Leerdoelen uitgewerkt. Psychopathologie,
open universiteit.
1. K LINISCHE ANGSTSTOORNISSEN BIJ KINDEREN ONDERSCHEIDEN VAN NORMAAL VOORKOMENDE ANGST
Normale angst bij kinderen is ontwikkelingsgebonden en tijdelijk (bv. verlatingsangst bij peuters,
angst voor het donker bij kleuters). Klinische angststoornissen voldoen aan DSM-5-criteria:
Duur & intensiteit: De angst is excessief (>6 maanden) en niet passend bij de
ontwikkelingsfase.
Functionele beperking: Beïnvloedt dagelijks leven (schoolweigering, sociale isolatie).
Lichamelijke symptomen: Buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid door piekeren.
Vermijding: Actief vermijden van angstopwekkende situaties.
Voorbeeld: Een kind met sociale-angststoornis huilt en weigert naar school uit angst om uitgelachen
te worden, terwijl verlegenheid bij een leeftijdsgenootje geen vermijding veroorzaakt.
2. K LINISCHE OCD ONDERSCHEIDEN VAN NORMALE GEDACHTEN /RITUELEN
Normale rituelen (bv. slaaprituelen, verzamelgedrag) zijn tijdelijk en geven comfort. OCD kenmerkt
zich door:
Obsessies: Intrusieve, ongewenste gedachten (bv. besmettingsangst).
Compulsies: Repetitieve handelingen (bv. 20x handen wassen) om angst te verminderen.
Tijdsbeslag: >1 uur per dag, met significant lijden.
Irrationeel karakter: Het kind erkent vaak dat de handelingen overdreven zijn.
3. ONDERSCHEID TUSSEN WORRY , FEAR EN ANXIETY
Fear: Acute angst voor directe dreiging (bv. angst voor een hond).
Anxiety: Anticipatie op toekomstige dreiging (bv. zorgen over een toets over een week).
Worry: Cognitieve component van anxiety, met piekeren over mogelijke negatieve
uitkomsten.
Classificatie:
Gegeneraliseerde angststoornis → worry.
Specifieke fobie → fear.
Sociale angststoornis → anxiety.
open universiteit.
1. K LINISCHE ANGSTSTOORNISSEN BIJ KINDEREN ONDERSCHEIDEN VAN NORMAAL VOORKOMENDE ANGST
Normale angst bij kinderen is ontwikkelingsgebonden en tijdelijk (bv. verlatingsangst bij peuters,
angst voor het donker bij kleuters). Klinische angststoornissen voldoen aan DSM-5-criteria:
Duur & intensiteit: De angst is excessief (>6 maanden) en niet passend bij de
ontwikkelingsfase.
Functionele beperking: Beïnvloedt dagelijks leven (schoolweigering, sociale isolatie).
Lichamelijke symptomen: Buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid door piekeren.
Vermijding: Actief vermijden van angstopwekkende situaties.
Voorbeeld: Een kind met sociale-angststoornis huilt en weigert naar school uit angst om uitgelachen
te worden, terwijl verlegenheid bij een leeftijdsgenootje geen vermijding veroorzaakt.
2. K LINISCHE OCD ONDERSCHEIDEN VAN NORMALE GEDACHTEN /RITUELEN
Normale rituelen (bv. slaaprituelen, verzamelgedrag) zijn tijdelijk en geven comfort. OCD kenmerkt
zich door:
Obsessies: Intrusieve, ongewenste gedachten (bv. besmettingsangst).
Compulsies: Repetitieve handelingen (bv. 20x handen wassen) om angst te verminderen.
Tijdsbeslag: >1 uur per dag, met significant lijden.
Irrationeel karakter: Het kind erkent vaak dat de handelingen overdreven zijn.
3. ONDERSCHEID TUSSEN WORRY , FEAR EN ANXIETY
Fear: Acute angst voor directe dreiging (bv. angst voor een hond).
Anxiety: Anticipatie op toekomstige dreiging (bv. zorgen over een toets over een week).
Worry: Cognitieve component van anxiety, met piekeren over mogelijke negatieve
uitkomsten.
Classificatie:
Gegeneraliseerde angststoornis → worry.
Specifieke fobie → fear.
Sociale angststoornis → anxiety.