SUBLIMINALE PRIMING – theoretisch kader
Het “onbewuste”
Zeer belangwekkend topic:
1. Psychoanalytische invulling van het onbewuste
In de psychoanalytische traditie – met Freud als grondlegger – wordt het onbewuste
voorgesteld als een complex en verfijnd/geraffineerd systeem van psychologische processen
(“slim”) . Volgens deze visie:
® Bestaan er mentale inhouden (herinneringen, impulsen, verlangens) die niet bewust
toegankelijk zijn
® Heeft het onbewuste een actieve invloed op gedrag, emoties, motivatie en
betekenisverlening, zelfs als de persoon zich daar totaal niet bewust van is
® Bestaan deze inhoud zonder bewustzijn van de actor, en is er zelfs actieve weerstand tegen
bewustwording (inhouden worden actief verdrongen)
2. Idee van manipulatie door onbewuste beı̈nvloeding
Het idee dat mensen beïnvloed kunnen worden zonder hun bewuste medeweten, leidde ook tot
discussies over manipulatie via subliminale signalen
Subliminale priming: het aanbieden van stimuli onder de drempel van bewuste waarneming,
met als doel om het gedrag of oordeel van een persoon te beïnvloeden zonder dat hij of zij hier
bewust van is
® De psycholoog-manipulator: via subtiele technieken gedrag sturen
® Bioscoop-experiment (Vicary 1957): beweerde dat hij in een bioscoop Plitsende
boodschappen (“drink coca-cola”, “eat popcorn”) had ingevoegd die te snel waren om
bewust waar te nemen, maar toch tot hogere verkoopcijfers zouden leiden
Zeer centraal topic voor de psychologie:
Hoewel het idee van subliminale beı̈nvloeding tot de verbeelding spreekt, is het
onderwerp sterk omstreden binnen de wetenschappelijke psychologie
® behaviorisme minimaliseerde of ontkende onbewuste processen
® fraude door Vicary: de resultaten waren verzonnen en nooit empirisch bevestigd
® tot op heden blijven psychologen verdeeld over het bestaan van empirisch bewijs van
subliminale beı̈nvloeding: sommige gaan uit van “dom” onbewuste, terwijl anderen het
onbewuste eerder als een efPicië nt systeem zien dat complexe informatieverwerking
mogelijk maakt
1
, Lange onderzoekstraditie
Het idee dat ons gedrag beïnvloed kan worden door informatie waarvan we ons niet bewust
zijn, maakt al lang deel uit van het psychologisch onderzoek. Binnen de cognitieve psychologie
bestaat er een lange onderzoekstraditie rond dit thema, maar het blijft theoretisch en
methodologisch zeer ingewikkeld / moeilijk grijpbaar!
Cognitieve psychologie
Onderscheid tussen twee soorten onbewuste verwerking:
1. Informatie buiten de (selectieve) aandacht: geheugen, perceptie, responsen
Hier gaat het over informatie die niet actief de aandacht krijgt, maar toch invloed heeft op
gedrag of geheugen:
® herinnering van zaken die je onbewust hebt gememoriseerd
® beı̈nvloeding van responsen door stimuli die niet de focus van aandacht zijn
® geautomatiseerde handelingen, procedurele kennis (zoals Pietsen of typen)
2. Beı̈nvloeding van responsen door stimuli die niet bewust waargenomen worden
Hier gaat het om subliminale stimuli: prikkels die zo snel of zo zwak worden aangeboden
dat ze onder de drempel van bewuste waarneming blijven
® hoe dePinië ren en aantonen “niet bewust waargenomen worden”?
Definitie “niet bewust”?
Moderne invulling van subliminale perceptie aan de hand van signaaldetectietheorie en d’
Signaaldetectietheorie: maakt het mogelijk om te onderscheiden of mensen
werkelijk gevoelig zijn voor een stimulus, of dat ze enkel “denken” iets waargenomen te hebben
® vooral nuttig bij ambigue of zwakke stimuli
® in plaats van alleen te kijken naar correcte of foute antwoorden, kijkt SDT naar perceptuele
gevoeligheid en beslissingscriteria
Sensitiviteit: geeft aan hoe goed iemand in staat is om een signaal te onderscheiden van ruis.
Met andere woorden: hoe goed detecteert iemand een stimulus als die er echt is?
Specificiteit: verwijst naar het vermogen om correct “nee” te zeggen wanneer er géén stimulus
is. Dus: hoe goed is iemand in het herkennen van de afwezigheid van een signaal?
2