100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Personenbelasting en voorheffing - Steven Peeters

Rating
-
Sold
1
Pages
97
Uploaded on
25-04-2025
Written in
2024/2025

Deze samenvatting omvat de inhoud van alle lessen die gegeven zijn door Steven Peeters. Ik gebruik de slides als leidraad en daarbij voeg ik veel voorbeelden en illustraties die in de les aan bod komen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 25, 2025
Number of pages
97
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Personenbelasting en voorheffingen – Steven Peters

Helikopteroverzicht

Roerende inkomsten en roerende voorheffing

 Roerende inkomsten en roerende voorheffing?
 Roerende inkomsten: één van de categorieën van belaste inkomsten in de personenbelasting
 In dat deel zijn er regels wat wel en wat niet belast is en hoe die zaken belast zijn
 Roerende voorheffing: een wijze van inning van de belasting op de roerende inkomsten
 Op moment van uitbetaling van RI zal schuldenaar RV inhouden en doorstorten aan schatkist
 sneller + efficiënter (maakt het werk van de fiscus eenvoudiger)
 Vb.: je hebt geld bij een bank en bank betaald interest (bank is schuldenaar)

 Belastbare basis  roerende inkomsten (RI)
 Bepaling die bepaald welke RI inkomsten belast zijn vinden we in Art. 17 tot 22 en 37 WIB92
 Wijze van inning roerende voorheffing (RV)
 Art. 261 tot 269 WIB92 (schuldenaar, belastbare grondslag) en artikel 279 tot 284 WIB92
(verhouding tussen RV en globale belasting)
 Wat betreft de belastbare basis, wordt terugverwezen naar de artikelen wat betreft de roerende
inkomsten

Regels bijzonder divers en complex

Reden 1: Gevolg van principiële keuzes in het Belgisch fiscaal systeem

 Principiële vrijstelling van meerwaarden op aandelen ten opzichte van belasting van dividenden aan
in de regel 30%
 dividenden die worden uitgekeerd aan aandeelhouder natuurlijke persoon worden belasten aan
tarief van 30%, evt verminderd met 15%
 Een meerwaarde op aandelen is onbelast
 Voorbeeld: Je hebt een vennootschap A die een kapitaal van 100 heeft en die venn. heeft gedurende
de jaren winst gemaakt (1000). Als die venn. wordt verkocht voor 1100, dan zal die 1000 euro
meerwaarde zal in principe vrijgesteld zijn. MAAR Als die 1000 uitgekeerd wordt als dividend, zal
hierop 30% roerende voorheffing verschuldigd zijn en zal die persoon maar 700 krijgen (300
schatkist)
 Door het feit dat dividenden belast zijn maar meerwaarde op aandelen niet gaat men proberen te
zoeken naar oplossingen om die 1000 euro te krijgen
 Dat creëert de noodzaak om regels te gaan creëren om dat onmogelijk te maken  regeling interne
meerwaarde
 Wat met de inkoop eigen aandelen?  is het geval dat venn. haar eigen aandelen terugkoopt (stel je
hebt 8 kapitalen in vennootschap gelegd, venn. heeft winst gemaakt en koopt die aandelen terug
aan 10, je hebt 2 meer dan je hebt gekregen), is dat een meerwaarde of een dividend?



1

,Reden 2: In het licht van opeenvolgende begrotingscontroles

 Staat geld nodig  Vaak het geld gaat zoeken bij RI en dan opeenvolgende wijzigingen gaat doen op
tarief
 Die stijgingen worden vaak gecompenseerd met andere maatregelen (vb.: lagere tarieven, specifieke
regimes,…)
 Omdat er bepaalde politieke noden zijn die moeten vertaald worden in begrotingsakkoorden die
worden vertaald in fiscale wetgeving
 Vaak enige reden: gevolg van jarenlang politiek werken aan fiscaal regime
 Waarom voordeliger tarief voor crowdfunding dan voor andere interesten? Investeringen via

Reden 3: Gevolg van politieke keuzes

 Bv. vrijstelling voor een eerste schijf dividenden
 Bv. voordeelregimes spaarrekeningen, crowdfunding
 Bv. noden van internationale financiële markten

Reden 4: Evoluties betreffende anti‐misbruik

 Algemene antimisbruikbepaling (artikel 344, § 1, WIB92), bv. verhouding vrijgestelde meerwaarde en
belast dividend
 Probeert grens te trekken tussen wat mag en wat niet mag
 Misbruik in Europees kader (‘Deense zaken’; ATAD)
 Deense zaken van 2019 is hof van justitie heel wat stappen verder gegaan

Roerende inkomsten

 Roerende inkomsten als één van de vier categorieën van belastbare inkomsten in de
personenbelasting
 Zie artikel 6 WIB 92




 “Inkomsten van roerende goederen en kapitalen  wij verwijzen doorheen de slides voor het gemak
naar “roerende inkomsten”
 Herinnering: Belgische rijksinwoners zijn belastbaar op hun wereldwijd inkomen

Welke inkomsten? Zie artikel 17, § 1 WIB92

 Dividenden (incl. fiscale behandeling kapitaalverminderingen, inkoop eigen aandelen, ontbindingen
en vereffeningen)
 Interest (incl. beleggingsproducten)



2

, Inkomen uit de verhuring, verpachting, gebruik en de concessie van roerende goederen (lichamelijk
en onlichamelijke)
 Inkomen begrepen in lijfrente of tijdelijke rente
 Inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie van auteursrechten en naburige rechten

En meerwaarden?

 Meerwaarden zijn in de regel geen roerende inkomsten in de zin artikel 17 WIB92 (behalve
uitzonderingen)
 Belasting in de personenbelasting? Wat dan wel?
 Beroepsinkomsten als behaald in het kader van de beroepsactiviteit
 Art 37. om te kijken of roerende inkomsten geen beroepsinkomsten zijn
 Worden die inkomsten als privépersoon gerealiseerd of als beroepsbeoefenaar?
 In normale gevallen: Diverse inkomsten
 Meerwaarden verwezenlijkt buiten het normaal beheer van het privé ‐vermogen ( artikel 90,
eerste lid, 1° en 9°, eerste streepje, WIB92)
 Meerwaarden verwezenlijkt op aanzienlijke deelneming (artikel 90, eerste lid, 9°, WIB92)


Grondvoorwaarde: “alle opbrengsten van roerend vermogen aangewend uit welke hoofde dan ook”

 Een roerend inkomen is een inkomen voor het ter beschikking stellen van roerend vermogen (kan
geld zijn, stoelen, auteursrechten,…)
 Als we niet die ter beschikking stellen hebben, dan is het geen roerend inkomsten
 Niet: moratoire interesten, gerechtelijke interesten, negatieve interesten
 Voorbeeld negatieve interesten: Natuurlijke persoon stelt 100 euro ter beschikking aan de bank.
Normaal krijg je een interest van 2 euro van de bank (normale interest) voor het ter beschikking
stellen van uw geld.  Natuurlijke persoon moet 2 euro betalen aan de bank omdat er een
verlies in waarde (deflatie is) dus 100 euro is 98 euro waard.
 Voorbeeld moratoire interest: Er wordt een belasting opgelegd en u bent het niet eens met die
belasting. U hebt de keuze om gedurende de betwisting de belasting te betalen en het terug te
krijgen wanneer je wint met verhoging van moratoire interesten of het niet te betalen en die
belasting op dat moment te moeten betalen met nalatigheidsinteresten. In geval van moratoire
interest: Staat betaalt u vb. 2%, dit is een schadevergoeding voor het feit dat de staat een
verkeerde belasting heeft gegeven. Het is geen interest in de fiscale betekenis want het was niet
de bedoeling om je geld ter beschikking te stellen, je had niet de keuze.




3

,  Bepalingen die gaan bepalen hoe de belastbare basis van RI wordt vastgesteld (WIB92)




Roerende inkomsten behandeld als beroepsinkomsten?

 Roerende inkomsten worden als beroepsinkomsten aangemerkt wanneer de goederen en kapitalen
voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten worden
gebruikt (art. 37 WIB 92)
 Bij auteursrechten gaat men een afwijking hebben  onder bepaalde voorwaarde gaat men
zeggen, hoewel die binnen beroepsactiviteit zijn, worden ze toch gunstig belast volgens regime
van roerende inkomsten
 Auteursrechten tot 37.500 euro (art. 37, lid 2, WIB 92, basisbedrag, geïndexeerd 73.070 EUR
voor aanslagjaar 2025)  Als je over de grenzen gaat: beroepsinkomen
 Stel: je bent een freelancer die mediamateriaal voor een bedrijf maakt. Die kan je betalen via
een gewone verloning (1000 euro). Die 1000 euro zal belast worden aan 50%. Je kan ook zeggen
dat die 1000, 800 euro is voor uw prestaties en 200 euro als verloning voor auteursrechten dat je
overdraagt aan de vennootschap. Die 200 euro zou belast zijn aan 15% met een forfaitaire
kostenaftrek van 50% dus effectief tarief van 7,5%.

 Dit doet geen afbreuk aan de toepassing van de roerende voorheffing
 “Onverminderd de toepassing van de voorheffingen” zijn sommige roerende inkomsten toch
beroepsinkomsten
 Soms worden roerende inkomsten, beroepsinkomsten (maar dat is een zaak voor de ontvangen)
maar als uitbetaler moet je van zodra je iets betaald dat de natuur heeft van roerende
inkomsten, moet je roerende voorheffing inhouden
 Stel je betaald een interest aan iemand, vergoeding voor beschikking stellen van geld dan is er
roerende voorheffing verschuldigd. Of dat bij de ontvanger beroepsinkomen of roerend inkomen
is, dat maakt niet uit!




4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
jannesomers Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
96
Member since
2 year
Number of followers
56
Documents
20
Last sold
2 months ago
Student Bedrijfskunde VUB

4.3

12 reviews

5
7
4
3
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions