhoud. 7. De student onderhoudt zijn soft skills, zoals leidinggeven, overtuigingskracht en onderhandelen. 8. De student stelt aan de hand van zelfreflectie en feedback zijn professioneel handelen bij.
Written for
- Institution
- NCOI (NCOI)
- Study
- HBO Bachelor Elektrotechniek
- Course
- Portfolio Fase 1 t/m 3 incl. Eindkwalificaties
Document information
- Uploaded on
- November 26, 2020
- Number of pages
- 10
- Written in
- 2017/2018
- Type
- Case
- Professor(s)
- Unknown
- Grade
- Unknown
Subjects
-
portfolio
-
eindkwalificaties
Also available in package deal