Sixstep tromboseprofylaxe na TKP operatie
Stap 1- Evalueert de problemen van de patiënt
Mw. W een 74 jarige patiënt ligt opgenomen op de afdeling orthopedie, nadat ze een totale
knieprothese gekregen heeft. Mw. heeft in het verleden, 2016 een CVA gehad waarna er gestart
is met anticoagulantia clopidogrel 75 mg 1x daags. Gezien een prothese operatie ook een kans
geeft op trombose is het van belang dat mw. de juiste anticoagulantia krijgt die voldoende
dekkend is om een trombose te voorkomen.
Gezien mw. ook al eigen antistolling gebruikt vind ik het belangrijk om mw. goed in te lichten en
om medicamenteus met de juiste behandeling te starten. Ook ben ik benieuwd of er ook niet-
medicamenteuze aanbevelingen zijn voor mw.
Mw. is in haar voorgeschiedenis bekend met hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes en
morbide obesitas waarvoor ze in 2019 een gastric bypass gekregen heeft.
Medicatie die mw. gebruikt vanuit thuis:
Lisinopril 20 mg 1xdd
Amlodipine 5 mg 1xdd
Clopidogrel 75 mg 1xdd
Atorvastatine 40 mg 1xdd
Metformine 500 mg 2xdd
Dapagliflozine 10 mg 1xdd
Omeprazol 20 mg 1xdd
Medicatie die gestart is in het ziekenhuis:
Paracetamol 500 mg 4xdd
Oxycodon 5 mg 6xdd z.n.
Macrogrol z.n.
, Stap 2- Identificeert het doel van de behandeling
Preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) postoperatief, zonder verhoogd bloedingsrisico.
Rekening houdend met bestaande antistolling.
Stap 3- Inventariseert behandelmogelijkheden
Vergrote kans op trombose na een ingreep, gips, bedlegerigheid. Risicofactoren: een leeftijd
boven de 75 jaar, een verhoogd (erfelijk) risico op trombose, morbide obesitas (De Nationale
Trombosedienst, 2025).
Niet-medicamenteus
- Mechanische tromboseprofylaxe
Bij mechanische tromboseprofylaxe wordt er gebruik gemaakt van compressiekousen
(steunkousen) en/of compressietherapie (intermitterende pneumatisceh compressie ofwel IPC),
dit kan helpen om DVT te voorkomen (De Nationale Trombosedienst, 2025).
In Nederland worden bij grote orthopedische operaties mechanische methoden ter preventie
van trombose, zoals compressiekousen, slechts beperkt ingezet. Apparaten als intermitterende
pneumatische compressie (IPC) en voetpompen worden zelfs nauwelijks toegepast. In
specifieke gevallen kunnen deze mechanische technieken echter wel aanvullend worden
gebruikt naast medicamenteuze tromboseprofylaxe, vooral bij patiënten met een verhoogd
risico op diepe veneuze trombose (DVT), om de kans op trombose verder te verkleinen (Federatie
Medisch Specialisten, 2019).
Er zijn drie typen te onderscheiden: gegradueerde compressiekousen (kousen met oplopende
druk), intermitterende pneumatische compressie (een pomp die de benen regelmatig
samendrukt) en de veneuze voetpomp (stimuleert de doorbloeding in de voeten). Het grote
voordeel is dat deze mechanische hulpmiddelen geen verhoging geven van het perioperatieve
bloedingsrisico. De kuitpomp en de voetpomp zijn vaak lastig in gebruik, vooral als de patiënten
weer naar huis gaan. Soms kunnen ze huidproblemen veroorzaken, maar het is niet bekend hoe
vaak dit gebeurt (Federatie Medisch Specialisten, 2019).
Gegradueerde compressiekousen en voetpompen worden niet aanbevolen als monotherapie in
de tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen (Federatie Medisch Specialisten, 2019).
Uit een groot systematisch review van 2018 van Sachdeva, Dalton en Lees die uitsluitend RCT’s
heeft geïncludeerd is naar voren gekomen dat er bewijs is van hoge kwaliteit dat GCS
(gegradueerde compressiekousen) effectief zijn in het verminderen van het risico op DVT bij
gehospitaliseerde patiënten die een algemene of orthopedische operatie hebben ondergaan,
met of zonder andere methoden voor achtergrondtromboseprofylaxe, indien klinisch relevant. Er
is bewijs van matige kwaliteit dat GCS waarschijnlijk het risico op proximale DVT vermindert, en
bewijs van lage kwaliteit dat GCS het risico op longembolie kan verminderen.
- Beweging
Dit is een natuurlijke vorm van tromboseprofylaxe en het helpt om het risico op te trombose te
verminderen. Hiermee wordt de bloedcirculatie gestimuleerd, waarmee stasis zo veel mogelijk
voorkomen wordt (De Nationale Trombosedienst, 2025).
Stap 1- Evalueert de problemen van de patiënt
Mw. W een 74 jarige patiënt ligt opgenomen op de afdeling orthopedie, nadat ze een totale
knieprothese gekregen heeft. Mw. heeft in het verleden, 2016 een CVA gehad waarna er gestart
is met anticoagulantia clopidogrel 75 mg 1x daags. Gezien een prothese operatie ook een kans
geeft op trombose is het van belang dat mw. de juiste anticoagulantia krijgt die voldoende
dekkend is om een trombose te voorkomen.
Gezien mw. ook al eigen antistolling gebruikt vind ik het belangrijk om mw. goed in te lichten en
om medicamenteus met de juiste behandeling te starten. Ook ben ik benieuwd of er ook niet-
medicamenteuze aanbevelingen zijn voor mw.
Mw. is in haar voorgeschiedenis bekend met hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes en
morbide obesitas waarvoor ze in 2019 een gastric bypass gekregen heeft.
Medicatie die mw. gebruikt vanuit thuis:
Lisinopril 20 mg 1xdd
Amlodipine 5 mg 1xdd
Clopidogrel 75 mg 1xdd
Atorvastatine 40 mg 1xdd
Metformine 500 mg 2xdd
Dapagliflozine 10 mg 1xdd
Omeprazol 20 mg 1xdd
Medicatie die gestart is in het ziekenhuis:
Paracetamol 500 mg 4xdd
Oxycodon 5 mg 6xdd z.n.
Macrogrol z.n.
, Stap 2- Identificeert het doel van de behandeling
Preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) postoperatief, zonder verhoogd bloedingsrisico.
Rekening houdend met bestaande antistolling.
Stap 3- Inventariseert behandelmogelijkheden
Vergrote kans op trombose na een ingreep, gips, bedlegerigheid. Risicofactoren: een leeftijd
boven de 75 jaar, een verhoogd (erfelijk) risico op trombose, morbide obesitas (De Nationale
Trombosedienst, 2025).
Niet-medicamenteus
- Mechanische tromboseprofylaxe
Bij mechanische tromboseprofylaxe wordt er gebruik gemaakt van compressiekousen
(steunkousen) en/of compressietherapie (intermitterende pneumatisceh compressie ofwel IPC),
dit kan helpen om DVT te voorkomen (De Nationale Trombosedienst, 2025).
In Nederland worden bij grote orthopedische operaties mechanische methoden ter preventie
van trombose, zoals compressiekousen, slechts beperkt ingezet. Apparaten als intermitterende
pneumatische compressie (IPC) en voetpompen worden zelfs nauwelijks toegepast. In
specifieke gevallen kunnen deze mechanische technieken echter wel aanvullend worden
gebruikt naast medicamenteuze tromboseprofylaxe, vooral bij patiënten met een verhoogd
risico op diepe veneuze trombose (DVT), om de kans op trombose verder te verkleinen (Federatie
Medisch Specialisten, 2019).
Er zijn drie typen te onderscheiden: gegradueerde compressiekousen (kousen met oplopende
druk), intermitterende pneumatische compressie (een pomp die de benen regelmatig
samendrukt) en de veneuze voetpomp (stimuleert de doorbloeding in de voeten). Het grote
voordeel is dat deze mechanische hulpmiddelen geen verhoging geven van het perioperatieve
bloedingsrisico. De kuitpomp en de voetpomp zijn vaak lastig in gebruik, vooral als de patiënten
weer naar huis gaan. Soms kunnen ze huidproblemen veroorzaken, maar het is niet bekend hoe
vaak dit gebeurt (Federatie Medisch Specialisten, 2019).
Gegradueerde compressiekousen en voetpompen worden niet aanbevolen als monotherapie in
de tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen (Federatie Medisch Specialisten, 2019).
Uit een groot systematisch review van 2018 van Sachdeva, Dalton en Lees die uitsluitend RCT’s
heeft geïncludeerd is naar voren gekomen dat er bewijs is van hoge kwaliteit dat GCS
(gegradueerde compressiekousen) effectief zijn in het verminderen van het risico op DVT bij
gehospitaliseerde patiënten die een algemene of orthopedische operatie hebben ondergaan,
met of zonder andere methoden voor achtergrondtromboseprofylaxe, indien klinisch relevant. Er
is bewijs van matige kwaliteit dat GCS waarschijnlijk het risico op proximale DVT vermindert, en
bewijs van lage kwaliteit dat GCS het risico op longembolie kan verminderen.
- Beweging
Dit is een natuurlijke vorm van tromboseprofylaxe en het helpt om het risico op te trombose te
verminderen. Hiermee wordt de bloedcirculatie gestimuleerd, waarmee stasis zo veel mogelijk
voorkomen wordt (De Nationale Trombosedienst, 2025).