Samenvatting Strafrechtelijk sanctierecht
Week 1 – Inleiding en uitgangspunten
Benadering strafrechtelijk sanctierecht
- Theoretisch = waarom sanctioneren?
- Effectiviteit van sanctioneren = helpen de sancties om de doelen van de sancties te
verwezenlijken. Wanneer is een sanctie effectief?
- Rechtshistorisch perspectief = waarom hebben we de sancties die we hebben. Welke waren er en
welke zijn er afgevallen?
- Recente ontwikkelingen
Theoretisch: waarom straffen we?
Vergelding grondslag van straf. Het is leedtoevoeging omdat je iets doet wat niet mag. Reactie van
de staat is om heel doelbewust leed toe te voegen. Discussie over de rechtvaardigheid: vergelding is
opzettelijk leed toevoegen door de staat, maar tegelijkertijd is het morele uitgangspunt dat je anderen
moet behandelen zoals je zelf ook behandeld wilt worden. In het licht van dit uitgangspunt zeggen
sommige auteurs dat het niet logisch is om straffen te legitimeren op basis van vergelding. Anderen
zeggen dat vergelding tegemoet komt aan het leed van slachtoffers. Behoefte aan wraak is een
oergedachte van de mens. Dit wraak nemen kun je beter overlaten aan de staat met het
geweldsmonopolie. Anders leidt het misschien tot disproportionele bestraffing.
Herstel denkers en ablisitonisme = het toevoegen van intentioneel leed, lost niks op. Schenden van
dezelfde grondnorm als de dader. Eerst een schending van de grondnorm en op basis van straf door
vergelding heb je er eigenlijk twee.
Daar komt bij; je kan vertrekken uit het idee van wraak gevoelens van de slachtoffers, maar
onderzoeken laten zien dat slachtoffers niet altijd de behoefte hebben aan een erge bestraffing van de
daders. Vaker zijn we geholpen met genoegdoening, gehoord te worden, een antwoord te krijgen en
serieus genomen te worden.
Speciale en generale preventie Speciaal = voorkomen dat individuele persoon opnieuw delict
bepaald. Generale preventie = andere mensen zien dat er gestraft wordt en daarom denken ze na
voordat er delict wordt gepleegd.
Onderzoek wijst uit dat de preventieve functie van straffen niet overschat moet worden. Een enkeling
leert er van, maar het probleem met veel vormen van gedrag is dat het minder rationeel is dan dat we
soms denken.
Appen op de fiets denken over de straf en wat het beantwoorden van het appje oplevert en
dan belangenafweging. Zo werkt het niet. Er ligt geen rationele belangenafweging aan ten
grondslag.
Manier van speciale preventie in het kader van gevangenisstraf is resocialisatie. Beginsel art. 2
penitiaire beginselenwet. Het zegt dat de tenuitvoerlegging van gevangenisstraf zo veel mogelijk in het
teken moet staan van de resocialisatie.
Rechtszekerheid / norm-bevestiging = je straft af om te laten zien dat we de norm heel belangrij
vinden. Een mogelijke uitweg kun je vinden in norm-bevestiging. Je moet wel iets doen. Als iemand
een juwelier overvalt, dan moet je het als samenleving afkeuren.
Kritiek: heb je straf nodig voor normbevestiging. Het kan ook door iemand te verplichten om excuses
te maken, schade te herstellen. Het nuanceert het belang van straffen voor normbevestiging.
- Herstel
Er zijn combinaties mogelijk straffen waarbij aan het begin van de straf vergelding centraal staat en
gedurende dat de straf langer duurt dat het dan omkantelt naar herstel.
1
,Strafrechttheorieën:
Vergeldingstheorieen (absoluut) = de legitimatie van straffen en het doel van de straf wordt alleen
gezocht in het idee van vergelding. Het perspectief is retroperspectief. Je kijkt terug. Je verdiend straf
omdat je een delict hebt gepleegd.
= klassieke richting wordt het genoemd in de literatuur.
Belangrijk is dat vergelding niet alleen een legitimatie is van straf, maar ook inherent een begrenzing
van de omvang/ernst van de straf. Vergelding vereist een redelijke verhouding tussen straf en
misdaad. Je kan niet zwaarder straffen dan iemand verdient.
Het legitimeert en limiteert het. Het moet proportioneel zijn met de ernst van het delict.
Preventie (relatief) perspectief is vooruitkijkend. Rechtvaardiging ligt in het doel van de speciale of
generale preventie. Criminologie heeft mede geleid tot aandacht voor dit soort theorieën: idee kwam
dat er moet worden gekeken naar de dader om te voorkomen dat hij nog een keer de fout in gaat.
= moderne richting. Individualisering van het strafrecht.
Centrale kritiek: vergelding speelt geen rol. De RV en doel is voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Straffen is gerechtvaardigd zolang je het doel bereikt. The sky is the limit. Hoe langer je iemand
opsluit, hoe langer iemand buiten geen delicten kan plegen. Het wordt niet begrenst door
proportionaliteit in de ernst van het delict.
Verengingstheorieen = combinatie. Heersend in NL. Straf vindt RV in vergelding. Straf moet
proportioneel zijn met ernst van het delict. Binnen de strafruimte die met de vergelding ontstaat
kunnen speciale en preventieve overwegingen zijn om bepaalde maatregelen toe te passen.
Wanneer in aanmerking voor straf
- Geen straf zonder schuld; je moet iemand een verwijt kunnen maken. HR Melk en Water
Als je minder schuld hebt dan kun je ook minder straf krijgen. Vergelding legitimeert en limiteert
straf. Toch zegt de HR keer op keer dat straffe naar de maten van schuld geen grondslag vindt in
het recht. Regel geen straf zonder schuld, maar als je een beetje schuld hebt kunnen we straffen.
Mate van schuld kan relevant zijn bij straftoemeting, maar het kan niet in vaste regels worden
uitgedrukt hoe het een rol kan spelen.
o HR Zwarte Ruiter
o HR Antilliaanse amokmaker
o HR 4 december 2007 man werd verminderd toerekeningsvatbaar verklaart. Hij kreeg een
levenslange gevangenisstraf.
^ de situaties waarin buiten de mate van schuld om gestraft werd, gaat het vooral om zaken waarin
mensen ontoerekeningsvatbaar werden verklaart door psychische stoornis en daarom hoog recidive
risico hadden. Daarom hoge gevangenisstraf om de persoon uit de samenleving te houden.
De van langer straffen behoefte om samenleving te bescherming was vroeger groter dan nu,
Twee sporenstelsel.
Nu twee sporen maatregel straf heeft de grondslag in vergelding. De maatregel heeft grondslag in
preventie (Kooijmans = de maatregel strekt heel breed tot opheffen van maatschappelijk ongewenste
situatie). Dit is anders dan de specifieke vergeldingsgrondslag van straf.
Omdat de grondslag van maatregel heel breed is, speelt voor maatregelen de duur, intensiteit speelt
proportionaliteit met de ernst van het delict totaal geen rol.
Hebben we de maatregel nodig? Kunnen we zeggen, we doen het alleen met een gevangenisstraf?
Voor straffen gelden allerlei beperkingen, een daarvan is geen straf zonder schuld. Volledig
ontoerekingsvatbaar, dan geen gevangenisstraf, maar je zou wel TBS kunnen krijgen.
Ander punt wat relevant is: straf is per definitie beperkt door de wettelijke beperking & door de ernst
van het delict. Verdachte veroordeeld mishandeling met zwaar lichamelijk letsel. Deskundigen zeggen
kans op recidive is aannemelijk. In de wet staat maximaal 4 jaar gevangenisstraf. Als je wil doen aan
bescherming door behandeling dan is het de vraag of de behandeling binnen die 4 jaar kan.
2
,Beweging naar risicostrafrecht
= de vormgeving van strafrecht en verschillende sancties laten zich steeds meer leiden door zowel
maatschappelijke als politieke behoefte aan risico inperking. Verschillende vormen van schade
beperken door middel van het strafrecht. Vb = in SR steeds meer nadruk op risicotaxatiemiddelen op
basis waarvan rechters beslissingen nemen over sancties.
Ander vb = arsenaal aan beveiligingsmaatregel dijt verder uit TBS, ISD, etc.
Het ontstaan van een preventieweb steeds meer nadruk op preventie. Kenmerkend voor de
verschillende sancties binnen preventieweb. is dat de grondslag voor het opleggen van de sancties
niet ligt in de schuld, maar in het gevaar dat van een specifiek persoon uitgaat. Deze worden niet
begrenst door proportionaliteit door ernst van het delict. Hoe begrens je de maatregelen we dan wel?
Hoe rechtvaardigingen we dat de staat de vrijheid van burgers kan beperken in de veronderstelling dat
iemand gevaarlijk is.
Ander vraag door onschuldpresumptie = eerst schuld vaststellen. Daarvoor ben je onschuldig en kun
je niet bestraft worden. Geldt dit ook voor sanctioneren op basis van gevaar?
En wat is eigenlijk gevaar? Verschillende gevaarscriteria voor verschillende sanctiemodaliteiten. Is
gevaar empirisch of is het meer iets juridisch, iets normatiefs.
En hoe stellen we het gevaar vast en wie doet dat? Voor vaststellen van schuld is er het bewijsrecht
maar dat hebben we niet ten aanzien van het vaststellen van gevaar.
Discussie week 1
Discussie: is de vrije wil noodzakelijk voor strafrechtelijke verantwoordelijkheid en het sanctierecht?
Volgens het determinisme vindt geen enkele gebeurtenis willekeurig plaats. Alles wat gebeurt en dus
ook hoe de mens handelt heeft een vooraf bepaalde reden. Volgens het determinisme is de gedachte
dat de mens beschikt over een vrije wil dan ook een illusie. Deze opvatting kent verschillende
onderbouwingen, zoals religie (de toekomst ligt in Gods handen) en de natuurwetenschap (causale
natuurwetten bepalen het verloop der dingen). De meest recente onderbouwing komt uit de
neurowetenschappen, die lijken
aan te tonen dat al ons handelen is terug te leiden naar fysieke, neurale processen waarover we zelf
geen controle hebben (zie bijv. het Libet-experiment). Grofweg kunnen in dit debat drie stromingen
worden onderscheiden.
1. Hard determinisme accepteert dat het determinisme en de vrije wil onverenigbaar zijn, beaamt
het determinisme en wijst het bestaan van de vrije wil daarmee af.
2. Libertarisme accepteert eveneens dat het determinisme en de vrije wil onverenigbaar zijn,
maar
ontkent het determinisme en accepteert daarmee het bestaan van de vrije wil.
3. Compatibilisme accepteert het determinisme, maar stelt dat dit het bestaan van een vrije wil
niet hoeft uit te sluiten. Determinisme en vrije wil zijn met elkaar verenigbaar. "Man can do
what he wills but he cannot will what he wills”
Als we ervan uitgaan dat het determinisme waar is, wat betekent dat dan voor de legitimiteit
van het strafrecht, dat sterk is gebaseerd op de vergeldingsidee, het retributivisme? Kunnen
we gedrag nog wel strafbaar stellen en bestraffen als daders net zoals ieder ander mens niet
blijken te beschikken over een vrije wil? Greene en Cohen beantwoorden deze vraag
bevestigend. Zij zoeken het antwoord in de gevolgenethiek, het consequentialisme. Caruso
zoekt het antwoord in het zogenaamde Public Health- Quarantine Model. Overtuigen deze
alternatieve perspectieven op het strafrecht?
Hebben we een vrije wil? Waarom kan deze vraag relevant zijn voor de manier waarop we nadenken
over het strafrecht. Is het veronderstellen van de vrije wil houdbaar. Deze vragen houden verband met
determinisme = elke gebeurtenis vindt niet willekeurig plaats, maar alles heeft een doel. Het ligt op
voorhand vast. Daar kunnen we als simpele mens niks aan veranderd.
Het determinisme wordt door de jaren heen op verschillende wijze onderbouwd.
3
, Belangrijkste is religie. Ander manier is vanuit de natuurwetenschappen, alles wat gebeurd in de
wereld staat in een causaal verband met natuurwetten. Ook in de genetica is bepaald dat alles wat we
doen, laten zijn en ons voelen wordt gebaseerd door onze genetische code. Meest recent en in lijn
daarmee vanuit de neurowetenschap; de keuzes die we maken zijn terug te leiden en worden bepaald
door neurale processen in het ons brein. Het staat op voorhand vast. We zijn ons brein, wat we doen
wordt bepaald in ons brein. Daar kunnen we niks aan veranderen. De keuzes die we maken ontstaan
eerder fysiek in ons brein dan in ons bewustzijn.
Twijfel over vrije wil. Als we die niet hebben dan is het gedrag niet aan ons te verwijten. Het zaait
twijfel over vergelding, want geen straf zonder schuld. De grondslag voor vergelding vervalt dan. Hier
vanuit start het paper. Ze onderzoeken of de twijfel over de vrije wil vanuit de neurowetenschap
terecht is en of we anders na moeten gaan denken over vergelding. Ze onderscheiden drie vormen.
Daarvoor onderscheiden ze twee vormen om SR te rechtenvaardigen:
1. Retributivisme = vergelding straffen gerechtvaardigd omdat je het verdiend
2. Consequentialisme = RV straffen op basis voor gevolgen van de consequenties van die straf.
Drie posities over determinisme en vrije wil.
1. Hard determinisme accepteert dat de wereld gedetermineerd is en accepteert ook dat vrije
wil en determinisme niet met elkaar te verenigen zijn.
2. Libertarisme accepteert dat het niet te verenigen is, maar ontkent dat de wereld
gedetermineerd is. We zijn vrij.
3. Compatibilisme accepteert determinisme, maar dat hoeft niet per definitie in de weg te
staan aan wat wij een vrije wil noemen. D en V zijn in zekere zin met elkaar verenigbaar.
Binnen D wereld kunnen we nog wel keuzes maken over ons gedrag. We zijn niet om vrij om
te willen wat we willen, maar we zijn wel vrij om te willen wat we doen. Er is dus een bepaalde
mate van keuzevrijheid.
Maakt het voor RV van Strafrecht uit welke stroming wat je aanhangt. Stel STR rechtvaardigen vanuit
consequentialisme. Maakt het voor de legitimatie uit onder welke van drie stromingen je valt je hebt
geen vrije wil nodig, dus het maakt niet uit wat je zegt over determinisme en vrije wil. Je hebt geen
schuld of vergelding nodig. Je kan ook zeggen: stel consequentialisme meer toespitsen op generale
preventie; doel van straffen is leren van sanctioneren; heeft alleen maar zin als we invloed kunnen
uitoefenen op ons gedrag.
^ afhankelijk van hoe je naar consequentialisme kijkt is de vrije wil wel of niet relevant.
Voor retributivisme: gebaseerd op vergelding. Schuld aan SR feit staat centraal
- Hard determinist: vrije wil bestaat niet. Geen vrije wil en geen vergelding.
- Libertarisme: vrije wil. Dat gaat prima samen met vergelding. In de paper zeggen ze: de
libertaristen hebben geen sterke kaart omdat ze determinisme ontkennen. Als je retibutisvime wil
rechtvaardigen dan kan het alleen door beroep te doen op compatbilme. Keuzevrijheid als in
rationaliteit.
Als je het over SR hebben we het vooral over rationaliteit. Dingen weten. Niet geïnteresseerd in wat
iemand heel diep wil, maar wat iemand weet en op basis daarvan handelt.
Soort afgezwakte vorm van vrije wil kunnen we veronderstellen aanwezig te zijn en daarom kunnen
we het strafrecht prima rechtvaardigen.
Greg Carusso is het niet mee eens of je nou wel of niet bent overtuigd van het determinisme, hij
heeft een overtuigender argument om het vergeldingsdenken onderuit te halen.
Episthemisch argument = het retributivisme, vergeldingsdenken, vereist vrije wil. We straffen
omdat iemand een straf verdiend en de voorwaarde daarvoor is dat je een vrije wil hebt.
Als je ander bewust wil straffen in de zin van vergelding, dan ligt bij jou als voorstander van
retributivisme dat de grondslag daarvan overtuigend is. Degene die stelt, bewijst. Je moet dus
bewijzen dat er een vrije wil is.
Straffen is nogal wat. De gevolgen van straffen zijn enorm. Je kan er beter zeker van zijn dat
de grondslag van de redenering daadwerkelijk klopt.
4
Week 1 – Inleiding en uitgangspunten
Benadering strafrechtelijk sanctierecht
- Theoretisch = waarom sanctioneren?
- Effectiviteit van sanctioneren = helpen de sancties om de doelen van de sancties te
verwezenlijken. Wanneer is een sanctie effectief?
- Rechtshistorisch perspectief = waarom hebben we de sancties die we hebben. Welke waren er en
welke zijn er afgevallen?
- Recente ontwikkelingen
Theoretisch: waarom straffen we?
Vergelding grondslag van straf. Het is leedtoevoeging omdat je iets doet wat niet mag. Reactie van
de staat is om heel doelbewust leed toe te voegen. Discussie over de rechtvaardigheid: vergelding is
opzettelijk leed toevoegen door de staat, maar tegelijkertijd is het morele uitgangspunt dat je anderen
moet behandelen zoals je zelf ook behandeld wilt worden. In het licht van dit uitgangspunt zeggen
sommige auteurs dat het niet logisch is om straffen te legitimeren op basis van vergelding. Anderen
zeggen dat vergelding tegemoet komt aan het leed van slachtoffers. Behoefte aan wraak is een
oergedachte van de mens. Dit wraak nemen kun je beter overlaten aan de staat met het
geweldsmonopolie. Anders leidt het misschien tot disproportionele bestraffing.
Herstel denkers en ablisitonisme = het toevoegen van intentioneel leed, lost niks op. Schenden van
dezelfde grondnorm als de dader. Eerst een schending van de grondnorm en op basis van straf door
vergelding heb je er eigenlijk twee.
Daar komt bij; je kan vertrekken uit het idee van wraak gevoelens van de slachtoffers, maar
onderzoeken laten zien dat slachtoffers niet altijd de behoefte hebben aan een erge bestraffing van de
daders. Vaker zijn we geholpen met genoegdoening, gehoord te worden, een antwoord te krijgen en
serieus genomen te worden.
Speciale en generale preventie Speciaal = voorkomen dat individuele persoon opnieuw delict
bepaald. Generale preventie = andere mensen zien dat er gestraft wordt en daarom denken ze na
voordat er delict wordt gepleegd.
Onderzoek wijst uit dat de preventieve functie van straffen niet overschat moet worden. Een enkeling
leert er van, maar het probleem met veel vormen van gedrag is dat het minder rationeel is dan dat we
soms denken.
Appen op de fiets denken over de straf en wat het beantwoorden van het appje oplevert en
dan belangenafweging. Zo werkt het niet. Er ligt geen rationele belangenafweging aan ten
grondslag.
Manier van speciale preventie in het kader van gevangenisstraf is resocialisatie. Beginsel art. 2
penitiaire beginselenwet. Het zegt dat de tenuitvoerlegging van gevangenisstraf zo veel mogelijk in het
teken moet staan van de resocialisatie.
Rechtszekerheid / norm-bevestiging = je straft af om te laten zien dat we de norm heel belangrij
vinden. Een mogelijke uitweg kun je vinden in norm-bevestiging. Je moet wel iets doen. Als iemand
een juwelier overvalt, dan moet je het als samenleving afkeuren.
Kritiek: heb je straf nodig voor normbevestiging. Het kan ook door iemand te verplichten om excuses
te maken, schade te herstellen. Het nuanceert het belang van straffen voor normbevestiging.
- Herstel
Er zijn combinaties mogelijk straffen waarbij aan het begin van de straf vergelding centraal staat en
gedurende dat de straf langer duurt dat het dan omkantelt naar herstel.
1
,Strafrechttheorieën:
Vergeldingstheorieen (absoluut) = de legitimatie van straffen en het doel van de straf wordt alleen
gezocht in het idee van vergelding. Het perspectief is retroperspectief. Je kijkt terug. Je verdiend straf
omdat je een delict hebt gepleegd.
= klassieke richting wordt het genoemd in de literatuur.
Belangrijk is dat vergelding niet alleen een legitimatie is van straf, maar ook inherent een begrenzing
van de omvang/ernst van de straf. Vergelding vereist een redelijke verhouding tussen straf en
misdaad. Je kan niet zwaarder straffen dan iemand verdient.
Het legitimeert en limiteert het. Het moet proportioneel zijn met de ernst van het delict.
Preventie (relatief) perspectief is vooruitkijkend. Rechtvaardiging ligt in het doel van de speciale of
generale preventie. Criminologie heeft mede geleid tot aandacht voor dit soort theorieën: idee kwam
dat er moet worden gekeken naar de dader om te voorkomen dat hij nog een keer de fout in gaat.
= moderne richting. Individualisering van het strafrecht.
Centrale kritiek: vergelding speelt geen rol. De RV en doel is voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Straffen is gerechtvaardigd zolang je het doel bereikt. The sky is the limit. Hoe langer je iemand
opsluit, hoe langer iemand buiten geen delicten kan plegen. Het wordt niet begrenst door
proportionaliteit in de ernst van het delict.
Verengingstheorieen = combinatie. Heersend in NL. Straf vindt RV in vergelding. Straf moet
proportioneel zijn met ernst van het delict. Binnen de strafruimte die met de vergelding ontstaat
kunnen speciale en preventieve overwegingen zijn om bepaalde maatregelen toe te passen.
Wanneer in aanmerking voor straf
- Geen straf zonder schuld; je moet iemand een verwijt kunnen maken. HR Melk en Water
Als je minder schuld hebt dan kun je ook minder straf krijgen. Vergelding legitimeert en limiteert
straf. Toch zegt de HR keer op keer dat straffe naar de maten van schuld geen grondslag vindt in
het recht. Regel geen straf zonder schuld, maar als je een beetje schuld hebt kunnen we straffen.
Mate van schuld kan relevant zijn bij straftoemeting, maar het kan niet in vaste regels worden
uitgedrukt hoe het een rol kan spelen.
o HR Zwarte Ruiter
o HR Antilliaanse amokmaker
o HR 4 december 2007 man werd verminderd toerekeningsvatbaar verklaart. Hij kreeg een
levenslange gevangenisstraf.
^ de situaties waarin buiten de mate van schuld om gestraft werd, gaat het vooral om zaken waarin
mensen ontoerekeningsvatbaar werden verklaart door psychische stoornis en daarom hoog recidive
risico hadden. Daarom hoge gevangenisstraf om de persoon uit de samenleving te houden.
De van langer straffen behoefte om samenleving te bescherming was vroeger groter dan nu,
Twee sporenstelsel.
Nu twee sporen maatregel straf heeft de grondslag in vergelding. De maatregel heeft grondslag in
preventie (Kooijmans = de maatregel strekt heel breed tot opheffen van maatschappelijk ongewenste
situatie). Dit is anders dan de specifieke vergeldingsgrondslag van straf.
Omdat de grondslag van maatregel heel breed is, speelt voor maatregelen de duur, intensiteit speelt
proportionaliteit met de ernst van het delict totaal geen rol.
Hebben we de maatregel nodig? Kunnen we zeggen, we doen het alleen met een gevangenisstraf?
Voor straffen gelden allerlei beperkingen, een daarvan is geen straf zonder schuld. Volledig
ontoerekingsvatbaar, dan geen gevangenisstraf, maar je zou wel TBS kunnen krijgen.
Ander punt wat relevant is: straf is per definitie beperkt door de wettelijke beperking & door de ernst
van het delict. Verdachte veroordeeld mishandeling met zwaar lichamelijk letsel. Deskundigen zeggen
kans op recidive is aannemelijk. In de wet staat maximaal 4 jaar gevangenisstraf. Als je wil doen aan
bescherming door behandeling dan is het de vraag of de behandeling binnen die 4 jaar kan.
2
,Beweging naar risicostrafrecht
= de vormgeving van strafrecht en verschillende sancties laten zich steeds meer leiden door zowel
maatschappelijke als politieke behoefte aan risico inperking. Verschillende vormen van schade
beperken door middel van het strafrecht. Vb = in SR steeds meer nadruk op risicotaxatiemiddelen op
basis waarvan rechters beslissingen nemen over sancties.
Ander vb = arsenaal aan beveiligingsmaatregel dijt verder uit TBS, ISD, etc.
Het ontstaan van een preventieweb steeds meer nadruk op preventie. Kenmerkend voor de
verschillende sancties binnen preventieweb. is dat de grondslag voor het opleggen van de sancties
niet ligt in de schuld, maar in het gevaar dat van een specifiek persoon uitgaat. Deze worden niet
begrenst door proportionaliteit door ernst van het delict. Hoe begrens je de maatregelen we dan wel?
Hoe rechtvaardigingen we dat de staat de vrijheid van burgers kan beperken in de veronderstelling dat
iemand gevaarlijk is.
Ander vraag door onschuldpresumptie = eerst schuld vaststellen. Daarvoor ben je onschuldig en kun
je niet bestraft worden. Geldt dit ook voor sanctioneren op basis van gevaar?
En wat is eigenlijk gevaar? Verschillende gevaarscriteria voor verschillende sanctiemodaliteiten. Is
gevaar empirisch of is het meer iets juridisch, iets normatiefs.
En hoe stellen we het gevaar vast en wie doet dat? Voor vaststellen van schuld is er het bewijsrecht
maar dat hebben we niet ten aanzien van het vaststellen van gevaar.
Discussie week 1
Discussie: is de vrije wil noodzakelijk voor strafrechtelijke verantwoordelijkheid en het sanctierecht?
Volgens het determinisme vindt geen enkele gebeurtenis willekeurig plaats. Alles wat gebeurt en dus
ook hoe de mens handelt heeft een vooraf bepaalde reden. Volgens het determinisme is de gedachte
dat de mens beschikt over een vrije wil dan ook een illusie. Deze opvatting kent verschillende
onderbouwingen, zoals religie (de toekomst ligt in Gods handen) en de natuurwetenschap (causale
natuurwetten bepalen het verloop der dingen). De meest recente onderbouwing komt uit de
neurowetenschappen, die lijken
aan te tonen dat al ons handelen is terug te leiden naar fysieke, neurale processen waarover we zelf
geen controle hebben (zie bijv. het Libet-experiment). Grofweg kunnen in dit debat drie stromingen
worden onderscheiden.
1. Hard determinisme accepteert dat het determinisme en de vrije wil onverenigbaar zijn, beaamt
het determinisme en wijst het bestaan van de vrije wil daarmee af.
2. Libertarisme accepteert eveneens dat het determinisme en de vrije wil onverenigbaar zijn,
maar
ontkent het determinisme en accepteert daarmee het bestaan van de vrije wil.
3. Compatibilisme accepteert het determinisme, maar stelt dat dit het bestaan van een vrije wil
niet hoeft uit te sluiten. Determinisme en vrije wil zijn met elkaar verenigbaar. "Man can do
what he wills but he cannot will what he wills”
Als we ervan uitgaan dat het determinisme waar is, wat betekent dat dan voor de legitimiteit
van het strafrecht, dat sterk is gebaseerd op de vergeldingsidee, het retributivisme? Kunnen
we gedrag nog wel strafbaar stellen en bestraffen als daders net zoals ieder ander mens niet
blijken te beschikken over een vrije wil? Greene en Cohen beantwoorden deze vraag
bevestigend. Zij zoeken het antwoord in de gevolgenethiek, het consequentialisme. Caruso
zoekt het antwoord in het zogenaamde Public Health- Quarantine Model. Overtuigen deze
alternatieve perspectieven op het strafrecht?
Hebben we een vrije wil? Waarom kan deze vraag relevant zijn voor de manier waarop we nadenken
over het strafrecht. Is het veronderstellen van de vrije wil houdbaar. Deze vragen houden verband met
determinisme = elke gebeurtenis vindt niet willekeurig plaats, maar alles heeft een doel. Het ligt op
voorhand vast. Daar kunnen we als simpele mens niks aan veranderd.
Het determinisme wordt door de jaren heen op verschillende wijze onderbouwd.
3
, Belangrijkste is religie. Ander manier is vanuit de natuurwetenschappen, alles wat gebeurd in de
wereld staat in een causaal verband met natuurwetten. Ook in de genetica is bepaald dat alles wat we
doen, laten zijn en ons voelen wordt gebaseerd door onze genetische code. Meest recent en in lijn
daarmee vanuit de neurowetenschap; de keuzes die we maken zijn terug te leiden en worden bepaald
door neurale processen in het ons brein. Het staat op voorhand vast. We zijn ons brein, wat we doen
wordt bepaald in ons brein. Daar kunnen we niks aan veranderen. De keuzes die we maken ontstaan
eerder fysiek in ons brein dan in ons bewustzijn.
Twijfel over vrije wil. Als we die niet hebben dan is het gedrag niet aan ons te verwijten. Het zaait
twijfel over vergelding, want geen straf zonder schuld. De grondslag voor vergelding vervalt dan. Hier
vanuit start het paper. Ze onderzoeken of de twijfel over de vrije wil vanuit de neurowetenschap
terecht is en of we anders na moeten gaan denken over vergelding. Ze onderscheiden drie vormen.
Daarvoor onderscheiden ze twee vormen om SR te rechtenvaardigen:
1. Retributivisme = vergelding straffen gerechtvaardigd omdat je het verdiend
2. Consequentialisme = RV straffen op basis voor gevolgen van de consequenties van die straf.
Drie posities over determinisme en vrije wil.
1. Hard determinisme accepteert dat de wereld gedetermineerd is en accepteert ook dat vrije
wil en determinisme niet met elkaar te verenigen zijn.
2. Libertarisme accepteert dat het niet te verenigen is, maar ontkent dat de wereld
gedetermineerd is. We zijn vrij.
3. Compatibilisme accepteert determinisme, maar dat hoeft niet per definitie in de weg te
staan aan wat wij een vrije wil noemen. D en V zijn in zekere zin met elkaar verenigbaar.
Binnen D wereld kunnen we nog wel keuzes maken over ons gedrag. We zijn niet om vrij om
te willen wat we willen, maar we zijn wel vrij om te willen wat we doen. Er is dus een bepaalde
mate van keuzevrijheid.
Maakt het voor RV van Strafrecht uit welke stroming wat je aanhangt. Stel STR rechtvaardigen vanuit
consequentialisme. Maakt het voor de legitimatie uit onder welke van drie stromingen je valt je hebt
geen vrije wil nodig, dus het maakt niet uit wat je zegt over determinisme en vrije wil. Je hebt geen
schuld of vergelding nodig. Je kan ook zeggen: stel consequentialisme meer toespitsen op generale
preventie; doel van straffen is leren van sanctioneren; heeft alleen maar zin als we invloed kunnen
uitoefenen op ons gedrag.
^ afhankelijk van hoe je naar consequentialisme kijkt is de vrije wil wel of niet relevant.
Voor retributivisme: gebaseerd op vergelding. Schuld aan SR feit staat centraal
- Hard determinist: vrije wil bestaat niet. Geen vrije wil en geen vergelding.
- Libertarisme: vrije wil. Dat gaat prima samen met vergelding. In de paper zeggen ze: de
libertaristen hebben geen sterke kaart omdat ze determinisme ontkennen. Als je retibutisvime wil
rechtvaardigen dan kan het alleen door beroep te doen op compatbilme. Keuzevrijheid als in
rationaliteit.
Als je het over SR hebben we het vooral over rationaliteit. Dingen weten. Niet geïnteresseerd in wat
iemand heel diep wil, maar wat iemand weet en op basis daarvan handelt.
Soort afgezwakte vorm van vrije wil kunnen we veronderstellen aanwezig te zijn en daarom kunnen
we het strafrecht prima rechtvaardigen.
Greg Carusso is het niet mee eens of je nou wel of niet bent overtuigd van het determinisme, hij
heeft een overtuigender argument om het vergeldingsdenken onderuit te halen.
Episthemisch argument = het retributivisme, vergeldingsdenken, vereist vrije wil. We straffen
omdat iemand een straf verdiend en de voorwaarde daarvoor is dat je een vrije wil hebt.
Als je ander bewust wil straffen in de zin van vergelding, dan ligt bij jou als voorstander van
retributivisme dat de grondslag daarvan overtuigend is. Degene die stelt, bewijst. Je moet dus
bewijzen dat er een vrije wil is.
Straffen is nogal wat. De gevolgen van straffen zijn enorm. Je kan er beter zeker van zijn dat
de grondslag van de redenering daadwerkelijk klopt.
4