Klinisch redeneren 2
Leerdoelen;
1. Herkent en onderscheidt de big five van thoraxletsel.
2. Kent de verschillende typen pneumothorax.
3. Herkent en weerlegt de symptomen van een luchtwegobstructie.
4. Kent de verschillende typen stridor.
5. Kent de verschillende verpleegkundige en medische interventies die
toegepast kunnen worden bij een pneumothorax.
Opdracht 1
Ga op zoek naar de ‘Big five’ van thoraxletsel. Verdiep jezelf dus in de soorten
letsel ter hoogte van de thorax verkregen door een hoogenergetisch trauma
(HET).
● Spanningspneumothorax
Een spanningspneumothorax wordt vooral veroorzaakt door mechanische
beademing. Ook kan deze optreden na letsel aan de borstkas (messteek,
gebroken rib), of na een operatie.
Normaal gesproken is de druk in de pleuraholte zeer laag en wordt deze zelfs
negatief tijdens het inademen. Maar als er een scheurtje in de long of de
borstkas zit, kan er lucht naar de pleuraholte lekken. Bij een
spanningspneumothorax kan deze lucht niet meer terugstromen omdat het
scheurtje als een soort klep fungeert. Hierdoor hoopt de lucht zich op in de
pleuraholte, wat tot een toenemende druk in de pleuraholte leidt.
De hoge luchtdruk in de pleuraholte leidt tot het inklappen van de long. Ook
beweegt het hart daardoor uit het midden van de borstkas vandaan. Door deze
verandering van positie moeten de bloedvaten zich uitrekken en komen er
knikken in. Zo ontstaat een verminderde bloedtoevoer naar het hart, wat weer
tot hartfalen leidt. Daarom moet spanningspneumothorax snel worden
behandeld.
Symptomen;
Mensen met spanningspneumothorax hebben meestal een plotselinge scherpe
pijn in de borstkas, gevolgd door ernstige kortademigheid, cyanose en
bewustzijnsverlies. Cyanose is een blauwachtige verkleuring van de huid,
nagelbedden en slijmvliezen als gevolg van een laag zuurstofniveau in het bloed.
De bloeddruk daalt, de hartslag versnelt, de aderen in de hals en het gezicht
verwijden zich en het gezicht wordt roodpaars.
Behandeling;
De onmiddellijke behandeling van spanningspneumothorax bestaat uit het
inbrengen van een holle naald in de borstholte om de lucht te laten ontsnappen
en de druk in de pleuraholte te verminderen. Hierdoor kan de long uitzetten en
het hart weer beter beginnen te functioneren.
Is de patiënt eenmaal buiten levensgevaar, dan wordt een drain ingebracht om
ervoor te zorgen dat de long weer volledig kan uitzetten. Wanneer de longen
, volledig zijn uitgezet en er geen gevaar op herhaling bestaat, wordt de drain
verwijderd.
● Open pneumothorax
De longen zijn omgeven door de zogeheten pleurabladen. Dit zijn 2 dunne,
flexibele vliezen. Eén vlies bekleedt de longen, het andere de binnenkant van de
borstkaswand. De ruimte tussen deze twee vliezen wordt de pleuraholte
genoemd. Deze is luchtdicht (vacuüm) afgesloten. In deze pleuraholte bevindt
zich een kleine hoeveelheid vocht die de vliezen glad maakt, zodat deze bij elke
ademhaling soepel langs elkaar heen glijden. Bij een pneumothorax stroomt er
lucht in de pleuraholte, waardoor er geen sprake meer is van een vacuüm.
Hierdoor klapt de long samen en ontplooit zich niet meer. De lucht die in de
pleuraholte stroomt kan afkomstig zijn uit de long (gesloten pneumothorax) of
komt van buiten het lichaam (open pneumothorax).
Het grote verschil tussen een spanningspneumothorax en een open
pneumothorax is dat er bij de spanningspneumothorax de overdruk in de pleura
ook het hart en de bloedvatstructuren naar de andere zijde worden verdrongen.
● Fladder thorax en long contusie
Fladder thorax: Een fladderthorax is een ernstig letsel van de borstkas (thorax)
dat ontstaat na een ernstig ongeval waarbij grote kracht is uitgeoefend op de
borstkas. Er is vaak sprake van een stomp trauma van de borstkas waarbij
Leerdoelen;
1. Herkent en onderscheidt de big five van thoraxletsel.
2. Kent de verschillende typen pneumothorax.
3. Herkent en weerlegt de symptomen van een luchtwegobstructie.
4. Kent de verschillende typen stridor.
5. Kent de verschillende verpleegkundige en medische interventies die
toegepast kunnen worden bij een pneumothorax.
Opdracht 1
Ga op zoek naar de ‘Big five’ van thoraxletsel. Verdiep jezelf dus in de soorten
letsel ter hoogte van de thorax verkregen door een hoogenergetisch trauma
(HET).
● Spanningspneumothorax
Een spanningspneumothorax wordt vooral veroorzaakt door mechanische
beademing. Ook kan deze optreden na letsel aan de borstkas (messteek,
gebroken rib), of na een operatie.
Normaal gesproken is de druk in de pleuraholte zeer laag en wordt deze zelfs
negatief tijdens het inademen. Maar als er een scheurtje in de long of de
borstkas zit, kan er lucht naar de pleuraholte lekken. Bij een
spanningspneumothorax kan deze lucht niet meer terugstromen omdat het
scheurtje als een soort klep fungeert. Hierdoor hoopt de lucht zich op in de
pleuraholte, wat tot een toenemende druk in de pleuraholte leidt.
De hoge luchtdruk in de pleuraholte leidt tot het inklappen van de long. Ook
beweegt het hart daardoor uit het midden van de borstkas vandaan. Door deze
verandering van positie moeten de bloedvaten zich uitrekken en komen er
knikken in. Zo ontstaat een verminderde bloedtoevoer naar het hart, wat weer
tot hartfalen leidt. Daarom moet spanningspneumothorax snel worden
behandeld.
Symptomen;
Mensen met spanningspneumothorax hebben meestal een plotselinge scherpe
pijn in de borstkas, gevolgd door ernstige kortademigheid, cyanose en
bewustzijnsverlies. Cyanose is een blauwachtige verkleuring van de huid,
nagelbedden en slijmvliezen als gevolg van een laag zuurstofniveau in het bloed.
De bloeddruk daalt, de hartslag versnelt, de aderen in de hals en het gezicht
verwijden zich en het gezicht wordt roodpaars.
Behandeling;
De onmiddellijke behandeling van spanningspneumothorax bestaat uit het
inbrengen van een holle naald in de borstholte om de lucht te laten ontsnappen
en de druk in de pleuraholte te verminderen. Hierdoor kan de long uitzetten en
het hart weer beter beginnen te functioneren.
Is de patiënt eenmaal buiten levensgevaar, dan wordt een drain ingebracht om
ervoor te zorgen dat de long weer volledig kan uitzetten. Wanneer de longen
, volledig zijn uitgezet en er geen gevaar op herhaling bestaat, wordt de drain
verwijderd.
● Open pneumothorax
De longen zijn omgeven door de zogeheten pleurabladen. Dit zijn 2 dunne,
flexibele vliezen. Eén vlies bekleedt de longen, het andere de binnenkant van de
borstkaswand. De ruimte tussen deze twee vliezen wordt de pleuraholte
genoemd. Deze is luchtdicht (vacuüm) afgesloten. In deze pleuraholte bevindt
zich een kleine hoeveelheid vocht die de vliezen glad maakt, zodat deze bij elke
ademhaling soepel langs elkaar heen glijden. Bij een pneumothorax stroomt er
lucht in de pleuraholte, waardoor er geen sprake meer is van een vacuüm.
Hierdoor klapt de long samen en ontplooit zich niet meer. De lucht die in de
pleuraholte stroomt kan afkomstig zijn uit de long (gesloten pneumothorax) of
komt van buiten het lichaam (open pneumothorax).
Het grote verschil tussen een spanningspneumothorax en een open
pneumothorax is dat er bij de spanningspneumothorax de overdruk in de pleura
ook het hart en de bloedvatstructuren naar de andere zijde worden verdrongen.
● Fladder thorax en long contusie
Fladder thorax: Een fladderthorax is een ernstig letsel van de borstkas (thorax)
dat ontstaat na een ernstig ongeval waarbij grote kracht is uitgeoefend op de
borstkas. Er is vaak sprake van een stomp trauma van de borstkas waarbij