Neurofysiologie van chronische pijn
Biopsychosociaal model (Engel 1980): afhankelijk vorm wetenschap kijk je op
bepaalde manier naar pijn vanuit P inzoomen of uitzoomen (als kiné moet je
beide kunnen)
Inzoomen = kijken naar detail: genetica, biochemie (cellulair) (receptoren)
Uitzoomen = kijken naar context: (algemene) fysiologie, psychologie,
sociologie
Alle elementen interactie met elkaar, geen losstaande zaken/feiten
o Psychologische/sociale mechanismen impact op fysiologische
Belang uitzoomen
Weg van pijnprikkel eenvoudig voorgesteld : gezien als elektrisch circuit
(connectie schakelaar/batterij – lamp) (relatie stimulus – respons)
o Weefselschade dorsale hoorn (3 vezels (abèta, adelta, c) nemen
synaps in lamina rexed banen naar hersenen (naar thalamus: tractus
spinothalamicus)
Complexer dan dat: niet te vatten onder vorm van 1 lijn
o Vele receptoren (meer dan vrije zenuwuiteinden = nociceptoren)
o Biochemie – transmissie – conductie in receptoren zeer complexe
fysiologie
o Groot netwerk interneuronen (90-95%), connecties dorsale hoorn,
synapsen
o Spier activeren: uitgebreid netwerk activatie (niet zommaar connectie
hersenen & activatie hersenkern)
Correlatie vs. causaliteit: assumpties & veronderstellingen
Duif op geplooide buis duif als oorzaak plooien buis eigenlijk
correlatie
Beweging doet pijn connectie beweging – pijn
Pijn & letsel, afwijking MBV afwijking is oorzaak pijn, gerechtvaardigd
pijn obv MBV
Cum hoc ergo propter hoc: als 2 gebeurtenissen die samen optreden ten
onrechte worden voorgesteld als oorzaak en gevolg, conclusies trekken uit
resultaten
Behandelen resultaat beter behandeling oorzaak van verbetering
Kans bestaat dat relatie niet zo duidelijk is
Niet-specifieke therapeutische effecten > specifieke therapeutische
effecten
Lokale & systemische inflammmatie
Systemische inflammatie: lichaam globale inflammatoire status
Immuniteit varieert waardoor meer/minder gevoelig inflammatie
Aantal variabelen die sensitiviteit beïnvloeden