Samenvatting NHR: Hormoon-gedeelte
HC 11: Principes van hormonale regulatie
Typen cel-cel communicatie:
Autocriene actie: Zelf neurotransmitters aanmaken en zelf stimuleren.
Paracriene actie: Eén cel produceert neurotransmitters en stimuleert meerdere andere
cellen.
Synaptische actie: Door middel van een synaps wordt een andere cel gestimuleerd.
Endocriene actie: Meerdere cellen stimuleren andere cellen door stoffen af te geven aan de
bloedbaan. De bloedbaan geeft de stoffen af aan target-cellen.
, Hormonale communicatie is langzaam en langdurig.
Onderscheid hormonen:
Wateroplosbaar: Amines (gemodificeerde aminozuren), peptiden, eicosanoiden.
Vetoplosbaar: Steroïden (uit cholesterol), thyroide hormonen (tyrosine + jodium).
Wateroplosbare hormonen circuleren in een ‘vrije vorm’ in het bloed. Vetoplosbare hormonen
moeten aan een transporteiwit aanhechten. Kenmerken transporteiwitten:
Gesynthetiseerd door de lever.
Verbeteren transport door hormonen wateroplosbaar te maken.
Voorkomen verlies van hormoon door filtratie in de nier.
Verschillende hormonen en receptoren:
Steroïden worden gemaakt uit cholesterol. De zijgroepen worden aangepast. Steroïden kunnen
toxisch zijn, omdat ze passief de cel binnen komen. Ze maken geen gebruik van
transmembraanreceptoren. Ze hebben in het bloed wel een eiwit nodig. Onderscheid:
Seks-steroïden: Oestrogenen, progesteron, androgenen.
Corticosteroïden: Mineralocorticoïden (aldosteron), glucocorticoïden (cortisol).
Hormonen gaan interacties met elkaar aan en kunnen afhankelijk van elkaar zijn. Hormonale
interacties:
Permissive: Hormoon A is nodig om hormoon B te laten werken.
Synergistic: Wanneer 2 hormonen samen werken is het effect beter dan het effect van de
individuele hormonen.
Antagonistic: 2 hormonen hebben het tegenovergestelde effect.
Intergrative: Je lichaam reageert op een samenraapsel van hormonen dat in de bloedbaan
aanwezig is.
Concentraties van hormonen hebben effect op de afgifte van hormonen. Dit noemen we hormonale
feedback. Het doel van hormonale feedback is homeostase. Onderscheid hormonale feedback:
Negatieve feedback: Komt het meest voor.
Positieve feedback: Komt minder vaak voor. Zorgt voor een stijgende concentratie.
, Onderscheid mechanismes van hormonale feedback:
Autocriene feedback: Hormonen remmen de endocriene
cellen waar ze vandaan komen.
Target-cel feedback: Hormoon 1 stimuleert de afgifte van
hormoon 2 door target-cellen. Hormoon 2 (afgegeven
door target-cellen) remt de afgifte van het eerste
hormoon (door endocriene cellen).
De hypothalamus en de hypofyse worden aangeduid als de
master endocriene klieren. Ze spelen een centrale rol in het
reguleren van de hormonale balans in het lichaam. Ze
controleren de werking van andere endocriene klieren.
De hypothalamus is de verbinding tussen het zenuwstelsel en het endocriene systeem. Het ontvangt
signalen en reguleert belangrijke functies (temperatuur, honger/dorst). De hypothalamus geeft
stimulerende/remmende hormonen aan de hypofyse. De hypofyse geeft de uiteindelijke hormonen
af. Die hormonen kunnen ook weer andere endocriene klieren (schildklier, bijnier) beïnvloeden.
Onderscheid hypofyse:
Voorkwab: Produceert en scheidt hormonen uit die andere klieren in het lichaam
beïnvloeden. Wordt gereguleerd door hormonen van de hypothalamus.
Achterkwab: Geen klierweefsel, maar zenuwweefsel. Produceert geen hormonen, maar slaat
hormonen op die door de hypothalamus gemaakt zijn. De hormonen worden via
zenuwvezels vrijgelaten na een signaal van de hypothalamus. Bevatten uitlopers van de
hormoonproducerende cellen in de hypothalamus.
Hormonale as:
1. Afgegeven door de hypothalamus.
2. Afgegeven door de hypofyse.
3. Afgegeven door een endocrien orgaan.
HC 11: Principes van hormonale regulatie
Typen cel-cel communicatie:
Autocriene actie: Zelf neurotransmitters aanmaken en zelf stimuleren.
Paracriene actie: Eén cel produceert neurotransmitters en stimuleert meerdere andere
cellen.
Synaptische actie: Door middel van een synaps wordt een andere cel gestimuleerd.
Endocriene actie: Meerdere cellen stimuleren andere cellen door stoffen af te geven aan de
bloedbaan. De bloedbaan geeft de stoffen af aan target-cellen.
, Hormonale communicatie is langzaam en langdurig.
Onderscheid hormonen:
Wateroplosbaar: Amines (gemodificeerde aminozuren), peptiden, eicosanoiden.
Vetoplosbaar: Steroïden (uit cholesterol), thyroide hormonen (tyrosine + jodium).
Wateroplosbare hormonen circuleren in een ‘vrije vorm’ in het bloed. Vetoplosbare hormonen
moeten aan een transporteiwit aanhechten. Kenmerken transporteiwitten:
Gesynthetiseerd door de lever.
Verbeteren transport door hormonen wateroplosbaar te maken.
Voorkomen verlies van hormoon door filtratie in de nier.
Verschillende hormonen en receptoren:
Steroïden worden gemaakt uit cholesterol. De zijgroepen worden aangepast. Steroïden kunnen
toxisch zijn, omdat ze passief de cel binnen komen. Ze maken geen gebruik van
transmembraanreceptoren. Ze hebben in het bloed wel een eiwit nodig. Onderscheid:
Seks-steroïden: Oestrogenen, progesteron, androgenen.
Corticosteroïden: Mineralocorticoïden (aldosteron), glucocorticoïden (cortisol).
Hormonen gaan interacties met elkaar aan en kunnen afhankelijk van elkaar zijn. Hormonale
interacties:
Permissive: Hormoon A is nodig om hormoon B te laten werken.
Synergistic: Wanneer 2 hormonen samen werken is het effect beter dan het effect van de
individuele hormonen.
Antagonistic: 2 hormonen hebben het tegenovergestelde effect.
Intergrative: Je lichaam reageert op een samenraapsel van hormonen dat in de bloedbaan
aanwezig is.
Concentraties van hormonen hebben effect op de afgifte van hormonen. Dit noemen we hormonale
feedback. Het doel van hormonale feedback is homeostase. Onderscheid hormonale feedback:
Negatieve feedback: Komt het meest voor.
Positieve feedback: Komt minder vaak voor. Zorgt voor een stijgende concentratie.
, Onderscheid mechanismes van hormonale feedback:
Autocriene feedback: Hormonen remmen de endocriene
cellen waar ze vandaan komen.
Target-cel feedback: Hormoon 1 stimuleert de afgifte van
hormoon 2 door target-cellen. Hormoon 2 (afgegeven
door target-cellen) remt de afgifte van het eerste
hormoon (door endocriene cellen).
De hypothalamus en de hypofyse worden aangeduid als de
master endocriene klieren. Ze spelen een centrale rol in het
reguleren van de hormonale balans in het lichaam. Ze
controleren de werking van andere endocriene klieren.
De hypothalamus is de verbinding tussen het zenuwstelsel en het endocriene systeem. Het ontvangt
signalen en reguleert belangrijke functies (temperatuur, honger/dorst). De hypothalamus geeft
stimulerende/remmende hormonen aan de hypofyse. De hypofyse geeft de uiteindelijke hormonen
af. Die hormonen kunnen ook weer andere endocriene klieren (schildklier, bijnier) beïnvloeden.
Onderscheid hypofyse:
Voorkwab: Produceert en scheidt hormonen uit die andere klieren in het lichaam
beïnvloeden. Wordt gereguleerd door hormonen van de hypothalamus.
Achterkwab: Geen klierweefsel, maar zenuwweefsel. Produceert geen hormonen, maar slaat
hormonen op die door de hypothalamus gemaakt zijn. De hormonen worden via
zenuwvezels vrijgelaten na een signaal van de hypothalamus. Bevatten uitlopers van de
hormoonproducerende cellen in de hypothalamus.
Hormonale as:
1. Afgegeven door de hypothalamus.
2. Afgegeven door de hypofyse.
3. Afgegeven door een endocrien orgaan.