(bron: https://www.loper.nl/re-integratie/ )
Voorletters en naam: XXX
Studentnummer: 4897591
Datum: 26 Juni 2024
Opleidingsinstituut: NCOI
Opleiding: Associate degree human resource management
Module: Arbeidsre-integratie
1
,voorwoord
Mijn naam is XXX. Ik ben 27 jaar en woon in Schiedam samen met mijn partner en dochter
van X jaar oud. Sinds oktober 2019 ben ik werkzaam bij XXX binnen de afdeling
klantenservice als telefoniste. In deze functie werk ik samen met 18 andere telefonistes en
behandelen wij alle binnenkomende telefonie door deze naar de juiste afdeling door te
verbinden binnen de organisatie. Hiernaast verrichten wij als telefonistes administratieve
werkzaamheden. Verder ben ik samen met 1 andere collega verantwoordelijk voor het
inwerken van nieuwe collega’s binnen het team.
Vanuit XXX krijgen medewerkers de mogelijkheid om zichzelf verder te ontwikkelen door
middel van het volgen van een opleiding en/of cursus. Omdat ik graag wil doorgroeien
binnen de organisatie heb ik de kans om een opleiding te volgen met beide handen
aangegrepen. Ik heb gekozen voor de opleiding Associate degree human resource
management omdat deze opleiding aansluit bij mijn interesses en de functie die ik in de
toekomst zou willen vervullen.
De module arbeidsre-integratie is mijn 8ste module opdracht van deze opleiding en tevens
mijn keuze vak. Ik heb gekozen voor dit keuze vak omdat ik zeer geïnteresseerd ben in dit
onderwerp. Echter ben ik er ook achter gekomen dat ik stof erg moeilijk vond tijdens de
lessen. Voor een volgend soort gelijke module opdracht wil ik meer gestructureerd te werk
gaan gezien de hoeveel informatie. Voor deze module opdracht is er gevraagd een
adviesrapport te schrijven voor het management van de organisatie XXX in Schiedam. Ik
wens u veel lees plezier.
XXX, 26 Juni 2024
2
, Samenvatting
Het adviesrapport is ten behoeve van de organisatie XXX welke tevens mijn eigen
werkgever is. Dit advies rapport is op basis van lesstof, aanvullende literatuur, wetteksten
en best practices. In het advies rapport licht de nadruk op het belang van een juiste focus op
arbeidsre-integratie, het huidige proces en de gewenste situatie. Belangrijke informatie die
hierin meegenomen wordt zijn de huidige verzuimscores van de organisatie.
Het is in de tijd van nu van belang om een juiste focus te hebben op het re-integratieproces.
Zeker als er wordt gekeken naar de gevolgen die ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
met zich mee brengen. Op meerdere vlakken zowel bedrijfskundig als op juridisch vlak wordt
het steeds duidelijker dat een onvoldoende verzuimbeleid zowel een aanzienlijke financiële
als organisatorische impact kan hebben op een organisatie.
Het huidige re-integratieproces binnen XXX is gebaseerd op de Wet Verbetering
Poortwachter. Hierin heeft de organisatie een samenwerking met organisatie De Witte Raaf,
waarin zij een adviserende rol aannemen.
Uit de verzuimrapporten van XXX is op te maken dat de organisatie een verzuimpercentage
heeft van 6,74% in 2024 wat 1,24% meer is dan in het jaar 2023. In vergelijking met de
branche is dit 2,74% meer, het gemiddelde in de branche ligt namelijk op 4%. In verband
met de AVG is er voor medewerkers buiten de afdeling HR geen inzicht in de soorten
verzuim en de verschillen in verzuim per afdeling.
Uit een gesprek met verzuim coördinator F. XXX blijkt dat de hoogste verzuimpercentages
zijn te vinden zijn bij de afdeling klantenservice & ICT. Een belangrijke reden hiervoor is o.a.
de hogere werkbelasting en psychische gezondheid van medewerkers blijft een belangrijk
agenda punt. Er zijn geen trends te ontdekken binnen XXX met betrekking tot verzuim. Wel
is er een stijgende lijn te zien in het langdurig verzuim.
XXX houdt zich als organisatie aan wet en regelgeving. Hierdoor voldoet de organisatie aan
de gestelde eisen die betrekking hebben op het verzuim en re-integratie op de arbeidsmarkt.
Het beleid dat gericht is op verzuim en re-integratie houdt zich o.a. aan de WVP (Wet
Verbetering poortwachter), AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming), WAO
(Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), WIA (Wet Werk en Inkomen naar
Arbeidsvermogen). Door dit te doen zorgt de organisatie voor goed werkgeverschap richting
haar werknemers. Wel is er ruimte voor verbetering. Zo is er behoefte aan meer
contactmomenten tussen de HR-Afdeling en de leidinggevenden met betrekking tot verzuim,
het evalueren van de prestaties van de bedrijfsarts en het op peil houden van de kennis met
betrekking tot verzuim.
Hieruit voortvloeiend is het volgende advies opgesteld:
Het behoud van de huidige samenwerking met organisatie De Witte Raaf waarbij er
frequenter geëvalueerd moet worden op de prestaties van de bedrijfsarts om de kwaliteit te
blijven waarborgen. Daarnaast dienen er met regelmaat contact momenten gepland te
worden tussen de leidinggevenden en de HR-Afdeling om verzuimcasussen te kunnen
bespreken en langdurig verzuim te voorkomen. Ook dienen de verschillende betrokkenen
herhaaldelijk op training te gaan om het kennis niveau met betrekking tot verzuim op peil te
houden. Op deze manier kan de organisatie ervoor zorgen om het verzuimpercentage
dichter terug te brengen naar het gemiddelde van de branche.
3