Snijzaal 1
BOVENSTE EXTREMITEIT
Regio’s arm/schouder Anatomische regio’s zichtbaar/palpabel
Gewrichten en bewegingen
- Sternoclaviculair gewricht zadelgewricht (elevatie/depressie, protractie/retractie)
- Acromioclaviculair gewricht vlak gewricht (glijbewegingen bij bewegen scapula)
- Glenohumerale gewricht kogelgewricht
- Humeroradiale gewricht scharniergewricht (flexie, extensie)
- Humeroulnaire gewricht scharniergewricht (flexie, extensie)
- Radioulnaire gewricht rolgewricht (supinatie, pronantie)
Ventrale spieren in schoudergordel/bovenarm – oorsprong, insertie, innervatie, functie
Pectoralis major – n. pectoralis medialis/lateralis → flexie, adductie, endorotatie
Pectoralis minor – n. pectoralis medialis → depressie, protractie
Serratus anterior – n. thoracicus longus → protractie
Subclavius – ribben & clavicula – n. subclavius → depressie
Biceps brachii – n. musculocutaneus → anteflexie/abductie (schouder) & flexie/supinatie (onderarm)
Brachialis – n. musculocutaneus & n. radialis → flexie
Coracobrachialis – n. musculocutaneus → flexie & adductie
Zenuwen
n. axillaris Abdcutie schouder C5-C6
n. medianus flexie vingers/pols & oppositie duim C5-T1
n. musculocutaneus flexie onderarm in supinatie C5-C7
n. radialis extensie onderarm, pols, vingers C5-T1
n. ulnaris vingers spreiden & adductie duim C8-T1
Bloedvoorziening
A. subclavia → a. axillaris → a. brachialis → a. ulnaris & a. radialis → arcus palmaris
superficialis & profundus
V. basilicia (mediaal/pink) & v. cephalica (lateraal/duim)
ONDERSTE EXTREMITEIT
Regio’s & anatomische structuren
,Gewrichten
• Heupgewricht kogelgewricht
• Kniegewricht scharniergewricht
• Bovenste spronggewricht scharnier talus-tibia/fibula extensie/plantairflexie
• Onderste spronggewricht rolgewricht talus-calcaneus- os nav inversie/eversie
Spieren
• M. iliopsoas wervels/fossa iliaca-trochanter minor n. femoralis
• M. quadriceps insertie: patella n. femoralis
o M rectus femoris: SIAI
o M. vastus lateralis: laterale femur
o M. vasutus medialis: mediale femur
o M. vastus intermedius: femur
• M. sartorius SIAS-tibia n. femoralis
• M. tibialis anterior tibia-voet n. fibularis profundus
• M. extensor digitorum fibula-distale falanx n. fibularis profundus
• M. extensor hallucis fibula-distale falanx n. fibularis profundus
• M. fibularis tertius fibula-MT5 n. fibularis profundus
Zenuwen plexus lumbosacralis
- N. femoralis flexie bovenbeen & extensie onderbeen
- N. tibialis plantairflexie
- N. fibularis communis heffen grote teen, tenen, voet & eversie voet
Bloedvoorziening been
A. iliaca externa → a. femoralis (→ perforates (achterkant been))
- A. profunda femoris → a. circumflexa femoris lateralis/medialis + (perforates)
→ a. poplitea (na lamina vastoadductoria)
- A. tibialis anterior → a dorsalis pedis
- A tibialis posterior → a. fibularis & a. plantaris medialis/lateralis
PRACTICUM FILMPJES
Filmpje 1
Trigonum femorale = lig inguinale, m. adductor longus & m. sartorius → n/a femoralis
A. femoralis samen met n. saphenus (sensorische tak n. femoralis) onder lamina vastoadductoria
(tussen adductor magnus & vastus medialis) → snel artherosclerose a. femoralis: claudicatio
Filmpje 2
V. cephalica = in groeve tussen m. pectoralis major & deltoideus
Filmpje 3
Fascia brachii = bovenarm Fascia antebrachii = onderarm
n. radialis = tussen m. brachioradialis & m. brachialis (dorsaal → ventraal)
n. medianus = mediaal m. biceps brachii naast a. brachialis → n. ulnaris (ventraal → dorsaal)
- septum intermusculare laterale & mediale
,Filmpje 4
Tractus iliotibialis = voortzetting m. tensor fascia lata & m. gluteus maximus → verstevigen knie
Fascia cruris is voortzetting van fascia lata in bovenbeen
PVO1 – bovenste extremiteit
Abductie: scapula roteert & elevatie → SC-gewricht naar posterior → clavicula maakt een kleine
rotatie, om schouderblad rotatie te ondersteunen
Anteflexie: protactie → SC-gewricht naar anterieur → clavicula volgt beweging
Retroflexie: retractie → SC-gewricht posterior → clavicula volgt beweging
- Elevatie scapula: m. trapezius, m. levator scapulae, m. rhomboideus major/minor
Middelste 1/3 deel clavicula
- Mediaal: omhoog door m. sternocleidomastoideus
- Lateraal: omlaag door gewicht van de arm (m. trapezius nog iets omhoog)
M. serratus anterior – n. thoracicus longus
5 Cubital tunnel → tintelingen 4de, 5de vinger
6
m. triceps brachii – extensie schouder, extensie onderarm
m. brachioradialis – flexie elleboog
m. extensor carpi radialis longus en brevis – extensie/radiaaldeviatie pols
m. extensor carpi ulnaris – extensie/ulnairdevitatie pols
m. extensor digitorum – extensie pols/vingers
7. M. brachialis & m. triceps brachii liggen niet dicht bij belangrijke zenuwen en bloedvaten in
vergelijking met een mediale (n. ulnaris) of laterale benadering (n. radialis)
, PVO2 – onderste extremiteit
1.
M. sartorius (kleermakerszit)
- Heup: flexie, abductie, exorotatie
- Knie: flexie, endorotatie
M. gracilis
- Heup: flexie, adductie
- Knie: flexie, endorotatie
M. tensor fascia lata
- Heup: flexie, abductie, endorotatie
- Knie: stabilisatie
2.
Bloedvaten: a/v femoralis Zenuwen: n. genitofemoralis, n. femoralis, n. obturatorius
Lieskanaal Verschillende spieren
Door minder belasting na de operatie → afname spiermassa quadriceps
3.
Etalagebenen: pijn bij het lopen die weggaat bij rust + koude voeten/bleke huid
Door vernauwing slagaders → minder bloedtoevoer naar spieren – bij inspanning hebben spieren
meer zuurstof nodig → pijn door zuurstoftekort
4.
n. peroneus communis (profundus) – oppervlakkig: fibulakop (kwetsbaar) – langdurig kruisende benen
→ geen extensie enkel & tenen (eversie voet)→ klapvoet of hanentred
5. Retinaculum = bindweefselstructuur die als een soort band over pezen loopt en ze op hun
plaats houdt bij beweging → pezen dicht bij gewricht → < Fbeweging & > Fgewricht →
stabilisatoren
BOVENSTE EXTREMITEIT
Regio’s arm/schouder Anatomische regio’s zichtbaar/palpabel
Gewrichten en bewegingen
- Sternoclaviculair gewricht zadelgewricht (elevatie/depressie, protractie/retractie)
- Acromioclaviculair gewricht vlak gewricht (glijbewegingen bij bewegen scapula)
- Glenohumerale gewricht kogelgewricht
- Humeroradiale gewricht scharniergewricht (flexie, extensie)
- Humeroulnaire gewricht scharniergewricht (flexie, extensie)
- Radioulnaire gewricht rolgewricht (supinatie, pronantie)
Ventrale spieren in schoudergordel/bovenarm – oorsprong, insertie, innervatie, functie
Pectoralis major – n. pectoralis medialis/lateralis → flexie, adductie, endorotatie
Pectoralis minor – n. pectoralis medialis → depressie, protractie
Serratus anterior – n. thoracicus longus → protractie
Subclavius – ribben & clavicula – n. subclavius → depressie
Biceps brachii – n. musculocutaneus → anteflexie/abductie (schouder) & flexie/supinatie (onderarm)
Brachialis – n. musculocutaneus & n. radialis → flexie
Coracobrachialis – n. musculocutaneus → flexie & adductie
Zenuwen
n. axillaris Abdcutie schouder C5-C6
n. medianus flexie vingers/pols & oppositie duim C5-T1
n. musculocutaneus flexie onderarm in supinatie C5-C7
n. radialis extensie onderarm, pols, vingers C5-T1
n. ulnaris vingers spreiden & adductie duim C8-T1
Bloedvoorziening
A. subclavia → a. axillaris → a. brachialis → a. ulnaris & a. radialis → arcus palmaris
superficialis & profundus
V. basilicia (mediaal/pink) & v. cephalica (lateraal/duim)
ONDERSTE EXTREMITEIT
Regio’s & anatomische structuren
,Gewrichten
• Heupgewricht kogelgewricht
• Kniegewricht scharniergewricht
• Bovenste spronggewricht scharnier talus-tibia/fibula extensie/plantairflexie
• Onderste spronggewricht rolgewricht talus-calcaneus- os nav inversie/eversie
Spieren
• M. iliopsoas wervels/fossa iliaca-trochanter minor n. femoralis
• M. quadriceps insertie: patella n. femoralis
o M rectus femoris: SIAI
o M. vastus lateralis: laterale femur
o M. vasutus medialis: mediale femur
o M. vastus intermedius: femur
• M. sartorius SIAS-tibia n. femoralis
• M. tibialis anterior tibia-voet n. fibularis profundus
• M. extensor digitorum fibula-distale falanx n. fibularis profundus
• M. extensor hallucis fibula-distale falanx n. fibularis profundus
• M. fibularis tertius fibula-MT5 n. fibularis profundus
Zenuwen plexus lumbosacralis
- N. femoralis flexie bovenbeen & extensie onderbeen
- N. tibialis plantairflexie
- N. fibularis communis heffen grote teen, tenen, voet & eversie voet
Bloedvoorziening been
A. iliaca externa → a. femoralis (→ perforates (achterkant been))
- A. profunda femoris → a. circumflexa femoris lateralis/medialis + (perforates)
→ a. poplitea (na lamina vastoadductoria)
- A. tibialis anterior → a dorsalis pedis
- A tibialis posterior → a. fibularis & a. plantaris medialis/lateralis
PRACTICUM FILMPJES
Filmpje 1
Trigonum femorale = lig inguinale, m. adductor longus & m. sartorius → n/a femoralis
A. femoralis samen met n. saphenus (sensorische tak n. femoralis) onder lamina vastoadductoria
(tussen adductor magnus & vastus medialis) → snel artherosclerose a. femoralis: claudicatio
Filmpje 2
V. cephalica = in groeve tussen m. pectoralis major & deltoideus
Filmpje 3
Fascia brachii = bovenarm Fascia antebrachii = onderarm
n. radialis = tussen m. brachioradialis & m. brachialis (dorsaal → ventraal)
n. medianus = mediaal m. biceps brachii naast a. brachialis → n. ulnaris (ventraal → dorsaal)
- septum intermusculare laterale & mediale
,Filmpje 4
Tractus iliotibialis = voortzetting m. tensor fascia lata & m. gluteus maximus → verstevigen knie
Fascia cruris is voortzetting van fascia lata in bovenbeen
PVO1 – bovenste extremiteit
Abductie: scapula roteert & elevatie → SC-gewricht naar posterior → clavicula maakt een kleine
rotatie, om schouderblad rotatie te ondersteunen
Anteflexie: protactie → SC-gewricht naar anterieur → clavicula volgt beweging
Retroflexie: retractie → SC-gewricht posterior → clavicula volgt beweging
- Elevatie scapula: m. trapezius, m. levator scapulae, m. rhomboideus major/minor
Middelste 1/3 deel clavicula
- Mediaal: omhoog door m. sternocleidomastoideus
- Lateraal: omlaag door gewicht van de arm (m. trapezius nog iets omhoog)
M. serratus anterior – n. thoracicus longus
5 Cubital tunnel → tintelingen 4de, 5de vinger
6
m. triceps brachii – extensie schouder, extensie onderarm
m. brachioradialis – flexie elleboog
m. extensor carpi radialis longus en brevis – extensie/radiaaldeviatie pols
m. extensor carpi ulnaris – extensie/ulnairdevitatie pols
m. extensor digitorum – extensie pols/vingers
7. M. brachialis & m. triceps brachii liggen niet dicht bij belangrijke zenuwen en bloedvaten in
vergelijking met een mediale (n. ulnaris) of laterale benadering (n. radialis)
, PVO2 – onderste extremiteit
1.
M. sartorius (kleermakerszit)
- Heup: flexie, abductie, exorotatie
- Knie: flexie, endorotatie
M. gracilis
- Heup: flexie, adductie
- Knie: flexie, endorotatie
M. tensor fascia lata
- Heup: flexie, abductie, endorotatie
- Knie: stabilisatie
2.
Bloedvaten: a/v femoralis Zenuwen: n. genitofemoralis, n. femoralis, n. obturatorius
Lieskanaal Verschillende spieren
Door minder belasting na de operatie → afname spiermassa quadriceps
3.
Etalagebenen: pijn bij het lopen die weggaat bij rust + koude voeten/bleke huid
Door vernauwing slagaders → minder bloedtoevoer naar spieren – bij inspanning hebben spieren
meer zuurstof nodig → pijn door zuurstoftekort
4.
n. peroneus communis (profundus) – oppervlakkig: fibulakop (kwetsbaar) – langdurig kruisende benen
→ geen extensie enkel & tenen (eversie voet)→ klapvoet of hanentred
5. Retinaculum = bindweefselstructuur die als een soort band over pezen loopt en ze op hun
plaats houdt bij beweging → pezen dicht bij gewricht → < Fbeweging & > Fgewricht →
stabilisatoren