B8 Dimensies
Er zijn 5 dimensies:
Bij de fysische dimensie bekijk je natuurlijke onderwerpen.
Bij de economische dimensie gaat het om geld verdienen en de werkgelegenheid.
De sociaal-culturele dimensie heeft te maken met talen, godsdiensten, leefomstandigheden
enz.
Bij de demografische dimensie gaat het om het aantal mensen en de verandering daarin.
Bij de politieke dimensie let je op wie het voor het zeggen heeft.
B164 Compacte stad en re-urbanisatie
Door de suburbanisatie nam de bevolking van steden af. Om de leegloop te stoppen, moest meer in
de stad worden gebouwd. Op oude fabrieksterreinen zijn woonwijken gebouwd. In de oude
binnenstad is ook ruimte. Het beleid om meer te bouwen in de steden en dicht tegen steden aan,
heet het compacte stad-beleid. Als na jaren van bevolkingsafname het aantal inwoners in de stad
weer stijgt, spreek je van re-urbanisatie.
B166 Model van een stad
Steden hebben zo veel overeenkomsten dat je een model van een stad kunt maken. Het oudste deel
is de historische binnenstad. Het kantoren-, winkel en uitgaansgebied heet het stadscentrum. Of
centrale zakenwijk of Central Business District (CBD). Bij de opkomst van de industrie werden
fabrieken aan de rand van de binnenstad gebouwd. Voor de industriearbeiders worden vlakbij de
fabrieken oude woonwijken uit de grond gestampt.
B167 Cityvorming en stedelijke vernieuwing
In de stad verandert het grondgebruik voortdurend. De binnenstad was vroeger dichtbevolkt, maar
er kwamen ipv woningen kantoren en winkels. De verdringing van de woonfunctie door kantoren en
winkels is naar de city vermoed: cityvorming. Het veranderen van ruimtegebruik hoort bij stedelijke
vernieuwing.
B168 Grondprijs en ruimtegebrek
Met ruimtegebrek wordt bedoeld het gebruik van de ruimte voor wonen, werken, verkeer of
recreatie. In een stad wordt het ruimtegebruik bepaald door de prijs van de grond. Vooral in het
stadscentrum is de grond erg duur. Daardoor is er veel hoogbouw. Aan de rand van de stad zijn de
prijzen lager, zo ver dat er woningen op grote percelen gebouwd worden. De woningdichtheid
neemt af.
B169 Ruimtelijke ordening
Ruimtelijke ordening is het maken van plannen voor de inrichting van een gebied. In Nederland zijn
er overheden op drie niveaus: het rijk, de provincie en de gemeente. De rijksoverheid maakt plannen
voor de inrichting van Nederland als geheel. Provincies en gemeentes werken de plannen uit.
Gemeenten maken daarvoor bestemmingsplannen, waarin beschreven is hoe een stukje grond mag
worden gebruikt.
B170 Buurtprofiel en leefbaarheid
Een belangrijk woningkenmerk is de waarde van woningen. Die waarde staat bekend als de WOZ-
waarde, een afkorting van de Wet waardering onroerende zaken. Met behulp van bewoners- en
woningkenmerken kun je een buurtprofiel maken. De kenmerken van een buurtprofiel zegt iets
over de leefbaarheid van een woonwijk.
B171 Leefbaarheid
Er zijn 5 dimensies:
Bij de fysische dimensie bekijk je natuurlijke onderwerpen.
Bij de economische dimensie gaat het om geld verdienen en de werkgelegenheid.
De sociaal-culturele dimensie heeft te maken met talen, godsdiensten, leefomstandigheden
enz.
Bij de demografische dimensie gaat het om het aantal mensen en de verandering daarin.
Bij de politieke dimensie let je op wie het voor het zeggen heeft.
B164 Compacte stad en re-urbanisatie
Door de suburbanisatie nam de bevolking van steden af. Om de leegloop te stoppen, moest meer in
de stad worden gebouwd. Op oude fabrieksterreinen zijn woonwijken gebouwd. In de oude
binnenstad is ook ruimte. Het beleid om meer te bouwen in de steden en dicht tegen steden aan,
heet het compacte stad-beleid. Als na jaren van bevolkingsafname het aantal inwoners in de stad
weer stijgt, spreek je van re-urbanisatie.
B166 Model van een stad
Steden hebben zo veel overeenkomsten dat je een model van een stad kunt maken. Het oudste deel
is de historische binnenstad. Het kantoren-, winkel en uitgaansgebied heet het stadscentrum. Of
centrale zakenwijk of Central Business District (CBD). Bij de opkomst van de industrie werden
fabrieken aan de rand van de binnenstad gebouwd. Voor de industriearbeiders worden vlakbij de
fabrieken oude woonwijken uit de grond gestampt.
B167 Cityvorming en stedelijke vernieuwing
In de stad verandert het grondgebruik voortdurend. De binnenstad was vroeger dichtbevolkt, maar
er kwamen ipv woningen kantoren en winkels. De verdringing van de woonfunctie door kantoren en
winkels is naar de city vermoed: cityvorming. Het veranderen van ruimtegebruik hoort bij stedelijke
vernieuwing.
B168 Grondprijs en ruimtegebrek
Met ruimtegebrek wordt bedoeld het gebruik van de ruimte voor wonen, werken, verkeer of
recreatie. In een stad wordt het ruimtegebruik bepaald door de prijs van de grond. Vooral in het
stadscentrum is de grond erg duur. Daardoor is er veel hoogbouw. Aan de rand van de stad zijn de
prijzen lager, zo ver dat er woningen op grote percelen gebouwd worden. De woningdichtheid
neemt af.
B169 Ruimtelijke ordening
Ruimtelijke ordening is het maken van plannen voor de inrichting van een gebied. In Nederland zijn
er overheden op drie niveaus: het rijk, de provincie en de gemeente. De rijksoverheid maakt plannen
voor de inrichting van Nederland als geheel. Provincies en gemeentes werken de plannen uit.
Gemeenten maken daarvoor bestemmingsplannen, waarin beschreven is hoe een stukje grond mag
worden gebruikt.
B170 Buurtprofiel en leefbaarheid
Een belangrijk woningkenmerk is de waarde van woningen. Die waarde staat bekend als de WOZ-
waarde, een afkorting van de Wet waardering onroerende zaken. Met behulp van bewoners- en
woningkenmerken kun je een buurtprofiel maken. De kenmerken van een buurtprofiel zegt iets
over de leefbaarheid van een woonwijk.
B171 Leefbaarheid
