2. Fysiologie zenuwstelsel deel 2
De hersenen
Cerebrum – grote hersenen
Opgebouwd uit twee hemisferen (= hersenhelften)
Verbindingen tussen hemisferen (belangrijkste;
hersenbalk)
Grijze stof (cellichamen) aan de buitenkant cortex
(= schors; sterk geplooid)
Witte stof (verbindingsbanen aan de binnenzijde
medulla (= merg)
De functies van de grote hersenen zijn: motoriek
(=beweging), sensoriek (= waarneming tot prikkels), denken,
geheugen, intelligentie, bewustzijn, creativiteit, dromen en
emotionaliteit.
Diencephalon – tussenhersenen
Tussen de hersenstam en de grote hersenen
Thalamus: opgebouwd uit grijze stof
Doorschakelen sensibele impulsen naar de grote
hersenen
selectief/ filter (bepaalde signalen worden
doorgelaten en andere niet)
Schakelstation tussen kleine en de grote hersenen
verfijnen motorische coördinatie
Hypothalamus: centrum voor handhaving van de
homeostase
Beïnvloedt de werking van hypofyse (productie
hormonen)
Temperatuurcentrum
Dorstcentrum
Hongercentrum
Biologische klok
, Truncus cerebri – hersenstam
Tussen de tussenhersenen en ruggenmerg
Bevat onder andere afferente en efferente banen en banen met andere hersendelen.
Oorsprong twaalf hersenzenuwen
Middenhersenen (= mesencephalon) (1): bevatten kernen o.a waar de
hersenzenuwen ontspringen.
Pons (= pons varoli) (3): verdikking hersenstam, verzorgt de verbindingen met
de kleine hersenen.
Verlengde merg (= medulla oblongata) (4)
Bevat verschillende vegetatieve centrums, zoals hartregulatie,
vasomotorisch, ademcentrum, temperatuurregulatiecentrum en
braakcentrum.
Reticulaire formatie (formatio reticularis) (2): bepaalt de staat van paraatheid
van het lichaam en de geest (roze op plaatje, trekt zich helemaal uit over de
lengte van de hersenstam).
Bevat het slaapcentrum
De hersenen
Cerebrum – grote hersenen
Opgebouwd uit twee hemisferen (= hersenhelften)
Verbindingen tussen hemisferen (belangrijkste;
hersenbalk)
Grijze stof (cellichamen) aan de buitenkant cortex
(= schors; sterk geplooid)
Witte stof (verbindingsbanen aan de binnenzijde
medulla (= merg)
De functies van de grote hersenen zijn: motoriek
(=beweging), sensoriek (= waarneming tot prikkels), denken,
geheugen, intelligentie, bewustzijn, creativiteit, dromen en
emotionaliteit.
Diencephalon – tussenhersenen
Tussen de hersenstam en de grote hersenen
Thalamus: opgebouwd uit grijze stof
Doorschakelen sensibele impulsen naar de grote
hersenen
selectief/ filter (bepaalde signalen worden
doorgelaten en andere niet)
Schakelstation tussen kleine en de grote hersenen
verfijnen motorische coördinatie
Hypothalamus: centrum voor handhaving van de
homeostase
Beïnvloedt de werking van hypofyse (productie
hormonen)
Temperatuurcentrum
Dorstcentrum
Hongercentrum
Biologische klok
, Truncus cerebri – hersenstam
Tussen de tussenhersenen en ruggenmerg
Bevat onder andere afferente en efferente banen en banen met andere hersendelen.
Oorsprong twaalf hersenzenuwen
Middenhersenen (= mesencephalon) (1): bevatten kernen o.a waar de
hersenzenuwen ontspringen.
Pons (= pons varoli) (3): verdikking hersenstam, verzorgt de verbindingen met
de kleine hersenen.
Verlengde merg (= medulla oblongata) (4)
Bevat verschillende vegetatieve centrums, zoals hartregulatie,
vasomotorisch, ademcentrum, temperatuurregulatiecentrum en
braakcentrum.
Reticulaire formatie (formatio reticularis) (2): bepaalt de staat van paraatheid
van het lichaam en de geest (roze op plaatje, trekt zich helemaal uit over de
lengte van de hersenstam).
Bevat het slaapcentrum