Samenvatting Geneesmiddelen
Week 1: Introductie, actualiteiten en toxicologie (drugs en
geneesmiddelen)
Er is een toename van de polyfarmacologie -> kostenstijging en
geneesmiddelentekort (met name van antibiotica).
Waarom is er een stijging van de polyfarmacologie:
- 66% van de 65+ers heeft 2 of meer chronische aandoeningen.
- Groei van aantal geneesmiddelen dat door een arts voorgeschreven moet
worden.
- Voorschrijven van geneesmiddelen voor het voorkomen/behandelen van
bijwerkingen.
Interacties = beïnvloeding van 2 of meer stoffen (bijv. plasma-eiwitbinding).
Contra-indicaties = maakt de toestand van een patiënt een bepaalde
behandelingswijze ongewenst? Onderscheid absoluut (niet mogelijk) of relatief
(niet aan te raden).
Intoxicatie is het ziektebeeld dat ontstaat door een te grote hoeveelheid van een
bepaald middel in het lichaam.
Onderscheid overdosis (acute intoxicatie):
- Accidenteel: Per ongeluk nemen van een overdosis.
- Intentioneel: Bewust nemen van een overdosis.
Meest gebruikte drugs:
1. Cannabis.
2. Ecstasy.
3. Cocaïne.
Indeling drugs:
- Uppers: MDMA, amfetamines, designerdrugs, cocaïne.
- Tripmiddelen: Cannabis, ketamine, lachgas, LSD.
- Downers: Benzodiazepines, GHB, alcohol.
- Opiaten: Heroine, methadon, oxycodon, fentanyl, morfine.
Neurotransmitters:
- Serotonine: Stimulerend, stemming.
- (Nor)adrenaline: Stemming, alertheid.
- Dopamine: Motivatie, plezier, motoriek.
- Oxytocine: Hechting, vertrouwen.
- Glutamaat: Leren, geheugen.
- GABA: Remmend, regulatie angst en stress.
Uppers:
Ecstasy (XTC, MDMA):
- Toename serotonine, noradrenaline (dopamine, oxytocine).
- Hyperactiviteit, euforie.
- Gevaren: Hyperthermie, SIADH (watervergiftiging).
,Amfetamines (speed, crystal meth):
- Toename dopamine en noradrenaline.
- Hyperactiviteit, euforie, sekslust.
- Gevaren: Hyperthermie, bloedingen.
- Designerdrugs zijn vaak langwerkende amfetamines.
- Veel toedieningswijzen.
Cocaïne (coke, crack):
- Toename dopamine en noradrenaline.
- Hyperactiviteit, euforie, sekslust, agitatie (doelloos praten of bewegen).
Tripmiddelen:
Cannabis (wiet, hasj):
- Verstoren normale neurotransmissie, toename dopamine.
- Euforie, hallucinaties, ontspanning.
- Gevaren: Misselijkheid en psychoses.
Ketamine:
- Blokkeert NMDA-receptoren.
- Hyperactiviteit, euforie, analgesie (verminderde pijngevoeligheid).
- Gevaren: K-hole.
- Wordt ook wel gebruikt als anestheticum.
Lachgas:
- Blokkeert NMDA-receptoren, bindt aan hemoglobine en vitamine B12.
- Verandert de zintuigelijke waarneming.
- Gevaren: Bevriezing, zenuwschade.
- Wordt ook wel gebruikt als anestheticum.
LSD:
- Euforie, hallucinaties, andere manier van coördineren.
- Gevaren: Bad trip, psychose.
Downers:
Alcohol:
- Versterkt GABA, remt glutamaat.
- Zorgt voor ontremming.
- Gevaren: Leverschade.
Benzodiazepines (slaapmiddelen):
- Versterkt GABA.
- Verminderde angst, spierverslappend.
- Gevaren: Verborgen verslaving, ademdepressie.
GHB:
, - Versterkt GABA, remt glutamaat, toename dopamine.
- Ontremming, slaap.
- Gevaren: Bewustzijnsverlies, braken, apneu’s (afsluiten van de luchtpijp).
- Weinig hoeveelheid is al erg gevaarlijk.
Opiaten:
Heroine:
- Stimuleren opiaatreceptoren.
- Euforie, analgesie, sedatie.
- Gevaren: Ademdepressie, infectieziekten (HIV), coma.
- Methadon is minder risicovol en dus een alternatief voor heroïne.
Opiaten op recept (oxycodon, fentanyl):
- Stimuleren opiaatreceptoren.
- Analgesie, sedatie.
- Gevaren: Ademdepressie, coma.
Verschillende toxidromen (= verzameling symptomen die karakteristiek zijn voor
een intoxicatie van bepaalde middelen):
- Sympathicomimetisch.
- Anti-cholinerg.
- Cholinerg.
- Sedatief-hypnotisch.
- Opioïde.
Sympathicomimetisch:
- Meest bedreigend: Hyperthermie.
- Agressief bewustzijn.
- MDMA, amfetamines, cocaïne (= uppers).
- Mydriasis = verwijde pupillen.
Anti-cholinerg:
- Meest bedreigend: Hyperthermie.
- Verward bewustzijn.
- Antidepressiva, antipsychotica.
Cholinerg:
Week 1: Introductie, actualiteiten en toxicologie (drugs en
geneesmiddelen)
Er is een toename van de polyfarmacologie -> kostenstijging en
geneesmiddelentekort (met name van antibiotica).
Waarom is er een stijging van de polyfarmacologie:
- 66% van de 65+ers heeft 2 of meer chronische aandoeningen.
- Groei van aantal geneesmiddelen dat door een arts voorgeschreven moet
worden.
- Voorschrijven van geneesmiddelen voor het voorkomen/behandelen van
bijwerkingen.
Interacties = beïnvloeding van 2 of meer stoffen (bijv. plasma-eiwitbinding).
Contra-indicaties = maakt de toestand van een patiënt een bepaalde
behandelingswijze ongewenst? Onderscheid absoluut (niet mogelijk) of relatief
(niet aan te raden).
Intoxicatie is het ziektebeeld dat ontstaat door een te grote hoeveelheid van een
bepaald middel in het lichaam.
Onderscheid overdosis (acute intoxicatie):
- Accidenteel: Per ongeluk nemen van een overdosis.
- Intentioneel: Bewust nemen van een overdosis.
Meest gebruikte drugs:
1. Cannabis.
2. Ecstasy.
3. Cocaïne.
Indeling drugs:
- Uppers: MDMA, amfetamines, designerdrugs, cocaïne.
- Tripmiddelen: Cannabis, ketamine, lachgas, LSD.
- Downers: Benzodiazepines, GHB, alcohol.
- Opiaten: Heroine, methadon, oxycodon, fentanyl, morfine.
Neurotransmitters:
- Serotonine: Stimulerend, stemming.
- (Nor)adrenaline: Stemming, alertheid.
- Dopamine: Motivatie, plezier, motoriek.
- Oxytocine: Hechting, vertrouwen.
- Glutamaat: Leren, geheugen.
- GABA: Remmend, regulatie angst en stress.
Uppers:
Ecstasy (XTC, MDMA):
- Toename serotonine, noradrenaline (dopamine, oxytocine).
- Hyperactiviteit, euforie.
- Gevaren: Hyperthermie, SIADH (watervergiftiging).
,Amfetamines (speed, crystal meth):
- Toename dopamine en noradrenaline.
- Hyperactiviteit, euforie, sekslust.
- Gevaren: Hyperthermie, bloedingen.
- Designerdrugs zijn vaak langwerkende amfetamines.
- Veel toedieningswijzen.
Cocaïne (coke, crack):
- Toename dopamine en noradrenaline.
- Hyperactiviteit, euforie, sekslust, agitatie (doelloos praten of bewegen).
Tripmiddelen:
Cannabis (wiet, hasj):
- Verstoren normale neurotransmissie, toename dopamine.
- Euforie, hallucinaties, ontspanning.
- Gevaren: Misselijkheid en psychoses.
Ketamine:
- Blokkeert NMDA-receptoren.
- Hyperactiviteit, euforie, analgesie (verminderde pijngevoeligheid).
- Gevaren: K-hole.
- Wordt ook wel gebruikt als anestheticum.
Lachgas:
- Blokkeert NMDA-receptoren, bindt aan hemoglobine en vitamine B12.
- Verandert de zintuigelijke waarneming.
- Gevaren: Bevriezing, zenuwschade.
- Wordt ook wel gebruikt als anestheticum.
LSD:
- Euforie, hallucinaties, andere manier van coördineren.
- Gevaren: Bad trip, psychose.
Downers:
Alcohol:
- Versterkt GABA, remt glutamaat.
- Zorgt voor ontremming.
- Gevaren: Leverschade.
Benzodiazepines (slaapmiddelen):
- Versterkt GABA.
- Verminderde angst, spierverslappend.
- Gevaren: Verborgen verslaving, ademdepressie.
GHB:
, - Versterkt GABA, remt glutamaat, toename dopamine.
- Ontremming, slaap.
- Gevaren: Bewustzijnsverlies, braken, apneu’s (afsluiten van de luchtpijp).
- Weinig hoeveelheid is al erg gevaarlijk.
Opiaten:
Heroine:
- Stimuleren opiaatreceptoren.
- Euforie, analgesie, sedatie.
- Gevaren: Ademdepressie, infectieziekten (HIV), coma.
- Methadon is minder risicovol en dus een alternatief voor heroïne.
Opiaten op recept (oxycodon, fentanyl):
- Stimuleren opiaatreceptoren.
- Analgesie, sedatie.
- Gevaren: Ademdepressie, coma.
Verschillende toxidromen (= verzameling symptomen die karakteristiek zijn voor
een intoxicatie van bepaalde middelen):
- Sympathicomimetisch.
- Anti-cholinerg.
- Cholinerg.
- Sedatief-hypnotisch.
- Opioïde.
Sympathicomimetisch:
- Meest bedreigend: Hyperthermie.
- Agressief bewustzijn.
- MDMA, amfetamines, cocaïne (= uppers).
- Mydriasis = verwijde pupillen.
Anti-cholinerg:
- Meest bedreigend: Hyperthermie.
- Verward bewustzijn.
- Antidepressiva, antipsychotica.
Cholinerg: