Inhoudsopgave
Deel 1. Voorlichtingsgesprek overgewicht en veganisme ......................................................... 1
B) Evaluatie aan de hand van het RULO-model en de bijbehorende verwerkingsniveaus .... 1
Verbeterpunten en SMART-doelen ........................................................................................ 2
Deel 2. Drie interventies voor 12 tot 16-jarigen voor een gezond gewicht................................ 3
Deel 3. Interventie overgewicht en obesitas kwetsbare jongeren .............................................. 5
1 & 2. Probleem en doelgroep ................................................................................................ 5
3. SMART-doelen en subdoelen ............................................................................................. 5
4. Wat is nodig om de doelen te behalen?............................................................................... 6
Element 1. Individuele begeleiding door een CZ ................................................................ 7
Element 2. eHealth-platform met zelfmonitoring................................................................ 8
Element 3. School- en wijkbetrokkenheid ........................................................................... 8
Omgang met bedreigingen................................................................................................... 9
5. Aanpak Stappenplan implementatie (in totaal 2 jaar) ......................................................... 9
Stakeholders: wie zijn er nodig en wat is hun rol? ............................................................... 10
Literatuur .................................................................................................................................. 11
, Deel 1. Voorlichtingsgesprek overgewicht en veganisme
Voor dit gesprek koos ik een cliënt van 30 jaar met overgewicht. Ze is wijkverpleegkundige,
eet vooral thuis met het gezin en wil meer plantaardig eten, onder andere omdat ze denkt dat
plantaardig eten minder calorieën bevat dan dierlijke producten. Een bekende fabel is dan ook
‘Vegans zijn altijd dun’ (De Vries, 2017). Mijn simulatiecliënt was benieuwd of hier een kern
van waarheid in zit. Dit kwam goed voor de opdracht. We deden één take, om het spontaan te
houden en mijn cliënt niet te veel te belasten.
B) Evaluatie aan de hand van het RULO-model en de bijbehorende verwerkingsniveaus
Regie houden focust de aandacht van de cliënt, waardoor ze open kan staan voor
informatie. Ik zorgde er dus voor dat we niet gestoord konden worden (controle over de
gesprekssituatie) en startte vriendelijk met de vraag of ze het gemakkelijk had kunnen vinden
(relationele controle; Wouda, 2014). Ik bewaarde procescontrole door gespreksdoelen te
benoemen en de volgorde waarin deze aan bod zouden komen. Belangrijk, want structuur
geven bevordert het begrijpen en onthouden van de voorlichting die volgt (Langewitz et al.,
2015; Siegrist et al., 2021).
Uitleg geven. Ik gaf uitleg over gezondheidsrisico’s van overgewicht, maar hield dit
beknopt en positief (als je afvalt, nemen de risico’s af), omdat benoemen van positieve
effecten de motivatie bevordert (Wouda et al., 2014). Ik sloot aan op cognitief niveau, door op
vragen van de cliënt in te gaan en te vragen welke risico’s van overgewicht zij al kent. Ook
sloot ik aan door ezelsbruggetjes te gebruiken ("iets zonder etiket is meestal een gezondere
keuze"). Toen ik begon over (on)verzadigde vetten, sloot ik minder aan op haar niveau. Dit
merkte ik direct, waarna ik de uitleg aanpaste. Verder hield ik op advies van Wouda et al.
(2014) de hoeveelheid informatie beperkt (ik stelde voor in een later gesprek dieper in te gaan
op een bepaald onderwerp). Ik nam aan dat Thirza de energiebalans al kende. Na het gesprek
heb ik nog nagevraagd of ze wist dat de verhouding energie die binnen komt minder moet zijn
dan de energie die je verbruikt als je wil afvallen. Zij vond dit basiskennis. Dit betekent dat ik
goed had ingeschat dat ik de energiebalans niet hoefde uit te leggen. Ik sloot af met een
opsomming van de besproken onderwerpen, maar een samenvatting of haar laten terughalen
wat besproken was, zou haar beter helpen de informatie te onthouden (Dinh et al., 2016).
Actief luisteren. Ik luisterde actief, zodat de cliënt emotioneel open zou staan voor
informatie (Wouda et al., 2014). Toen zij sip vertelde dat haar man vond dat ze moet afvallen,
gaf ik een gevoelsreflectie: “Je lijkt teleurgesteld in de reactie van je man?” Ik ging daarmee
na of ik haar begreep en liet merken dat ik haar wil begrijpen (Wouda et al., 2014). Ik was
steunend en moedigde aan: ik zat schuin, glimlachte op gepaste momenten en knikte. In het
1
Deel 1. Voorlichtingsgesprek overgewicht en veganisme ......................................................... 1
B) Evaluatie aan de hand van het RULO-model en de bijbehorende verwerkingsniveaus .... 1
Verbeterpunten en SMART-doelen ........................................................................................ 2
Deel 2. Drie interventies voor 12 tot 16-jarigen voor een gezond gewicht................................ 3
Deel 3. Interventie overgewicht en obesitas kwetsbare jongeren .............................................. 5
1 & 2. Probleem en doelgroep ................................................................................................ 5
3. SMART-doelen en subdoelen ............................................................................................. 5
4. Wat is nodig om de doelen te behalen?............................................................................... 6
Element 1. Individuele begeleiding door een CZ ................................................................ 7
Element 2. eHealth-platform met zelfmonitoring................................................................ 8
Element 3. School- en wijkbetrokkenheid ........................................................................... 8
Omgang met bedreigingen................................................................................................... 9
5. Aanpak Stappenplan implementatie (in totaal 2 jaar) ......................................................... 9
Stakeholders: wie zijn er nodig en wat is hun rol? ............................................................... 10
Literatuur .................................................................................................................................. 11
, Deel 1. Voorlichtingsgesprek overgewicht en veganisme
Voor dit gesprek koos ik een cliënt van 30 jaar met overgewicht. Ze is wijkverpleegkundige,
eet vooral thuis met het gezin en wil meer plantaardig eten, onder andere omdat ze denkt dat
plantaardig eten minder calorieën bevat dan dierlijke producten. Een bekende fabel is dan ook
‘Vegans zijn altijd dun’ (De Vries, 2017). Mijn simulatiecliënt was benieuwd of hier een kern
van waarheid in zit. Dit kwam goed voor de opdracht. We deden één take, om het spontaan te
houden en mijn cliënt niet te veel te belasten.
B) Evaluatie aan de hand van het RULO-model en de bijbehorende verwerkingsniveaus
Regie houden focust de aandacht van de cliënt, waardoor ze open kan staan voor
informatie. Ik zorgde er dus voor dat we niet gestoord konden worden (controle over de
gesprekssituatie) en startte vriendelijk met de vraag of ze het gemakkelijk had kunnen vinden
(relationele controle; Wouda, 2014). Ik bewaarde procescontrole door gespreksdoelen te
benoemen en de volgorde waarin deze aan bod zouden komen. Belangrijk, want structuur
geven bevordert het begrijpen en onthouden van de voorlichting die volgt (Langewitz et al.,
2015; Siegrist et al., 2021).
Uitleg geven. Ik gaf uitleg over gezondheidsrisico’s van overgewicht, maar hield dit
beknopt en positief (als je afvalt, nemen de risico’s af), omdat benoemen van positieve
effecten de motivatie bevordert (Wouda et al., 2014). Ik sloot aan op cognitief niveau, door op
vragen van de cliënt in te gaan en te vragen welke risico’s van overgewicht zij al kent. Ook
sloot ik aan door ezelsbruggetjes te gebruiken ("iets zonder etiket is meestal een gezondere
keuze"). Toen ik begon over (on)verzadigde vetten, sloot ik minder aan op haar niveau. Dit
merkte ik direct, waarna ik de uitleg aanpaste. Verder hield ik op advies van Wouda et al.
(2014) de hoeveelheid informatie beperkt (ik stelde voor in een later gesprek dieper in te gaan
op een bepaald onderwerp). Ik nam aan dat Thirza de energiebalans al kende. Na het gesprek
heb ik nog nagevraagd of ze wist dat de verhouding energie die binnen komt minder moet zijn
dan de energie die je verbruikt als je wil afvallen. Zij vond dit basiskennis. Dit betekent dat ik
goed had ingeschat dat ik de energiebalans niet hoefde uit te leggen. Ik sloot af met een
opsomming van de besproken onderwerpen, maar een samenvatting of haar laten terughalen
wat besproken was, zou haar beter helpen de informatie te onthouden (Dinh et al., 2016).
Actief luisteren. Ik luisterde actief, zodat de cliënt emotioneel open zou staan voor
informatie (Wouda et al., 2014). Toen zij sip vertelde dat haar man vond dat ze moet afvallen,
gaf ik een gevoelsreflectie: “Je lijkt teleurgesteld in de reactie van je man?” Ik ging daarmee
na of ik haar begreep en liet merken dat ik haar wil begrijpen (Wouda et al., 2014). Ik was
steunend en moedigde aan: ik zat schuin, glimlachte op gepaste momenten en knikte. In het
1