100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Werkgroepen bestuursrecht met handige aantekeningen jaar 2 universiteit Leiden rechtsgeleerdheid

Rating
-
Sold
-
Pages
16
Uploaded on
03-03-2025
Written in
2024/2025

Werkgroep uitwerkingen met handige aantekeningen over onder andere uitspraken.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 3, 2025
Number of pages
16
Written in
2024/2025
Type
Class notes
Professor(s)
-
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Week 1:
Opdracht 1:
a) Op grond van art. 4:46 lid 2 onder d Awb kan de subsidie op nihil worden gesteld
omdat de subsidieverlening bedoeld was voor het nog te plaatsen van de
warmtepompen en niet voor reeds geïnstalleerde warmtepompen en De Vries
behoorde dit te weten.
b) Ja, de minister kan het geld terugvorderen op grond van art. 4:95 lid 4 jo. 4:57 Awb.
c) Ja de subsidie kan nog steeds ingetrokken en teruggevorderd worden op grond van
art. 4:49 lid 1 sub b Awb
d) Na 6 weken vervalt de mogelijkheid tot in bezwaar gaat. Als die termijn is verstreken
is alles omtrent het besluit rechtmatig = formele rechtskracht.
je kan dan geen beroepen op wijzigingen doen van een eerder besluit als de
beroepstermijn van dat besluit als is verstreken.

Opdracht 2:
Het betoog van de agrariër gaat op als de subsidie op basis van een nationale regeling is
verleend. In Nederland wordt er veel waarde gehecht aan het vertrouwensbeginsel. In
Europese regelgeving niet dus daar zou het betoog van de agrariër weinig kans van slagen
hebben.

Amsterdams dakterras:
- Toezegging, wordt er echt iets beloofd?
- Toerekening
= gerechtvaardigd vertrouwen
- Andere belangen die er tegenin gaan (algemeen, derden)
 Dus bij een Nederlandse subsidieregeling zou het vertrouwensbeginsel wel kunnen
worden ingeroepen.

BUG-Alutechnik
- In een situatie van het EU-recht moet je niet het nationale vertrouwensbeginsel maar
het Europese vertrouwensbeginsel hanteren.
- Maar: het is een heel streng beginsel, het mag niet tegen duidelijke bepalingen van
unierecht in gaan
- Waarom: omdat jij zelf als behoedzaam ondernemer op de hoogte had moeten zijn
van het unierecht.

Opdracht 3:
a) Verbod van vooringenomenheid, art. 2:4 Awb
b) Nee, op grond van art. 4:25 lid 3 Awb

Opdracht 4:
Op grond van art. 4:51 lid 1 moet er een redelijke termijn zijn verstreken om de subsidie te
kunnen aanpassen of stopzetten na veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten.

Opdracht 5:
Art. 28 van de Dienstenwet zegt dat parafgraaf 4.1.3.3 van toepassing is.

,Art. 4:20b zegt dat als er niet tijdig is beslist de gevraagde beschikking van rechtswege is
gegeven.
De termijn van een beschikking uit de Dienstenwet is in principe zo spoedig mogelijk maar
maximaal acht weken.
Hij heeft de vergunning van rechtswege verkregen dus kan de verlening niet meer worden
ingetrokken.


Opdracht 6:

a) Art. 4:7 lid 1 Awb: je moet in principe altijd gehoord worden.
Maar niet bij financiële beschikking want daar geldt geen hoorplicht, art. 4:12 Awb
b) Er wordt voorgesteld om de uitzondering van art. 4:12 aan te passen zodat bij
financiële beschikking ook gehoord moet worden.
Deze wijziging wordt voorgesteld omdat financiële beschikkingen heel ingrijpend
kunnen zijn voor mensen en financiële wetgeving is niet altijd duidelijk voor mensen.
Herroeping of vernietiging kan de rechtsgevolgen wel terugdraaien, maar niet altijd
de nadelige gevolgen volledig ongedaan maken. Zo zorgde het stopzetten van de
voorschotten voor kinderopvangtoeslag er direct voor dat sommige ouders de
kinderopvang niet meer konden betalen. Deze besluiten hebben een sneeuwbaleffect
gehad, waarbij de aanname dat de gevolgen eenvoudig zijn terug te draaien, niet
bleek op te gaan.
Een belangrijke overweging bij het uitzonderen van financiële beslissingen is geweest
dat horen bij elke financiële beslissing lastig uitvoerbaar is, omdat het vaak gaat om
bulkbeslissingen.



Joyce Esser

Aantekeningen werkgroep 1:
25 september 2018: aankoop
30 mei 2019: aanvraag voor subsidie
26 juni 2019: subsidieverlening = een beschikking, voorwaardelijke aanspraak voor €33.200
Tussen de verlening en vaststelling vindt vaak de activiteit plaatst

, Werkgroep week 2:
Vraag 1:
a) De beginselplicht tot handhaving houdt in dat de overheid tegen een overtreding
moet handhaven, tenzij er wat bijzonders aan de hand is
b) Bijvoorbeeld:
 De situatie wordt binnenkort legaal
 Handhaven zou onredelijk zijn
 Handhaven is oneerlijk omdat andere gevallen niet gehandhaafd worden
 De overtreder is toegezegd dat wat hij deed mocht
c) De beginselplicht geldt niet voor bestuurlijke boetes omdat dit een bestraffende
sanctie is.
d) Argumenten:
 Waarom weegt het handhavingsverzoek zwaarder dan het eigen beleid van de
gemeente?
Haarlemse Dakopbouw: Je mag in beginsel prioriteitenbeleid voeren, maar
mag niet nooit tot handhaving leiden. Met name moet er nog ruimte zijn voor
handhavingsverzoeken.
 Zijn vakantiewoning staat er al jaren, waarom is het nu pas een probleem?
Zien in het kader van het vertrouwensbeginsel maar slaagt niet
 Er staan vergelijkbare caravans
Doet een beroep op het gelijkheidsbeginsel
Moet sprake zijn van gelijke gevallen en de vraag is dan of het
handhavingsverzoek zijn situatie anders maakt? Het enkele beroep op een
handhavingsverzoek is niet genoeg om het gelijkheidsbeginsel te laten spelen.
Maar waarom heeft mevrouw wel last van meneer Visser en niet van de
andere stacaravans?
 Beroep op concreet zicht op legalisatie
Als er nog geen aanvraag is ingediend is het niet van belang

Vraag 2:
a) Art. 13 Besluit beheerverpakkingen 2014 geeft de overtreding
In de Wet milieubeheer staat de afdeling handhaving waarin staat dat je in de Wabo
moet kijken om te zien dat de minister bevoegd is om een last onder bestuursdwang
mag opleggen.
b) Op grond van art. 5:32b lid 2 Awb kan het bestuursorgaan een vast bedrag bepalen,
een bedrag laten bepalen aan de hand van een tijdseenheid waarin de last niet is
uitgevoerd of aan de hand van het aantal keer overtreden van de last. Ook moet het
bedrag van de last in redelijke verhouding staan met de zwaarte van het geschonden
belang en tot de beoogde werking van de dwangsom ex art. 5:32b lid 3 Awb. De Awb
biedt dus een grondslag om een last onder dwangsom vast te stellen op de wijze hoe
ILT dat heeft gedaan maar dan moet het wel te verenigen zijn met het belang. Het
belang is in dit geval het milieu dus dat is een zwaarwegend belang. Daarnaast is
Heineken een erg vermogend bedrijf dus een last die kan oplopen tot 1 miljoen is
voor hun redelijk denkbaar als boete.
c) Heineken heeft de last onder dwangsom kunnen ontlopen door zich aan de last te
houden.
d) Ja want dat is een apart besluit
$9.28
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
Amy1706

Get to know the seller

Seller avatar
Amy1706 Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
26
Last sold
4 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions