Samenvatting BTW
INFO EXAMEN
Examen is vooral praktisch gericht!
Je mag heel de materie verwachten
14-tal vragen
70-80% meerkeuzevragen (zonder GIS)
Soms krijg je bij het foutieve antwoord (wanneer die deels juist is) ook nog punten
DEEL 1: OVERZICHT BTW
1. INLEIDING
A. VROEGERE STELSEL
Wat?
BTW is een redelijk recente belasting
Vroeger stelsel was van toepassing tot 31 december 1970
Vindplaats: terug te vinden in het wetboek van de met de zegel gelijkgestelde taksen
Diverse taksen
- Overdrachtstaks bij verkoop
- Factuurtaks voor welbepaalde diensten
Cumulatieve werking = cascadetaks (enorme hoge taks hierdoor)
Een eerder geheven taks werd telkens opnieuw doorgerekend in een volgende fase
A (fabrikant) verkoopt aan B B (fabrikant afgewerkte product) verkoopt aan groothandel C C verkoopt aan kleinhandel D
Kleinhandel D verkoopt aan consument E
Elke tussenpersoon in het distributieproces wilt iets verdienen
A -> B: Vraagprijs: 1000 euro hierbovenop kwam er de overdachtstaks (7%) B betaalde 1070 euro
Taks was niet recupereerbaar bij de staat, de enige manier om die te recupereren was om ze door te rekenen aan de klant,
daarbovenop wou hij ook iets verdienen (1000 euro)
B -> C: vraagprijs: 2070 euro hierbovenop 7% C betaalde 4510 euro
De overdrachtstakst van 145 euro heeft betrekking op de eerdere taks van 70 euro
145 euro is opnieuw in de volgende vraagprijs opgenomen
De oorspronkelijke 70 euro taks wordt 3 keer in de vraagprijs opgenomen
8000 euro komt in handen van de bedrijven + 1106 komt in handen van de staat
Stel A verkoopt rechtstreeks aan consument E en die wilt ook een winst van 8000 hebben met een taks van 560 (7%) eindprijs
is minder + taks voor de staat is minder
Nadelen van het vroegere stelsel
Niet neutraal
Hoe meer leveringen, hoe groter de belastingdruk
Heel nadelig voor de kleine gespecialiseerde handelaars (KMO’s) Want kleine bedrijven werden geconfronteerde met eerdere
, taksen
Ondernemingen met verschillende handels -of productiestadia (geïntegreerde ondernemingen) werden bevoordeeld
Niet doorzichtig
Men kon onmogelijk achterhalen hoeveel belastingen er drukte op die eindprijs
Belastingdruk was verschillend naargelang de lengte van de productie- en distributieketen
Berekening bedrag taksen in totale prijs van het product was onmogelijk
Dubbel nadeel op vlak van het internationaal handelsverkeer
Bij invoer = compenserende taks (gokken hoeveel taks het zou zijn geweest als in België zou gemaakt zijn)
Bij uitvoer = ze werkte met een forfaitaire ontheffing van de opgestapelde taksen (dit werd gegokt), om export te stimuleren
Afremmen van investeringen
Investeringen werden twee keer belast
- Bij totstandkoming (als je iets koopt dan ben je laatste schakel, veel taks betalen)
Investeerder was eindconsument, kreeg alle gecummuleerde belastingen
- Bij doorrekening van de afschrijvingen in de prijs van de producten of diensten aan de klant
Investeerder gaat investering verrekenen in zijn prijszetting van zijn leveringen en diensten
Voorfinanciering op voorraden
Zolang producten in voorraad waren, was men de laatste schakel deze kon je enkel recupereren door de voorraad te
verkopen
Als hij deze niet verkocht kreeg, was hij de laatste Schakel en droeg hij alle taksen => blokkering belangrijke financiële middelen
Gecumuleerde belastingdruk ging totaal verloren wanneer de voorraad niet meer verkocht kon worden
- Bij diefstal
- Bij brand
- Bij onverkoopbare voorraden
B. VERDRAG VAN ROME (1957 – Stichting EEG)
Aanzet btw: verdrag van Rome, toen werd de EEG opgericht
Voornaamste doelstelling
Het waarborgen van een vrij verkeer binnen de EU van goederen en diensten
Het instellen van een gemeenschappelijke markt
Waarin een gezonde mededinging bestaat
Waarvan de kenmerken overeenkomen met die van een echte binnenlandse markt
Aanpassing van de cumulatieve stelsels en vervangen door nieuw systeem dat uniform van toepassing zal worden van alle
lidstaten van de EEG en tegenwoordig de EU
Trapsgewijze harmonisering
Stelsel is geleidelijk aan verlopen, niet van de ene op de andere dag
Via diverse Richtlijnen:
Deze richtlijnen zijn voor de lidstaten verbindend, de vorm kunnen de lidstaten vrij kiezen (wetteksten, KB,…)
Verplichting voor de Lidstaten om een volgens communautaire normen gestructureerd BTW- stelsel in te voeren
Volledig overzicht: zie Handboek
2. BTW-BRONNEN
A. WETGEVING
Legaliteitsbeginsel: de wet primeert op alles!
Inzake btw ga je rekening moeten houden met meerdere wetteksten:
Europese Richtlijnen (voornaamste Richtlijn = BTW-Richtlijn 28 november 2006/112)
Die Europese richtlijnen moeten correct national worden gemaakt
Administratie kan zich niet beroepen op een niet omgezette richtlijn
Belastingplichtige kunnen zich wel beroepen op de richtlijn van EU
voorbeeld: België heeft de richtlijnen niet goed geïmplementeerd v.d. EU
Europees recht primeert op nationaal recht!
, Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011
meer detailkwesties
hoeft niet in nationaal recht te worden omgezet, is automatisch van toepassing
Belgisch Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (W.BTW = basiswet van 3 juli 1969)
Deze wet is doorheen de jaren grondig gewijzigd
59 genummerde Koninklijke Besluiten + KB nr. 2bis(uitvoeringsbepalingen)
Diverse Ministeriële Besluiten (detailregels)
Hier is maar 1 bepaling die van belang is, namelijk Art.1 ministerieel besluit nr. 1
B. PSEUDOWETGEVING (teksten van de administratie)
Aanschrijvingen / circulaires
Zijn dingen duidelijker in verwoord, problematiek van A tot Z wordt er behandelt
Super belangrijk!
Voorbeeld: btwplicht van de overheid (hier is een uitgebreide aanschrijving van)
BTW-beslissingen (Tot dec. 2016)
Zijn er nu niet meer maar kunnen wel nog belangrijk zijn
als het een kleine topic was dan btw-beslissing (1 blad), maar nu maakt het niet uit of het kleine of grote topic is, na 2016 werd
alles circulaire
Parlementaire vragen & antwoorden
Minister van financiën is hoofd van uitvoerende macht (administratie), gaat altijd visie administratie verkondigen
Rulings
Een ruling (voorafgaande beslissing) kan worden gedefinieerd als een beslissing waarmee de FOD Financiën bepaalt hoe de
belastingwetten zullen worden toegepast op een specifieke situatie of verrichting die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft
gehad.
Deze ruling geeft rechtszekerheid aan de aanvrager want ze bindt alle diensten van de FOD Financiën, m. a. w. alle diensten van
de FOD Financiën moeten deze ruling in acht nemen.
we hebben de uitvoerende macht waar de minister van financiën aan het hoofd staat (de administratie), mag geen wetgeving
creëren, enkel toepassen
wetgevende macht is de wetgeving
C. RECHTSPRAAK
bij conflict komt het bij de rechterlijke macht (belastingsplichtige vs fiscus)
het is belangrijk dus om tew eten hoe de rechtspraak denkt over die problematiek
Hof van Justitie (Europees vlak)
Gaat erover waken dat de lidstaten hun europese verplichtingen correct en tijdig naleven
+ of ze een juiste interpretatie geven aan de wetgeving
Voorbeeld: recht op aftrek, vroeger kon je dat toepassen wanneer je in bezit was van een volledig juridisch correcte factuur nu:
hof van justitie heeft geoordeeld dat je nog altijd een factuur nodig hebt maar als die niet volledig correct is mag je uw recht op
aftrek ook aantonen door andere bewijsmiddelen
Hof van Cassatie (Nationaal vlak)
Houdt zich niet bezig met feiten, enkel met juridische kwesties
Gaat na of hof van beroep geen fouten heeft gemaakt, zonder schending van bepaalde wettekst
Hoven van beroep (Nationaal)
Er zijn er 5 in België
Rechtbanken eerste aanleg (Nationaal)
Wanneer men niet akkoord gaat met de visie van de administratie en admin gaat tot taxatie over, dan kan men zijn gelijk halen
bij eerste aanleg
Verschillende rechters kunnen verschillende uitspraak doen, als er fouten worden gelegd kan je in hoger beroep
, Rechtsleer
Vb.: fiscoloog, fiscale actualiteit Volgen de actualiteit
Vb.: handboeken, tijdschriften (actualiteit),…
3. VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN BTW
Voorbeeld BTW
A voert bepaalde goederen in voor 200 euro Invoerder A verkoopt aan B voor 600 euro Groothandel B verkoopt aan C het
product voor 1200 euro C verkoopt aan de einverbruiker voor 2000 euro
De belasting die je in het vroegere stadium hebt betaald, wordt niet in de vraagprijs opgenomen
Geen negatieve invloed op de winst: btw op aankopen kan je recupereren via de overheid (recht op aftrek)
Recht op aftrek: de BTW dat je betaald hebt bij aankoop mag je aftrekken van BTW dat je hebt gekregen bij verkoop
Uiteindelijk belandt er in de schatkist 420 euro = BTW dat de allerlaatste persoon betaald (de drager van de belasting)
De BTW dat je betaald is altijd 21% op de toegevoegde waarde vb.: B betaald uiteindelijk 21% op 400 euro (winstmarge van A) =
84 euro
Voornaamste kenmerken:
BTW is een verbruiksbelasting
BTW wordt slechts één keer gedragen, nl. door de eindverbruiker
Staat krijgt pas daadwerkelijk inkomsten uit BTW als de goederen en diensten in het eindverbruik terechtkomen
Stel: C verkoopt aan verbruiker buiten Europa, export is een vrijgestelde handling dus er wordt geen btw aangerekend
(verbruiker betaald enkel de vraagprijs). C heeft wel recht op aftrek, dus 252 euro kan hij recupereren. Uiteindelijk blijft er 0 over
in de Belgische schatkist.
Opmerking: Belastingplichtige (A,B en C) ≠ drager van de BTW (V, die moet de BTW betalen)
Wij (particulieren) zijn geen schuldenaars van btw (wij moeten er niet voor zorgen dat die BTW terechtkomt in de schatkist), wij
zijn altijd dragers
uitzonderingen: invoer, intracommunautaire aankoop van nieuw voertuig
De BTW is geen kostprijselement in hoofde van belastingplichtige (aftrekmechanisme)
Bij de prijszetting wordt er nooit rekening gehouden met de btwkost (dankzij aftrekmechanisme)
BTW wordt door middel van gefractioneerde betalingen voldaan en stapsgewijs geïnd in elke fase van het productie- of
distributieproces
In elke fase wordt enkel de toegevoegde waarde belast
A wilt winst van 400 euro, dit maal 21% is 84. 84 euro wordt doorgestort naar schatkist
Centrale positie belastingplichtige in werking van het BTW-stelsel
Er wordt een centrale rol opgenomen door btw-plichtige zij zorgen voor de correcte werking van het systeem
Indienen periodieke BTW-aangifte waarbij ze zowel hun verschuldigde btw als aftrekbare btw vermelden
Aan Schatkist doorstorten van het verschil van de aangifte-periode (verschuldigde BTW > aftrekbare BTW) of recht op een
belastingkrediet (aftrekbare BTW > verschuldigde BTW)
4. AFREKENING MET SCHATKIST
goederen kun je niet volgen, kunt wel de spelers volgen
INFO EXAMEN
Examen is vooral praktisch gericht!
Je mag heel de materie verwachten
14-tal vragen
70-80% meerkeuzevragen (zonder GIS)
Soms krijg je bij het foutieve antwoord (wanneer die deels juist is) ook nog punten
DEEL 1: OVERZICHT BTW
1. INLEIDING
A. VROEGERE STELSEL
Wat?
BTW is een redelijk recente belasting
Vroeger stelsel was van toepassing tot 31 december 1970
Vindplaats: terug te vinden in het wetboek van de met de zegel gelijkgestelde taksen
Diverse taksen
- Overdrachtstaks bij verkoop
- Factuurtaks voor welbepaalde diensten
Cumulatieve werking = cascadetaks (enorme hoge taks hierdoor)
Een eerder geheven taks werd telkens opnieuw doorgerekend in een volgende fase
A (fabrikant) verkoopt aan B B (fabrikant afgewerkte product) verkoopt aan groothandel C C verkoopt aan kleinhandel D
Kleinhandel D verkoopt aan consument E
Elke tussenpersoon in het distributieproces wilt iets verdienen
A -> B: Vraagprijs: 1000 euro hierbovenop kwam er de overdachtstaks (7%) B betaalde 1070 euro
Taks was niet recupereerbaar bij de staat, de enige manier om die te recupereren was om ze door te rekenen aan de klant,
daarbovenop wou hij ook iets verdienen (1000 euro)
B -> C: vraagprijs: 2070 euro hierbovenop 7% C betaalde 4510 euro
De overdrachtstakst van 145 euro heeft betrekking op de eerdere taks van 70 euro
145 euro is opnieuw in de volgende vraagprijs opgenomen
De oorspronkelijke 70 euro taks wordt 3 keer in de vraagprijs opgenomen
8000 euro komt in handen van de bedrijven + 1106 komt in handen van de staat
Stel A verkoopt rechtstreeks aan consument E en die wilt ook een winst van 8000 hebben met een taks van 560 (7%) eindprijs
is minder + taks voor de staat is minder
Nadelen van het vroegere stelsel
Niet neutraal
Hoe meer leveringen, hoe groter de belastingdruk
Heel nadelig voor de kleine gespecialiseerde handelaars (KMO’s) Want kleine bedrijven werden geconfronteerde met eerdere
, taksen
Ondernemingen met verschillende handels -of productiestadia (geïntegreerde ondernemingen) werden bevoordeeld
Niet doorzichtig
Men kon onmogelijk achterhalen hoeveel belastingen er drukte op die eindprijs
Belastingdruk was verschillend naargelang de lengte van de productie- en distributieketen
Berekening bedrag taksen in totale prijs van het product was onmogelijk
Dubbel nadeel op vlak van het internationaal handelsverkeer
Bij invoer = compenserende taks (gokken hoeveel taks het zou zijn geweest als in België zou gemaakt zijn)
Bij uitvoer = ze werkte met een forfaitaire ontheffing van de opgestapelde taksen (dit werd gegokt), om export te stimuleren
Afremmen van investeringen
Investeringen werden twee keer belast
- Bij totstandkoming (als je iets koopt dan ben je laatste schakel, veel taks betalen)
Investeerder was eindconsument, kreeg alle gecummuleerde belastingen
- Bij doorrekening van de afschrijvingen in de prijs van de producten of diensten aan de klant
Investeerder gaat investering verrekenen in zijn prijszetting van zijn leveringen en diensten
Voorfinanciering op voorraden
Zolang producten in voorraad waren, was men de laatste schakel deze kon je enkel recupereren door de voorraad te
verkopen
Als hij deze niet verkocht kreeg, was hij de laatste Schakel en droeg hij alle taksen => blokkering belangrijke financiële middelen
Gecumuleerde belastingdruk ging totaal verloren wanneer de voorraad niet meer verkocht kon worden
- Bij diefstal
- Bij brand
- Bij onverkoopbare voorraden
B. VERDRAG VAN ROME (1957 – Stichting EEG)
Aanzet btw: verdrag van Rome, toen werd de EEG opgericht
Voornaamste doelstelling
Het waarborgen van een vrij verkeer binnen de EU van goederen en diensten
Het instellen van een gemeenschappelijke markt
Waarin een gezonde mededinging bestaat
Waarvan de kenmerken overeenkomen met die van een echte binnenlandse markt
Aanpassing van de cumulatieve stelsels en vervangen door nieuw systeem dat uniform van toepassing zal worden van alle
lidstaten van de EEG en tegenwoordig de EU
Trapsgewijze harmonisering
Stelsel is geleidelijk aan verlopen, niet van de ene op de andere dag
Via diverse Richtlijnen:
Deze richtlijnen zijn voor de lidstaten verbindend, de vorm kunnen de lidstaten vrij kiezen (wetteksten, KB,…)
Verplichting voor de Lidstaten om een volgens communautaire normen gestructureerd BTW- stelsel in te voeren
Volledig overzicht: zie Handboek
2. BTW-BRONNEN
A. WETGEVING
Legaliteitsbeginsel: de wet primeert op alles!
Inzake btw ga je rekening moeten houden met meerdere wetteksten:
Europese Richtlijnen (voornaamste Richtlijn = BTW-Richtlijn 28 november 2006/112)
Die Europese richtlijnen moeten correct national worden gemaakt
Administratie kan zich niet beroepen op een niet omgezette richtlijn
Belastingplichtige kunnen zich wel beroepen op de richtlijn van EU
voorbeeld: België heeft de richtlijnen niet goed geïmplementeerd v.d. EU
Europees recht primeert op nationaal recht!
, Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011
meer detailkwesties
hoeft niet in nationaal recht te worden omgezet, is automatisch van toepassing
Belgisch Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (W.BTW = basiswet van 3 juli 1969)
Deze wet is doorheen de jaren grondig gewijzigd
59 genummerde Koninklijke Besluiten + KB nr. 2bis(uitvoeringsbepalingen)
Diverse Ministeriële Besluiten (detailregels)
Hier is maar 1 bepaling die van belang is, namelijk Art.1 ministerieel besluit nr. 1
B. PSEUDOWETGEVING (teksten van de administratie)
Aanschrijvingen / circulaires
Zijn dingen duidelijker in verwoord, problematiek van A tot Z wordt er behandelt
Super belangrijk!
Voorbeeld: btwplicht van de overheid (hier is een uitgebreide aanschrijving van)
BTW-beslissingen (Tot dec. 2016)
Zijn er nu niet meer maar kunnen wel nog belangrijk zijn
als het een kleine topic was dan btw-beslissing (1 blad), maar nu maakt het niet uit of het kleine of grote topic is, na 2016 werd
alles circulaire
Parlementaire vragen & antwoorden
Minister van financiën is hoofd van uitvoerende macht (administratie), gaat altijd visie administratie verkondigen
Rulings
Een ruling (voorafgaande beslissing) kan worden gedefinieerd als een beslissing waarmee de FOD Financiën bepaalt hoe de
belastingwetten zullen worden toegepast op een specifieke situatie of verrichting die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft
gehad.
Deze ruling geeft rechtszekerheid aan de aanvrager want ze bindt alle diensten van de FOD Financiën, m. a. w. alle diensten van
de FOD Financiën moeten deze ruling in acht nemen.
we hebben de uitvoerende macht waar de minister van financiën aan het hoofd staat (de administratie), mag geen wetgeving
creëren, enkel toepassen
wetgevende macht is de wetgeving
C. RECHTSPRAAK
bij conflict komt het bij de rechterlijke macht (belastingsplichtige vs fiscus)
het is belangrijk dus om tew eten hoe de rechtspraak denkt over die problematiek
Hof van Justitie (Europees vlak)
Gaat erover waken dat de lidstaten hun europese verplichtingen correct en tijdig naleven
+ of ze een juiste interpretatie geven aan de wetgeving
Voorbeeld: recht op aftrek, vroeger kon je dat toepassen wanneer je in bezit was van een volledig juridisch correcte factuur nu:
hof van justitie heeft geoordeeld dat je nog altijd een factuur nodig hebt maar als die niet volledig correct is mag je uw recht op
aftrek ook aantonen door andere bewijsmiddelen
Hof van Cassatie (Nationaal vlak)
Houdt zich niet bezig met feiten, enkel met juridische kwesties
Gaat na of hof van beroep geen fouten heeft gemaakt, zonder schending van bepaalde wettekst
Hoven van beroep (Nationaal)
Er zijn er 5 in België
Rechtbanken eerste aanleg (Nationaal)
Wanneer men niet akkoord gaat met de visie van de administratie en admin gaat tot taxatie over, dan kan men zijn gelijk halen
bij eerste aanleg
Verschillende rechters kunnen verschillende uitspraak doen, als er fouten worden gelegd kan je in hoger beroep
, Rechtsleer
Vb.: fiscoloog, fiscale actualiteit Volgen de actualiteit
Vb.: handboeken, tijdschriften (actualiteit),…
3. VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN BTW
Voorbeeld BTW
A voert bepaalde goederen in voor 200 euro Invoerder A verkoopt aan B voor 600 euro Groothandel B verkoopt aan C het
product voor 1200 euro C verkoopt aan de einverbruiker voor 2000 euro
De belasting die je in het vroegere stadium hebt betaald, wordt niet in de vraagprijs opgenomen
Geen negatieve invloed op de winst: btw op aankopen kan je recupereren via de overheid (recht op aftrek)
Recht op aftrek: de BTW dat je betaald hebt bij aankoop mag je aftrekken van BTW dat je hebt gekregen bij verkoop
Uiteindelijk belandt er in de schatkist 420 euro = BTW dat de allerlaatste persoon betaald (de drager van de belasting)
De BTW dat je betaald is altijd 21% op de toegevoegde waarde vb.: B betaald uiteindelijk 21% op 400 euro (winstmarge van A) =
84 euro
Voornaamste kenmerken:
BTW is een verbruiksbelasting
BTW wordt slechts één keer gedragen, nl. door de eindverbruiker
Staat krijgt pas daadwerkelijk inkomsten uit BTW als de goederen en diensten in het eindverbruik terechtkomen
Stel: C verkoopt aan verbruiker buiten Europa, export is een vrijgestelde handling dus er wordt geen btw aangerekend
(verbruiker betaald enkel de vraagprijs). C heeft wel recht op aftrek, dus 252 euro kan hij recupereren. Uiteindelijk blijft er 0 over
in de Belgische schatkist.
Opmerking: Belastingplichtige (A,B en C) ≠ drager van de BTW (V, die moet de BTW betalen)
Wij (particulieren) zijn geen schuldenaars van btw (wij moeten er niet voor zorgen dat die BTW terechtkomt in de schatkist), wij
zijn altijd dragers
uitzonderingen: invoer, intracommunautaire aankoop van nieuw voertuig
De BTW is geen kostprijselement in hoofde van belastingplichtige (aftrekmechanisme)
Bij de prijszetting wordt er nooit rekening gehouden met de btwkost (dankzij aftrekmechanisme)
BTW wordt door middel van gefractioneerde betalingen voldaan en stapsgewijs geïnd in elke fase van het productie- of
distributieproces
In elke fase wordt enkel de toegevoegde waarde belast
A wilt winst van 400 euro, dit maal 21% is 84. 84 euro wordt doorgestort naar schatkist
Centrale positie belastingplichtige in werking van het BTW-stelsel
Er wordt een centrale rol opgenomen door btw-plichtige zij zorgen voor de correcte werking van het systeem
Indienen periodieke BTW-aangifte waarbij ze zowel hun verschuldigde btw als aftrekbare btw vermelden
Aan Schatkist doorstorten van het verschil van de aangifte-periode (verschuldigde BTW > aftrekbare BTW) of recht op een
belastingkrediet (aftrekbare BTW > verschuldigde BTW)
4. AFREKENING MET SCHATKIST
goederen kun je niet volgen, kunt wel de spelers volgen