100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Alle hoorcolleges Grondslagen van de Geschiedbeoefening

Rating
-
Sold
5
Pages
40
Uploaded on
12-10-2020
Written in
2019/2020

Alle hoorcolleges van het vak Grondslagen van de Geschiedbeoefening door Pieter Huistra, gebaseerd op het boek wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen (Michiel Leezenberg). Het vak is gevolgd in het eerste blok van het studiejaar 2019.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 12, 2020
Number of pages
40
Written in
2019/2020
Type
Class notes
Professor(s)
Unknown
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Hoorcollege 1

Boek: Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen (Michiel Leezenberg)
Hoorcollegedocent: Pieter Huistra

Verkennend licht op wetenschapsfilosofie tot aan de 19 e eeuw: achtergrond van wat verder in deze
cursus aan de orde komt

Antwoorden op de volgende vragen
- Doel van de cursus
- Waarom doen we aan grondslagen/wetenschapsfilosofie
- Wat is geschiedfilosofie
- Wat is het standaard beeld van wetenschap zoals dat in de 17 e eeuw is ontstaan
o Substantiële en analytische filosofie
o Kentheorie
o Transcendentaal subject

Doel van de cursus, waarom doen we eraan?

Kennisverwerving
- Vak grondslagen heeft afwijkend statuut in de opleiding geschiedenis
- Je denkt over geschiedenis na, je doet er niet aan
- Nu gaat het over de filosoferen over het vak
- Doel ervan is: kennisverwerving op verschillende tereinen -> wetenschapsfilosofie, de
belangrijkste denkers, belangrijkste stromingen, bekende termen en filosofische problemen
- Filosofie van de geesteswetenschappen : geesteswetenschappen (geschiedenis, theologie,
taalkunde, letterkunde, filosofie). Hierbij hoort
- Geschiedfilosofie: filosofie met betrekking op de geschiedwetenschap -> problemen
daarbinnen, debatten die er heersen, vragen als: wat kunnen we als het verleden weten, wat
is een goede historische verklaring, filosofische vragen behandelen, mogelijke antwoorden
- Voordeel van zo’n brede benadering: oog voor geschiedenis, maar ook voor de
geesteswetenschap en voor de wetenschap in het algemeen. Daarmee verruimen we onze
blik, bepaalde angsten over kennis (is het niet relatief? Wat is de waarheid?) : die angsten
worden gedeeld in andere wetenschappen.
- Een ander belangrijk thema: plaats van geschiedenis binnen het bredere scala van
wetenschap -> ten opzichte van natuurwetenschappen

Kritische zelfreflectie
- Wat kun je met die kennis?
- Grondslagen: gaat over geschiedenis, in grondslagen doen we een stapje opzij waar we iets
meer overzicht hebben en over geschiedenis na te denken. Plaats die historici wel bevalt, die
ze aannemen als ze historisch onderzoek doen. Ze kijken naar het verleden op een afstandje.
- Handelen van historische actoren kan duiden
- Binnen grondslagen: we kijken nu naar wat historici doen, hoe zij te werk gaan en omgaan
met het verleden
- Het is een oefening van zelfreflectie : we kijken naar ons eigen vakgebied
- Het is een academische vaardigheid
- Kijken naar de geschiedenis:
- Academicus wordt verondersteld: niet enkel een handeling te kunnen uitvoeren, bestuderen
en daarvan een onderbouwd verhaal kunnen maken, maar ook de handelingen die je
daarvoor verricht kunnen rechtvaardigen : waarom je dat op die manier doet.

, - Leerdoel van de cursus: om een zelfbewust historicus te worden.
o Zelfbewustzijn heeft twee betekenissen:
 Neutrale idee van bewustzijn: mens heeft dat wel, maar een dier niet
(historicus herkent zichzelf als historicus, die allerlei filosofische keuzes
maakt en methodologische keuzes met zich meebrengt)
 Tweede: zelfverzekerd -> hopelijk een eindresultaat van de cursus -> niet
alleen herkent, maar ook de keuzes weet te rechtvaardigen, wat daar de
mogelijkheden en beperkingen aan zijn, historische verklaringen en bijdrage
kan leveren
o De kennis die je opdoet in dat zelfbewustzijn -> maakt het niet gemakkelijker, maar
wel een oefening in analytisch denken, door je allerlei concepten aan te reiken die je
op een nieuwe manier naar het verleden en je eigen praktijk leren kijken

Opzet van cursus
- Algemene wetenschapsfilosofie in eerste en tweede week
- Volgende vier weken: geesteswetenschappen en geschiedenis in het bijzonder op
chronologisch manier (geleverd door Leezenberg en de Vries -> overzicht van stromingen) en
die zullen we benaderen. Bij ieder van die stromingen pakken we een thema daarbij (van
Herman Paul -> thematische vragen)
- Week 7: overzicht

Wat is geschiedfilosofie?
- Wetenschapsfilosofie: overkoepelend niveau -> die vraag lokt een andere vraag uit, wat is
wetenschap?
- Wetenschap: Science en Wissenschaft
- Geschiedenis: dat is wel een Wissenschaft, maar geen Science
- Bij Science denk je meer aan laboratorium
- Wetenschappelijkheid denk je meer aan natuurwetenschappelijkheid, dan aan de boeken en
de archieven
- Het wetenschappen van elkaar verschillen: dat zijn wetenschapsfilosofische vragen: hoe
wetenschappers te werken, wat het is en hoe ze dat zouden moeten doen

Twee contexten bij wetenschapsfilosofie
- 1e hoofdstuk van Leezenberg en de Vries: richt zich op filosofische en historische
adequaatheid
- Filosofische adequaatheid: normatieve aspect van wetenschapsfilosofie : hoe kennis kan
worden gerechtvaardigd. Dat is een belangrijke vraag in de wetenschapsfilosofie, omdat
wetenschappelijke kennis is hoger dan andere vormen van kennis (succesvol). Dat maakt de
vraag prangend, hoe we die kennis kunnen rechtvaardigen en onderscheiden van andere
vormen van kennis (zoals van je oma)
- Wetenschappelijke kennis is hoog, dus hoe rechtvaardigen?
- In die zin is wetenschapsfilosofie epistemologisch van aard = kentheoretisch, wat
wetenschappelijke kennis precies is en hoe we die kunnen rechtvaardigen. Dus die
wetenschapsfilosofie wil in die zin filosofisch adequaat zijn (normatief)
- Daartegenover staat de historische adequaatheid = descriptief aspect van de
wetenschapsfilosofie
- Wat wordt bestudeerd door wetenschapsfilosoof = moet overeenkomen met wat
wetenschappers doen. Anders hebben de voorschriften over rechtvaardiging geen betekenis.
Als filosofen zeggen dat wetenschappers volgens hypothetische methode moeten werken en
dat de kennis rechtvaardigt = als geen enkele wetenschapper dat doet, dan zijn die
voorschriften betekenisloos.

, - Daarbij horen de twee contexten: 1. Ontdekking (Discovery) en 2. De rechtvaardiging
(justification)
o Aan de ene kant meer filosofische aspect en aan andere kant historische aspect. Aan
de ene kant de normatieve vragen en historici in empirische vragen (wat is er
daadwerkelijk gebeurd?).
- Geschiedfilosofie
- Twee betekenissen van geschiedfilosofie:
o Res Gestae (Gedane zaken, wat er is gebeurd) en Historia rerum gestarum (het
verhaal over datgene wat er is gebeurd)
 Wij als geschiedwetenschappers bestuderen het eerste, maar we creëren het
tweede.
o Dit onderscheid leidt tot twee vormen van geschiedfilosofie. Ten eerste de filosofie
over de Res Gestae:
 Substantiële geschiedfilosofie: filosofeert over het historische proces (bijv
Karl Marx), het verloop van de geschiedenis
 Filosofeert over het historische proces zelf, res gestae (doel van
geschiedenis, motor van geschiedenis)
 Analytische geschiedfilosofie: filosoferen over historia rerum gestarum
(maar over wat historici doen, moet een historici partijdig zijn, niet over
geschiedenis maar over het historisch denken)
 Deze tweede vorm sluit dichter aan bij wat wetenschapsfilosofen doen ->
geschiedfilosofen kunnen hier normatief te werk gaan (normatief) maar ook
descriptief (wat ze feitelijk doen)
 Substantiële geschiedfilosofie en analytisch zijn niet zo netjes van elkaar te
scheiden zoals het hier nu lijkt : het is onmogelijk om over het verleden te
denken zonder dat je daar meta historische aannames heeft (aard/richting
van het verleden)
 Meta historisch : idee dat er ordening achter de dingen zit / loop in
de geschiedenis zit
- Neo-conservatieven: die stellen dat er verschil zit tussen westen en niet-westen, dan heb je
een aanname dat er een tijdsverschil zit -> niet-westen voor de verlichting -> moesten nog
stap in historisch proces
o Aanname: dat er een lineair historisch proces mogelijk is : hardnekkig niveau van
substantieel historisch denken = substantieel geschiedfilosofische aannames (dat
uiten wij ook als we zeggen dat ze in bepaalde landen dingen nog niet hebben : idee
dat mensen op bepaald punt zijn waar ze onderweg zijn naar ander punt)
o Aanname van discontinuïteit tussen heden en verleden: als je dat verschil niet
aanneemt en die substantiële aannames niet hebt, dan kom je ook niet bij de
analytische geschiedfilosofie.
o Kortom, het is onmogelijk om aan geschiedfilosofie te doen zonder bepaalde
opvattingen te hebben over wat geschiedenis in, zodra je die hebt: kom je in domein
van substantiële geschiedenis.
o Substantiële geschiedenis en analytische geschiedenis zijn wel te onderscheiden,
maar niet geheel van elkaar te scheiden.


De geschiedenis van de wetenschapsfilosofie
- Standaardbeeld van wetenschap: ontstaan in de 17 e eeuw, dat hardnekkig is
- Wetenschap handelt in theorieën, die gebaseerd zijn op empirische waarnemingen
- Theorieën bevatten wetten, die altijd en overal geldig zijn

, - Hoe controleren we de theorieën? Door meer empirische waarnemingen in de vorm van
experimenten
- Theorie beschrijft de werkelijkheid zoals die is
- Vertrekken wij vanuit empirische waarnemingen?
- Wanneer is dat standaardbeeld ontstaan? Wat was de kritiek? Ontstaan vanuit de 17 e eeuw
vanuit de wetenschappelijke revolutie
- Wetenschappelijke revolutie: Galileo Galilei, Isaac Newton, Robert Boyle -> die het
wereldbeeld omver wierpen omdat ze dingen anders deden. Ze vertrouwden op de
experimenten die ze deden dan op alledaagse ervaringen zoals Aristoteles
- Ze vertrouwden liever op hun eigen oordeel, mechanistisch wereldbeeld (wereld als
mechaniek in wiskundig model). Niet door waarnemingen de wereld zien, maar door
experimenten

Wetenschappelijke kennis
Aristotelisch : alledaagse ervaring, gewone taal
Wetenschappelijke revolutie : experiment, wiskunde

Wereldbeeld
Het wereldbeeld veranderde daardoor drastisch
- Aristotelisch (dominant wereldbeeld voor de wetenschappelijke revolutie) : gesloten
wereldbeeld, macro- en microkosmos
- Wetenschappelijke revolutie : fundamentele onderscheiden (lichaam en geest bijvoorbeeld
als twee onderscheiden domeinen door wereld van natuur en wereld van de rede/subject en
object) -> natuur, lichaam, materiele wereld als OBJECT en geest, rede en bewustzijn als
SUBJECT
- De wereld wordt anders ingedeeld met de wetenschappelijke revolutie : domeinen in
verschillende kolommen die van elkaar gescheiden zijn, omdat ze daadwerkelijk anders
functioneren.
- Hiermee krijg je ook twee verschillende filosofische kaders : aan de ene kant objectieve kant
(natuur/lichaam/geest dat buiten de mens staat) en de subjectieve kant
(geest/rede/bewustzijn).
- Objectieve kant handelt in noodzakelijke verbanden en het subjectieve domein gaat over
betekenissen die we ergens aan toekennen.
- Aan de ene kant een kennend subject en aan de andere kant het gekend object (die
verschillen wezenlijk van elkaar). Hier ontstaat de grote kentheoretische vraag en
wetenschapsfilosofische vraag: hoe krijgt het subject precies kennis van het object?
- Verschillende antwoorden op die vraag (empiristisch en rationalistisch antwoord)

Empiristisch model
- Past bij wetenschappelijk wereldbeeld
- Francis Bacon
- Hoe komt kennis tot stand? De objecten werkt in op het subject. Wij doen waarnemingen,
omdat het object dat buiten ons staat op ons inwerkt. Het subject is dan een geest die leeg is
(tabula rasa). Indrukken worden achter gelaten op het lege tablet.
- Waarnemingen zijn basis van de wetenschap (kun je ook verkrijgen door experimenten):
vanuit daaruit zoek je de wetenschappers naar generalisaties.
- Van individuele waarnemingen naar generalisaties

Rationalistisch model
- René Descartes
- Kennis komt ergens anders vandaan : vanuit de rede, ratio, vanuit het subject zelf

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Emmadejong123 Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
156
Member since
7 year
Number of followers
138
Documents
18
Last sold
8 months ago

3.7

15 reviews

5
4
4
5
3
4
2
1
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions