Rechtssociologie
Page | 1
, Rechtssociologie
Inleiding: waarover en waarom rechtssociologie
Rechtssociologie Rechtswetenschap
Methode Empirische methode Doctrinaire methode die meerdere 1.1.
methoden omarmt en technieken omvat
Perspectief Extern perspectief Intern perspectief (deelnemer aan de 1.2.
rechtspraktijk)
1.1. Methode
Subsumptie
Bv. Er is een auto-ongeval gebeurt -> welke rechtsregels
zijn hierop van toepassing?
De juridische (doctrinaire) methode
Technieken:
1) Feiten verzamelen: het achterhalen van juridisch relevante feiten
2) Die regel gaan vinden: welke regel is nu van toepassing en waar kan ik die vinden (heuristiek)
3) Open normen: de wetgever wilt niet iedere situatie zeer specifiek in woorden gaan regelen
-> ruimte voor de rechter
4) De geldigheid van een norm controleren: aan de hand van juridische criteria kijken of die norm
geldig is, is deze in overeenstemming met hogere rechtsregels -> formeel juridisch criteria
toepassen (beoordelen)
5) Meerdere grondrechten in conflict: vrijheid van meningsuiting en vrijheid van privacy
-> bekendste casus
6) Regelcreatie: de opvulling van rechtsregels aan de hand van juridische criteria/ principes hoe
dat recht zou moeten zijn
7) Argumentatie: het verdedigen van een standpunt -> klassiek element van de rechtswetenschap
Het doel: de coherentie van het recht bewaken
Trefwoorden, formulering en vragen:
Privaatrecht, strafrecht, gerechtelijk recht, personen- en familierecht, …
De rechtmatigheid van …, de bevoegdheid om …, de strijd van … met …, de aansprakelijkheid
van …, de strafbaarheid van …, de gebondenheid aan …, de rechtsgevolgen van …, de
geldigheid van …., (uitzonderings)gronden, rechten, plichten, ... botsing, afweging, …
Inhoud van een verdrag, wet, decreet, voorstel, procedure, …
Inhoud van een vonnis of een arrest.
Doctrine, rechtssystematiek, dogmatiek.
Wetgeving
Rechtspraak
Klassieke juridische vragen
Law in the books: het recht dat u kan vinden in de boeken
Vragen: “Hoe luidt het recht?”, “Wat is het toepasselijke recht?” en “Hoe zou het recht moeten
luiden?”.
Page | 2
,De empirische methode
Hoe dat het recht in relatie staat in de samenleving
Op een wetenschappelijke manier gegevens verzamelen over het recht en de samenleving
Empirisch ≠ anekdotisch
Basis criteria voor sociaalwetenschappelijk onderzoek:
1) Betrouwbaarheid: verzamelt gegevens -> in welke mate zijn die betrouwbaar (“stel ik zou het
opnieuw doen, zou ik dan hetzelfde resultaat bekomen?” <- de repliceerbaarheid)
2) Externe validiteit: de representativiteit van het onderzoek (“kan ik op basis van mijn onderzoek
in Antwerpen iets zeggen over de geschillenbeslechting in Argentinië?”)
3) Interne validiteit: belangrijk binnen de wetenschap (“u wilt weten hoeveel vonnissen bij de
politierechtbank gaan er over rijden onder invloed –> conclusie: autobestuurder vinden dat ze
te zwaar bestraft worden.”)
4) Objectiviteit van de data: de positie van de onderzoeker -> de onderzoeker is deel van het
onderzoek
Technieken in de rechtssociologie:
Survey: een vragenlijst die bij de steekproef in de bevolking wordt afgelegd
Interviews
Veldwerk: in de praktijk gaan kijken (“Bv. In de rechtbank gaan kijken hoe de rechter omgaat
met bepaalde partijen”)
Statische analyse
(!!) Recht IN de samenleving: wat doet het recht in de samenleving
Trefwoorden, formulering en vragen:
De e ectiviteit van …, de doelmatigheid van …, de werking van …, de e ecten of risico’s van …,
het functioneren van …
De oorzaken van…, de totstandkoming van…, de invloed van…
Ervaringen met …, de perceptie van…, de aanvaarding van…, de waardering van…
Verklaring, gevolgen en oorzaken.
Law in action: we gaan kijken naar het recht in actie
Vragen: “Hoe is het recht ontstaan?” en “Hoe werkt het recht?”.
1.2. Perspectief
Intern perspectief Extern perspectief
Deelnemersperspectief Toeschouwersperspectief
Rolmodel van de rechter centraal Ook rollen voor wetgever, handhaver en
uitvoerder, onderzoeker.
Interne, autonome logica Relatie tot maatschappelijke context
Rechtszekerheid en rechtseenheid Onzekerheid en variantie
Structureel gericht op bewaken en versterken Constructief subversief
van de coherentie van het recht
Page | 3
, Intern perspectief Extern perspectief
“Is = ought” “Is ≠ ought”
Veronderstelling dat recht praktisch een verschil Toetsing van e ectiviteit van het recht
uitmaakt
Gericht op rechtspraktijk Gericht op beleid/ wetenschap
Monodisciplinair: doctrinair Interdisciplinair door aanvullende disciplines:
empirisch of normatief
Vooral ‘casus-methode’ en belang argumentatie Verschillende methoden
Juridisch-normatief
Hoe luidt het recht? Hoe werkt het recht?
Hoe zou het moeten luiden? Hoe ontstaat het recht?
Opmerkingen bij empirische methode & extern perspectief:
Externe perspectief vervangt het interne perspectief niet!
Doctrinaire methoden blijven noodzakelijk als jurist; ze definiëren de identiteit van een jurist.
De professionele toepassing van doctrinaire kennis gaat gepaard met een inzicht in de
voordelen én tekortkomingen van het interne perspectief.
Externe perspectief complementeert het interne perspectief: verschillende vragen vanuit beide
perspectieven.
Argumenten voor waarom rechtssociologie:
1) Academisering van de rechtenstudie
2) Maatschappelijke ontwikkelingen en het recht
3) Professionele ontwikkelingen: evoluties binnen de juridische beroepen
4) Meerwaarde voor de rechtspraktijk: concrete voorbeelden voor juridische beroepen
Samenvatting:
Rechtssociologie versterkt het recht als opleiding en als maatschappelijke praktijk
(maatschappelijke en professionele ontwikkelingen; meerwaarde voor juridische beroepen).
Versterking van de opleiding.
o Wetenschappelijk karakter van de opleiding;
o Kritische reflectie over het vakgebied / het recht;
o Onderzoekende houding;
o Samenwerking stimuleren met andere disciplines.
Versterking van het recht
o Groei van evidence-based beleid en wetgeving (zeker in tijden van fake news van
belang).
o Het recht met haar professionals in de samenleving plaatsen.
o Afbraak van ‘ivoren torens’.
Page | 4
Page | 1
, Rechtssociologie
Inleiding: waarover en waarom rechtssociologie
Rechtssociologie Rechtswetenschap
Methode Empirische methode Doctrinaire methode die meerdere 1.1.
methoden omarmt en technieken omvat
Perspectief Extern perspectief Intern perspectief (deelnemer aan de 1.2.
rechtspraktijk)
1.1. Methode
Subsumptie
Bv. Er is een auto-ongeval gebeurt -> welke rechtsregels
zijn hierop van toepassing?
De juridische (doctrinaire) methode
Technieken:
1) Feiten verzamelen: het achterhalen van juridisch relevante feiten
2) Die regel gaan vinden: welke regel is nu van toepassing en waar kan ik die vinden (heuristiek)
3) Open normen: de wetgever wilt niet iedere situatie zeer specifiek in woorden gaan regelen
-> ruimte voor de rechter
4) De geldigheid van een norm controleren: aan de hand van juridische criteria kijken of die norm
geldig is, is deze in overeenstemming met hogere rechtsregels -> formeel juridisch criteria
toepassen (beoordelen)
5) Meerdere grondrechten in conflict: vrijheid van meningsuiting en vrijheid van privacy
-> bekendste casus
6) Regelcreatie: de opvulling van rechtsregels aan de hand van juridische criteria/ principes hoe
dat recht zou moeten zijn
7) Argumentatie: het verdedigen van een standpunt -> klassiek element van de rechtswetenschap
Het doel: de coherentie van het recht bewaken
Trefwoorden, formulering en vragen:
Privaatrecht, strafrecht, gerechtelijk recht, personen- en familierecht, …
De rechtmatigheid van …, de bevoegdheid om …, de strijd van … met …, de aansprakelijkheid
van …, de strafbaarheid van …, de gebondenheid aan …, de rechtsgevolgen van …, de
geldigheid van …., (uitzonderings)gronden, rechten, plichten, ... botsing, afweging, …
Inhoud van een verdrag, wet, decreet, voorstel, procedure, …
Inhoud van een vonnis of een arrest.
Doctrine, rechtssystematiek, dogmatiek.
Wetgeving
Rechtspraak
Klassieke juridische vragen
Law in the books: het recht dat u kan vinden in de boeken
Vragen: “Hoe luidt het recht?”, “Wat is het toepasselijke recht?” en “Hoe zou het recht moeten
luiden?”.
Page | 2
,De empirische methode
Hoe dat het recht in relatie staat in de samenleving
Op een wetenschappelijke manier gegevens verzamelen over het recht en de samenleving
Empirisch ≠ anekdotisch
Basis criteria voor sociaalwetenschappelijk onderzoek:
1) Betrouwbaarheid: verzamelt gegevens -> in welke mate zijn die betrouwbaar (“stel ik zou het
opnieuw doen, zou ik dan hetzelfde resultaat bekomen?” <- de repliceerbaarheid)
2) Externe validiteit: de representativiteit van het onderzoek (“kan ik op basis van mijn onderzoek
in Antwerpen iets zeggen over de geschillenbeslechting in Argentinië?”)
3) Interne validiteit: belangrijk binnen de wetenschap (“u wilt weten hoeveel vonnissen bij de
politierechtbank gaan er over rijden onder invloed –> conclusie: autobestuurder vinden dat ze
te zwaar bestraft worden.”)
4) Objectiviteit van de data: de positie van de onderzoeker -> de onderzoeker is deel van het
onderzoek
Technieken in de rechtssociologie:
Survey: een vragenlijst die bij de steekproef in de bevolking wordt afgelegd
Interviews
Veldwerk: in de praktijk gaan kijken (“Bv. In de rechtbank gaan kijken hoe de rechter omgaat
met bepaalde partijen”)
Statische analyse
(!!) Recht IN de samenleving: wat doet het recht in de samenleving
Trefwoorden, formulering en vragen:
De e ectiviteit van …, de doelmatigheid van …, de werking van …, de e ecten of risico’s van …,
het functioneren van …
De oorzaken van…, de totstandkoming van…, de invloed van…
Ervaringen met …, de perceptie van…, de aanvaarding van…, de waardering van…
Verklaring, gevolgen en oorzaken.
Law in action: we gaan kijken naar het recht in actie
Vragen: “Hoe is het recht ontstaan?” en “Hoe werkt het recht?”.
1.2. Perspectief
Intern perspectief Extern perspectief
Deelnemersperspectief Toeschouwersperspectief
Rolmodel van de rechter centraal Ook rollen voor wetgever, handhaver en
uitvoerder, onderzoeker.
Interne, autonome logica Relatie tot maatschappelijke context
Rechtszekerheid en rechtseenheid Onzekerheid en variantie
Structureel gericht op bewaken en versterken Constructief subversief
van de coherentie van het recht
Page | 3
, Intern perspectief Extern perspectief
“Is = ought” “Is ≠ ought”
Veronderstelling dat recht praktisch een verschil Toetsing van e ectiviteit van het recht
uitmaakt
Gericht op rechtspraktijk Gericht op beleid/ wetenschap
Monodisciplinair: doctrinair Interdisciplinair door aanvullende disciplines:
empirisch of normatief
Vooral ‘casus-methode’ en belang argumentatie Verschillende methoden
Juridisch-normatief
Hoe luidt het recht? Hoe werkt het recht?
Hoe zou het moeten luiden? Hoe ontstaat het recht?
Opmerkingen bij empirische methode & extern perspectief:
Externe perspectief vervangt het interne perspectief niet!
Doctrinaire methoden blijven noodzakelijk als jurist; ze definiëren de identiteit van een jurist.
De professionele toepassing van doctrinaire kennis gaat gepaard met een inzicht in de
voordelen én tekortkomingen van het interne perspectief.
Externe perspectief complementeert het interne perspectief: verschillende vragen vanuit beide
perspectieven.
Argumenten voor waarom rechtssociologie:
1) Academisering van de rechtenstudie
2) Maatschappelijke ontwikkelingen en het recht
3) Professionele ontwikkelingen: evoluties binnen de juridische beroepen
4) Meerwaarde voor de rechtspraktijk: concrete voorbeelden voor juridische beroepen
Samenvatting:
Rechtssociologie versterkt het recht als opleiding en als maatschappelijke praktijk
(maatschappelijke en professionele ontwikkelingen; meerwaarde voor juridische beroepen).
Versterking van de opleiding.
o Wetenschappelijk karakter van de opleiding;
o Kritische reflectie over het vakgebied / het recht;
o Onderzoekende houding;
o Samenwerking stimuleren met andere disciplines.
Versterking van het recht
o Groei van evidence-based beleid en wetgeving (zeker in tijden van fake news van
belang).
o Het recht met haar professionals in de samenleving plaatsen.
o Afbraak van ‘ivoren torens’.
Page | 4