INHOUDSOPGAVE CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE (C03C6a/C9XA9A)
AJ 2024-2025
Prof. dr. Lore Mergaerts
DEEL I. EEN INLEIDING IN DE CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE
1. Een schets van de criminologische psychologie
Psychologie als één van de mogelijke invalshoeken om crimineel gedrag te bestuderen
en te verklaren. Die zoektocht naar psychologische verklaringsmodellen gaat al wel
een aantal jaren en zelfs eeuwen mee.
1.1 De ontwikkeling van de criminologische psychologie (I)
Enkele belangrijke grondleggers:
- = William Stern (1871-1938): Duitse academicus (verzeild in VS). Al de
psychologie toegepast op het recht heeft in wezen Duitse roots (dus niet VS, was
soms verwarring over). Hij is bekend voor een vorm van onderzoek en discipline die
eigenlijk meer rechtspsychologisch is dan criminologisch psychologisch. Stern was
bekend door zijn ooggetuige onderzoeken. Hij deed dit op een baanbrekende manier,
hij deed experimenten in de collegezaal met zijn studenten.
Bv Iemand inhuren voor tijdens college ineens tas van prof te stelen en daarna aan heel
de zaal te vragen om de persoon die de tas heeft gestolen te beschrijven. Hierbij
ontdekte hij dat heel de zaal hetzelfde zag maar allemaal andere verklaringen/
beschrijvingen gaven.
Hij deed ook aantal varianten hierop mock crimes (= schijnmisdaden). Hij toonde daar
de feilbaarheid van het geheugen en de waarneming van mensen mee aan. En dat was
dus een eerste vorm van psychologie toegepast op het recht (binnen een juridisch
kader).
1
,Hij heeft ook een grote impact gehad met zijn onderzoek verder omdat hij werd
gevraagd als deskundige in de rechtbank (zijn kennis werd gevraagd als er twijfel was aan
een verklaring van een getuigen).
- = Hugo Münsterberg (1863-1916): Duitser (die ook in de VS verzeild
was) die probeerde te claimen dat hij de grondlegger was van psychologie toegepast
op het recht en die ook bronboeken daarover ging uitbrengen maar daarin verwees
hij eigenlijk, en maakte hij eigenlijk gebruik van het werk van Stern zonder daar
daadwerkelijk goed naar te refereren.
Hij had op een moment een heel belangrijk werk (On the Witness stand). In dit boek
was hij vooral heel negatief over hoe juristen en mensen in de strafprocedure probeerde
hun werk te doen. Hij was heel kritisch daarover wat uiteindelijk maakte dat er een hele
grote weerstand kwam vanuit de praktijk om iets te doen met de psychologische
inzichten. Er was dan een periode die psychology againt the law noemde waarbij recht
en psychologie eigenlijk een beetje lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan als
disciplines in plaats van samen te werken. Dat heeft dus de discipline en de toepassing
ervan dus eigenlijk een paar stappen terug gezet omdat hij zo negatief was en
academisch niet helemaal integer was.
Dit was dus een moeilijkere periode om die psychologie doorwerking te laten hebben
in het recht.
Hij is dus niet de echte grondlegger maar eigenlijk is dat William Stern.
2
,- = Franz von Liszt (1851-1919): Hij pleitte heel sterk voor een
geïntegreerde strafrechtswetenschap. Hij vindt het heel belangrijk dat als je
criminaliteit wil verklaren, dat je dat op een geïntegreerde manier doet. Dus dat
betekent dat je criminaliteit als fenomeen gaat nemen en als we daar iets van willen
begrijpen moet je verschillende perspectieven meenemen (sociologie, criminologie,
recht, psychologie,…). Dus vanuit al die invalshoeken ga je proberen om 1 fenomeen
te verklaren.
- = Hans Gross (1847-1915): Zijn belangrijkste werk is van einde 19 e
eeuw (1898). Hij heeft een boek uitgebracht: criminal psychology. Hij wordt een
beetje gezien als de founding father van de criminologische psychologie Europa. In
zijn boek beschreef hij een heel brede benadering van psychologie binnen het recht
(psychologie toepassen in hoofde van alle actoren die in onze strafprocedure
terechtkomen).
Bv Wat beïnvloedt beslissingen van rechters om al dan niet zware straffen op te leggen?
OF Wat beïnvloedt mensen om al dan niet misdrijven te plegen? Dus verschillende
perspectieven en dus bredere benadering/ toepassing van die psychologie binnen het
recht.
In navolging heb je twee van zijn leerlingen: Hilde Kaufmann & Erich Wulffen, die daar
verder op hebben gebouwd.
3
, - =Gustav Aschaffenburg (1866-1944): Duitse psychiater. Hij was volledig
gefocust op de psychologie van misdadigers.
Je ziet dus dat er dus in die hele evolutie van de discipline wordt vertrokken van een
heel brede benadering en dat zo steeds verder evolueert naar echt een zuivere focus op
wat zijn verklaringen voor waarom mensen misdrijven plegen, met een hele nauwe focus
op: “Wat gebeurd er in het hoofd van misdadigers en wat zijn de oorzaken waarom zij in
die criminaliteit terechtkomen?”.
1.1 De ontwikkeling van de criminologische psychologie (II)
-overzicht van de geschiedenis van de criminologische psychologie in Leuven, aan de KU
Leuven:
• De Leuvense traditie:
=Louis Braffort (1886-1944): Het is een beetje in dezelfde tijdsperiode als de
evoluties in Europa en daarbuiten. L. Braffort is de oprichter van de Leuvense school voor
criminologie (1929). Hij was ook de eerste voorzitter van onze Leuvense school. Hij was zelf
geen psycholoog of psychiater maar hij was een jurist. Hij zorgde ervoor dat psychologie een
volwaardige plaats kreeg in de opleiding criminologie in Leuven.
Hij was ervan overtuigd dat je geen opleiding criminologie kan hebben zonder ook dat
psychologisch perspectief in de opleiding binnen te brengen.
=Etienne Degreeff (1898-1961): Hij werd nieuwe voorzitter Leuvense school na
dood Braffort. Ze waren beide ongeveer in dezelfde periode actief. Ze kwamen dus niet
enkel na elkaar maar waren ook een deeltje samen actief in onze Leuvense school. Hij
4
AJ 2024-2025
Prof. dr. Lore Mergaerts
DEEL I. EEN INLEIDING IN DE CRIMINOLOGISCHE PSYCHOLOGIE
1. Een schets van de criminologische psychologie
Psychologie als één van de mogelijke invalshoeken om crimineel gedrag te bestuderen
en te verklaren. Die zoektocht naar psychologische verklaringsmodellen gaat al wel
een aantal jaren en zelfs eeuwen mee.
1.1 De ontwikkeling van de criminologische psychologie (I)
Enkele belangrijke grondleggers:
- = William Stern (1871-1938): Duitse academicus (verzeild in VS). Al de
psychologie toegepast op het recht heeft in wezen Duitse roots (dus niet VS, was
soms verwarring over). Hij is bekend voor een vorm van onderzoek en discipline die
eigenlijk meer rechtspsychologisch is dan criminologisch psychologisch. Stern was
bekend door zijn ooggetuige onderzoeken. Hij deed dit op een baanbrekende manier,
hij deed experimenten in de collegezaal met zijn studenten.
Bv Iemand inhuren voor tijdens college ineens tas van prof te stelen en daarna aan heel
de zaal te vragen om de persoon die de tas heeft gestolen te beschrijven. Hierbij
ontdekte hij dat heel de zaal hetzelfde zag maar allemaal andere verklaringen/
beschrijvingen gaven.
Hij deed ook aantal varianten hierop mock crimes (= schijnmisdaden). Hij toonde daar
de feilbaarheid van het geheugen en de waarneming van mensen mee aan. En dat was
dus een eerste vorm van psychologie toegepast op het recht (binnen een juridisch
kader).
1
,Hij heeft ook een grote impact gehad met zijn onderzoek verder omdat hij werd
gevraagd als deskundige in de rechtbank (zijn kennis werd gevraagd als er twijfel was aan
een verklaring van een getuigen).
- = Hugo Münsterberg (1863-1916): Duitser (die ook in de VS verzeild
was) die probeerde te claimen dat hij de grondlegger was van psychologie toegepast
op het recht en die ook bronboeken daarover ging uitbrengen maar daarin verwees
hij eigenlijk, en maakte hij eigenlijk gebruik van het werk van Stern zonder daar
daadwerkelijk goed naar te refereren.
Hij had op een moment een heel belangrijk werk (On the Witness stand). In dit boek
was hij vooral heel negatief over hoe juristen en mensen in de strafprocedure probeerde
hun werk te doen. Hij was heel kritisch daarover wat uiteindelijk maakte dat er een hele
grote weerstand kwam vanuit de praktijk om iets te doen met de psychologische
inzichten. Er was dan een periode die psychology againt the law noemde waarbij recht
en psychologie eigenlijk een beetje lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan als
disciplines in plaats van samen te werken. Dat heeft dus de discipline en de toepassing
ervan dus eigenlijk een paar stappen terug gezet omdat hij zo negatief was en
academisch niet helemaal integer was.
Dit was dus een moeilijkere periode om die psychologie doorwerking te laten hebben
in het recht.
Hij is dus niet de echte grondlegger maar eigenlijk is dat William Stern.
2
,- = Franz von Liszt (1851-1919): Hij pleitte heel sterk voor een
geïntegreerde strafrechtswetenschap. Hij vindt het heel belangrijk dat als je
criminaliteit wil verklaren, dat je dat op een geïntegreerde manier doet. Dus dat
betekent dat je criminaliteit als fenomeen gaat nemen en als we daar iets van willen
begrijpen moet je verschillende perspectieven meenemen (sociologie, criminologie,
recht, psychologie,…). Dus vanuit al die invalshoeken ga je proberen om 1 fenomeen
te verklaren.
- = Hans Gross (1847-1915): Zijn belangrijkste werk is van einde 19 e
eeuw (1898). Hij heeft een boek uitgebracht: criminal psychology. Hij wordt een
beetje gezien als de founding father van de criminologische psychologie Europa. In
zijn boek beschreef hij een heel brede benadering van psychologie binnen het recht
(psychologie toepassen in hoofde van alle actoren die in onze strafprocedure
terechtkomen).
Bv Wat beïnvloedt beslissingen van rechters om al dan niet zware straffen op te leggen?
OF Wat beïnvloedt mensen om al dan niet misdrijven te plegen? Dus verschillende
perspectieven en dus bredere benadering/ toepassing van die psychologie binnen het
recht.
In navolging heb je twee van zijn leerlingen: Hilde Kaufmann & Erich Wulffen, die daar
verder op hebben gebouwd.
3
, - =Gustav Aschaffenburg (1866-1944): Duitse psychiater. Hij was volledig
gefocust op de psychologie van misdadigers.
Je ziet dus dat er dus in die hele evolutie van de discipline wordt vertrokken van een
heel brede benadering en dat zo steeds verder evolueert naar echt een zuivere focus op
wat zijn verklaringen voor waarom mensen misdrijven plegen, met een hele nauwe focus
op: “Wat gebeurd er in het hoofd van misdadigers en wat zijn de oorzaken waarom zij in
die criminaliteit terechtkomen?”.
1.1 De ontwikkeling van de criminologische psychologie (II)
-overzicht van de geschiedenis van de criminologische psychologie in Leuven, aan de KU
Leuven:
• De Leuvense traditie:
=Louis Braffort (1886-1944): Het is een beetje in dezelfde tijdsperiode als de
evoluties in Europa en daarbuiten. L. Braffort is de oprichter van de Leuvense school voor
criminologie (1929). Hij was ook de eerste voorzitter van onze Leuvense school. Hij was zelf
geen psycholoog of psychiater maar hij was een jurist. Hij zorgde ervoor dat psychologie een
volwaardige plaats kreeg in de opleiding criminologie in Leuven.
Hij was ervan overtuigd dat je geen opleiding criminologie kan hebben zonder ook dat
psychologisch perspectief in de opleiding binnen te brengen.
=Etienne Degreeff (1898-1961): Hij werd nieuwe voorzitter Leuvense school na
dood Braffort. Ze waren beide ongeveer in dezelfde periode actief. Ze kwamen dus niet
enkel na elkaar maar waren ook een deeltje samen actief in onze Leuvense school. Hij
4