ONDERWIJS, WELZIJN EN
GEZIN
ONDERWIJS
VIJF BOUWSTENEN VOOR KWALITEITSVOLLE BASISVOORZIENINGEN
Proportioneel universalisme:
- Universele dienstverlening voor iedereen die varieert in schaal en intensiteit
- Dienstverlening die zich richt naar alle burgers, maar tegelijkertijd bijzondere
aandacht heeft voor ondersteuningsnoden van zwakkere groepen binnen deze
universele dienstverlening
- Doel: mattheuseffecten tegengaan en daardoor gezonds-, onderwijs en
welzijnsongelijkheden verminderen
Leefwereld gericht:
- Aansluiting vinden bij de problemen, de kwesties en ervaringen van onrecht die
zich voordoen in de leefwereld van kinderen, jongeren, hun families en lokale
gemeenschappen
- Deze ervaringen als sociaal werker leren kennen en begrijpen
- Ervaringen en noden van burgers + onderzoeken wat de noden zijn in de buurt,
regio en gemeenschap
- Leefwereldbenadering mag niet blijven hangen in de leefwereld zelf, maar er moet
verbinding gemaakt worden met de systeemwereld
Toegankelijkheid:
- Basisvoorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen
- Constant proberen om zoveel mogelijk kinderen, jongeren, families en lokale
gemeenschappen proactief te bereiken
- Kritisch nadenken over bereikbaarheid, betaalbaarheid, beschikbaarheid,
begrijpbaarheid en bruikbaarheid
- Rekening houdend met het mattheuseffect ingrijpen om verschillende
doelgroepen op diverse manieren te bereiken en te betrekken
- Voor de deur én na de deur van de voorziening
Geïntegreerd werken:
- Integrale zorg legt het perspectief van de persoon met zorg- en
ondersteuningsnood op als uitgangspunt + maakt oude aanbodsgestuurde
modellen van zorgverlening overbodig
- Integrale zorg = flexibel, op maat én naadloos
- Vraagt een goede coördinatie van de verleende diensten
- Weg van het gefragmenteerde welzijns-, onderwijs- en gezondheidsaanbod
waardoor mensen tussen de mazen van het net vallen
Politiserend werken:
- Waarborgen van toegang tot rechten
1
, o Ervoor zorgen dat mensen daadwerkelijk gebruik kunnen maken van hun
sociale rechten
- Mensen zijn vaak niet verantwoordelijk voor hun situatie – oorzaak ligt vaak op
niveau van de samenleving
- Collectiviseren van maatschappelijke problemen: aandacht hebben voor die
structurele oorzaken van sociale problemen én beleidsmakers erop wijzen dat
structurele uitsluitingsmechanismen moeten worden aangepakt
HISTORISCH – MAATSCHAPPELIJKE EXPLORATIE VAN DE
ONDERWIJSCONTEXT
Hoe sociaal is het instituut Onderwijs?
HISTORIEK VAN HET BELGISCH ONDERWIJS
Ontstaan in de 19e eeuw
Organisatie van het onderwijs sterk verbonden met zogenaamde kinderwetgeving die in
het begin van de 20e eeuw ontstond
Drieluik kinderwetgeving:
1. 1889: Verbod op Kinderarbeid
2. 1914: Algemene Leerplicht
3. 1912: Kinderbeschermingswet
Burgerlijk beschavingsoffensief als antwoord op sociale kwestie
Dominant disciplineringsdenken, emancipatorisch effect
Onderwijs zeer gedisciplineerd – komt vanuit beschavingsoffensief
Discipline vaak reden van schooluitval
Heropvoeding arbeiderskinderen, pedagogisch offensief
Onderwijs in jaren ’50 vergeleken met nu:
Jaren ‘50 Nu
- Heel veel discipline - Wangedrag bij leerlingen is niet
o Zitten strak aan hun bank, meer onder controle te houden
moeten marcheren, … - CLB’s trekken aan de alarmbel
- Bijna alle leerkrachten waren - Leerkrachtenkorpsen zijn heel
mannen vrouwelijk
- Veel vacatures die niet ingevuld
raken
Onderwijs in 20e = klassengericht en socialisatie speelde belangrijke rol:
- Lager onderwijs voor lagere klassen
- Middelbaar onderwijs voor middenklasse
- Hoger onderwijs voor elite
Meesten gingen maar tot hun 14 jaar naar school
Dominante gedachte over onderwijs: “wie werkt en talenten gebruikt zal het ook
waarmaken in de maatschappij” als je hard werk, heeft iedereen evenveel kans – nog
steeds sterk aanwezige gedachte
2
,Onderwijs zou belangrijke hefboom moeten zijn tot emancipatie wordt in vraag gesteld
door vele denkers:
- Hoe gaat het eraan toe in het onderwijs?
- Kan het onderwijs de emancipatorische functie vervullen die van haar verwacht
wordt?
BELANGRIJKE DENKERS
BOURDIEU EN PASSERON
La Reproduction (1970)
Pierre Bourdieu:
- Franse socioloog
- Vooraanstaande linkse intellectueel
- Bekend onder sociaal-wetenschappers
Jean-Claude Passeron:
- Franse socioloog
- Opleidingsdirecteur aan Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales
- 1930
Onderwijs houdt de sociale verschillen in stand
Kinderen die uit lagere klassen komen, maken minder kans dan kinderen die uit
hogere klassen komen
Kapitaal = geheel van middelen waarover een klasse of een individu beschikt om macht
en invloed te verwerven om haar maatschappelijke plaats te verdedigen
- Economisch kapitaal (geld en onroerend goed)
- Sociaal kapitaal (relaties en lidmaatschap)
- Cultureel kapitaal (opleiding, verworvenheden en gedragingen)
Onderwijs draagt een cultureel kapitaal aan en verwacht dat deze dominante cultuur
gevolgd wordt
Degenen die vertrouwd zijn met deze omgangsvormen, stijlelementen, levensstijl,
… (= hogere en middenklasse) hebben voorrang op degenen die daar niet over
beschikken
Arbeiderskinderen beschikken niet over dit cultureel kapitaal en houden de
machtsverhoudingen daardoor mee in stand
Groepen die (vandaag) niet over het cultureel kapitaal beschikken:
- Kinderen met migratieachtergrond
- Kinderen van niet-geschoolde ouders
- Kinderen die in armoede opgroeien
Onderwijs wordt gezien als:
- Neutraal objectief instituut, waardenvrij, met een eigen logica waardoor de
feitelijke ongelijkheid genegeerd wordt
3
, - Ideeën worden als dominant en natuurlijk voorgesteld
- Evoluties binnen onderwijs moeten in dit kader begrepen worden
o Ideologieën als middel om de bestaande overheersing te trachten op te
leggen aan anderen om die machtsverhoudingen in stand te houden
o Bv: hevige schoolstrijden
Onderwijs neutraal en objectief! Elke politieke partij wil graag minister
van onderwijs aanleveren (overtuigingen van de partij kunnen via onderwijs
doorgegeven worden)
IVAN ILLICH
Ivan Illich:
- Oostenrijks – Amerikaans – Mexicaans – Duits
- Publicist, denker en priester
- 1926 - 2002
Pleit radicaal voor een ontscholing van de maatschappij
- Leren is niet nodig, want dat betekent “geïnstitutionaliseerd worden”
- Aangeboren nieuwsgierigheid van kinderen wordt afgeleerd door wetten en regels
- School zorgt voor een indoctrinatie en doet zelfstandig denken teniet
- Schoolmoeheid komt bij sommigen al voor vanaf het vijfde leerjaar
PAOLO FREIRE
Paolo Freire:
- Braziliaans
- Onderwijshervormer, pedagoog, andragoog, hoogleraar in Pernambuco en
directeur van het departement voor Cultuurverspreiding
- 1972
Onderwijs vergelijken als bankconcept = kennis wordt gedeponeerd en belegt in de
hoofden van de leerlingen
- Leerlingen worden afhankelijk van de kennis van de leraar
- Onderwijs modelleert het bewustzijn naar het beeld van de onderdrukker
- Effecten = cultuur van het zwijgen als hardnekkig fenomeen waardoor
machteloosheid optreedt
ONDERWIJS = TWEESTRIJD
Onderwijs = emancipatie + discipline
Emanciperend: je leert dingen
Disciplinerend: degene die je lesgeeft, bepaalt wat je leert
INTERNATIONALE ONDERZOEKSRESULTATEN
Programme for International Student Assessement (PISA-onderzoeken):
- Geeft beeld over Belgische onderwijssituatie in vergelijking met andere landen
- Onderzoeken gebeuren om de drie jaar (gestart in 2000, laatste keer in 2022)
- In elke cyclus worden dezelfde cognitieve domeinen onderzocht bij 15-jarigen
4
GEZIN
ONDERWIJS
VIJF BOUWSTENEN VOOR KWALITEITSVOLLE BASISVOORZIENINGEN
Proportioneel universalisme:
- Universele dienstverlening voor iedereen die varieert in schaal en intensiteit
- Dienstverlening die zich richt naar alle burgers, maar tegelijkertijd bijzondere
aandacht heeft voor ondersteuningsnoden van zwakkere groepen binnen deze
universele dienstverlening
- Doel: mattheuseffecten tegengaan en daardoor gezonds-, onderwijs en
welzijnsongelijkheden verminderen
Leefwereld gericht:
- Aansluiting vinden bij de problemen, de kwesties en ervaringen van onrecht die
zich voordoen in de leefwereld van kinderen, jongeren, hun families en lokale
gemeenschappen
- Deze ervaringen als sociaal werker leren kennen en begrijpen
- Ervaringen en noden van burgers + onderzoeken wat de noden zijn in de buurt,
regio en gemeenschap
- Leefwereldbenadering mag niet blijven hangen in de leefwereld zelf, maar er moet
verbinding gemaakt worden met de systeemwereld
Toegankelijkheid:
- Basisvoorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen
- Constant proberen om zoveel mogelijk kinderen, jongeren, families en lokale
gemeenschappen proactief te bereiken
- Kritisch nadenken over bereikbaarheid, betaalbaarheid, beschikbaarheid,
begrijpbaarheid en bruikbaarheid
- Rekening houdend met het mattheuseffect ingrijpen om verschillende
doelgroepen op diverse manieren te bereiken en te betrekken
- Voor de deur én na de deur van de voorziening
Geïntegreerd werken:
- Integrale zorg legt het perspectief van de persoon met zorg- en
ondersteuningsnood op als uitgangspunt + maakt oude aanbodsgestuurde
modellen van zorgverlening overbodig
- Integrale zorg = flexibel, op maat én naadloos
- Vraagt een goede coördinatie van de verleende diensten
- Weg van het gefragmenteerde welzijns-, onderwijs- en gezondheidsaanbod
waardoor mensen tussen de mazen van het net vallen
Politiserend werken:
- Waarborgen van toegang tot rechten
1
, o Ervoor zorgen dat mensen daadwerkelijk gebruik kunnen maken van hun
sociale rechten
- Mensen zijn vaak niet verantwoordelijk voor hun situatie – oorzaak ligt vaak op
niveau van de samenleving
- Collectiviseren van maatschappelijke problemen: aandacht hebben voor die
structurele oorzaken van sociale problemen én beleidsmakers erop wijzen dat
structurele uitsluitingsmechanismen moeten worden aangepakt
HISTORISCH – MAATSCHAPPELIJKE EXPLORATIE VAN DE
ONDERWIJSCONTEXT
Hoe sociaal is het instituut Onderwijs?
HISTORIEK VAN HET BELGISCH ONDERWIJS
Ontstaan in de 19e eeuw
Organisatie van het onderwijs sterk verbonden met zogenaamde kinderwetgeving die in
het begin van de 20e eeuw ontstond
Drieluik kinderwetgeving:
1. 1889: Verbod op Kinderarbeid
2. 1914: Algemene Leerplicht
3. 1912: Kinderbeschermingswet
Burgerlijk beschavingsoffensief als antwoord op sociale kwestie
Dominant disciplineringsdenken, emancipatorisch effect
Onderwijs zeer gedisciplineerd – komt vanuit beschavingsoffensief
Discipline vaak reden van schooluitval
Heropvoeding arbeiderskinderen, pedagogisch offensief
Onderwijs in jaren ’50 vergeleken met nu:
Jaren ‘50 Nu
- Heel veel discipline - Wangedrag bij leerlingen is niet
o Zitten strak aan hun bank, meer onder controle te houden
moeten marcheren, … - CLB’s trekken aan de alarmbel
- Bijna alle leerkrachten waren - Leerkrachtenkorpsen zijn heel
mannen vrouwelijk
- Veel vacatures die niet ingevuld
raken
Onderwijs in 20e = klassengericht en socialisatie speelde belangrijke rol:
- Lager onderwijs voor lagere klassen
- Middelbaar onderwijs voor middenklasse
- Hoger onderwijs voor elite
Meesten gingen maar tot hun 14 jaar naar school
Dominante gedachte over onderwijs: “wie werkt en talenten gebruikt zal het ook
waarmaken in de maatschappij” als je hard werk, heeft iedereen evenveel kans – nog
steeds sterk aanwezige gedachte
2
,Onderwijs zou belangrijke hefboom moeten zijn tot emancipatie wordt in vraag gesteld
door vele denkers:
- Hoe gaat het eraan toe in het onderwijs?
- Kan het onderwijs de emancipatorische functie vervullen die van haar verwacht
wordt?
BELANGRIJKE DENKERS
BOURDIEU EN PASSERON
La Reproduction (1970)
Pierre Bourdieu:
- Franse socioloog
- Vooraanstaande linkse intellectueel
- Bekend onder sociaal-wetenschappers
Jean-Claude Passeron:
- Franse socioloog
- Opleidingsdirecteur aan Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales
- 1930
Onderwijs houdt de sociale verschillen in stand
Kinderen die uit lagere klassen komen, maken minder kans dan kinderen die uit
hogere klassen komen
Kapitaal = geheel van middelen waarover een klasse of een individu beschikt om macht
en invloed te verwerven om haar maatschappelijke plaats te verdedigen
- Economisch kapitaal (geld en onroerend goed)
- Sociaal kapitaal (relaties en lidmaatschap)
- Cultureel kapitaal (opleiding, verworvenheden en gedragingen)
Onderwijs draagt een cultureel kapitaal aan en verwacht dat deze dominante cultuur
gevolgd wordt
Degenen die vertrouwd zijn met deze omgangsvormen, stijlelementen, levensstijl,
… (= hogere en middenklasse) hebben voorrang op degenen die daar niet over
beschikken
Arbeiderskinderen beschikken niet over dit cultureel kapitaal en houden de
machtsverhoudingen daardoor mee in stand
Groepen die (vandaag) niet over het cultureel kapitaal beschikken:
- Kinderen met migratieachtergrond
- Kinderen van niet-geschoolde ouders
- Kinderen die in armoede opgroeien
Onderwijs wordt gezien als:
- Neutraal objectief instituut, waardenvrij, met een eigen logica waardoor de
feitelijke ongelijkheid genegeerd wordt
3
, - Ideeën worden als dominant en natuurlijk voorgesteld
- Evoluties binnen onderwijs moeten in dit kader begrepen worden
o Ideologieën als middel om de bestaande overheersing te trachten op te
leggen aan anderen om die machtsverhoudingen in stand te houden
o Bv: hevige schoolstrijden
Onderwijs neutraal en objectief! Elke politieke partij wil graag minister
van onderwijs aanleveren (overtuigingen van de partij kunnen via onderwijs
doorgegeven worden)
IVAN ILLICH
Ivan Illich:
- Oostenrijks – Amerikaans – Mexicaans – Duits
- Publicist, denker en priester
- 1926 - 2002
Pleit radicaal voor een ontscholing van de maatschappij
- Leren is niet nodig, want dat betekent “geïnstitutionaliseerd worden”
- Aangeboren nieuwsgierigheid van kinderen wordt afgeleerd door wetten en regels
- School zorgt voor een indoctrinatie en doet zelfstandig denken teniet
- Schoolmoeheid komt bij sommigen al voor vanaf het vijfde leerjaar
PAOLO FREIRE
Paolo Freire:
- Braziliaans
- Onderwijshervormer, pedagoog, andragoog, hoogleraar in Pernambuco en
directeur van het departement voor Cultuurverspreiding
- 1972
Onderwijs vergelijken als bankconcept = kennis wordt gedeponeerd en belegt in de
hoofden van de leerlingen
- Leerlingen worden afhankelijk van de kennis van de leraar
- Onderwijs modelleert het bewustzijn naar het beeld van de onderdrukker
- Effecten = cultuur van het zwijgen als hardnekkig fenomeen waardoor
machteloosheid optreedt
ONDERWIJS = TWEESTRIJD
Onderwijs = emancipatie + discipline
Emanciperend: je leert dingen
Disciplinerend: degene die je lesgeeft, bepaalt wat je leert
INTERNATIONALE ONDERZOEKSRESULTATEN
Programme for International Student Assessement (PISA-onderzoeken):
- Geeft beeld over Belgische onderwijssituatie in vergelijking met andere landen
- Onderzoeken gebeuren om de drie jaar (gestart in 2000, laatste keer in 2022)
- In elke cyclus worden dezelfde cognitieve domeinen onderzocht bij 15-jarigen
4