Aarde ENDOGENE en EXOGENE processen
§2.1 De opbouw van de aarde
Een verschrompelde appel?
De aarde is 4.5 miljard jaar oud.
Van de korst tot de kern
De aarde is opgebouwd uit drie lagen. Van binnen naar buiten zijn dat:
Kern = vast
Mantel = vloeibaar
Korst = vast
De kern is 5000 graden Celsius. De kern is vast door het gewicht van het gesteente dat erboven ligt. Door
de hitte van de kern beweegt het vloeibare gesteente in de mantel. Deze bewegingen in de mantel noem je
convectiestromen.
Twee soorten aardkorst
Er zijn twee soorten aardkorst.
1. Oceanische korst = gemiddeld 8 kilometer dik
2. Continentale korst = gemiddeld 40 – 80 kilometer dik
De oceanische korst is dunner en bestaat uit zwaarder gesteente: basalt. De continentale korst is dikker en
bestaat uit lichter gesteente: graniet.
Sinds 1950 wordt de platentektoniek pas echt goed bestudeerd. Tegenwoordig weten we, dankzij
satellieten, dat er midoceanische ruggen en diepzeetroggen zijn.
Bron 6 bladzijde 47: de opbouw van de aarde (Lees deze goed door, belangrijk!)
De aardkorst wordt ook wel lithosfeer genoemd. Door de enorme hitte van de kern zijn er
convectiestromingen in de mantel. Deze convectiestromingen hebben een vaste route, ze circuleren Dit
zorgt voor de bewegingen van de platen.
, §2.2 Platentektoniek en aardbevingen
Verschillende plaatbewegingen
Door de hitte van de kern zijn er convectiestromingen in de mantel. Door deze bewegingen is de aardkorst
niet een geheel, maar bestaat uit verschillende aardkorstplaten of schollen. Er zijn 3 verschillende soorten
bewegingen die de aardkorstplaten kunnen maken:
1 Convergentie. Je spreekt van convergentie als twee platen botsen. Als een oceanische plaat botst
met een continentale plaat spreek je van subductie.
2 Divergentie. Hierbij bewegen platen uit elkaar. Magma komt in het midden omhoog en vormt
nieuw gesteente (denk aan midoceanische ruggen).
3 Transform: Het langs elkaar bewegen van platen in tegenovergestelde richting.
Platentektoniek (het bewegen van de aardplaten)
De aardkorst bestaat uit platen die bewegen door de convectiestromen in de mantel. Bij divergentie komt
er magma omhoog en ontstaat er nieuwe aardkorst. Zo zie je dan ook dat bij midoceanische ruggen
continu nieuwe oceanische korst ontstaat. Bij een subductiezone duikt de oceaanbodem onder de
continentale. Er is dus een kringloop van gesteente. Nog even ter verheldering: magma zit onder de
aardkorst en lava is hetzelfde materiaal dat zich boven de aardkorst bevindt.
Aardbevingen
Bij een aardbeving bewegen platen langs of tegen elkaar, de spanning die zich jarenlang heeft opgebouwd
komt in een keer vrij. De zwaarste aardbevingen ontstaan bij convergente en transforme bewegingen. De
exacte plek van de aardbeving in de aardkorst noem je haard of hypocentrum. De plaats aan het oppervlak
boven de haard noem je het epicentrum.
De verwoestende kracht van een aardbeving zit niet allen in de trilling maar ook in de daaropvolgende
aardverschuivingen en tsunami’s. Bij een aardbeving op oceaanbodem kunnen enorme vloedgolven
(tsunami’s) ontstaan die ondiepe kustgebieden verwoesten.
Bron 12 bladzijde 49: de schaal van Richter
De schaal van Richter geeft aan hoeveel energie er vrijkomt bij een aardbeving. Een aardbeving met een
kracht van 6 op de schaal van Richter is 10 keer zo hard als een aardbeving op de schaal van 5. Een
aardbeving met een kracht van 7 op de schaal van Richter is 100 keer zo hard als een op de schaal van 5.