100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Dautzenberg Nederlandse literatuurgeschiedenis vwo5 paragraaf 40 t/m 47

Rating
-
Sold
-
Pages
13
Uploaded on
14-07-2025
Written in
2024/2025

Een samenvatting van de paragrafen 40 t/m 47 uit het boek Dautzenberg (Nederlandse literatuurgeschiedenis) en aantekeningen uit lessenreeksen en belangrijkste informatie voor de literatuurtoets in vwo5.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Paragraaf 40 t/m 47
Uploaded on
July 14, 2025
Number of pages
13
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Paragraaf 40 – historische achtergrond 1875-1914
Tijd voor 1875 = echte ‘geschiedenis’
1875-1914 = moderne Europa, na 1875 verandering van agrarische
samenleving in industriestaten en ontwikkeling politieke hoofdstromingen
(liberalisme, confessionalisme, socialisme)
Eind 19e eeuw = zelfde wereld als nu (gloeilampen, treinen, fabrieken).
 Oorzaak? Groot aantal uitvindingen zoals telefoon (1875)/gloeilamp
(1879)/ benzinemotor (1883)/ vliegtuig (1903) en grote economische
bloei door kapitalisme.
Gevolgen kapitalisme: sociale wantoestanden, maar ook verbeteringen lot
arbeiders.
ENERZIJDS: men wil goedkoop produceren, loonkosten moeten laag blijven
ANDERZIJDS: je kan beter concurreren met gezonde/geschoolde arbeiders
(Sam v Houten)
- 1874: eerste sociale wet. ‘kinderwetje van Van Houten’ -> verbood
kinderarbeid beneden 12 jaar, maar weinig controle dus weinig
effect.
- 1889: tweede sociale wet. Arbeidswet -> regeling werk vrouwen en
jeugdigen, arbeidsinspectie ingesteld voor controle.
Oorzaken van deze sociale wetgeving:
1. Sociale gevoel van liberalen en confessionelen (aan macht)
2. Angst van burgerij voor opkomende socialisme (door Das Kapital van
Karl Marx en Friedrich Engels ontstonden linkse partijen en
vakbonden) eind 19e eeuw.
 In 1894 oprichting Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP).
Door hen diverse oproeren/stakingen, bijv 1903 spoorwegstaking.
Regering onder leiding confessionele Abraham Kuyper stelde worgwetten
(= verbod stakingen overheidspersoneel) op. Als reactie hierop het
Nederlands Verbond van Vakverenigingen in 1905 (= eerste ‘vakcentrale’)
1875-1914: in cultuur Fin de Siècle (= eind van de eeuw) genoemd;
afsluiting periode en start aanwezigheid nieuwe periode. Term uit
toneelstuk, is een overgangskunst van ‘oud’ naar ‘nieuw’.
 Oud: kenmerken van 19e-eeuwse kunst
 Nieuw: kenmerken moderne kunst (ontstaan rond WOI in 1914-
1918)
Binnen Fin de Siècle verschillende kunststromingen: impressionisme,
naturalisme, symbolisme en neoromantiek.
Paragraaf 41 – Het Fin de siècle
Enkele wetenschappelijke ontwikkelingen in 19e eeuw brachten mensen in
de war:
1. 1859: Charles Darwin met evolutietheorie in ‘On the origin of
species’. Door natuurlijke selectie (= dieren die het meest
aangepast zijn om te overleven zullen nakomelingen krijgen, dankzij
erfelijkheid krijgen ze die goede eigenschappen en zullen ze de
minder sterke dieren verdringen). In 1871 ook de mens hierin mee.
2. 1885: Sigmund Freud met theorieën over ‘onderbewuste’; het deel
van de geest dat wij niet onder controle hebben maar een groot deel
bepaalt van ons denken/handelen. Vroegere kinderjaren zijn
bepalend daarbij.


1

,  Theorieën ervaren als verstoring bestaande orde (net als socialisme
in begin). Socialisme bedreiging rust burgerij/evolutieleer bedreiging
scheppingsverhaal Bijbel en degradatie mens/psychologie Freud
openbaring bestaan dingen wat men liever ontkenden.
Tegelijkertijd veel zelfvoldaanheid; in natuurwetenschappen ‘werk is nu
wel gedaan’. Opstelling periodiek systeem (1869) en theorie
elektromagnetisme (1873) bekroning scheikunde en natuurkunde. De
fysica was op een paar dingetjes na ‘klaar’.
 Planck stortte in 1895 op een van deze dingetjes (lichtspectrum) en
het quantummechanica ontstond (klassieke fysica stortte ineen),
1896 radioactiviteit door Becquerel en publicatie relativiteitstheorie
van Einstein.
 Traditionele natuurkunde volledig vervangen.
Fin de siècle gevoel ontstond door tweedeling angst voor nieuwe en
zelfvoldaanheid door reeds bereikte.
 Men stond aan eind grote cultuurperiode en op drempel van nieuwe
die met angst/verwachting tegemoet werd gezien.
 Leidde tot vlucht uit realiteit naar wereld van
kunst/luxe/genotzoekerij, daarom wordt deze periode ook wel La
belle époque genoemd.
Dit escapisme kwam tot uiting in estheticisme (schoonheidsleer): kunst
moet uitsluitend iets moois zijn en mag geen andere functie hebben =
l’art pour l’art. Kunst heeft geen maatschappelijke functie, gaat niet om
inhoud, maar vorm.
Paragraaf 42 – het impressionisme
Het impressionisme was reactie op realisme uit midden 19e eeuw.
 Realisme: vooronderstelling dat iets als objectieve waarneming
bestaat.
 Door opbloeiende psychologie nieuwe inzichten: mensen zien de
wereld allemaal op hun eigen wijze.
 Bij de waarneming bepalen de hersenen de indrukken van de ogen.
 Deze inzichten leidden tot impressionisme: kunstenaar probeert niet
werkelijkheid uit te beelden, maar hoe hij hem ervaart.
Impressionisme is nauw verbonden met estheticisme (= het gaat om de
sfeer van afgebeelde, niet onderwerp/idee/sociale relevantie). Hoofddoel:
vastleggen wisselende effecten van licht/kleur -> nieuwe schildertechniek.
 Contouren zijn vaag en kleurvakken zijn met korte penseelstreken
samengesteld uit allemaal tinten van die kleur (zachte kleuren naast
elkaar)
Impressionistische schilderkunst:
- Frankrijk: Edouard Manet (1832-1883), Auguste Renoir (1841-1919),
Claude Monet (1840-1926) -> van zijn schilderij Impression: soleil
levant (1872) komt de naam impressionisme.
- Nederland: Vincent van Gogh (1853-1890), zijn latere werk ook
kenmerken van expressionisme.
- Auguste Rodin (1840-1917): grootste beeldhouder Fin de Siècle.
Enerzijds: realistisch, anderzijds: oneffenheden om lichtinval rol te
laten spelen.
Impressionistische muziek: niet melodie/vorm, maar klankcombinaties die
eerder naast elkaar staan dan na elkaar (mozaïek van klanken). Klassieke
2
$6.93
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
siennabakker

Get to know the seller

Seller avatar
siennabakker
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
4 months
Number of followers
0
Documents
5
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions