PROF. CORNELISSEN
Examen:
4-5 MC vragen en korte motivering (zie oefeningen en casussen pp en ook practica)
Je krijgt één rust ECG en 12 afleidingen ECG
Vraag: bepaal de elektrische hartas en interpreteer vervolgens het ECG systematisch
Systematische interpretatie SAVE IT methode
ALTIJD motiveren waarom je vindt dat dit normaal of abnormale ECG is
Hoofdstuk 1: Het normale ECG
1.1. ECG en de kinesitherapeut
1.2. Grondbeginselen
1.2.1. Wat geeft het ECG weer
Electrocardiogram
Registratie van de elektrische activiteit die nodig is om het hart tot contractie te brengen
In rust:
Hartspiercellen gedepolariseerd geen elektrische activiteit
Elektrische stimulus
Depolariseren + contraheren
Pacemaker cellen kunnen spontaan depolariseren
Iedere gedepolariseerde cel prikkels volgende cel (door gap juncties) prikkelgolf over het hart die
depolarisatie en contractie veroorzaakt een voortschrijdende golf van positieve ladingen binnen de
cellen
Depolarisatie voltooid
Cellen keren terug naar het rust niveau repolariseren
Op ECG: depolarisatie en repolarisatie
1
,Cellen van het hart
Pacemaker cellen kunnen spontaan depolariseren
Elektrische geleidingscellen depolarisatiegolf heel snel verspreid
Hartspiercellen of myocardcellen gaan contraheren
1.2.2. De afleidingen
De 12 afleidingen
Elektrische activiteit wordt gemeten door middel van elektroden op de huid
(+) elektrode explorerende elektrode
(-) elektrode referentie elektrode
We plakken 10 elektrodes op de huid, en daarmee kunnen we 12
afleidingen van ECG bekomen 12 verschillende zichten op het hart
geeft een volledig beeld van de elektrische activiteit
Afleiding = een denkbeeldige lijn tussen twee elektroden
De afleidingen kijken allemaal OP HETZELFDE MOMENT naar uw hart
6 PERIFERE afleidingen of extremiteitsafleidingen 6 PRECORDIALE afleidingen
Door het plaatsen van elektrodes op de ledematen Door het plaatsen van elektrodes op de borstkas
(pols, enkels, bovenlichaam, heup, … )
3 BIPOLAIR (Eindthoven) 3 UNIPOLAIR (Goldberg)
2
, Ezelbruggetje plaatsen van elektrodes
Rood RECHTS bovenaan
Geel zon links bovenaan
Groen gras onder de zon LINKS onderaan
Zwart neutraal RECHTS beneden
Het positieve elektron is altijd de camera
De perifere afleidingen of de extremiteitsafleidingen
Doel: elektsche activiteit in het frontaal vlak (hoe de elektrische activiteit zich verplaatst van boven naar onder
en van links naar rechts
Bipolair
Gevormd door het vormen van 2 elektrodes
Gevormd door 3 elektrodes: rood, geel en groen
Afleiding I tussen RECHTER arm (-) en LINKER arm (+)
Afleiding II tussen RECHTER arm (-) en LINKER been (+)
Afleiding III tussen LINKER arm (-) en RECHTER been (+)
Ezelbruggetje voor afleiding II en III het is altijd POSITIEF om met je beide voeten op de grond te staan
3
,Unipolair
Maar één elektrode voor nodig
Hoe stroom loopt naar de extremiteiten (linkerarm, rechterarm en voeten)
Elektrode op de extremiteit is altijd de positieve elektrode
AV = Augmented Voltage = versterkt voltage
aVR meet ten opzichte van RECHTER arm (+) & LINKER arm en LINKER been vormen samen (-)
aVL meet ten opzichte van LINKER arm (+) & RECHTER arm en LINKER been vormen samen (-)
aVF meet ten opzichte van LINJER been (+) & RECHTER arm en LINKER arm vormen samen (-)
Assenkruis: combinatie van de 6 afleidingen
EXAMEN: dit moet je als eerste tekenen!!
Stappenplan:
1. Begin met afleiding I
Teken een horizontale lijn (hoek 0°)
Positief aan de linkerkant, negatief aan de rechterkant
2. Plaats afleiding aVF
Loodrecht op afleiding I, dus een verticale lijn (hoek van 90°)
3. Teken de armen van het mannetje
aVF (linkerarm) onder een hoek van -30° positief aan de buitenkant
aVR (rechterarm) onder een hoek van -150° positief aan de buitenkant
4. Teken de benen van het mannetje
Afleiding II onder een hoek van 60° positief aan de buitenkant
Afleiding III onder een hoek van 120° positief aan de buitenkant
4
,Welke kanten van het hart brengen de afleidingen nu in kaart?
Afleiding I en aVL laterale zijde van het hart linkerventrikel
Afleiding II en III en afleiding AVF kijken hoe dat de stroom afkomt van boven naar beneden kijjken van
onderaan kijken naar de onderkant van het hart
De precordiale afleidingen
Tonen de elektrische activiteit in het liggend vlak (van voor naar achter)
Gevormd door het plaatsen van 6 unipolaire elektrodes
Belangrijk: dezelfde plaats!! Gaan kijken onder een specifieke hoek van het hart dus altijd nauwkeurig plaatsen
In deze volgorde:
Altijd beginnen met V1 en V2
V1: 4e intercostale ruimte RECHTS
V2: 4e intercostale ruimte LINKS
Dan V4: 5e intercostale ruimte LINKS en medioclaviculair
Dan V6: V6: medioaxillair
Dan V5: V5: 5e intercostale ruimte LINKS voorste axillaire lijn
Wat bekijken ze dan?
POV: persoon ligt op zijn rug met de benen naar jou toe
V5 en V6 laterale kant van linkerventrikel
V3 en V4 voorkant van de linkerventrikel
V1 en V2 septum en v1 nog een beetje naar de
rechterventrikel
5
,Samengevat:
De vector: het beeld en zijn camera
De gemiddelde vector = gemiddelde stroomrichting tijdens de ontlading
En wordt bepaald door:
Meerdere vectoren in verschillende richtingen
Elektrische kracht (spanning, voltage) van deze vectoren
De meanvector voor de voorkamers van RECHTS boven naar LINKS beneden
De meanvector voor de kamers van RECHTS boven naar LINKS beneden (is groter want meer myocardcellen
links)
De gemiddelde vector
Stroom dat NAAR de (+) elektrode loopt ECG: een positieve uitslag
Stroom dat WEG van de (+) loopt ECG: een negatieve uitslag
1. Afleiding 1 positieve uitslag
2. Afleiding AVR negatieve uitslag
3. Afleiding AVL bifasisch (gaan gemiddeld gezien elkaar een
beetje opheffen)
6
,De KERN: basisprincipes van elektrische weergave
Afleiding = richting
Stroom naar (+) elektrode positief complex
Stroom naar (-) elektrode negatief complex
Stroom bijna haaks op de afleiding iso-elektrisch of bifasisch
Massa = voltage
Tragere geleiding breder complex
Karakteristieken van ECG-papier
Cijfertjes vanbuiten kennen!!
Op x as = tijd
Komt aan een bepaalde snelheid uit het
toestel
25 mm per seconde OF 1000
milliseconde 1 mm = 40 milliseconde
Op y as = voltage
10 mm = 1 millivolt
1 klein vakje = 0.1 millivolt
1 minuut (60 seconden) = 1500 mm of 1500 kleine blokjes of 300 grote blokjes
1.2.3. Prikkelvorming en geleiding
Ontstaan van P, Q, R, S en T-toppen op het ECG
De prikkel ontstaat in de sinusknoop die aan een eigen
frequentie gaat depolariseren
Sinusknoop is klein groepje van cellen gaat zich op ECG
niet groot voordoen in amplitude
AV gaat golf vertragen om goede vulling van de ventrikels
te verzekeren
1.2.4. De verschillende onderdelen van het ECG
Golven
Het golf dat de grootste is krijgt de hoofdletter
De golven zien er niet altijd zo uit
7
, Q golf = eerste negatieve uitslag na de P golf
R golf = eerste positieve uitslag na p of Q
S golf = eerste negatieve uitslag na R golf
QRS kan verschillende vormen aannemen
De uitslag die het grootst is krijgt de hoofdletter
Intervallen
PR of PQ duur
= snelheid waarmee elektrisch signaal wordt doorgegeven door AV-knoop van atria naar ventrikels
Begin p golf tot eerste deflectie
QRS duur
Snelheid van depolarisatie van ventrikels
Van eerste deflectie (positief of negatief) tot aan J punt (intersectie
tussen upslope S segment en basislijn)
Zowel septum als beide ventrikels
QT-interval
Duur vooraleer de ventrikels gerepolariseerd zijn en dus klaar zijn voor
een nieuwe hartslag
QTc = QT gecorrigeerd voor frequentie (formule van Bazett)
1.3. Systematiek voor evalueren van het normale ECG
1.3.1. De elektrische hartas
De elektrische hartas geeft de (gemiddelde) hoofdrichting aan waarin
de depolarisatie door de atria en ventrikels verloopt om de spiervezels
tot samentrekken te prikkelen
= grove weergave van gemiddelde stroomrichting door het hart in het
FRONTALE VLAK
gemiddelde stroomrichting, je maakt enkel gebruik van de perifere afleidingen
8
,Normale elektrische hartas: -30° tot 90° in het frontale vlak
Waarom elektrische hartas bepalen?
Afwijkingen van normale weg kan wijzen op verstoring van geleidingssysteem
Afwijking wordt dikwijls veroorzaakt door veranderingen in het spierweefsel
o Verdikking (weefseltoename)
Bv. Aortaklepstenose (gaat heel slecht open) hart gaat veel inspanning moeten
leveren om bloed in circulatie te krijgen hart gaat verdikken
o Infarct (weefselverlies)
Bv. infarct aan de laterale kant heel deel van spierweefsel gaat afsterven en wordt
vervangen door littekenweefsel kan geen elektrische stroom geleiden, geen
depolarisatie elektrisch inactief
Dus gemiddelde hartas kan wijzigen door dat je een hartinfarct door wijzigingen
spiermassa links en rechts
Afwijking kan ook door
o Foutieve plaatsing van elektrodes
o Verdraaiing van het hart (zeldzaam)
Hoe de elektrische hartas (frontale as) bepalen?
Methode 1: kwadrant
Hart verdelen in 4 kwadranten
Afleiding AFV tekenen en afleiding I
Normaal Linkerasdeviatie Rechterasdeviatie
Stroomrichting Van rechts boven naar links Van links boven naar rechts Van links boven naar rechts
beneden beneden beneden
Afleiding I Ziet de stroom naar zich toe Ziet de stroom naar zich toe Ziet de stroom weg van
komen komen zich komen
positieve uitslag ECG positieve uitslag ECG negatieve uitslag ECG
Afleiding aVF Ziet de stroom naar zich toe Ziet de stroom weg van zich Ziet de stroom naar zich
komen komen toe komen
positieve uitslag ECG negatieve uitslag ECG positieve uitslag ECG
Samengevat:
9
, Methode 2: perpendiculair
Eerst zoekt men de equifasische afleiding.
Dit is de afleiding waar de R-top en de S-top even groot zijn. (Kan ook perfect Q en R zijn)
Vaak is dit de afleiding met het kleinste CRS.
De afleiding die loodrecht op de equifasische deviatie staat is de hartas.
Er zijn twee loodlijnen voor elke equifasische afleiding, kies de loodlijn die het best de richting van de andere
afleidingen weergeeft.
+ of – 15° afhankelijk van de uitslag in de equifasische afleiding Stel dat de afleiding niet perfect equifasisch
is, maar toch iets meer positief of negatief
De afleiding die loodrecht staat op de gemiddelde stroomrichting die zal het QRS-complex als een bifasisch
of als een isoelektrisch presenteren
Voorbeeld 1
Stap 1
Kijk naar afleiding I en aVF
Afleiding I: QRS is positief stroom loopt naar de positieve elektrode
Afleiding aVF: QRS is positief stroom loopt naar de positieve
elektrode
Conclusie = normale hartas
Stap 2
Zoek de meest equifasische afleiding (waar Q en R of R en S elkaar uitmiddelen)
In dit geval: afleiding III (Q en R zijn ongeveer even groot)
Afleiding III staat loodrecht op de stroomrichting (III = 120°)
Bepaal welke afleiding loodrecht op III staat afleiding aVR
Afleiding aVR: QRS is negatief stroomt loopt weg van aVR
Dit plaatst de hartas in het omcirkelde kwadrant (zie foto)
Conclusie = hartas is +30°
Voorbeeld 2
Stap 1
Kijk naar afleiding I en aVF
Afleiding I: QRS is negatief stroomt loopt naar
de negatieve elektrode
Afleiding aVF: QRS is positief stroom loopt
naar de positieve elektrode
Conclusie = rechterasdeviatie
Stap 2
Zoek de meest equifasische afleiding (waar Q en R of R en S elkaar uitmiddelen)
10
Examen:
4-5 MC vragen en korte motivering (zie oefeningen en casussen pp en ook practica)
Je krijgt één rust ECG en 12 afleidingen ECG
Vraag: bepaal de elektrische hartas en interpreteer vervolgens het ECG systematisch
Systematische interpretatie SAVE IT methode
ALTIJD motiveren waarom je vindt dat dit normaal of abnormale ECG is
Hoofdstuk 1: Het normale ECG
1.1. ECG en de kinesitherapeut
1.2. Grondbeginselen
1.2.1. Wat geeft het ECG weer
Electrocardiogram
Registratie van de elektrische activiteit die nodig is om het hart tot contractie te brengen
In rust:
Hartspiercellen gedepolariseerd geen elektrische activiteit
Elektrische stimulus
Depolariseren + contraheren
Pacemaker cellen kunnen spontaan depolariseren
Iedere gedepolariseerde cel prikkels volgende cel (door gap juncties) prikkelgolf over het hart die
depolarisatie en contractie veroorzaakt een voortschrijdende golf van positieve ladingen binnen de
cellen
Depolarisatie voltooid
Cellen keren terug naar het rust niveau repolariseren
Op ECG: depolarisatie en repolarisatie
1
,Cellen van het hart
Pacemaker cellen kunnen spontaan depolariseren
Elektrische geleidingscellen depolarisatiegolf heel snel verspreid
Hartspiercellen of myocardcellen gaan contraheren
1.2.2. De afleidingen
De 12 afleidingen
Elektrische activiteit wordt gemeten door middel van elektroden op de huid
(+) elektrode explorerende elektrode
(-) elektrode referentie elektrode
We plakken 10 elektrodes op de huid, en daarmee kunnen we 12
afleidingen van ECG bekomen 12 verschillende zichten op het hart
geeft een volledig beeld van de elektrische activiteit
Afleiding = een denkbeeldige lijn tussen twee elektroden
De afleidingen kijken allemaal OP HETZELFDE MOMENT naar uw hart
6 PERIFERE afleidingen of extremiteitsafleidingen 6 PRECORDIALE afleidingen
Door het plaatsen van elektrodes op de ledematen Door het plaatsen van elektrodes op de borstkas
(pols, enkels, bovenlichaam, heup, … )
3 BIPOLAIR (Eindthoven) 3 UNIPOLAIR (Goldberg)
2
, Ezelbruggetje plaatsen van elektrodes
Rood RECHTS bovenaan
Geel zon links bovenaan
Groen gras onder de zon LINKS onderaan
Zwart neutraal RECHTS beneden
Het positieve elektron is altijd de camera
De perifere afleidingen of de extremiteitsafleidingen
Doel: elektsche activiteit in het frontaal vlak (hoe de elektrische activiteit zich verplaatst van boven naar onder
en van links naar rechts
Bipolair
Gevormd door het vormen van 2 elektrodes
Gevormd door 3 elektrodes: rood, geel en groen
Afleiding I tussen RECHTER arm (-) en LINKER arm (+)
Afleiding II tussen RECHTER arm (-) en LINKER been (+)
Afleiding III tussen LINKER arm (-) en RECHTER been (+)
Ezelbruggetje voor afleiding II en III het is altijd POSITIEF om met je beide voeten op de grond te staan
3
,Unipolair
Maar één elektrode voor nodig
Hoe stroom loopt naar de extremiteiten (linkerarm, rechterarm en voeten)
Elektrode op de extremiteit is altijd de positieve elektrode
AV = Augmented Voltage = versterkt voltage
aVR meet ten opzichte van RECHTER arm (+) & LINKER arm en LINKER been vormen samen (-)
aVL meet ten opzichte van LINKER arm (+) & RECHTER arm en LINKER been vormen samen (-)
aVF meet ten opzichte van LINJER been (+) & RECHTER arm en LINKER arm vormen samen (-)
Assenkruis: combinatie van de 6 afleidingen
EXAMEN: dit moet je als eerste tekenen!!
Stappenplan:
1. Begin met afleiding I
Teken een horizontale lijn (hoek 0°)
Positief aan de linkerkant, negatief aan de rechterkant
2. Plaats afleiding aVF
Loodrecht op afleiding I, dus een verticale lijn (hoek van 90°)
3. Teken de armen van het mannetje
aVF (linkerarm) onder een hoek van -30° positief aan de buitenkant
aVR (rechterarm) onder een hoek van -150° positief aan de buitenkant
4. Teken de benen van het mannetje
Afleiding II onder een hoek van 60° positief aan de buitenkant
Afleiding III onder een hoek van 120° positief aan de buitenkant
4
,Welke kanten van het hart brengen de afleidingen nu in kaart?
Afleiding I en aVL laterale zijde van het hart linkerventrikel
Afleiding II en III en afleiding AVF kijken hoe dat de stroom afkomt van boven naar beneden kijjken van
onderaan kijken naar de onderkant van het hart
De precordiale afleidingen
Tonen de elektrische activiteit in het liggend vlak (van voor naar achter)
Gevormd door het plaatsen van 6 unipolaire elektrodes
Belangrijk: dezelfde plaats!! Gaan kijken onder een specifieke hoek van het hart dus altijd nauwkeurig plaatsen
In deze volgorde:
Altijd beginnen met V1 en V2
V1: 4e intercostale ruimte RECHTS
V2: 4e intercostale ruimte LINKS
Dan V4: 5e intercostale ruimte LINKS en medioclaviculair
Dan V6: V6: medioaxillair
Dan V5: V5: 5e intercostale ruimte LINKS voorste axillaire lijn
Wat bekijken ze dan?
POV: persoon ligt op zijn rug met de benen naar jou toe
V5 en V6 laterale kant van linkerventrikel
V3 en V4 voorkant van de linkerventrikel
V1 en V2 septum en v1 nog een beetje naar de
rechterventrikel
5
,Samengevat:
De vector: het beeld en zijn camera
De gemiddelde vector = gemiddelde stroomrichting tijdens de ontlading
En wordt bepaald door:
Meerdere vectoren in verschillende richtingen
Elektrische kracht (spanning, voltage) van deze vectoren
De meanvector voor de voorkamers van RECHTS boven naar LINKS beneden
De meanvector voor de kamers van RECHTS boven naar LINKS beneden (is groter want meer myocardcellen
links)
De gemiddelde vector
Stroom dat NAAR de (+) elektrode loopt ECG: een positieve uitslag
Stroom dat WEG van de (+) loopt ECG: een negatieve uitslag
1. Afleiding 1 positieve uitslag
2. Afleiding AVR negatieve uitslag
3. Afleiding AVL bifasisch (gaan gemiddeld gezien elkaar een
beetje opheffen)
6
,De KERN: basisprincipes van elektrische weergave
Afleiding = richting
Stroom naar (+) elektrode positief complex
Stroom naar (-) elektrode negatief complex
Stroom bijna haaks op de afleiding iso-elektrisch of bifasisch
Massa = voltage
Tragere geleiding breder complex
Karakteristieken van ECG-papier
Cijfertjes vanbuiten kennen!!
Op x as = tijd
Komt aan een bepaalde snelheid uit het
toestel
25 mm per seconde OF 1000
milliseconde 1 mm = 40 milliseconde
Op y as = voltage
10 mm = 1 millivolt
1 klein vakje = 0.1 millivolt
1 minuut (60 seconden) = 1500 mm of 1500 kleine blokjes of 300 grote blokjes
1.2.3. Prikkelvorming en geleiding
Ontstaan van P, Q, R, S en T-toppen op het ECG
De prikkel ontstaat in de sinusknoop die aan een eigen
frequentie gaat depolariseren
Sinusknoop is klein groepje van cellen gaat zich op ECG
niet groot voordoen in amplitude
AV gaat golf vertragen om goede vulling van de ventrikels
te verzekeren
1.2.4. De verschillende onderdelen van het ECG
Golven
Het golf dat de grootste is krijgt de hoofdletter
De golven zien er niet altijd zo uit
7
, Q golf = eerste negatieve uitslag na de P golf
R golf = eerste positieve uitslag na p of Q
S golf = eerste negatieve uitslag na R golf
QRS kan verschillende vormen aannemen
De uitslag die het grootst is krijgt de hoofdletter
Intervallen
PR of PQ duur
= snelheid waarmee elektrisch signaal wordt doorgegeven door AV-knoop van atria naar ventrikels
Begin p golf tot eerste deflectie
QRS duur
Snelheid van depolarisatie van ventrikels
Van eerste deflectie (positief of negatief) tot aan J punt (intersectie
tussen upslope S segment en basislijn)
Zowel septum als beide ventrikels
QT-interval
Duur vooraleer de ventrikels gerepolariseerd zijn en dus klaar zijn voor
een nieuwe hartslag
QTc = QT gecorrigeerd voor frequentie (formule van Bazett)
1.3. Systematiek voor evalueren van het normale ECG
1.3.1. De elektrische hartas
De elektrische hartas geeft de (gemiddelde) hoofdrichting aan waarin
de depolarisatie door de atria en ventrikels verloopt om de spiervezels
tot samentrekken te prikkelen
= grove weergave van gemiddelde stroomrichting door het hart in het
FRONTALE VLAK
gemiddelde stroomrichting, je maakt enkel gebruik van de perifere afleidingen
8
,Normale elektrische hartas: -30° tot 90° in het frontale vlak
Waarom elektrische hartas bepalen?
Afwijkingen van normale weg kan wijzen op verstoring van geleidingssysteem
Afwijking wordt dikwijls veroorzaakt door veranderingen in het spierweefsel
o Verdikking (weefseltoename)
Bv. Aortaklepstenose (gaat heel slecht open) hart gaat veel inspanning moeten
leveren om bloed in circulatie te krijgen hart gaat verdikken
o Infarct (weefselverlies)
Bv. infarct aan de laterale kant heel deel van spierweefsel gaat afsterven en wordt
vervangen door littekenweefsel kan geen elektrische stroom geleiden, geen
depolarisatie elektrisch inactief
Dus gemiddelde hartas kan wijzigen door dat je een hartinfarct door wijzigingen
spiermassa links en rechts
Afwijking kan ook door
o Foutieve plaatsing van elektrodes
o Verdraaiing van het hart (zeldzaam)
Hoe de elektrische hartas (frontale as) bepalen?
Methode 1: kwadrant
Hart verdelen in 4 kwadranten
Afleiding AFV tekenen en afleiding I
Normaal Linkerasdeviatie Rechterasdeviatie
Stroomrichting Van rechts boven naar links Van links boven naar rechts Van links boven naar rechts
beneden beneden beneden
Afleiding I Ziet de stroom naar zich toe Ziet de stroom naar zich toe Ziet de stroom weg van
komen komen zich komen
positieve uitslag ECG positieve uitslag ECG negatieve uitslag ECG
Afleiding aVF Ziet de stroom naar zich toe Ziet de stroom weg van zich Ziet de stroom naar zich
komen komen toe komen
positieve uitslag ECG negatieve uitslag ECG positieve uitslag ECG
Samengevat:
9
, Methode 2: perpendiculair
Eerst zoekt men de equifasische afleiding.
Dit is de afleiding waar de R-top en de S-top even groot zijn. (Kan ook perfect Q en R zijn)
Vaak is dit de afleiding met het kleinste CRS.
De afleiding die loodrecht op de equifasische deviatie staat is de hartas.
Er zijn twee loodlijnen voor elke equifasische afleiding, kies de loodlijn die het best de richting van de andere
afleidingen weergeeft.
+ of – 15° afhankelijk van de uitslag in de equifasische afleiding Stel dat de afleiding niet perfect equifasisch
is, maar toch iets meer positief of negatief
De afleiding die loodrecht staat op de gemiddelde stroomrichting die zal het QRS-complex als een bifasisch
of als een isoelektrisch presenteren
Voorbeeld 1
Stap 1
Kijk naar afleiding I en aVF
Afleiding I: QRS is positief stroom loopt naar de positieve elektrode
Afleiding aVF: QRS is positief stroom loopt naar de positieve
elektrode
Conclusie = normale hartas
Stap 2
Zoek de meest equifasische afleiding (waar Q en R of R en S elkaar uitmiddelen)
In dit geval: afleiding III (Q en R zijn ongeveer even groot)
Afleiding III staat loodrecht op de stroomrichting (III = 120°)
Bepaal welke afleiding loodrecht op III staat afleiding aVR
Afleiding aVR: QRS is negatief stroomt loopt weg van aVR
Dit plaatst de hartas in het omcirkelde kwadrant (zie foto)
Conclusie = hartas is +30°
Voorbeeld 2
Stap 1
Kijk naar afleiding I en aVF
Afleiding I: QRS is negatief stroomt loopt naar
de negatieve elektrode
Afleiding aVF: QRS is positief stroom loopt
naar de positieve elektrode
Conclusie = rechterasdeviatie
Stap 2
Zoek de meest equifasische afleiding (waar Q en R of R en S elkaar uitmiddelen)
10