HOOFDSTUK 4 DIDACTISCHE
PRINCIPES
1. WAT ZIJN DIDACTISCHE PRINCIPES?
1.1 EEN DEFINITIE
‘didactische principes’ kenmerken het didactisch handelen. Ze dragen bij tot het
bereiken van de doelen. Ze geven richting aan de invulling van de andere
componenten van het didactisch model: didactische werkvormen, leerinhoud en
leerstof, evaluatie en leermiddelen. Het zorgt ervoor dat je op een effectieve en
efficiënte manier aan je doelen werkt.
1.2 SELECTIE VAN DIDACTISCHE PRINCIPES
Er bestaan heel wat didactische principes, onder andere:
- Het motivatieprincipe
- Het aanschouwelijkheidsprincipe
- Het activiteitsprincipe
- Het differentiatieprincipe
- Het geleidelijkheidsprincipe
- Het variatieprincipe
- Het herhalingsprincipe
- Het realiteitsprincipe
- Het creativiteitsprincipe
- Het expressieprincipe
- …
In elke doelgerichte les zitten verschillende didactische principes verworven. Soms
wordt één didactisch principe meer beklemtoond. Niet in elke les moeten alle
didactische principes opgenomen zijn.
Didactische principes kunnen op verschillende wijzen gerealiseerd worden.
De meeste didactische principes zijn het resultaat van lange onderwijservaring en
meer recentelijk ook van onderwijsonderzoek.
2. HET MOTIVATIEPRINCIPE
2.1 BEGRIPSOMSCHRIJVING
Motieven geven je de kracht om actie te ondernemen.
De redenen om deze uitdagingen aan te gaan, kunnen zeer uiteenlopend zijn. Het
wordt bepaald door persoonlijke en situationele factoren.
Motivatie is de grondslag van leren. Iemand die gemotiveerd is, zal doorzetten,
gebruiken effectieve leerstrategieën en zetten zich in.
Als leerkracht hebben we een grote invloed op de motivatie van de leerling.
1
, 2.2 SOORTEN MOTIVATIE
Er zijn verschillende vormen van motivatie die tot leren leiden. Als leerkracht moet je
zicht hebben op de motivatie van je leerlingen en bovendien moet jij die motivatie
beïnvloeden/ opwekken.
De basisbehoeften spelen ook een rol bij het realiseren van een motiverende en
krachtige leeromgeving.
2.2.1 INTRINSIEKE MOTIVATIE
We spreken van intrinsieke motivatie wanneer de motivatie gelegen is in de
leerinhoud zelf, de leerling voert de activiteit uit omwille van de activiteit zelf. Er is
echte belangstelling voor wat geleerd wordt. Deze belangstelling kan spontaan zijn, of
ze kan opgewekt worden.
Er kan slechts sprake zijn van intrinsieke motivatie wanneer het onderwijs met zijn
inhouden en aanpak sterk aansluit bij de psychologische basisbehoeften van het kind:
verbondenheid, autonomie en competentie
Enkele aandachtspunten om de intrinsieke motivatie aan te wakkeren:
- Waardevolle en haalbare doelen opstellen
o De zone van naaste ontwikkeling is het aanspreken van het kind op een
niveau dat net buiten bereik is van wat een kind op eigen kracht kan.
- Ervaringen van leerlingen gebruiken in je lessen
o Het is belangrijk om aansluiting te zoeken bij datgene wat een leerling
kent.
o Opletten bij een aanpak die re eng focust op de leefwereld van het kind
o We moeten de wereld van de kinderen openbreken
o De leefwerelden van de diverse kinderen uit de klas in de les binnen
brengen.
2.2.2 EXTRINSIEKE MOTIVATIE
We spreken van extrinsieke motivatie wanneer leerlingen leren om een reden die
niets met de leerinhoud zelf te maken heeft, maar te maken hebben met een externe
prikkel.
We mogen intrinsieke en extrinsieke motivatie niet zomaar als tegenpolen zien.
Je zal bepaalde activiteiten die je op zich niet boeiend of leuk vindt, toch uitvoeren
met een bepaalde vrijheid omdat je het voordeel ervan inziet.
Je gaat als het ware bepaalde overtuigingen, attitudes of gedragingen actief
verinnerlijken, je eigen maken, waardoor je een andere kijk op de taak ontwikkelt die
je moet uitvoeren.
Door het belang en het nut van een bepaalde vaardigheid te kaderen, kan een kind
alsnog overtuigd geraken van het belang van bepaalde kennis, een vaardigheid of
een attitude.
2
PRINCIPES
1. WAT ZIJN DIDACTISCHE PRINCIPES?
1.1 EEN DEFINITIE
‘didactische principes’ kenmerken het didactisch handelen. Ze dragen bij tot het
bereiken van de doelen. Ze geven richting aan de invulling van de andere
componenten van het didactisch model: didactische werkvormen, leerinhoud en
leerstof, evaluatie en leermiddelen. Het zorgt ervoor dat je op een effectieve en
efficiënte manier aan je doelen werkt.
1.2 SELECTIE VAN DIDACTISCHE PRINCIPES
Er bestaan heel wat didactische principes, onder andere:
- Het motivatieprincipe
- Het aanschouwelijkheidsprincipe
- Het activiteitsprincipe
- Het differentiatieprincipe
- Het geleidelijkheidsprincipe
- Het variatieprincipe
- Het herhalingsprincipe
- Het realiteitsprincipe
- Het creativiteitsprincipe
- Het expressieprincipe
- …
In elke doelgerichte les zitten verschillende didactische principes verworven. Soms
wordt één didactisch principe meer beklemtoond. Niet in elke les moeten alle
didactische principes opgenomen zijn.
Didactische principes kunnen op verschillende wijzen gerealiseerd worden.
De meeste didactische principes zijn het resultaat van lange onderwijservaring en
meer recentelijk ook van onderwijsonderzoek.
2. HET MOTIVATIEPRINCIPE
2.1 BEGRIPSOMSCHRIJVING
Motieven geven je de kracht om actie te ondernemen.
De redenen om deze uitdagingen aan te gaan, kunnen zeer uiteenlopend zijn. Het
wordt bepaald door persoonlijke en situationele factoren.
Motivatie is de grondslag van leren. Iemand die gemotiveerd is, zal doorzetten,
gebruiken effectieve leerstrategieën en zetten zich in.
Als leerkracht hebben we een grote invloed op de motivatie van de leerling.
1
, 2.2 SOORTEN MOTIVATIE
Er zijn verschillende vormen van motivatie die tot leren leiden. Als leerkracht moet je
zicht hebben op de motivatie van je leerlingen en bovendien moet jij die motivatie
beïnvloeden/ opwekken.
De basisbehoeften spelen ook een rol bij het realiseren van een motiverende en
krachtige leeromgeving.
2.2.1 INTRINSIEKE MOTIVATIE
We spreken van intrinsieke motivatie wanneer de motivatie gelegen is in de
leerinhoud zelf, de leerling voert de activiteit uit omwille van de activiteit zelf. Er is
echte belangstelling voor wat geleerd wordt. Deze belangstelling kan spontaan zijn, of
ze kan opgewekt worden.
Er kan slechts sprake zijn van intrinsieke motivatie wanneer het onderwijs met zijn
inhouden en aanpak sterk aansluit bij de psychologische basisbehoeften van het kind:
verbondenheid, autonomie en competentie
Enkele aandachtspunten om de intrinsieke motivatie aan te wakkeren:
- Waardevolle en haalbare doelen opstellen
o De zone van naaste ontwikkeling is het aanspreken van het kind op een
niveau dat net buiten bereik is van wat een kind op eigen kracht kan.
- Ervaringen van leerlingen gebruiken in je lessen
o Het is belangrijk om aansluiting te zoeken bij datgene wat een leerling
kent.
o Opletten bij een aanpak die re eng focust op de leefwereld van het kind
o We moeten de wereld van de kinderen openbreken
o De leefwerelden van de diverse kinderen uit de klas in de les binnen
brengen.
2.2.2 EXTRINSIEKE MOTIVATIE
We spreken van extrinsieke motivatie wanneer leerlingen leren om een reden die
niets met de leerinhoud zelf te maken heeft, maar te maken hebben met een externe
prikkel.
We mogen intrinsieke en extrinsieke motivatie niet zomaar als tegenpolen zien.
Je zal bepaalde activiteiten die je op zich niet boeiend of leuk vindt, toch uitvoeren
met een bepaalde vrijheid omdat je het voordeel ervan inziet.
Je gaat als het ware bepaalde overtuigingen, attitudes of gedragingen actief
verinnerlijken, je eigen maken, waardoor je een andere kijk op de taak ontwikkelt die
je moet uitvoeren.
Door het belang en het nut van een bepaalde vaardigheid te kaderen, kan een kind
alsnog overtuigd geraken van het belang van bepaalde kennis, een vaardigheid of
een attitude.
2