WPO Persoonlijkheidspsychologie
Introductie: inhoud en doel
DOEL: inzicht krijgen in verschillende testparadigma’s binnen persoonlijkheidsmeting
• Begrijpen van kenmerken van testen: achtergrond, constructiemethode,
psychometrische eigenschappen, voor- en nadelen
• Toepassen van testen: invullen, scoren en interpreteren
• Analyseren en evalueren van testen m.b.t. psychometrische eigenschappen
Persoonlijkheidsmetingen
Persoonlijkheid conceptualiseren is weinig wetenschappelijk zinvol concepten van
persoonlijkheid operationaliseren en vertalen in concrete meetprocedures
Persoonlijkheidsmeting = het verzamelen en evalueren van verschillende bronnen van informatie
• Interview
• Observatie
• Biografisch materiaal
• Tests
Met verschillende doeleinden…
1. Onderwijssetting
• psychologische noden bij leer- en gedragsproblemen
2. Personeelsselectie
• jobassessment
3. Gezondheidszorg
• therapeutische doeleinden bij psychische en fysieke problemen
4. Forensische setting
• Expertise in juridisch kader (toerekeningsvatbaarheid, risicotaxatie, etc.)
Paradigma’s persoonlijkheidsmetingen
= zie slides voor kader
Meetparadigma’s = een set overtuigingen en houdingen waarbinnen en waartegenover
persoonlijkheidstesten worden afgenomen en geïnterpreteerd
• Onderscheid niet op basis van de testen, maar wel het conceptueel kader
Paradigma’s zijn gerelateerd aan bepaalde persoonlijkheidstheorieën en persoonlijkheidstesten.
WPO-opdrachten
1. Literatuuropdracht over (empirische evidentie) Rorschachtest/TAT
= Groepswerk: 4 tot 5 studenten per groep
• Schrijf je in met je groepje bij ‘Personen’ – ‘Literatuuropdracht eerste zittijd’ op Canvas
2. Verplichte Canvas-toets over (convergentie/divergentie) BFI-2 en NIAS
= Verplicht af te leggen als voorwaarde voor eindcijfer
Literatuuropdracht
Hoofdthema: validiteit van veelgebruikte performance-based persoonlijkheidstesten
(Rorschach/TAT)
1
,Keuze uit 4 onderwerpen:
1. Validiteit van de Ego Impairment Index (EII) en/of Thought and Perception Composite (TP-Comp)
van de R-PAS in kader van schizofrenie
2. Discriminante validiteit van SCORS-G
3. Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de R-PAS
4. Convergente validiteit van SCORS-G met psychologische maten of modellen
• Korte literatuurstudie op basis van minimum 3 wetenschappelijke bronnen
• Voor elke artikel voorbeeldartikel per thema op Canvas mag je gebruiken
TIP: Psychometrische begrippenlijst (cf. laatste pagina van het richtlijnen-document op Canvas)
Vereisten en aandachtspunten
= zie lesslides
Verplichte Canvas-toets
1. Elke student vult digitale survey (BFI-2 + NIAS) in vóór 4/04/2025
• Via volgende link:
https://vubpsych.eu.qualtrics.com/jfe/form/SV_bEFnhXpqEUgQnyu
• Tijdig invullen is een voorwaarde om dit deel volledig afgelegd te hebben!
2. Klassikale terugkoppeling van de resultaten over de hele studentengroep (geen individuele
resultaten!) tijdens het werkcollege op 15/05/2025
3. Invullen verplichte Canvas-toets met feedback
• Via ‘Toetsen’-tab in de Canvas-cursusruimte
• Kritische reflectie omtrent convergente/divergente validiteit van het interpersoonlijk
paradigma (NIAS) en het multivariate paradigma (BFI-2) op basis van
groepsresultaten
• Mogelijkheid tot afleggen van de toets tijdens tweede helft WPO op 15/05/2025 of op
een ander moment (vóór de deadline)
• Geen cijfer op deze toets, (tijdig) afleggen van de toets is wel voorwaarde om
eindcijfer toegekend te krijgen
Deadlines
• Literatuuropdracht wordt uiterlijk ingediend via de Opdrachten-tab op Canvas op 9/05/2025
vóór 12u ‘s middags
• Elke student vult de digitale survey in ten laatste op 4/04/2025
• Resultaten worden klassikaal teruggekoppeld op 15/05/2025
• De verplichte Canvas-toets wordt uiterlijk afgelegd via de Toetsen-tab op Canvas op
23/05/2025 vóór 12u ‘s middags
2
, WPO Persoonlijkheidspsychologie
Psychodynamisch meetparadigma
1. Inleiding
Het psychodynamische paradigma is het meest conceptueel uitgewerkte paradigm.
Het stamt af van de psychoanalytische theorie van Freud (zie HOC).
Binnen dit paradigma wordt de menselijke persoonlijkheid beschouwd als een dynamisch systeem
waarin onbewuste processen een grote rol spelen.
Belangrijke subtheorieën:
1. Klassieke psychoanalyse (Freud) → id, ego, superego
2. Ego-psychologie → nadruk op het ego en de afweermechanismen
3. Objectrelatietheorie → interpersoonlijke relaties bepalen persoonlijkheidsontwikkeling
Meetmethodes
Persoonlijkheid wordt gemeten via indirecte methoden, omdat deze toegang bieden tot onbewuste
processen. Zelfrapportage en gedragsobservatie zijn vaak onvoldoende.
Standaard meetmethode voor persoonlijkheidsstudie: indirecte methoden
• Gegevens verzamelen die onbereikbaar zijn via directe methoden (bijv. zelfrapportering,
gedragsobservatie, Rorschachtest, TAT (Thematic Apperception Test), WAIS
(intelligentietest).
Menninger testbatterij (David Rapaport)
= methode om persoonlijkheid te meten met drie principes:
• Rorschach test (ROR; Rorschach, 1921)
• Thematic Apperception Test (TAT; Morgan & Murray, 1938) = cognietieve test
• Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS; Wechsler, 1958)
3 interpretatie-principes:
1. Projectieve hypothese → onbewuste conflicten, behoeften en angsten worden
geprojecteerd in de testresponsen
2. Niveaus van functioneren → van laag (psychopathologie) tot hoog (gezonde
adaptatie)
3. Psychologische aanpassing → hoe iemand zich aanpast aan stressoren
Projectieve hypotheses
“Alle gedragsmanifestaties, al dan niet onbewust, zeggen iets over de persoonlijkheid” (Rapaport,
1942)
Responsen bevatten projecties vanuit de private wereld en persoonlijkheidsprocessen: onbewuste
conflicten, behoeften, impliciete motieven, verlangens, angsten, en gewoonlijke manier waarop
men de wereld ervaart en beleeft.
Responsen op de ambigue/betekenisloze stimuli van projectieve testen impliceren (eerder
onbewuste/vrijwillige) keuzes.
3
Introductie: inhoud en doel
DOEL: inzicht krijgen in verschillende testparadigma’s binnen persoonlijkheidsmeting
• Begrijpen van kenmerken van testen: achtergrond, constructiemethode,
psychometrische eigenschappen, voor- en nadelen
• Toepassen van testen: invullen, scoren en interpreteren
• Analyseren en evalueren van testen m.b.t. psychometrische eigenschappen
Persoonlijkheidsmetingen
Persoonlijkheid conceptualiseren is weinig wetenschappelijk zinvol concepten van
persoonlijkheid operationaliseren en vertalen in concrete meetprocedures
Persoonlijkheidsmeting = het verzamelen en evalueren van verschillende bronnen van informatie
• Interview
• Observatie
• Biografisch materiaal
• Tests
Met verschillende doeleinden…
1. Onderwijssetting
• psychologische noden bij leer- en gedragsproblemen
2. Personeelsselectie
• jobassessment
3. Gezondheidszorg
• therapeutische doeleinden bij psychische en fysieke problemen
4. Forensische setting
• Expertise in juridisch kader (toerekeningsvatbaarheid, risicotaxatie, etc.)
Paradigma’s persoonlijkheidsmetingen
= zie slides voor kader
Meetparadigma’s = een set overtuigingen en houdingen waarbinnen en waartegenover
persoonlijkheidstesten worden afgenomen en geïnterpreteerd
• Onderscheid niet op basis van de testen, maar wel het conceptueel kader
Paradigma’s zijn gerelateerd aan bepaalde persoonlijkheidstheorieën en persoonlijkheidstesten.
WPO-opdrachten
1. Literatuuropdracht over (empirische evidentie) Rorschachtest/TAT
= Groepswerk: 4 tot 5 studenten per groep
• Schrijf je in met je groepje bij ‘Personen’ – ‘Literatuuropdracht eerste zittijd’ op Canvas
2. Verplichte Canvas-toets over (convergentie/divergentie) BFI-2 en NIAS
= Verplicht af te leggen als voorwaarde voor eindcijfer
Literatuuropdracht
Hoofdthema: validiteit van veelgebruikte performance-based persoonlijkheidstesten
(Rorschach/TAT)
1
,Keuze uit 4 onderwerpen:
1. Validiteit van de Ego Impairment Index (EII) en/of Thought and Perception Composite (TP-Comp)
van de R-PAS in kader van schizofrenie
2. Discriminante validiteit van SCORS-G
3. Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de R-PAS
4. Convergente validiteit van SCORS-G met psychologische maten of modellen
• Korte literatuurstudie op basis van minimum 3 wetenschappelijke bronnen
• Voor elke artikel voorbeeldartikel per thema op Canvas mag je gebruiken
TIP: Psychometrische begrippenlijst (cf. laatste pagina van het richtlijnen-document op Canvas)
Vereisten en aandachtspunten
= zie lesslides
Verplichte Canvas-toets
1. Elke student vult digitale survey (BFI-2 + NIAS) in vóór 4/04/2025
• Via volgende link:
https://vubpsych.eu.qualtrics.com/jfe/form/SV_bEFnhXpqEUgQnyu
• Tijdig invullen is een voorwaarde om dit deel volledig afgelegd te hebben!
2. Klassikale terugkoppeling van de resultaten over de hele studentengroep (geen individuele
resultaten!) tijdens het werkcollege op 15/05/2025
3. Invullen verplichte Canvas-toets met feedback
• Via ‘Toetsen’-tab in de Canvas-cursusruimte
• Kritische reflectie omtrent convergente/divergente validiteit van het interpersoonlijk
paradigma (NIAS) en het multivariate paradigma (BFI-2) op basis van
groepsresultaten
• Mogelijkheid tot afleggen van de toets tijdens tweede helft WPO op 15/05/2025 of op
een ander moment (vóór de deadline)
• Geen cijfer op deze toets, (tijdig) afleggen van de toets is wel voorwaarde om
eindcijfer toegekend te krijgen
Deadlines
• Literatuuropdracht wordt uiterlijk ingediend via de Opdrachten-tab op Canvas op 9/05/2025
vóór 12u ‘s middags
• Elke student vult de digitale survey in ten laatste op 4/04/2025
• Resultaten worden klassikaal teruggekoppeld op 15/05/2025
• De verplichte Canvas-toets wordt uiterlijk afgelegd via de Toetsen-tab op Canvas op
23/05/2025 vóór 12u ‘s middags
2
, WPO Persoonlijkheidspsychologie
Psychodynamisch meetparadigma
1. Inleiding
Het psychodynamische paradigma is het meest conceptueel uitgewerkte paradigm.
Het stamt af van de psychoanalytische theorie van Freud (zie HOC).
Binnen dit paradigma wordt de menselijke persoonlijkheid beschouwd als een dynamisch systeem
waarin onbewuste processen een grote rol spelen.
Belangrijke subtheorieën:
1. Klassieke psychoanalyse (Freud) → id, ego, superego
2. Ego-psychologie → nadruk op het ego en de afweermechanismen
3. Objectrelatietheorie → interpersoonlijke relaties bepalen persoonlijkheidsontwikkeling
Meetmethodes
Persoonlijkheid wordt gemeten via indirecte methoden, omdat deze toegang bieden tot onbewuste
processen. Zelfrapportage en gedragsobservatie zijn vaak onvoldoende.
Standaard meetmethode voor persoonlijkheidsstudie: indirecte methoden
• Gegevens verzamelen die onbereikbaar zijn via directe methoden (bijv. zelfrapportering,
gedragsobservatie, Rorschachtest, TAT (Thematic Apperception Test), WAIS
(intelligentietest).
Menninger testbatterij (David Rapaport)
= methode om persoonlijkheid te meten met drie principes:
• Rorschach test (ROR; Rorschach, 1921)
• Thematic Apperception Test (TAT; Morgan & Murray, 1938) = cognietieve test
• Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS; Wechsler, 1958)
3 interpretatie-principes:
1. Projectieve hypothese → onbewuste conflicten, behoeften en angsten worden
geprojecteerd in de testresponsen
2. Niveaus van functioneren → van laag (psychopathologie) tot hoog (gezonde
adaptatie)
3. Psychologische aanpassing → hoe iemand zich aanpast aan stressoren
Projectieve hypotheses
“Alle gedragsmanifestaties, al dan niet onbewust, zeggen iets over de persoonlijkheid” (Rapaport,
1942)
Responsen bevatten projecties vanuit de private wereld en persoonlijkheidsprocessen: onbewuste
conflicten, behoeften, impliciete motieven, verlangens, angsten, en gewoonlijke manier waarop
men de wereld ervaart en beleeft.
Responsen op de ambigue/betekenisloze stimuli van projectieve testen impliceren (eerder
onbewuste/vrijwillige) keuzes.
3