Hoofdstuk 1
Centraal Onderzoeksvraag = Hoe reageren spieren op impulsen van het
zenuwstelsel?
Antwoord = Spieren reageren op impulsen van het zenuwstelsel doordat deze
impulsen via motorische zenuwen naar de spiervezels worden geleid. Daar zorgen ze
ervoor dat de eiwitdraden actine en myosine in de spiervezels over elkaar schuiven,
waardoor de spiervezel korter en dikker wordt en de spier samentrekt.
1 Hoe worden spieren door het zenuwstelsel
aangestuurd?
Soort spier Aansturing Zenuwstelsel Controle door wil?
Via motorische
zenuwen
(Motorische
zenuwen zijn
zenuwen die
Somatisch
Skeletspieren signalen van het Ja
zenuwstelsel
centrale
zenuwstelsel naar
de spieren sturen,
zodat je kunt
bewegen.)
Automatisch,
Autonoom
Gladde spieren zonder bewuste Nee
zenuwstelsel
controle
Trekt vanzelf
Autonoom
Hartspier samen, tempo Nee
zenuwstelsel
gestuurd
, 2 Welke verschillen zijn er in werking tussen de
soorten spieren?
Snelheid van Bijzondere
Soort spier Vermoeibaarheid
samentrekken kenmerken
Staan onder
controle van de wil,
Skeletspieren Snel en krachtig Vermoeibaar
geschikt voor
snelle acties
Werken onbewust,
Nagenoeg geschikt voor
Gladde spieren Traag
onvermoeibaar langdurige
bewegingen
Hartspier Snel en krachtig Nagenoeg Werkt automatisch,
onvermoeibaar pompt levenslang
bloed door het
lichaam
3 Hoe verschillen spierweefsels van elkaar?
Soort Vorm van de Dwarse
Aantal kernen Vertakt
spierweefsel cellen streping
Lang, Meerdere
Skeletspieren Ja Nee
cilindervormig kernen
Gladde spieren Spoelvormig Eén kern Nee Nee
Hartspier Vertakt Eén kern Ja Ja