Pedagogisch handelen:
1 Wat goed pedagogisch handelen inhoudt: de
pedagogische basishouding:
Positief pedagogisch handelen start vanuit de pedagogische basishouding
gekenmerkt door:
Authenticiteit (echtheid) v/d opvoeder
Een houding van waardering en aanvaarding voor de persoon v/h kind
Het empathisch begrijpen v/h kind
Goed pedagogisch handelen doet ook recht aan de psychologische basisbehoeften
v/h kind, namelijk de behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie
Autonomie gaat over het gevoel grip te hebben over het eigen leven --> zelfsturing,
keuzes kunnen maken, beslissingen nemen
Verbondenheid verwijst naar de behoefte om positief in verbinding te gaan met
anderen
Competentie gaat over het gevoel iets te kunnen, bekwaam te zijn
1.1 Kenmerken van pedagogisch handelen:
Effectieve hulp en ondersteuning
Pedagogisch handelen is voor kinderen niet vernederend, maar bevordert juist hun
groei
Goed pedagogisch handelen, een warme, positieve begeleidingsstijl, verstevigt de
persoonsvorming
1.1.1 Effectieve hulp en ondersteuning:
Steun en hulp geven aan kinderen --> weg naar zelfsturing en zelfbepaling
Als einddoel --> jezelf als leerkracht terugtrekken
Maatregelen van opvoeders zijn niet effectief:
Als gedrag niet verbetert
Als kind vernedering voelt bij datgene wat je als opvoeder kiest
Opvoeden is meer dan gedrag goedkeuren en afkeuren --> echt pedagogisch
handelen is voor kinderen echt een hulp
1
, 1.1.2 Invloed o/d persoonsvorming:
In jouw pedagogisch handelen als leerkracht laat je zien wat jouw opvattingen zijn
over een goede persoonsvorming
Jouw handelen wordt geleid door jouw bedoelingen
Toenemende individualisering en toenemende diversiteit
Socialisatie gericht o/h vormen van democratische persoonlijkheden
Een balans tussen individuele behoeften en sociale behoeften
Niet allen belang v/h individuen, maar ook belang van samenleving als geheel
1.2 Belang van goed pedagogisch handelen:
1.2.1 Intrinsieke motivatie:
Definitie:
Intrinsiek gemotiveerd zijn = je wilt iets doen vanuit eigen wil, omdat je het zelf
de moeite waard vindt
Extrinsiek gemotiveerd zijn = je wilt iets doen omdat je v/e ander dit moet
doen of omdat er een beloning aan vasthangt of omdat je een straf vermijd
- Nadeel is dat de motivatie verdwijnt als de externe prikkel wegvalt
Kinderen die intrinsiek gemotiveerd zullen worden om iets te doen of iets te bereiken
De kinderen voldoende autonomie geven en inzetten o/h gevoel van verbondenheid
en competentie, zodat kleuters intrinsiek gemotiveerd kunnen zijn/blijven
1.2.2 Persoonsvorming:
Op emotioneel gebied: goed zelfbeeld en zelfvertrouwen hebben, kunnen omgaan
met teleurstellingen
Op sociaal gebied: gericht zijn op anderen, kunnen delen, hulpvaardig zijn, kunnen
omgaan met regels
Op moreel gebied: verantwoordelijkheid dragen voor eigen handelen, eerlijk zijn,
respect hebben voor anderen
O/h gebied van zelfredzaamheid, zelfbepaling en autonomie: initiatief nemen, in staat
zijn tot zelfsturing en zelfreflectie
O/h gebied van zingeving en waarden: rechtvaardigheidsgevoel hebben en een
gevoel van verbondenheid
Kinderen behandelen vanuit authenticiteit, aanvaarding en empathie --> rekening te
houden met de basisbehoeften (autonomie, verbondenheid, competentie) --> versterk
je de kleuters op deze verschillende doelen
Voor jonge kinderen is het ook heel belangrijk dat we het geheugen verzorgen door
voldoende rust in te bouwen en gezonde voeding
Pedagogisch en didactisch handelen staan niet los van elkaar
2
1 Wat goed pedagogisch handelen inhoudt: de
pedagogische basishouding:
Positief pedagogisch handelen start vanuit de pedagogische basishouding
gekenmerkt door:
Authenticiteit (echtheid) v/d opvoeder
Een houding van waardering en aanvaarding voor de persoon v/h kind
Het empathisch begrijpen v/h kind
Goed pedagogisch handelen doet ook recht aan de psychologische basisbehoeften
v/h kind, namelijk de behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie
Autonomie gaat over het gevoel grip te hebben over het eigen leven --> zelfsturing,
keuzes kunnen maken, beslissingen nemen
Verbondenheid verwijst naar de behoefte om positief in verbinding te gaan met
anderen
Competentie gaat over het gevoel iets te kunnen, bekwaam te zijn
1.1 Kenmerken van pedagogisch handelen:
Effectieve hulp en ondersteuning
Pedagogisch handelen is voor kinderen niet vernederend, maar bevordert juist hun
groei
Goed pedagogisch handelen, een warme, positieve begeleidingsstijl, verstevigt de
persoonsvorming
1.1.1 Effectieve hulp en ondersteuning:
Steun en hulp geven aan kinderen --> weg naar zelfsturing en zelfbepaling
Als einddoel --> jezelf als leerkracht terugtrekken
Maatregelen van opvoeders zijn niet effectief:
Als gedrag niet verbetert
Als kind vernedering voelt bij datgene wat je als opvoeder kiest
Opvoeden is meer dan gedrag goedkeuren en afkeuren --> echt pedagogisch
handelen is voor kinderen echt een hulp
1
, 1.1.2 Invloed o/d persoonsvorming:
In jouw pedagogisch handelen als leerkracht laat je zien wat jouw opvattingen zijn
over een goede persoonsvorming
Jouw handelen wordt geleid door jouw bedoelingen
Toenemende individualisering en toenemende diversiteit
Socialisatie gericht o/h vormen van democratische persoonlijkheden
Een balans tussen individuele behoeften en sociale behoeften
Niet allen belang v/h individuen, maar ook belang van samenleving als geheel
1.2 Belang van goed pedagogisch handelen:
1.2.1 Intrinsieke motivatie:
Definitie:
Intrinsiek gemotiveerd zijn = je wilt iets doen vanuit eigen wil, omdat je het zelf
de moeite waard vindt
Extrinsiek gemotiveerd zijn = je wilt iets doen omdat je v/e ander dit moet
doen of omdat er een beloning aan vasthangt of omdat je een straf vermijd
- Nadeel is dat de motivatie verdwijnt als de externe prikkel wegvalt
Kinderen die intrinsiek gemotiveerd zullen worden om iets te doen of iets te bereiken
De kinderen voldoende autonomie geven en inzetten o/h gevoel van verbondenheid
en competentie, zodat kleuters intrinsiek gemotiveerd kunnen zijn/blijven
1.2.2 Persoonsvorming:
Op emotioneel gebied: goed zelfbeeld en zelfvertrouwen hebben, kunnen omgaan
met teleurstellingen
Op sociaal gebied: gericht zijn op anderen, kunnen delen, hulpvaardig zijn, kunnen
omgaan met regels
Op moreel gebied: verantwoordelijkheid dragen voor eigen handelen, eerlijk zijn,
respect hebben voor anderen
O/h gebied van zelfredzaamheid, zelfbepaling en autonomie: initiatief nemen, in staat
zijn tot zelfsturing en zelfreflectie
O/h gebied van zingeving en waarden: rechtvaardigheidsgevoel hebben en een
gevoel van verbondenheid
Kinderen behandelen vanuit authenticiteit, aanvaarding en empathie --> rekening te
houden met de basisbehoeften (autonomie, verbondenheid, competentie) --> versterk
je de kleuters op deze verschillende doelen
Voor jonge kinderen is het ook heel belangrijk dat we het geheugen verzorgen door
voldoende rust in te bouwen en gezonde voeding
Pedagogisch en didactisch handelen staan niet los van elkaar
2