Dit formulier moet samen met de opdracht worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft de
docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te verwerken. Zonder
deze gegevens kan de docent de opdracht niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer:
Naam:
Naam opleiding: Voeding en Diëtetiek
Opleidingscode: 9266
Modulenummer: 6690
Modulenaam: Adviesvaardigheden
Versie (indien meerdere versies aanwezig):
Herkansing?: Ja/nee
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja/Nee
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja/Nee
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je paper niet
beoordeeld.
Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en aanwezig;
De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen volgens de juiste
bronvermelding;
Het verslag heeft een juiste paginanummering;
Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt dit exact
benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 met regelafstand 1,5 opgemaakt;
Let op: voor de volgende opleidingen geldt een afwijkende opmaak. Je maakt hier gebruik van
lettertype Arial 10/11 met regelafstand 1;
- Bachelor Journalistiek
- Bachelor SPD Bedrijfsadministratie
- Bachelor Business Administration
- Bachelor Logistics Management
- Bachelor Commerciële Economie
- Bachelor Communicatie
- Bachelor Informatica
- Bachelor Business IT & Management
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene instructie
(verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te schrijven opdracht.
Je vindt de regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de verslagtechnieken in de tegel
Algemene informatie.
,Inhoudsopgave
Onderdeel 1: Literatuuronderzoek 3
1.1 Behandeling reguliere huisartsenpraktijk 3
1.2. Mogelijke oorzaken ontstaan hypertensie en hyperlipidemie 3
1.3. Behandelingsdoelen en huidige aanpak 3
1.4. Rollen in ketenzorg rondom CVRM 3
1.5. Mogelijke problemen in de behandeling 4
1.6. Conclusie huidige aanpak 4
Onderdeel 2: Analyse bestaande interventies 5
2.1. Interventies 5
2.2. Aanpak 5
2.3. Verbeterpunten 6
2.4. Conclusie 6
Onderdeel 3: E-Health toepassingen 7
3.1. Telemonitoring 7
3.2. Smartwatch 7
3.3. Gamification 8
3.4. Zelfmanagement app 8
3.5. Conclusie 8
Onderdeel 4: Adviesplan schrijven 9
4.1. GROWING-model 9
4.2. Valkuilen 11
Onderdeel 5: Pitch 12
Literatuurlijst 13
, Onderdeel 1: Literatuuronderzoek
1.1. Behandeling reguliere huisartsenpraktijk
In de reguliere huisartsenpraktijk wordt gebruik gemaakt van de NHG-richtlijnen; Nederlands
Huisartsen Genootschap, de wetenschappelijke vereniging van huisartsen. De NHG-
Standaarden geven richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van veel aandoeningen die
in de huisartsenpraktijk voorkomen. Voor de richtlijnen omtrent de behandeling van
hypertensie en hyperlipidemie wordt verwezen naar NHG-standaard Cardiovasculair
risicomanagement (Nederlands Huisartsen Genootschap, 2024). In de totstandkoming van
deze NHG-standaard werd gebruik gemaakt van de Europese richtlijn Cardiovascular Disease
Prevention in Clinical Practice (Visseren et al., 2021).
1.2. Mogelijke oorzaken ontstaan hypertensie en hyperlipidemie
- Roken is de belangrijkste risicofactor voor hart- en vaatziekten.
- Bewegen verlaagt het risico op hart- en vaatziekten. De gunstige effecten nemen toe
naarmate de hoeveelheid beweging toeneemt. Veel zitten hangt samen met een hoger risico op
sterfte aan hart- en vaatziekten en vroegtijdige sterfte.
- Het voedingspatroon beïnvloedt risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals cholesterol en
de bloeddruk. De belangrijkste voedingsstoffen met effect op dit risico zijn verzadigde
vetzuren (deze verhogen het LDL-cholesterol ten opzichte van onverzadigde vetzuren), zout
(verhoogt de bloeddruk) en vezels (verlagen het cardiovasculair risico).
- Toename van lichaamsvet kan leiden tot bloeddrukverhoging en dyslipidemie.
- Er kan ook sprake zijn van een genetische aanleg.
1.3. Behandelingsdoelen en huidige aanpak
Hyperlipidemie: In aansluiting op de doelstelling van de totale (multidisciplinaire)
behandeling, staat het verlagen van het LDL naar <2,6 mmol/l centraal. Ter behandeling
wordt er gebruik gemaakt van statines als cholesterolverlagers.
Hypertensie: Het doel is om de bloeddruk te verlagen tot < 140/90 mmHg bij alle patiënten.
In de huidige aanpak wordt iedereen met een systolische bloeddruk ≥ 180 mmHg behandelt
met antihypertensiva. Er wordt gestart met het geven van leefstijladviezen bij een systolische
bloeddruk van 160-180 mmHg, waarbij medicamenteuze behandeling wordt overwogen
indien de bloeddruk na leefstijlverandering niet tot < 160 mmHg daalt.
1.4. Rollen in ketenzorg rondom CVRM
Huisarts: De huisarts is de belangrijkste persoon bij het initiëren, coördineren en aanbieden
van follow-up op de lange termijn bij de preventie van hart- en vaatziekten. Bij CVRM
hebben zij een unieke rol omdat ze personen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten
3