100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting rechtsfilosofie

Rating
-
Sold
1
Pages
40
Uploaded on
21-07-2025
Written in
2024/2025

Dit is een volledige samenvatting van het boek Recht als raadsel van Pauline Westerman aangevuld met belangrijke info van de hoorcollege's. Ik ben met deze samenvatting in eerste zit geslaagd.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
July 21, 2025
Number of pages
40
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inleiding ( HC 1 )
1.​ Filosofie <-> rechtsfilosofie
Waarheid en kennis: epistemologie/kenleer.
( Zin ) bestaan: metafysica/ontologie.
-​ Het recht = verlengstuk vh zijn ( natuur ).
-​ Recht en religie = verworven.
Goed leven: ethiek.
Rechtvaardigheid en samenleving: politieke filosofie.
Rechtsfilosofie
-​ Wat is ( goed ) recht? Wat is een wet? Wat is een rechtsnorm?
-​ Waar komt het recht vandaan ( bron ).
-​ Op welke manier heeft het recht of de wet gezag of autoriteit?
-​ Waartoe/waarom bestaat het recht?.
-​ Hoe passen we het recht toe? Wat is de verhouding tussen het recht en de wereld?
-​ Hoe kunnen we bepaalde rechtsterreinen, zoals het strafrecht, legitimeren?
-​ Wat is de verhouding tussen het recht en de ideale rechtvaardigheid?
●​ In een goed geordende democratische sl, waarop is het grondrecht gebaseerd?
●​ Wat is het doel van een bestaand recht?
2.​ Prawo i Sprawiedliwość - Recht en Rechtvaardigheid
Overwinning PiS:
-​ Achteruitgang van de burgerrechten van LGBTQ+ burgers, aantijgingen van grootschalige financiële criminaliteit onder
PiS-bestuurders.
-​ Heden: grootschalige justitiële actie om de onafhankelijkheid vd rechtspraak te herstellen en om financiële criminaliteit
aan te pakken.
-​ Gevolgen van deze recente ontwikkelingen:
●​ Politieke strijd:
➔​ Democratische rechtstaat wordt op conceptueel niveau georganiseerd binnen de politiek-filosofische stroming
vh liberalisme.
➔​ Het liberalisme stelt de legitimiteit van politieke ( ongewapende ) strijd.
➔​ Dat wil zeggen: het is a priori legitiem dat u en ik het oneens zijn over de invulling van belangrijke
gemeenschapswaarden: vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, burgerschap, dienst, geloof, het goede leven, de
lichamelijke integriteit.
➔​ Het liberalisme poneert dat over al die dingen tussen inhoudelijke tegenstanders een redelijk debat mogelijk is.
➔​ Met andere woorden: we mogen het erover oneens zijn, ‘we can agree to disagree'.
●​ Juridische strijd ( niet o.b.v. argumenten, maar feiten en wetten ):
➔​ Criteria worden niet bepaald in een vrij en democratisch debat, maar liggen al vast in wetgeving, internationale
verdragen, rechtspraak, politieke conventies, etc.
➔​ Het begrip rechtsstatelijkheid is een inhoudelijk criterium: het wil zeggen dat de overheid in haar optreden aan
( de eigen ) regels gebonden is.
➔​ Het is dus geen formeel criterium ( zoals ‘de meeste stemmen gelden.’ )
➔​ Dat wil zeggen dat onenigheid over deze thema’s niet bij voorbaat legitiem is; bijvoorbeeld: ik kan alleen maar
beweren dat in een rechtsstaat de beslissing vd meerderheid altijd geldig is, op straffe dat ik onzin spreek.
-​ Steeds moeilijker om onderscheid tussen juridische en politieke strijd te maken.
-​ Waar ligt nu de urgentie:
●​ In dit tijdsgewricht is het steeds gemakkelijker geworden om juridische strijd te presenteren als politieke strijd:
➔​ De PiS-aanhangers in Warshau roepen: ‘Wij zijn met jullie!’.
➔​ ‘Natuurlijk zijn zij politieke gevangenen […] Wij verzetten ons, want dit gaat richting een dictatuur.’​
‘Bij jullie in Nederland is al geen democratie meer. Probeer daar maar eens een conservatief standpunt op
televisie te verkondigen.’
-​ De uitdaging vd rechtsfilosofie is hier:
●​ Onderscheid tussen politiek-morele ( inhoudelijke ) waarden en het ( formele ) recht.
●​ Te onderzoeken of er mogelijk een waarde is die van elke rechtsvorm de grondslag is.
●​ Deze twee taken staan in een gespannen relatie tot elkaar.
●​ Sterker nog:
➔​ In de filosofie lopen deze twee zaken – de inhoud en de vorm – elkaar al 2500 jaar voor de voeten.
➔​ De centrale vraag hier is namelijk de oude filosofische vraag: wat is waarheid?

De corruptie van de Poolse overheid is namelijk zo wijdverbreid, dat het ongedaan maken ervan, juridisch gezien, zeer uitdagend
is; immers, de instrumenten die de nieuwe overheid hiertoe tot zijn beschikking heeft zijn veelal ook aangetast. En op elk punt
maakt dit project zich kwetsbaar voor het verwijt dat zij een politiek project is.



1

, H1: De wens van de soeverein
1.​ Inleiding
John Austin ( 1790-1859 ), Brits rechtsfilosoof.
1e helft 19e eeuw: recht op een systematische en analytische wijze.

Probeerde recht te definiëren zonder te leunen op een bestaand rechtssysteem en zonder bij de lezer voorkennis te
veronderstellen vh geldende recht -> zonder daarbij juridische noties zoals ‘jurisprudentie’ en ‘wet’ bekend te veronderstellen.

Hij stelde dus niet de vraag ‘wat is rechtens geldig?’, maar ‘wat is geldigheid eigenlijk?’ en ‘wat is recht?’ -> hij onderzoekt de
uitgangspunten waaruit de jurist vertrekt.
Rechtspositivisme:
-​ Theorie vh recht die stelt dat het bestaan en de inhoud vh recht afhangt van sociale feiten, en niet van de morele waarde
vh recht ( zoals wordt gesteld door de Natuurrechttheorie ).
●​ Wat is recht en wat houdt goed recht in.
●​ Houdt zich alleen bezig is met het 1e vs natuurrechttheorie -> twee onderdelen kunnen niet los van elkaar staan.
●​ Austin was aanhanger rechtspositivisme het bestaan van recht = een iets, maar Austin beperkt zich tot een neutrale
beschrijving, houdt zich niet bezig met de moraliteit.
-​ Austin is aanhanger van het rechtspositivisme: “The existence of law is one thing; its merit and demerit another.” ( The
Province of Jurisprudence Determined, 1832 ).
●​ Beschrijving te geven van bestaande recht zonder uitspraken te doen over de verdiensten en de tekortkomingen van
dat recht -> hij zag recht als een geheel van regels dat door een soeverein wordt opgelegd en gehandhaafd via
sancties, los van morele overwegingen.
-​ Austin beperkt zich daarom tot een neutrale beschrijving vh positieve ( = feitelijk bestaande ) recht, en houdt zich niet
bezig met een normatieve beoordeling of waardering vh recht.

1.1 Bevelen
De Bevelstheorie stelt dat de inhoud en het bestaan vh recht wordt bepaald door wat een ( menselijke ) wet-/regelgever heeft
bevolen, in de vorm van een soort bevel.

Austin is aanhanger vd bevelstheorie: “Every law or rule is a command. Or, rather, laws or rules, properly so called, are a species
of commands.” ( The Province of Jurisprudence Determined, 1832 ).
-​ Austin heeft de zijne gebaseerd op het rechtspositivisme: inhoud en bestand van de wet bepaald door wat een wet heeft
bevolen.
-​ Korte definitie van het recht: wat is recht? -> niet kijken naar morele waarde van het recht, maar de feitelijke bron van het
recht.
-​ Wet = afkomstig van soevereine wetgever.
-​ Men kon alleen rechtvaardig recht definiëren en niet recht.
1.1.1 The Province of Jurisprudence Determined, 1832
Doel = het ontwikkelen van een heldere en objectieve definitie van
recht, los van morele overwegingen.

Abstracte concepten van recht: hij probeerde recht te begrijpen in
termen van bevelen, soevereiniteit en sancties.
-​ Neutrale definitie recht -> niet beschouwd als tegendeel van
onrecht, maar als tegendeel van ‘niet-recht’.
-​ Onderscheid rechtsregels en niet juridische regels.

Het specifieke onderwerp van de rechtsgeleerdheid is positief recht,
oftewel ‘wetten’ of ‘regels’ in strikte zin, d.w.z. gesteld door politiek
superieure mensen aan politiek ondergeschikte mensen.

Van wetten of regels in algemene zin is sprake als deze worden gesteld
ter sturing vh gedrag van een redelijk wezen door een ander redelijk
wezen dat macht uitoefent over het eerste.

Onder de termen wetten of regels in algemene zin, oftewel ‘bevelen’, vallen daarom de volgende twee onderwerpen:
-​ Goddelijke wetten ( geen positief, door mensen gesteld recht ).
-​ Menselijke wetten ( positief recht en positieve moraal ).

Rekening mee houden dat austin in een andere context dit schreef/ontwikkelde.

1.1.2 Bevelstheorie van het recht
Een wet of regel is een algemeen bevel van een superieur/soeverein, welk bevel een verplichting oplegt aan zijn ondergeschikten
2

,en is voorzien van ( een dreiging van ) een sanctie ingeval van niet-nakoming.
-​ Term bevel:
1.​ Een wens van een redelijk wezen X dat een ander redelijk wezen Y iets zal doen of nalaten.
2.​ Een kwaad dat door X wordt aangedaan aan Y, ingeval Y niet voldoet aan de wens van X.
➔​ Wens zonder kwaad/negatief gevolg = geen bevel -> als er een beloning is ook geen sprake van bevel in
algemene zin.
3.​ Een uitdrukking van de wens door woorden of andere tekens.
-​ De verplichting van Y te gehoorzamen aan X ontstaat door de blootstelling aan het kwaad bij niet-nakoming van het
bevel.
●​ De sanctie bestaat uit het kwaad dat Y wordt aangedaan als aan het bevel van X niet wordt gehoorzaamd, oftewel als
Y niet aan de verplichting van X voldoet.
-​ Algemeen bevel dat een of meerdere personen verplicht tot een algemene klasse van doen of nalaten ( gedragskoers ) ->
gedrag dat herhaalbaar is.
-​ Een bevel wordt gegeven door superieur X, en is gericht tot en legt een plicht op ondergeschikten Y. Superioriteit
betekent hier macht, nl. het vermogen van X om Y met kwaad te treffen en Y daarmee te dwingen tot het door X
gewenste gedrag.
●​ Superieur X ( persoon / orgaan van personen ) is soeverein ( = koning, president, parlement of soeverein volk in
democratische samenleving ) als:
1.​ Merendeel van de mensen binnen een onafhankelijke politieke samenleving de gewoonte heeft X te
gehoorzamen.
2.​ Terwijl X zelf niet de gewoonte heeft een ( menselijk ) superieur te gehoorzamen.
Soeverein staat boven/buiten de wet volgens Austin.
1.1.3 Problemen met de bevelstheorie
1.​ Niet al het recht past in de vorm van een bevel voorzien van een sanctie; er zijn tal van wetten of regels die noch bevelen
noch sanctioneren.
●​ VB: het huwelijk -> als je niet trouwt volgt er geen sanctie, maar er staat wel in wanneer een huwelijk rechtsgeldig
is.
2.​ Het hebben of voelen van een juridische verplichting is niet noodzakelijk hetzelfde als het moeten handelen onder
dreiging van een sanctie.
●​ Gehoorzaamt men alleen omdat men bang is voor een sanctie of is er iets anders wat maakt dat we een sanctie
vermijden.
3.​ Het recht is niet altijd te herleiden of te reduceren tot een aanwijsbare soeverein, waaraan het merendeel van de mensen
de gewoonte heeft te gehoorzamen.
●​ Bij aanstelling nieuwe president heeft niemand de gewoonte om aan deze nieuwe president te gehoorzamen. Mensen
gehoorzamen niet per se omdat de nieuwe leider “soeverein” is, maar omdat er een juridisch systeem is dat zijn of
haar macht legitimeert.
4.​ Het uitsluiten van o.a. gewoonterecht en internationaal recht enerzijds, maar eventueel ook van natuurrecht anderzijds,
doet mogelijk tekort aan wat recht is respectievelijk behoort te zijn.
●​ Vormt het uitsluiten van moraal of andere gebieden rond het recht geen tekort aan wat recht is?
1.1.4 Austin over het bevel
Iedere wet of regel is in de ruimste en eigenlijke betekenis een bevel.

Wens uitdrukt of aankondigt dat je een bepaalde handeling zal verrichten of nalaten, en als het je dan kwaad zal aandoen als ik
uw wens niet opvolg dan is die uiting of aankondiging een bevel.
Bevel ≠ ander wensuiting WANT niet door manier MAAR door de macht en het doel van degene die beveelt.

Bevel en plicht staan in wederzijdse betrekking -> waar een plicht is, is ook een bevel geuit, en waar een bevel is geuit, waar
wordt een plicht opgelegd.
Het bevel of plicht wordt voorzien van een sanctie of afgedwongen door de kans dat zich blootstelt aan kwaad.

Door superioriteit kan men een wens afdwingen.
-​ De macht om anderen kwaad te doen of leed toe te brengen en om hen te dwingen , door angst voor dat kwaad, hun
gedrag aan te passen aan onze wensen.
BEVEL= uiting/ aankondiging wens + macht + doel.

Definitie recht = is het geheel van bevelen van een superieur, die gepaard gaan met de mogelijkheid sancties op te leggen bij
niet-nakoming.
Tautologie dat wetten worden afgekondigd door superieuren:
-​ Wetten zijn bevelen, en bevelen kunnen per definitie alleen worden uitgevaardigd door superieuren (= mensen die de
macht hebben om naleving af te dwingen ), want anders zouden het geen superieuren zijn.
-​ Gehoorzaamheidsplicht:
●​ Van de burgers.
3

, ●​ Berust op de macht van de soeverein om sancties op te leggen.
●​ Volgens Austin is er geen plicht om het recht te gehoorzamen.
➔​ Anders recht van anderen zouden schenden.
●​ Hoeft ook niet op een normatieve aanvaarding te berusten, wel voortvloeien uit wens sancties te ontlopen.
1.2 Soeverein
Een persoon (of instantie) aan wie het merendeel van de bevolking de gewoonte heeft te gehoorzamen, maar die niet zelf pleegt
te gehoorzamen aan een hogere macht.
-​ Alleen bevelen van soeverein tellen als recht.

Niet alle meerderen kunnen bevelen voortbrengen die als rechtsregels zijn aan te merken. ALLEEN de superieuren die soeverein
zijn kunnen dat.
Redeneerstappen = cirkelredenering:
a)​ Wat is recht?
b)​ Datgene wat bevolen wordt door de soevereiniteit.
c)​ Wie is soeverein?
d)​ Degene die door het recht als zodanig wordt aangewezen.
1.2.1 Austin over de soeverein
Kenmerken:
1.​ Merendeel van leden van een bepaalde samenleving heeft de gewoonte om te gehoorzamen of zich te onderwerpen aan
een aanwijsbare en de gemeenschappelijke superieur ( = één persoon, bepaald lichaam of verzameling van individuen ).
2.​ Gemeenschappelijke superieur zelf niet de gewoonte om te gehoorzamen aan een aanwijsbare menselijke superieur.
TOCH expliciete of stilzwijgende bevelen van andere partijen.
●​ Als deze twee kenmerken er zijn, dan is een bepaalde samenleving politiek en onafhankelijk.
➔​ Een aanwijsbare menselijke superieur, die zelf niet de gewoonte heeft om aan eenzelfde soort superieur te
gehoorzamen doorgaans wel gehoorzaamheid ontmoet van het merendeel van de leden van een bepaalde
samenleving, en die samenleving is dan politiek en onafhankelijk.
●​ Het enige deel dat daadwerkelijk onafhankelijk is, is het soevereine deel van de samenleving.
Kan de soeverein eigenmachtig zijn gang gaan, en zonder last of ruggespraak met zijn onderdanen regeert?
-​ Soeverein mag luisteren bij de bevolking. Dat maakt hem niet minder soeverein. Als hij er maar geen gewoonte van
maakt.
-​ Soeverein heeft niet de plicht om naar zijn onderdanen te luisteren. Want zo een plicht zou hem maken tot een
ondergeschikte. Hij zou daarmee zijn soevereiniteit verliezen.
1.3 Algemeen
Belangrijke eigenschap die bevelen moeten hebben: moeten ALGEMEEN zijn.
1.3.1 Austin over de algemeenheid
Twee soorten bevelen:
1.​ Regels of wetten:
●​ Het bevel verplicht in het algemeen om een bepaalde klasse van handelingen te verrichten of na te laten.
●​ VB: Knecht bevelen om altijd op een bepaald tijdstip op te staan.
2.​ Incidentele of bijzondere bevelen:
●​ Het bevel verplicht tot een specifieke handeling of nalating, of tot handelingen en nalatingen die op een specifieke
en individuele manier worden bepaald.
●​ Vb. Knecht bevelen om een bepaalde boodschap te doen.
Wet pas algemeen als deze gericht is aan een algemeen geformuleerde categorie normadressaten.
‘De minister van Financiën stelt jaarlijks de begroting vast.’ Is deze wet algemeen te noemen volgens a. de gangbare opvatting
en b. de opvatting van Austin:
-​ Volgens de gangbare opvatting is de wet algemeen te noemen omdat zij betrekking heeft op al diegenen die het ambt van
minister van Financiën zullen vervullen.
-​ Volgens Austin’s opvatting is deze wet algemeen te noemen omdat zij betrekking heeft op een algemene klasse van
handelingen, namelijk de jaarlijkse weerkerende taak van het vaststellen van begrotingen.
1.4 De soeverein als enige rechtsbron
Twee tegenwerpingen:
-​ Eerste tegenwerping: Recht wortelt in het gewoonterecht: stilzwijgende afspraken, zeden en gewoonten die in de loop de
tijd tot stand gekomen zijn en langzaam zijn uitgekristalliseerd tot recht.
-​ Tweede tegenwerping: Austin’s definitie biedt geen plaats aan het recht dat door de rechter wordt gevormd.
1.4.1 Austin over gewoonterecht en rechtersrecht
Gewoonterecht behoort tot het positieve recht ( = het recht in de strikte betekenis van het woord ) voor zover het wordt
gehandhaafd door de rechter.

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
cianacuyvers Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
20
Member since
4 months
Number of followers
1
Documents
13
Last sold
1 week ago

5.0

3 reviews

5
3
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions