Taal diagnostiek: Verworven stoornissen
HC 1: Wat is afasie
Bij afasie spelen taal, spraak en cognitie een belangrijke rol:
Taal: Problemen met woordvinding, zinsbouw en begrip.
Spraak: Moeite met uitspraak en vloeiendheid. Moeite met het
motorische.
Cognitie: Problemen met de aandacht te houden om de spreker + moeite
met onthouden over wat het gesprek gaat of wat je wou vertellen.
Neurogene communicatiestoornis: Stoornis in de hersenen
o Afasie = Een taalstoornis ten gevolg van een focaal (= specifiek op
één plaats) hersenletsel nadat de taal verworven is in alle
taalmodaliteiten (= taalproductie + begrijpen van taal)
Oorzaken van afasie:
Beroerte
Trauma
o Bv. Verkeersongeval
Hersentumor
Intoxicaties en vitaminedeficiënties
o Bv. Gebruik van drugs, ondervoede mensen
Neurodegeneratieve ziektes
o Bv. MS, wordt progressief slechter met de tijd
,Afasie door beroerte:
Incidentie Cerebro Vasculair Accident (CVA) in België
o 19 000 gevallen per jaar of 52 gevallen per dag
Nederland en België: Jaarlijks minimaal 20 000 mensen met afasie, 15% -
38% van die gevallen krijgt afasie.
Beroerte is de meest voorkomende oorzaak van afasie (85%)
o Ischemisch (80%)
Ontstaat door een embool of trombus (bloedprop), door deze
klonter krijgt een deel van de hersenen geen bloed meer.
Beeldvorming: Hypoperfusie, op een hersenscan gaat het deel
van de hersenen waar geen bloed meer door komt grijs
worden.
o Hemorragisch (20%)
Er gebeurt iets waardoor een ader in de hersenen kapot gaat.
Het bloed loopt vervolgens uit de aders en sijpelt in de
hersenen. Het volume van de hersenen begint de stijgen
omdat er steeds meer bloed bij komt. Een deel van de
hersenen gaan verdrukt worden waardoor bepaalde functies
niet meer werken.
Beeldvorming: Hyperperfusie, op een hersenscan gaat het
verdrukte deel een witte plek geven want er zit vocht wat er
niet hoort te zitten.
Communiceren met een cliënt met afasie: CommuniCare
Achterliggend idee: Elk contactmoment (schriftelijk, mondeling) is een
effectief communicatiemoment.
o Effectief: Elke communicatiepartner weet wat het doel van het
communicatiemoment was.
o Communicatie: Kan heel breed zijn, kan van een korte boodschap
gaan tot een diepgaand gesprek.
Prikkelarme omgeving:
o Plaatsnemen aan niet-aangedane zijde.
o Fysieke omgeving zo min mogelijk laten afleiden.
o Beperk het aantal professionals dat aanwezig is bij het gesprek.
Non-verbaal ondersteunen:
o Gebruik mimiek en gebaren.
o Wijs waar mogelijk aan waar je het over hebt.
o Gebruik afbeeldingen en maak tekeningen.
Schriftelijk ondersteunen:
o Gebruik hulpmiddelen.
o Schrijf tijdens het gesprek belangrijke woorden op.
o Schrijf belangrijke gebeurtenissen en gesprekken in een
communicatieschrift.
Structuur bieden
, o Spreek in korte zinnen.
o Spreek in een rustig tempo.
o Controleer of de persoon begrepen heeft wat je hebt gezegd.
o Kondig aan wanneer je over een ander onderwerp begint.
Respectvol bejegenen
Spreek uit dat je het belangrijk vindt dat jullie elkaar begrijpen
Spreek en ondersteun op een volwassen en natuurlijke wijze
Peil de non-verbale reactie van de persoon met afasie
Nodig uit tot een respons
Geef aan dat je de tijd neemt voor een gesprek
Toon oprechte interesse
Spreek af later terug te komen op de boodschap
Conceptuele kaders voor klinisch redeneren
Klinisch redeneren?
o Meestal ongrijpbare en zelden geëxpliciteerde denkprocessen die
leiden tot klinische beslissingen
Waarom?
o Iedere cliënt met afasie is uniek
Hoe?
o Objectieve factoren
o Subjectieve, praktische en individuele factoren
HC 1: Wat is afasie
Bij afasie spelen taal, spraak en cognitie een belangrijke rol:
Taal: Problemen met woordvinding, zinsbouw en begrip.
Spraak: Moeite met uitspraak en vloeiendheid. Moeite met het
motorische.
Cognitie: Problemen met de aandacht te houden om de spreker + moeite
met onthouden over wat het gesprek gaat of wat je wou vertellen.
Neurogene communicatiestoornis: Stoornis in de hersenen
o Afasie = Een taalstoornis ten gevolg van een focaal (= specifiek op
één plaats) hersenletsel nadat de taal verworven is in alle
taalmodaliteiten (= taalproductie + begrijpen van taal)
Oorzaken van afasie:
Beroerte
Trauma
o Bv. Verkeersongeval
Hersentumor
Intoxicaties en vitaminedeficiënties
o Bv. Gebruik van drugs, ondervoede mensen
Neurodegeneratieve ziektes
o Bv. MS, wordt progressief slechter met de tijd
,Afasie door beroerte:
Incidentie Cerebro Vasculair Accident (CVA) in België
o 19 000 gevallen per jaar of 52 gevallen per dag
Nederland en België: Jaarlijks minimaal 20 000 mensen met afasie, 15% -
38% van die gevallen krijgt afasie.
Beroerte is de meest voorkomende oorzaak van afasie (85%)
o Ischemisch (80%)
Ontstaat door een embool of trombus (bloedprop), door deze
klonter krijgt een deel van de hersenen geen bloed meer.
Beeldvorming: Hypoperfusie, op een hersenscan gaat het deel
van de hersenen waar geen bloed meer door komt grijs
worden.
o Hemorragisch (20%)
Er gebeurt iets waardoor een ader in de hersenen kapot gaat.
Het bloed loopt vervolgens uit de aders en sijpelt in de
hersenen. Het volume van de hersenen begint de stijgen
omdat er steeds meer bloed bij komt. Een deel van de
hersenen gaan verdrukt worden waardoor bepaalde functies
niet meer werken.
Beeldvorming: Hyperperfusie, op een hersenscan gaat het
verdrukte deel een witte plek geven want er zit vocht wat er
niet hoort te zitten.
Communiceren met een cliënt met afasie: CommuniCare
Achterliggend idee: Elk contactmoment (schriftelijk, mondeling) is een
effectief communicatiemoment.
o Effectief: Elke communicatiepartner weet wat het doel van het
communicatiemoment was.
o Communicatie: Kan heel breed zijn, kan van een korte boodschap
gaan tot een diepgaand gesprek.
Prikkelarme omgeving:
o Plaatsnemen aan niet-aangedane zijde.
o Fysieke omgeving zo min mogelijk laten afleiden.
o Beperk het aantal professionals dat aanwezig is bij het gesprek.
Non-verbaal ondersteunen:
o Gebruik mimiek en gebaren.
o Wijs waar mogelijk aan waar je het over hebt.
o Gebruik afbeeldingen en maak tekeningen.
Schriftelijk ondersteunen:
o Gebruik hulpmiddelen.
o Schrijf tijdens het gesprek belangrijke woorden op.
o Schrijf belangrijke gebeurtenissen en gesprekken in een
communicatieschrift.
Structuur bieden
, o Spreek in korte zinnen.
o Spreek in een rustig tempo.
o Controleer of de persoon begrepen heeft wat je hebt gezegd.
o Kondig aan wanneer je over een ander onderwerp begint.
Respectvol bejegenen
Spreek uit dat je het belangrijk vindt dat jullie elkaar begrijpen
Spreek en ondersteun op een volwassen en natuurlijke wijze
Peil de non-verbale reactie van de persoon met afasie
Nodig uit tot een respons
Geef aan dat je de tijd neemt voor een gesprek
Toon oprechte interesse
Spreek af later terug te komen op de boodschap
Conceptuele kaders voor klinisch redeneren
Klinisch redeneren?
o Meestal ongrijpbare en zelden geëxpliciteerde denkprocessen die
leiden tot klinische beslissingen
Waarom?
o Iedere cliënt met afasie is uniek
Hoe?
o Objectieve factoren
o Subjectieve, praktische en individuele factoren