Opleidings- en
werkveldoriëntatie
Inleiding
Hoe is onze Belgische staat georganiseerd?
Organisatie, voorzieningen en diensten, bedoeld om het welzijn van de burgers te
optimaliseren.
Het hoofd beiden aan specifieke welzijnsnoden en sociale problemen
Een gevolg van voortdurende wisselwerking tussen beleidsmakers en de ontwikkelingen in
de maatschappij
‘sociale kaart’
o Overzicht van de voorzieningen uit de welzijns- en gezondheidssector in Vlaanderen
en Brussel.
Organisaties en diensten die met welzijn, gezondheid, onderwijs en veiligheid te maken
hebben.
Grondwet
o geeft aan hoe een staat bestuurd moet worden, hoe diverse instellingen
georganiseerd zijn en hoe burgers zich hiertegenover verhouden
Monarchie
o er werd gekozen om België te laten leiden door een koning (ipv een President =
Republiek)
Representatieve democratie
o de parlementsleden worden verkozen door de bevolking. De bevolking is dus niet
zelf de wetgevende macht, maar laat zich vertegenwoordigen door de
parlementsleden
Scheiding der machten (Montesquieu)
o
Iedereen die macht heeft, is geneigd deze te misbruiken. Daarom moet de
macht verdeeld worden over diverse instanties met elk een eigen
bevoegdheid.
België is een federale staat, bestaande uit gemeenschappen en gewesten
o
, Er is dus ook een hiërarchie in rechtsnormen. De verschillende overheden
hebben de bevoegdheid om eigen rechtsnormen uit te vaardigen op hun
niveau. Ze moeten echter altijd voldoen aan het hoger niveau (en ultiem aan
de grondwet).
o
Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
Gemeenten en steden Gemeenteraad College van burgemeester en Hoven en rechtbanken
schepenen
Provincie Provincieraad Bestendige Deputatie en Hoven en rechtbanken
gouverneur
Gemeenschappen en - Vlaams parlement - Vlaamse regering Hoven en rechtbanken
gewesten - Waalse gewestraad - Waalse
- Franse gewestregering
Gemeenschapsraad - Franse
- Raad van de gemeenschapsregering
Duitstalige - Regering van de
gemeenschap Duitstalige
- Brusselse gemeenschap
Hoofdstedelijke - Brusselse
raad Hoofdstedelijke
regering
Federale overheid Federaal parlement (Kamer Federale regering (ministers en Hoven en rechtbanken
van staatssecretarissen) en de
volksvertegenwoordigers koning
en Senaat) en de koning
,Europese Unie - Europees Europese Commissie - Europees
parlement Gerecht van
- Raad van Ministers eerste aanleg
- Hof van Justitie
1. Welzijn in de verzorgingsstaat
1.1. Begrip verzorgingsstaat/ welvaartsstaat
1.1.1. Betekenis
Welvaartsstaat = De samenlevingsvorm van sommige rijke geïndustrialiseerde landen waarbij
een aantal grondrechten van de burger effectief gewaarborgd worden.
o Deze grondrechten zijn bedoeld om zijn materiële welvaart zijn kansen tot
ontplooiing te bevorderen.
o Dit alles gebeurt binnen de parlementaire democratie en met behoud van de vrije
markt-economische productiewijze.
o (prof. Herman Deleeck kiest voor het begrip “welvaartsstaat”)
Grondrechten? Mensenrechten?
o Waarvoor men ingrijpen van de overheid verwacht:
Recht op leven
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van drukpers
Godsdienstvrijheid
o Maar ook op sociale grondrechten:
Recht op werk
Huisvestiging
Gezondheid
Onderwijs
Ontplooiing
Uitbouw welvaartsstaat (uvrm = universele verklaring van de rechten van de mens)
1.1.2. Kenmerken van de welvaartsstaat
- Hoog welvaartspeil:
o hoge levensstandaard. Deze levensstandaard moet voor iedereen toegankelijk zijn,
dus moet die welvaart verspreid kunnen worden. Voorwaarde voor behoud van die
welvaart is voortdurende economische groei en volledige werkgelegenheid
- Overheidsoptreden:
o moet grondrechten van burgers waarborgen. Voorbeeld van overheidsoptreden is
sociale zekerheid, organisatie zorgsectoren,…
- Effectieve verwezenlijking van de grondrechten door preventie:
o organiseren van solidariteit (sociale zekerheid) en uitbouwen van het zorgapparaat
(sociale instituties)
- Vrije markt en overleg:
o Sociaal overleg tussen vertegenwoordiging van ondernemingen, van burgers en van
overheid
- Democratie:
o niet autoritair, via overleg en inspraak
, 1.1.3. De welvaartsstaat is niet-staats en is verzuild
Niet-staats:
o De sociale organisaties (het middenveld) = vakbonden, ziekenfondsen,
belangenorganisaties,… zijn sterk betrokken
Bij besluitvorming over sociaal beleid (maken wetgeving)
Voorbeeld: sociaal overleg
Bij uitvoering van het sociaal beleid (uitvoeren wetgeving)
Voorbeeld: uitbetaling van uitkeringen door
ziekenfonds/vakbonden/…
Sociale organisaties spelen 2 rollen
1. Betrokken bij besluitvorming:
o Inspraak bij het tot stand komen van adviezen en wetten. Sociaal overleg tussen de
vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers.
2. Betrokken bij uitvoering
o Ze verlenen diensten en bouwen voorzieningen uit. De overheid vertrouwd de
uitvoering toe aan verenigingen en organisaties.
De uitvoerende taak van de “middenveldorganisaties” beperkt zich niet tot het uitvoeren
van enkele taken binnen de sociale zekerheid. Ook binnen de welzijnszorg wordt de
uitvoering grotendeels toevertrouwd aan social profitorganisaties (organisaties die niet
commercieel zijn en dus niet op winst gericht zijn, het zijn meestal private vzw’s)
Verzuild middenveld:
o Middenveld = sociale organisaties
o Verzuiling = maatschappelijke initiatieven vanuit 3 ideologieën:
katholieke/liberalen/socialisten
o 21ste eeuw: verzuiling afgebrokkeld ontzuiling, maar koepels nog sterl
o Nieuwe sociale bewegingen
Nederland gelijkaardige verzuiling, maar protestants in plaats van liberaal
1. Verzuild
o De levensbeschouwing wordt nauw verbonden met de organisatie van een aantal
maatschappelijke activiteiten.
2. Ontzuild
o Meer en meer verenigingen kiezen er expliciet voor om zich pluralistisch op te
stellen. Gezinnen durven al eens veranderen van ziekenfonds omwille van de
voordelen.
1.1.4. Korte historische schets
Fase 1: “de sociale kwestie” (1800 – 1880)
o = armoede (verpaupering), uitbuiting (geen sociale bescherming), kindersterfte,
hongersnood van de arbeidersklasse
o Iets grotere levenstandaard door industrialisatie
o Weinig overheidstussenkomst, wel vrijheid
o Hongersnood, kinderarbeid, geen sociale bescherming
Dankzij solidariteit ontstaan coöperatieves: de ‘voorlopers’ van ziekenfondsen en
vakbonden. Uit noodzaak gingen mensen zich vrijwillig aansluiten bij onderlinge kassen.
Bijv: de Vooruit was een productiecoöperatief dat voor betaalbare basisproducten
zorgde.
werkveldoriëntatie
Inleiding
Hoe is onze Belgische staat georganiseerd?
Organisatie, voorzieningen en diensten, bedoeld om het welzijn van de burgers te
optimaliseren.
Het hoofd beiden aan specifieke welzijnsnoden en sociale problemen
Een gevolg van voortdurende wisselwerking tussen beleidsmakers en de ontwikkelingen in
de maatschappij
‘sociale kaart’
o Overzicht van de voorzieningen uit de welzijns- en gezondheidssector in Vlaanderen
en Brussel.
Organisaties en diensten die met welzijn, gezondheid, onderwijs en veiligheid te maken
hebben.
Grondwet
o geeft aan hoe een staat bestuurd moet worden, hoe diverse instellingen
georganiseerd zijn en hoe burgers zich hiertegenover verhouden
Monarchie
o er werd gekozen om België te laten leiden door een koning (ipv een President =
Republiek)
Representatieve democratie
o de parlementsleden worden verkozen door de bevolking. De bevolking is dus niet
zelf de wetgevende macht, maar laat zich vertegenwoordigen door de
parlementsleden
Scheiding der machten (Montesquieu)
o
Iedereen die macht heeft, is geneigd deze te misbruiken. Daarom moet de
macht verdeeld worden over diverse instanties met elk een eigen
bevoegdheid.
België is een federale staat, bestaande uit gemeenschappen en gewesten
o
, Er is dus ook een hiërarchie in rechtsnormen. De verschillende overheden
hebben de bevoegdheid om eigen rechtsnormen uit te vaardigen op hun
niveau. Ze moeten echter altijd voldoen aan het hoger niveau (en ultiem aan
de grondwet).
o
Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
Gemeenten en steden Gemeenteraad College van burgemeester en Hoven en rechtbanken
schepenen
Provincie Provincieraad Bestendige Deputatie en Hoven en rechtbanken
gouverneur
Gemeenschappen en - Vlaams parlement - Vlaamse regering Hoven en rechtbanken
gewesten - Waalse gewestraad - Waalse
- Franse gewestregering
Gemeenschapsraad - Franse
- Raad van de gemeenschapsregering
Duitstalige - Regering van de
gemeenschap Duitstalige
- Brusselse gemeenschap
Hoofdstedelijke - Brusselse
raad Hoofdstedelijke
regering
Federale overheid Federaal parlement (Kamer Federale regering (ministers en Hoven en rechtbanken
van staatssecretarissen) en de
volksvertegenwoordigers koning
en Senaat) en de koning
,Europese Unie - Europees Europese Commissie - Europees
parlement Gerecht van
- Raad van Ministers eerste aanleg
- Hof van Justitie
1. Welzijn in de verzorgingsstaat
1.1. Begrip verzorgingsstaat/ welvaartsstaat
1.1.1. Betekenis
Welvaartsstaat = De samenlevingsvorm van sommige rijke geïndustrialiseerde landen waarbij
een aantal grondrechten van de burger effectief gewaarborgd worden.
o Deze grondrechten zijn bedoeld om zijn materiële welvaart zijn kansen tot
ontplooiing te bevorderen.
o Dit alles gebeurt binnen de parlementaire democratie en met behoud van de vrije
markt-economische productiewijze.
o (prof. Herman Deleeck kiest voor het begrip “welvaartsstaat”)
Grondrechten? Mensenrechten?
o Waarvoor men ingrijpen van de overheid verwacht:
Recht op leven
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van drukpers
Godsdienstvrijheid
o Maar ook op sociale grondrechten:
Recht op werk
Huisvestiging
Gezondheid
Onderwijs
Ontplooiing
Uitbouw welvaartsstaat (uvrm = universele verklaring van de rechten van de mens)
1.1.2. Kenmerken van de welvaartsstaat
- Hoog welvaartspeil:
o hoge levensstandaard. Deze levensstandaard moet voor iedereen toegankelijk zijn,
dus moet die welvaart verspreid kunnen worden. Voorwaarde voor behoud van die
welvaart is voortdurende economische groei en volledige werkgelegenheid
- Overheidsoptreden:
o moet grondrechten van burgers waarborgen. Voorbeeld van overheidsoptreden is
sociale zekerheid, organisatie zorgsectoren,…
- Effectieve verwezenlijking van de grondrechten door preventie:
o organiseren van solidariteit (sociale zekerheid) en uitbouwen van het zorgapparaat
(sociale instituties)
- Vrije markt en overleg:
o Sociaal overleg tussen vertegenwoordiging van ondernemingen, van burgers en van
overheid
- Democratie:
o niet autoritair, via overleg en inspraak
, 1.1.3. De welvaartsstaat is niet-staats en is verzuild
Niet-staats:
o De sociale organisaties (het middenveld) = vakbonden, ziekenfondsen,
belangenorganisaties,… zijn sterk betrokken
Bij besluitvorming over sociaal beleid (maken wetgeving)
Voorbeeld: sociaal overleg
Bij uitvoering van het sociaal beleid (uitvoeren wetgeving)
Voorbeeld: uitbetaling van uitkeringen door
ziekenfonds/vakbonden/…
Sociale organisaties spelen 2 rollen
1. Betrokken bij besluitvorming:
o Inspraak bij het tot stand komen van adviezen en wetten. Sociaal overleg tussen de
vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers.
2. Betrokken bij uitvoering
o Ze verlenen diensten en bouwen voorzieningen uit. De overheid vertrouwd de
uitvoering toe aan verenigingen en organisaties.
De uitvoerende taak van de “middenveldorganisaties” beperkt zich niet tot het uitvoeren
van enkele taken binnen de sociale zekerheid. Ook binnen de welzijnszorg wordt de
uitvoering grotendeels toevertrouwd aan social profitorganisaties (organisaties die niet
commercieel zijn en dus niet op winst gericht zijn, het zijn meestal private vzw’s)
Verzuild middenveld:
o Middenveld = sociale organisaties
o Verzuiling = maatschappelijke initiatieven vanuit 3 ideologieën:
katholieke/liberalen/socialisten
o 21ste eeuw: verzuiling afgebrokkeld ontzuiling, maar koepels nog sterl
o Nieuwe sociale bewegingen
Nederland gelijkaardige verzuiling, maar protestants in plaats van liberaal
1. Verzuild
o De levensbeschouwing wordt nauw verbonden met de organisatie van een aantal
maatschappelijke activiteiten.
2. Ontzuild
o Meer en meer verenigingen kiezen er expliciet voor om zich pluralistisch op te
stellen. Gezinnen durven al eens veranderen van ziekenfonds omwille van de
voordelen.
1.1.4. Korte historische schets
Fase 1: “de sociale kwestie” (1800 – 1880)
o = armoede (verpaupering), uitbuiting (geen sociale bescherming), kindersterfte,
hongersnood van de arbeidersklasse
o Iets grotere levenstandaard door industrialisatie
o Weinig overheidstussenkomst, wel vrijheid
o Hongersnood, kinderarbeid, geen sociale bescherming
Dankzij solidariteit ontstaan coöperatieves: de ‘voorlopers’ van ziekenfondsen en
vakbonden. Uit noodzaak gingen mensen zich vrijwillig aansluiten bij onderlinge kassen.
Bijv: de Vooruit was een productiecoöperatief dat voor betaalbare basisproducten
zorgde.