Kwaliteit van leven bij mensen met een auditieve, visuele of fysieke beperking semester 1
H3: Personen met een fysieke
beperking
1 INLEIDING
Het verhaal van Jamal pagina 86
Het verhaal van Marie pagina 87
1 BEELDVORMING
Aangeboren beperking
Verworven beperking
Gelijkaardige obstakels in de samenleving
Meso/ macroniveau
o Vooroordelen liggen buiten de persoon met de beperking
o Bias
o Beperkte kennis
1.1 CEREBRALE PARESE
1.1.1 Terminologie
Cerebrale parese Parapluterm voor een groep blijvende aandoeningen van de ontwikkeling van houding en
beweging die leidt tot beperkingen in beweging en mobiliteit
Oorzaak niet-progressief letsel van de hersenen tijdens de zwangerschap
of tijdens of na de geboorte.
Niet-progressief het letsel verergert niet over tijd, maar de bijkomende problemen kunnen
wel toenemen
Ernst afhankelijk van aard, ernst en locatie van letsel in de hersenen.
Voorkomendheid vaakste bij kinderen en jongeren
Diagnosestelling
In eerste 2 levensjaren
Door kinderneuroloog in combinatie met revalidatiearts
Kijken naar motoriek, spierspanning, intelligentie,…
Echo en MRI-scan
Etiologie
Prenatale factoren Factoren die tijdens de zwangerschap invloed hebben op de ontwikkeling van het kind en
kunnen bijdragen aan hersenschade, dus gebeurtenissen voor de geboorte + gezondheid van
de moeder + omstandigheden tijdens zwangerschap. Bv: vorige miskramen, genetische
afwijkingen,…
Perinatale factoren Factoren tijdens de geboorte die kunnen bijdragen aan hersenbeschadiging bij de baby. Bv:
infecties, middelengebruik,…
Postnatale factoren Factoren die na de geboorte optreden en hersenschade kunnen veroorzaken bij de baby. Bv:
zuurstofgebrek, vroeggeboorte,…
1
,Implicatie voor praktijk: een beladen start
Rouwproces: toekomstbeeld loslaten en confrontatie met realiteit
Stresserende periode
Ouderschap onder druk
o Zorg uit handen geven
o Emotionele beschikbaarheid ouders belangrijk
o Moeite met vanzelfsprekende dingen, zoals eten geven
o Draagkracht ouders
Nood aan toekomstperspectief
1.1.2 Classificatie op basis van lokalisatie, aard/ kwaliteit van bewegingen
en grofmotorisch functioneren
Onderverdeling o.b.v. 3 criteria
1. Lokalisatie:
Lokalisatie Waar Parese: verzwakking Plegie: verlamming
Mono Tast 1 van de 4 ledematen aan Monoparese Monoplegie
Hemi/ Tast 1 lichaamszijde aan Hemiparese Hemiplegie
unilateraal
Di Tast aan beide kanten van lichaam zelfde Diparese Diplegie
ledemaat aan (beide armen of benen)
Tri 3 van de 4 ledematen aangetast Triparese Triplegie
Quadri/ Alle 4 ledematen aangetast Quadriparese Quadriplegie
tetra
2. Aard van de beweging
Aard Uiting
Spastische CP Hypertonus in spier: spieren heel de tijd gespannen scheefstand van gewrichten pijn
Aantast ledenmaten
85-91% van CP
Dyskinetische CP Spieren maken onvrijwillige bewegingen, bewegingen buiten wil van de persoon
Verschillende verschijnselen
Bijkomende problemen zoals spraakmoeilijkheden, ademhalingsproblemen,…
4-10% van CP
Ataxie Spieren maken (vaak kleinere) schrokkigere bewegingen
Moeite met evenwicht
4-6% van CP
Menvormen Schade op meerder plekken in de hersenen, waardoor er meerdere types bewegingsstoornissen zijn
2
, 3. Grofmotorisch functioneren
Niveau Het kind…
Niveau I Kan zelfstandig lopen zonder hulpmiddel
Kan trap op en af
Niveau II Kan zelfstandig lopen zonder hulpmiddel
Kan trap op en af, maar moet leuning vasthouden
Verkiest loophulpmiddel voor langere afstanden
Niveau III kan zelfstandig zitten, maar niet lopen zonder hulpmiddel
Vertoont variatie in de manier van verplaatsen afhankelijk van de
lichamelijke mogelijkheden en omgevingsfactoren
Niveau IV Kan zelfstandig zitten, maar niet staan of lopen zonder hulp
Aangewezen rolstoel
Niveau V Moeite met zelfstandig zitten en het in controle houden van het
hoofd
Moeilijkheden met controleren willekeurige lichaamsbewegingen
Speciale ondersteunende rolstoel
Opgetild worden om zich te verplaatsen
1.1.3 Méér dan een fysieke beperkingen
Epilepsie
Verstandelijke beperking
o Bijna de helft van de kinderen met CP voldoen ook aan de criteria voor een vb
Communicatieproblemen
Visuele problemen
o Vele kinderen met CP hebben ook CVI
Gehoorproblemen
Pijn
Ontwikkelings- en emotionele gedragsproblemen (bv: ASS, aandacht tekort,…)
1.2 SPINA BIFIDA
1.2.1 Terminologie
Spina Bifida een aangeboren aandoening waarbij de wervelkolom en het ruggenmerg
niet helemaal gesloten zijn.
Oorzaak tekort aan foliumzuur in de weken net voor en de eerste weken van de
zwangerschap, maar ook door erfelijke en niet- erfelijke factoren.
Myelomeningocele Ergste vorm van SB. het ruggenmerg en de ruggenmergvliezen komen naar
buiten in de bult. Dit brengt een groot gevaar met zich mee op infecties en verdere
complicaties.
Diagnose Waar mogelijk diagnose al voor de geboorte gesteld. De zwangerschap wordt vaak op aanvraag
van de ouders afgebroken. Indien het kind toch geboren wordt de rug via prenatale chirurgie
gesloten.
3
H3: Personen met een fysieke
beperking
1 INLEIDING
Het verhaal van Jamal pagina 86
Het verhaal van Marie pagina 87
1 BEELDVORMING
Aangeboren beperking
Verworven beperking
Gelijkaardige obstakels in de samenleving
Meso/ macroniveau
o Vooroordelen liggen buiten de persoon met de beperking
o Bias
o Beperkte kennis
1.1 CEREBRALE PARESE
1.1.1 Terminologie
Cerebrale parese Parapluterm voor een groep blijvende aandoeningen van de ontwikkeling van houding en
beweging die leidt tot beperkingen in beweging en mobiliteit
Oorzaak niet-progressief letsel van de hersenen tijdens de zwangerschap
of tijdens of na de geboorte.
Niet-progressief het letsel verergert niet over tijd, maar de bijkomende problemen kunnen
wel toenemen
Ernst afhankelijk van aard, ernst en locatie van letsel in de hersenen.
Voorkomendheid vaakste bij kinderen en jongeren
Diagnosestelling
In eerste 2 levensjaren
Door kinderneuroloog in combinatie met revalidatiearts
Kijken naar motoriek, spierspanning, intelligentie,…
Echo en MRI-scan
Etiologie
Prenatale factoren Factoren die tijdens de zwangerschap invloed hebben op de ontwikkeling van het kind en
kunnen bijdragen aan hersenschade, dus gebeurtenissen voor de geboorte + gezondheid van
de moeder + omstandigheden tijdens zwangerschap. Bv: vorige miskramen, genetische
afwijkingen,…
Perinatale factoren Factoren tijdens de geboorte die kunnen bijdragen aan hersenbeschadiging bij de baby. Bv:
infecties, middelengebruik,…
Postnatale factoren Factoren die na de geboorte optreden en hersenschade kunnen veroorzaken bij de baby. Bv:
zuurstofgebrek, vroeggeboorte,…
1
,Implicatie voor praktijk: een beladen start
Rouwproces: toekomstbeeld loslaten en confrontatie met realiteit
Stresserende periode
Ouderschap onder druk
o Zorg uit handen geven
o Emotionele beschikbaarheid ouders belangrijk
o Moeite met vanzelfsprekende dingen, zoals eten geven
o Draagkracht ouders
Nood aan toekomstperspectief
1.1.2 Classificatie op basis van lokalisatie, aard/ kwaliteit van bewegingen
en grofmotorisch functioneren
Onderverdeling o.b.v. 3 criteria
1. Lokalisatie:
Lokalisatie Waar Parese: verzwakking Plegie: verlamming
Mono Tast 1 van de 4 ledematen aan Monoparese Monoplegie
Hemi/ Tast 1 lichaamszijde aan Hemiparese Hemiplegie
unilateraal
Di Tast aan beide kanten van lichaam zelfde Diparese Diplegie
ledemaat aan (beide armen of benen)
Tri 3 van de 4 ledematen aangetast Triparese Triplegie
Quadri/ Alle 4 ledematen aangetast Quadriparese Quadriplegie
tetra
2. Aard van de beweging
Aard Uiting
Spastische CP Hypertonus in spier: spieren heel de tijd gespannen scheefstand van gewrichten pijn
Aantast ledenmaten
85-91% van CP
Dyskinetische CP Spieren maken onvrijwillige bewegingen, bewegingen buiten wil van de persoon
Verschillende verschijnselen
Bijkomende problemen zoals spraakmoeilijkheden, ademhalingsproblemen,…
4-10% van CP
Ataxie Spieren maken (vaak kleinere) schrokkigere bewegingen
Moeite met evenwicht
4-6% van CP
Menvormen Schade op meerder plekken in de hersenen, waardoor er meerdere types bewegingsstoornissen zijn
2
, 3. Grofmotorisch functioneren
Niveau Het kind…
Niveau I Kan zelfstandig lopen zonder hulpmiddel
Kan trap op en af
Niveau II Kan zelfstandig lopen zonder hulpmiddel
Kan trap op en af, maar moet leuning vasthouden
Verkiest loophulpmiddel voor langere afstanden
Niveau III kan zelfstandig zitten, maar niet lopen zonder hulpmiddel
Vertoont variatie in de manier van verplaatsen afhankelijk van de
lichamelijke mogelijkheden en omgevingsfactoren
Niveau IV Kan zelfstandig zitten, maar niet staan of lopen zonder hulp
Aangewezen rolstoel
Niveau V Moeite met zelfstandig zitten en het in controle houden van het
hoofd
Moeilijkheden met controleren willekeurige lichaamsbewegingen
Speciale ondersteunende rolstoel
Opgetild worden om zich te verplaatsen
1.1.3 Méér dan een fysieke beperkingen
Epilepsie
Verstandelijke beperking
o Bijna de helft van de kinderen met CP voldoen ook aan de criteria voor een vb
Communicatieproblemen
Visuele problemen
o Vele kinderen met CP hebben ook CVI
Gehoorproblemen
Pijn
Ontwikkelings- en emotionele gedragsproblemen (bv: ASS, aandacht tekort,…)
1.2 SPINA BIFIDA
1.2.1 Terminologie
Spina Bifida een aangeboren aandoening waarbij de wervelkolom en het ruggenmerg
niet helemaal gesloten zijn.
Oorzaak tekort aan foliumzuur in de weken net voor en de eerste weken van de
zwangerschap, maar ook door erfelijke en niet- erfelijke factoren.
Myelomeningocele Ergste vorm van SB. het ruggenmerg en de ruggenmergvliezen komen naar
buiten in de bult. Dit brengt een groot gevaar met zich mee op infecties en verdere
complicaties.
Diagnose Waar mogelijk diagnose al voor de geboorte gesteld. De zwangerschap wordt vaak op aanvraag
van de ouders afgebroken. Indien het kind toch geboren wordt de rug via prenatale chirurgie
gesloten.
3